censuur

Tor biedt privacy en anonimiteit aan onderdrukte mensen in dictatoriale landen. Helaas is het netwerk ook een vrijplaats voor pedofielen en huurmoordenaars.

Pedovrij anoniem internet: is het mogelijk?

Voor wie een kijkje neemt op bijvoorbeeld het Tor darknet, wordt al snel duidelijk dat hier de meest weerzinwekkende forums en websites op te vinden zijn. Toch zijn de voordelen van anoniem internet in een wereld waar overheden en machtige bedrijven steeds meer de vrijheid van denken en handelen van mensen inperken, zeer groot. Hoe kunnen we de vrijheid van internet behouden terwijl toch huurmoordenaars en pedofielen worden geweerd?

Bezoekje aan de onderwereld van internet
Het gebeurt niet vaak dat papieren media mij wat nieuws leren, maar na het lezen van een recent nummer van Natuur en Techniek maakte ik toch kennis met het ondergrondse Tor netwerk. Tor werkt door IP-pakketjes via verschillende “onion routers” in te laten pakken. Terugkerend dataverkeer wordt weer schil voor schil uitgepakt.

Tor kende ik al langer als een bruikbare methode om langs de IP blokkade van banzieke websites te komen. Naar nu blijkt, is Tor ondertussen veel uitgebreider geworden. Je kan op je eigen pc via het Tor netwerk een anonieme website hosten die automatisch een uniek .onion adres krijgt. In principe is dit .onion adres alleen via de Tor client toegankelijk (hoewel er proxies zoals .onion.to bestaan; zet .to achter een  .onion adres, wat uiteraard de Tor-bescherming voor jou als bezoeker opheft). Tor is niet erg snel, vandaar dat het netwerk vermoedelijk nooit populair zal worden om films of muziek op te plaatsen. Een centraal punt waar Tor sites te vinden zijn biedt de dark wiki (alleen te bezoeken met Tor geïnstalleerd of via een Tor proxy, dus .to achter de .onion typen).

Wie de Tor-software wil downloaden kan dat hier doen.

Tor biedt privacy en anonimiteit aan onderdrukte mensen in dictatoriale landen. Helaas is het netwerk ook een vrijplaats voor pedofielen en huurmoordenaars.
Tor biedt privacy en anonimiteit aan onderdrukte mensen in dictatoriale landen. Helaas is het netwerk ook een vrijplaats voor pedofielen en huurmoordenaars.

Kinderporno
Wel bevat Tor een uitgebreide collectie kinderpornofoto’s. Ook zijn er forums waarop plegers van incest, pedofielen etcetera tips uitwisselen. Zo raadt een zekere ‘pedomama’ een pedofiel aan om uit te kijken met het misbruiken van een vijfjarig buurmeisje, omdat haar moeder nogal waakzaam is. Elders is ze vol bewondering voor een collectie foto’s, waarop een pedofiel echtpaar hun dertienjarige dochtertje misbruikt. Hopelijk worden deze ellendelingen snel opgepakt en verdwijnen ze de rest van hun leven in een TBS long-stay afdeling. Anonymous probeerde al Torgebruikers ertoe aan te zetten pedo’s te weren. Helaas tevergeefs.
Een waarschuwing: alleen al het bekijken, downloaden of verspreiden van kinderporno is volgens de Nederlandse wet strafbaar met een maximum gevangenisstraf van vier jaar.
Bespottelijk uiteraard, ik kreeg al bij een Google zoekactie naar .onion sites onbedoeld een pedo-thumbnail te zien, maar wie twijfelt er nog aan dat de politiek en “justitie” de grootste grap van het land zijn?

Huurmoordenaars
Heb je een vervelende schoonmoeder, baas of buurman en ben je zelf te laf om een halsmisdrijf te plegen? Geen nood, het Tor netwerk biedt de oplossing. Verschillende huurmoordenaars, onder schuilnamen als Cthulhu, bieden hun diensten aan. De tarieven van de huurmoordenaar “Fritz” bijvoorbeeld variëren van twintigduizend dollar (in Bitcoins) voor het vermoorden van een ongewapende burger tot ongeveer een ton voor het omleggen van een minister of topzakenman. Waarschijnlijk zullen hier de nodige fakers en Amerikaanse FBI-agenten achter zitten. Althans: laten we dat hopen.

Drugshandel
Een onschuldiger voorbeeld is drugshandel via Tor. Verschillende .onion websites bieden de mogelijkheid voor druggebruikers om hun dosis heroïne of cocaïne via internet te bestellen. Het voordeel is dat hiermee heel wat criminaliteit geëlimineerd wordt. Het risico voor de dealer is kleiner, waardoor de prijzen zakken en de gewelddadige straatcriminaliteit vermindert. Uiteraard denken de hondsdolle ‘war on drugs’ advocaten daar anders over. Zij richten liever een compleet land als Mexico ten gronde met hun heilloze kruistocht tegen drugs.

Tor in huidige vorm werkt niet
Zolang pedofielen en andere criminelen Tor kunnen misbruiken om hun weerzinwekkende activiteiten te faciliteren, zullen voorstanders van internetcensuur een uitstekende stok hebben om de hond mee te slaan. Ook moreel acceptabele activiteiten, zoals politiek activisme of het aan de laars lappen van copyright, kunnen dan aangepakt worden met de steeds strengere internetcensuur. Er moet mijns inziens door een toekomstige vervanger van Tor onderscheid worden gemaakt tussen misdaden met duidelijke slachtoffers, zoals moorden en kindermisbruik, en ‘misdaden’ waarbij er geen slachtoffers vallen, zoals overkopiëren, drugshandel, kritiek op godsdiensten en dergelijke. Niet duidelijk is alleen hoe je dit op moet zetten, zonder daarbij mogelijkheden te creëren voor totalitaire overheden zoals de Nederlandse en Europese, om censuur op te leggen. Opper jullie ideeën in de comments.

Het World Wide Web legde internet open voor technische leken. Maar hoe lang blijft internet nog open?

Komt er een einde aan open internet?

Openheid is de grote kracht van internet, maar hoe lang zal die openheid nog voortduren, nu machtige bedrijven als Facebook en Apple internet steeds meer in kleine stukjes onderverdelen? En wat kunnen wij als internetgebruikers daar tegen doen?

Het World Wide Web legde internet open voor technische leken. Maar hoe lang blijft internet nog open?
Het World Wide Web legde internet open voor technische leken. Maar hoe lang blijft internet nog open?

Het doorslaande succes van Tim Berners-Lee’s geesteskind
In augustus 1991 postte Tim Berners-Lee, een onderzoeker aan het deeltjesversneller-instituut CERN bij Genève in Zwitserland, een bericht op een discussieforum waarin hij een nieuwe methode beschreef voor het delen van informatie tussen computers op een netwerk. Het world wide web werd geboren (ik kan me nog herinneren dat ik Gopher gebruikte en met de hand TCP/IP moest installeren op de computer). Nu, twintig jaar later, is het World Wide Web niet meer weg te denken. Zo’n twee miljard mensen zijn verbonden met Tim Berners-Lee’s geesteskind en juli 2011 verklaarde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties internettoegang tot een fundamenteel mensenrecht.

Uniek aan het WWW is dat voor het eerst in de geschiedenis, in principe iedereen toegang heeft tot alle informatie, als je maar weer op wat voor webadres die opgeslagen is. Eén van de eerste websites was de Virtual Tourist, waarmee je als internetgebruiker computers in exotische landen als Australië, Taiwan of Japan (of zelfs de onderzoeksstations op Antarctica) kon bezoeken. Nu zo vanzelfsprekend dat we er niet meer bij stil staan. maar hoe lang blijft internet nog zo open? Genieten we nu nog van de tijdelijke gouden tijd van het internet?

Amerikaanse leger wilde bomvrij communicatiesysteem
Hoewel het World Wide Web met zijn gebruiksvriendelijkheid internet openlegde voor de wereld, dateert de onderliggende structuur van veel eerder. Deze architectuur werd in de zestiger jaren ontwikkeld op verzoek van de Amerikaanse luchtmacht.  Een centrale communicatiestructuur is een zwak punt in een oorlog. De eerste aanvallen worden gewoon,lijk uitgevoerd op communicatiecentra. Wat de luchtmacht zocht was een systeem dat desnoods een kernoorlog kon overleven. Paul Baran van de denktank RAND wist dus dat hij een niet-hiërarchisch communicatiesysteem moest ontwikkelen. Een netwerk dus in plaats van een spinnenweb.

Internet: de grote gelijkmaker
Elk bericht werd opgesplitst in kleine pakketjes die elk van de ene router naar de andere worden verplaatst. Alleen op het moment dat de pakketjes werden overgezet, waren de lijnen in gebruik. Een enorme verbetering in efficiëntie: de bandbreedte werd zo optimaal benut. Nog een voordeel: het netwerk wordt ook robuust. Er is geen zendmast die af kan branden en het hele netwerk plat kan leggen.  Het natuurlijke gevolg is dat zo een niet-hiërarchische internet cultuur ontstond. Er is technisch geen verschil tussen een homepage van een enthousiaste schelpenverzamelaar op Hawaii en de nieuwswebsite van een reusachtig mediacomglomeraat. Beiden kunnen eenvoudig worden opgeroepen door hun adres in te typen in je browser.

Deze openheid en het hoge vertrouwensniveau dat dit met zich meebracht, leidde tot een vrije stroom van informatie en de ongeëvenaarde technische groei in de afgelopen decennia.

Overheidscensuur lastig, maar neemt steeds meer toe
De open structuur van internet maakt censuur ook lastig. China en Noord-Korea lossen dit op door alle internetverkeer van en naar China en Noord-Korea via enkele enorme supercomputers te leiden die alle pakketjes filteren op subversieve teksten. Minder restrictieve landen als Zuid-Korea blokkeren ook “sociaal schadelijke”websites. Geen wonder. Autocratische regimes worden steeds meer in het nauw gedreven door internet. Zo werden de sociale revoluties in Egypte en Tunesië mogelijk gemaakt door internetactivisten en sociale media. Uiteraard vinden de meeste overheden deze subversieve invloeden niet leuk. Geen wonder dat er naar steeds meer methoden wordt gezocht om internet aan banden te leggen.

Apple, Google, Facebook en Amazon monopoliseren stukken internet
Juist bedrijven die groot zijn geworden dankzij internet, proberen nu steeds grotere stukken af te schermen en internet op te splitsen met hun eigen technologieën en standaarden.
Zo willen ze meer marktaandeel veroveren en hun winsten beschermen. Google wordt nu onderzocht door de Amerikaanse antitrust-waakhond, die de zoekgigant verdenkt van het manipuleren van zoekresultaten om zo ‘eigen’ bedrijven te bevoordelen concurrenten te weren. De miljoenen mensen die een iPad of iPhone kopen, kopen tegelijkertijd Apple’s afgeschermde app-systeem. Apple controleert streng welke techniek gebruikers op hun apparaatjes kunnen plaatsen. Zo blokkeert Apple Adobe’s Flash-technologie (en daarmee een belangrijk deel van internet – de sufferds onder de webmasters die hun website als Flash-site bouwen). Ook Google’s Android operating system voor mobiele telefoons, Amazon’s Kindle e-reader die alleen Amazon-boeken kan lezen en niet te vergeten Facebook, waarvan het netwerk geheel is afgeschermd van de rest van internet.

Een bedreigende ontwikkeling. Door het blokkeren van concurrentie krijgen deze softwarereuzen een oneerlijk concurrentievoordeel. Er is minder variëteit en de technische vernieuwing komt zo tot stilstand. Ook wordt het internet zo zeer gevoelig voor storingen. Ligt bijvoorbeeld de cloud van Amazon er uit, zoals april 2011 gebeurde, dan gaan duizenden kleinere websites – die vaak de gehele administratie van een bedrijf inhouden –  mee.

Lees ook: Alternatieven voor internet

Aaron Shwarz hangt in het ergste geval een gevangenisstraf van 35 jaar en een boete van 1 miljoen dollar boven het hoofd.

Activist geeft 18 000 wetenschappelijke artikelen vrij

Nadat Aaron Shwarz, onderzoeker ethiek van Harvard, bijna vijf miljoen artikelen downloadde en werd gearresteerd, sloeg landgenoot Greg Maxwell toe. Hij zette maar liefst 18 000 artikelen online die gewoonlijk achter een betaalsysteem schuilgaan. Beiden riskeren hoge straffen voor hun moedige daden.

Voorstanders van de vrijheid van informatie, waaronder de redactie van Visionair.nl, is het een doorn in het oog. Vind je een interessant wetenschappelijk artikel, dan krijg je een paywall voor de kiezen met het vriendelijke verzoek dertig dollar te betalen voor een artikel van vier pagina’s, waarvoor de schrijver zelf geen cent heeft ontvangen. Ook de woekertarieven die de uitgevers van tijdschriften met wetenschappelijke artikelen in rekening brengen aan abonnees zijn een mooi voorbeeld. Een beetje abonnement doet al gauw duizenden euro’s per jaar. Een enorme kostenpost voor universiteiten en onbetaalbaar voor particulieren of armlastige wetenschappelijke instituten in minder bedeelde landen.

Aaron Shwarz hangt in het ergste geval een gevangenisstraf van 35 jaar en een boete van 1 miljoen dollar boven het hoofd.
Aaron Shwarz hangt in het ergste geval een gevangenisstraf van 35 jaar en een boete van 1 miljoen dollar boven het hoofd.

Aaron Shwarz schreef in 2008 het Guerilla Open Access Manifesto, waarin hij activisten opriep terug te vechten tegen diensten die wetenschappelijke artikelen afschermen achter paywalls[1]. Shwarz roept wetenschappers op, wetenschappelijke tijdschriften te downloaden en te uploaden naar torrent-netwerken en andere file-sharing systemen. Toen Shwarz dat in 2010 deed bij de non-profit online wetenschappelijke database JSTOR, werd hij door de federale overheid vervolgd.

Maxwell beschrijft zichzelf als een 31-jarige technoloog, hobbywiskundige en amateurwetenschapper uit Noord-Virginia.  Hij heeft naar eigen zeggen de artikelen om vergelijkbare redenen vrijgegeven. Volgens hem komen de artikelen van de Philosophical Transactions of the Royal Society en zijn ze gepubliceerd voor 1923, met andere woorden: ze bevinden zich in het publieke domein.  Maxwell vindt het schandelijk dat deze artikelen ook nadat hun copyright is verlopen, nog achter slot en grendel worden gehouden. Volgens hem (en ons) komt vooruitgang voort uit het maken van associaties tussen de ontdekkingen van anderen, ze uitwerken en er anderen over vertellen. Dertig dollar moeten betalen werkt daar niet bepaald aan mee.

Swartz loopt de kans veroordeeld te worden tot 35 jaar cel en 1 miljoen dollar boete, een naar Nederlandse begrippen buitenproportionele eis. [2]Tegen Maxwell zijn nog geen aanklachten ingediend.
Opmerkelijk genoeg zijn er noch door JSTOR, noch door MIT klachten tegen Swartz ingediend.

Volgens een persbericht van het openbaar ministerie is computerinbraak te vergelijken met het inbreken in een woning.

Een ding is zeker. De discussie over deze laakbare praktijken zal weer in volle hevigheid oplaaien. Dit overigens terecht. Het is niet te rechtvaardigen, dat commerciële instellingen geld verdienen door publieke instellingen geld te laten betalen voor door mensen in dienst van andere publieke instellingen geschreven artikelen.

Bronnen
1. A. Swartz, Guerilla Open Access Manifesto, 2010
2. Guerilla activist releases 18,000 scientific papers – MIT Technology Review (2011)

Overheden zijn de natuurlijke vijanden van vrij internet.

Egypte, dictaturen en internet

Egypte is een zeer interessant praktijkgeval van de mogelijkheden voor dictaturen om internet af te knijpen als het regime bedreigd wordt.

Voorspel: Tunesië
Tunesië kende één van de beste internetfilters ter wereld. Een uitgebreide organisatie controleerde internet op het Tunesische regime onwelgevallige websites.

Overheden zijn de natuurlijke vijanden van vrij internet.
Overheden zijn de natuurlijke vijanden van vrij internet.

Deze controle werd aangevuld door een genadeloos effectieve geheime dienst. Het gevolg was dat de Tunesiërs nauwelijks iets hoorden van dissidente geluiden.

Dit veranderde met de komst van Facebook en andere sociale media. Het regime realiseerde zich de kracht van Facebook te laat.

Toen de sociale netwerksite werd afgesloten waren er al massale protesten. Door middel van Twitter en Facebook konden activisten contract zoeken met gelijkgestemden en acties coördineren.

Samenscholingsverboden hebben geen zin meer als mensen op internet menigtes kunnen vormen.

Het resultaat: Ben Ali kan nu zijn goudstaven gaan tellen in Saoedi-Arabië. Een vreeswekkend vooruitzicht voor de gemiddelde Arabische potentaat die zich aan god gelijk acht.

De situatie in Egypte
Egypte lijkt in politiek opzicht in veel opzichten op het Tunesië onder Ben Ali, maar is geografisch totaal anders. Het land is veel groter, veel armer, kent grotere sociale  verschillen en is in het bewoonbare gedeelte, de smalle Nijlvallei, veel dichter bevolkt. In tegenstelling tot Tunesië kent Egypte een omvangrijke christelijke minderheid en een zeer actieve tak van de Moslimbroederschap, gecombineerd een explosieve situatie. Het land bestond tot enkele jaren geleden van de inkomsten van het Suez-kanaal, toerisme en olie (elk in ongeveer gelijke mate), geld van Egyptische gastarbeiders en buitenlandse hulp uit de VS en Saoedi-Arabië. Al deze inkomstenbronnen zijn niet van de bevolking afkomstig, maar kunnen door een politiestaat goed gecontroleerd worden. De reden voor de betrekkelijke stabiliteit in Egypte.

De laatste jaren is de Egyptische industrie snel aan het groeien. Dat moet ook wel om de eveneens snel groeiende bevolking van werk en inkomen te voorzien.
Aan de groei kwam een einde door de kredietcrisis, in feite een uitgestelde globale herstructurering: het einde van de economisch overheersende positie van de westerse landen. Deze trof de industrie zwaar, deze exporteert voornamelijk naar Europa. De meeste Egyptenaren geven het grootste deel van hun karige inkomen uit aan voedsel. De recente stijging van voedselprijzen, een gevolg van speculatie door hedge funds en de wereldwijde bevolkingsgroei, drukt ze dus snel over de afgrond.

De verstikkende politiestaat en zelfverrijking door de kliek rond Moebarak remt steeds meer de ontwikkeling. De gemiddelde Egyptenaar is zich hier uitstekend van bewust.

Censuur in Egypte
Ook in Egypte bestaat behoorlijk veel internetcensuur. Anders dan in Tunesië worden er geen websites op zwart gedraaid maar moet iedere internetgebruiker in een internetcafé zich met een paspoort identificeren, waardoor dissidente bloggers snel gepakt kunnen worden. Nadat Facebook en Twitter waren geblokkeerd, konden Egyptenaren nog steeds op internet komen. De reden: ze maakten bijvoorbeeld via het Tor onion-netwerk gebruik van proxies, computers buiten Egypte waarmee ze alsnog contact konden maken met geblokkeerde websites. Er zat voor het Egyptische regime nog maar een ding op: alle internet- en mobiele communicatie stopzetten.

Internetcensuur
In een niet erg ontwikkeld land als Egypte kan deze IT-equivalent van een atoombom zonder al te veel schade ingezet worden. In bijvoorbeeld Nederland zou een dergelijke stap de hele economie lamleggen omdat vrijwel alle communicatie over internet loopt. Omdat overheden in ontwikkelde landen hun inkomen en bestaansrecht uit een ontwikkelde diensteneconomie peuren, betekent dat dat ze op zoek moeten naar subtielere middelen om te voorkomen dat internet tegen ze gebruikt kan gaan worden zoals in Egypte.

Kinderverkrachter Robert M. werd gepakt dankzij een kinderpornosite.
Kinderverkrachter Robert M. werd gepakt dankzij een kinderpornosite.

Vandaar de verwoede pogingen van EU-bureaucraten om kinderpornosites te blokkeren. Kindermisbruik wordt door vrijwel iedereen als zo walgelijk gezien dat dit een bruikbaar breekijzer vormt om internetcensuur in te voeren. Massaal verzet wordt zo voorkomen.

Vanuit oogpunt van bestrijding van kindermisbruik is het blokkeren van kinderpornosites uiteraard een slecht idee – in ieder geval de dommere pedoseksuelen alsmede de webmasters kunnen zo door IP-tracing makkelijk op een volglijst worden gezet om te voorkomen dat ze nog meer ellende aanrichten.

Daar is het de eurocraten uiteraard ook helemaal niet om te doen. Als een dergelijk systeem er eenmaal is, ongetwijfeld met een zeer nobel doel, laat dat maar aan de persvoorlichters over –  vormt het een paard van Troje om internetvrijheden (denk aan het bezoeken van anti-EU, klokkenluiderssites of anti-EU beleid websites) steeds verder uit te kunnen hollen.

Excuses te over. Islamofobie? Belastingontduiking? Haatzaaien? Inbeslagname.
Opruiing? Klimaatscepticisme? Antisemitisme? De stekker er uit van die fascisten. Uiteraard zonder ook maar enige vorm van democratische controle.

Overafhankelijkheid van internet voor communicatiekanalen
Als alle communicatie via internet gecensureerd zal worden (en het zit er dik in dat dat over niet al te lange tijd het geval zal zijn – de belangen zijn domweg te groot) zien we dat de alternatieve kanalen zo zoetjesaan verdwenen zijn. HAM-radio? Dood als een pier en het handjevol zendamateurs zijn alle bekend omdat ze een examen moeten afleggen. Post? Zieltogend. Bulletin board systems waar je op in kan bellen? Idem, ouwe sok. Papieren media, zoals opruiende pamfletten, rondstrooien? Ik moet u teleurstellen waarde lezer, vrijwel elke printer drukt een identificatiecode mee. Handschriften idem, bovendien kan bijna niemand meer leesbaar schrijven. Bluetooth en WLAN blijft -misschien- nog als mogelijkheid over voor de enkele technoraat. Kortom: het wordt tijd een niet door de overheid te traceren of censureren communicatiemiddel te ontwikkelen. Ideeën welkom…