Een visie op duurzaam consumeren
Duurzaam consumeren gaat veel verder dan het vervangen van een product door een milieuvriendelijke(r) variant alléén. We moeten een helder zicht ontwikkelen op het WAAROM van consumptie: is onze behoefte een fundamentele behoefte, of dient het product ter bevrediging van een (of meer) heel andere behoefte(n)? We moeten leren onze identiteit te ontlenen aan WIE we zijn als mens – in plaats van aan spullen en status. Kwaliteit in plaats van kwantiteit.
Toen de Brundtland-commissie in 1987 de term Duurzame Ontwikkeling introduceerde, gaf zij daaraan de betekenis: ‘een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien’. Voordat we kunnen praten over het voorzien in behoeften (‘consumeren’) is het nodig om eerst kritisch te kijken naar wat die behoeften dan zijn…
De natuurlijke kringloop
In materieel opzicht heeft een mens maar weinig nodig om te kunnen bestaan: schoon water, gezond voedsel, schone lucht, kleding, warmte en een dak boven het hoofd of een andere veilige plek die beschutting biedt. Alles wat we daarvoor nodig hebben wordt ons door de natuur gratis en in overvloed aangeboden: water en voedselgewassen, grondstoffen om kleding te maken, een vuur te stoken en om veilige onderkomens te bouwen.
Als we met deze natuurlijke rijkdommen verantwoord en zorgvuldig omgaan, is er meer dan genoeg voor iedereen en hoeft geen mens ter wereld te sterven door honger, koude of ander materieel gebrek. Dit is in feite ook waar het in het Cradle-to-Cradle-concept om gaat (‘afval wordt weer grondstof’): de kringloop-economie!
Wat zijn menselijke behoeften?
Vaak wordt de ‘piramide van Maslov‘ gehanteerd om de menselijke behoeften mee aan te geven:
1. fysiologisch/biologisch (water, voedsel, schone lucht);
2. veiligheid, bestaans- zekerheid (buurt, gezin, bedrijf);
3. sociaal contact (vriendschap, liefde, sociale relaties);
4: erkenning (status);
5. zelfontplooiing (persoonlijke, mentale groei).
Maslov’s schema wordt ook wel de ’theorie van de toenemende behoefte’ genoemd. Het is een hiërarchische vorm van denken: langs een verticaal stijgende lijn met een brede basis en een smalle top. En met ogenschijnlijk van elkaar losgekoppelde behoeften: eerst het één, dan het ander. Dit model stimuleert een mentaliteit van overheersing en macht: een gevecht om de top te bereiken. Maar als je dan bent aangekomen op de top: wat doe je dan met die macht?
In tegenstelling tot Maslov’s theorie van de toenemende behoeften, stelt de Chileense econoom Manfred Max-Neef, dat de menselijke behoeften eigenlijk zeer beperkt zijn. Het zijn er volgens hem negen. Het verhelderende verschil met Maslov is het onderscheid van Max-Neef tussen behoeften (‘needs’) en middelen om behoeften te bevredigen (satisfier’s’). Dit inzicht kan een belangrijke sleutel tot verandering geven! Fundamentele menselijke behoeften volgens Manfred Max-Neef, zoals in 1987 gepresenteerd in zijn boek ‘Human Scale Development’:
voortbestaan (‘subsistence’)
bescherming (‘protection’)
liefde/genegenheid (‘affection’)
begrip (‘understanding’)
deelname (‘participartion’)
ledigheid/ nietsdoen (‘idleness’)
iets tot stand brengen (‘creation’)
identiteit en vrijheid ‘ (‘identity and freedom’)
Max-Neef gaat ervan uit dat ontwikkeling niet te maken heeft met dingen, maar met mensen. De beste vorm van ontwikkeling is volgens hem ‘een ontwikkeling die de kwaliteit van het leven van mensen verbetert’. Volgens Max-Neef wordt de kwaliteit van het leven bepaald door de mogelijkheden die mensen hebben om in hun fundamentele behoeften te voorzien. Er bestaat geen één-op-één relatie tussen behoeften en middelen (bijvoorbeeld: borstvoeding voorziet voor een baby in meer fundamentele behoeften tegelijkertijd: voortbestaan, bescherming, liefde en identiteit. Ook kleding is geen behoefte, maar voorziet in de fundamentele behoefte aan bescherming – en dus voortbestaan, maar kan ook voorzien in de behoefte aan ‘identiteit’ en voor de doe-het-zelvers ook nog eens ‘creation’).
Er zit ook geen absolute hiërarchie in de behoeften – het gaat om een integraal mensbeeld, om een voortdurende mix van menselijke behoeften en middelen om in die behoeften te voorzien. Uit het schema van Max-Neef volgt dat fundamentele menselijke behoeften niet alleen benoembaar en beperkt zijn, maar dat die ook in alle culturen hetzelfde zijn. Slechts de wijze waarop behoeften worden bevredigd is per cultuur verschillend. En hij stelt dat iedere fundamentele behoefte die niet bevredigd wordt, duidt op armoede.
(Max-Neef werkte zijn model uit in een matrix)
Tegen deze achtergrond krijgen woorden als ‘armoede’ en ‘rijkdom’ ook een heel andere betekenis. Zolang we onvoldoende aandacht hebben voor het vervullen van de werkelijke fundamentele behoeften, zal oneindige materiële hebzucht blijven leiden tot een onvoldaan leven en ontevreden mensen (een makkelijke prooi voor de reclame-industrie, die ons juist op deze kwetsbare punten weet te raken. Niet met ‘satisfiers’, maar met illusies. Aan tevreden mensen valt maar weinig te verkopen, aan ontevreden mensen des te meer…)
Een dergelijke ontevredenheid leidt tot een wereld in onvrede, ongelijkheid en armoede zowel in de rijke als in de arme landen. En tot vernietiging van de aarde. Voor het huidige consumptiepatroon is de aarde nu al 25% te klein. Als we doorgaan met het huidige productie- en consumptiepatroon dan hebben we in 2050 een aarde extra nodig.
Waar Maslow uitgaat van ‘stijgende’ behoeften’, gaat Max-Neef uit van de beperktheid daarvan. (vergelijk: ‘oneindige economische groei’ versus een ‘economie van het genoeg’). Het resultaat van een mentaliteit die uitgaat van de steeds stijgende lijn, zien we terug in de mondiale verdeling van consumptiemogelijkheden en financiële bestedingen.
20% van de wereldbevolking consumeert 85% van al het voedsel en natuurlijke grondstoffen die wereldwijd beschikbaar zijn. Die 20% woont vooral in West-Europa, Noord-Amerika en Japan. (zie bijlage voor meer cijfers).
Om alle mensen op aarde toegang te verschaffen tot water, voedsel, brandstof, huis-vesting, onderwijs en gezondheidszorg is jaarlijks een bedrag van 100 miljard dollar nodig. Jaarlijks wordt wereldwijd 1000 miljard dollar besteed aan militaire uitgaven.
Er wordt dus tien keer zoveel geld uitgegeven om mensen en de aarde te vernietigen, dan om de kwaliteit van het leven van mensen en van de aarde te verbeteren. Duurzaam consumeren gaat om het leveren van een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van leven van alle mensen. En om het behoud van de aarde. En ook om de vraag: wat doet de top van Maslov’s piramide met zijn machtspositie?
Goedbeschouwd is er wereldwijd geen sprake van absolute schaarste. Het gaat erom de rijkdommen te delen. De grootste vraag die vooral de ‘economisch rijken’ zou moeten bezighouden zou daarom moeten zijn: hoe zetten we onze kennis en vermogens in om iedereen ter wereld toegang tot de meest elementaire natuurlijke grondstoffen te verschaffen en om voor iedereen de kwaliteit van het leven te verbeteren? Technisch, logistiek en financieel is alles te regelen; het enige wat ontbreekt is de menselijke (politieke!) wil.
Naar een mensgerichte economie
Bij het stimuleren van een proces dat zich richt op de ontwikkeling van mensen, hoort een mensgerichte economie, die oog heeft voor het vervullen van alle aspecten van de menselijke behoeften – dus voor de gehele mens en op het hele netwerk van onderlinge afhankelijkheden – tussen mensen en tussen mensen en de natuur.
We hebben een manier van boekhouden nodig die zich richt op een veel breder spectrum dan alleen het voorzien in materiële behoeften van mensen. Het gaat om sociale en ecologische duurzaamheid, aangestuurd door een economisch systeem dat zich richt op werkelijke en mondiale duurzame ontwikkeling: op verbetering van de kwaliteit van leven voor iedereen.
Daarom mag ook ‘duurzaam consumeren’ zich niet beperken tot het vervangen van een product door een milieuvriendelijker variant alléén. Dat zou de ongelijke verdeling in stand houden. Het gaat dus om kwaliteit, matigheid en wereldwijd delen: consuminderen!
De roep om duurzaam te consumeren lijkt de laatste jaren vooral te worden ingegeven door angst: de aarde is ziek en raakt uitgeput, de mens heeft zijn leefmilieu vergiftigd en de voorraadkast geplunderd. En de aarde warmt op (heeft koorts!). Maar de gezondheid van de mensen die de aarde bevolken zou ons een even grote zorg moeten zijn! Het gaat immers om een wederzijdse afhankelijkheid.
Consumenten hebben een machtig middel in handen om – via de keuzes die zij maken – de ontwikkelingen een andere richting uit te sturen. En consumenten zijn we allemaal: bedrijven, maatschappelijke organisaties, overheden en individuele burgers.
Duurzaam consumeren zal zich moeten richten op het vervullen van de werkelijke behoeften van mensen, individueel en wereldwijd, en op het realiseren van combinaties van ‘satisfiers’.
Niet alleen materieel, ook vooral ook sociaal!
De aarde biedt genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht. De wereld is van iedereen! Een andere wereld is –mogelijk, als wij dat willen…
—
BIJLAGE
Enkele cijfers over de mondiale verdeling van consumptiemogelijkheden en bestedingen
(bronnen: Human Development Report van de VN en de FAO)
- 854 miljoen mensen zijn chronisch ondervoed. 1,2 miljard mensen hebben last van overgewicht en 400 miljoen mensen lijden aan obesitas
- 70% van het zoete water in de wereld wordt gebruikt voor landbouw; 22% voor de industrie en 8% voor huishoudelijk gebruik.
- De minimale waterbehoefte per persoon per dag is 20 liter. Europeanen gebruiken gemiddeld 250 liter. Amerikanen 575 liter.
1,1 miljard mensen moeten het doen met 5 liter per dag. - Meer dan 1,1 miljard mensen hebben geen toegang tot voldoende veilig drinkwater.
2,6 miljard mensen hebben geen goede sanitaire voorzieningen. - 65% van alle energie wordt verbruikt door 20% van de wereldbevolking.
- 50% van alle vermogen is in bezit van 2% van de wereldbevolking. 50% van de wereldbevolking moet het doen met 1% van het vermogen in de wereld.
- 70% van de wereldhandel gaat naar 20% van de wereldbevolking.
- 75% van het wereldinkomen gaat naar 20% van de wereldbevolking.
A propos:
Alleen al in Nederland werd in 2006 een bedrag van 1,8 miljard euro uitgegeven aan reclame via de media (tv, radio, kranten en bladen en internet).
Benieuwd naar het ruimtebeslag dat (jo)uw consumptiepatroon vergt van de aarde?
Bereken je Mondiale Voetafdruk op: www.voetenbank.nl
Behoor je tot de rijksten der aarde? Bekijk je persoonlijke positie op de wereldranglijst:
www.globalrichlist.com
Bronvermelding:
Deze tekst is overgenomen van: http://www.omslag.nl/duurzaamconsumeren.html
De auteur is Marta Resink van Omslag