gezondheidszorg

Ruimtes als toiletten en keukens zullen veel schoner worden dan nu. Kleine automatische robots met de intelligentie van een insekt zullen potentiële broedplaatsen van bacteriën schoonmaken.

De toekomst van: hygiëne

We zijn  nu veel bewuster van bacteriën dan bijvoorbeeld een eeuw geleden. Onze opvattingen toen zijn  heel anders dan die nu. Hoe houden we ons in de toekomst schoon en – belangrijker – wat vinden we schoon?

Wat is reinheid?

Ruimtes als toiletten en keukens zullen veel schoner worden dan nu. Kleine automatische robots met de intelligentie van een insekt zullen potentiële broedplaatsen van bacteriën  schoonmaken.
Ruimtes als toiletten en keukens zullen veel schoner worden dan nu. Kleine automatische robots met de intelligentie van een insekt zullen potentiële broedplaatsen van bacteriën schoonmaken.

Opvattingen over wat rein is en wat niet, verschillen zeer sterk onder verschillende culturen en in de tijd. De oude Romeinen wasten hun kleren in urine. Anno nu vinden we dat een weerzinwekkende gewoonte. Hindoes vinden mensen van een lagere kaste dan zij onrein, maar urine en uitwerpselen van koeien rein. Islamieten vinden varkens en ongelovigen onrein, terwijl ze bloederige stukken vlees buiten laten hangen voor de vliegen. De joden kennen een zeer ingewikkeld stelsel van reinheidsgeboden. Anno 2010 zijn de westerse opvattingen in grote lijnen overheersend. Nadat ontdekt werd dat ziekten als kraamvrouwenkoorts, de pest en de pokken worden veroorzaakt door bacteriën en virussen, vaak met insecten als overbrengers, werden de netheidsnormen veel strenger dan daarvoor. Wetenschap zal in de toekomst een nog overheersender rol gaan spelen dan nu, dus hygiëne wordt nog belangrijker dan nu. Ook komen er nieuwe technieken die weer nieuwe reinheidsproblemen en -oplossingen met zich meebrengen.

De wedloop met bacteriën
Omdat antibiotica steeds meer uitgewerkt raken, wordt hygiënisch werken en leven in de toekomst steeds belangrijker. Er is ook een andere oplossing: probiotica. Een gezonde darm- en huidflora zorgt er voor dat ziekmakende bacteriën geen kans krijgen darm en huid te koloniseren. Ook verzwakt het immuunsysteem als er te weinig bacteriën in de buurt zijn, met ernstige ziekten tot gevolg.

Bescherming tegen computervirussen
In de toekomst zal er veel techniek om en in ons lichaam verweven zijn. Denk aan mind-machine interfaces. Waar computers zijn, is er ook het gevaar op computervirussen. De gevolgen zijn al vervelend zijn als je computer besmet raakt met een virus. Word een mechanisch onderdeel van het lichaam besmet met een virus, dan heeft dat mogelijk zelfs dodelijke gevolgen. Als techniek en biologische systemen steeds meer met elkaar vervlochten raken, zullen mechanische en computerproblemen ook steeds meer gezondheidsproblemen worden. Artsen in de toekomst zullen dus ook een virusscan doen.

Nanobugs worden in de toekomst een nieuwe  gezondheidsbedreiging.
Nanobugs worden in de toekomst een nieuwe gezondheidsbedreiging.

Nanobugs
Met de komst van nanotechniek wordt de kans ook steeds groter dat er ‘grey goo‘ zal worden ontwikkeld. Grey goo is techniek op nanoschaal die zichzelf kan vermenigvuldigen, ongeveer zoals een bacterie. De gevolgen hiervan kunnen vervelend zijn – bijvoorbeeld als de nanobots hun tanden zetten in ons lichaam. Je kan ook denken aan de nanobot-equivalent van spyware. Stel, iemand gooit wat spionagerobotjes op bacterieschaal door je drankje in een café. Stel, je hebt een avontuurlijk liefdesleven. Vervelend als iemand een streaming video van je online zet of je er mee chanteert. Vermoedelijk zal er dus ook een techniek worden ontwikkeld om je lichaam te scannen op nanobugs. Je zal geregeld bij de dokter langsgaan om je lichaam door te laten lichten.

Slimmere desinfectie
Op dit moment wassen we ons met zeep of handcrème, al dan niet bacteriedodend. Dit verwijdert inderdaad de meeste microben, maar op heel veel verschillende plaatsen hopen zich toch bacteriën op. Denk aan deurkrukken, handdoeken waarmee je je handen droogt en dergelijke. Waarschijnlijk zal in de toekomst ons interieur zo ontworpen worden dat er geen broedplaatsen voor bacteriën meer zijn. Wellicht worden er antibacteriële stoffen als zilver in handdoeken verwerkt. Zolang er op onze huid bacteriën aanwezig zijn, beschermen ze ons ook tegen kolonisatie door ongewenste bacteriën. Mogelijk wordt er dus zeep uitgevonden die alleen schadelijke bacteriën doodt en de onschadelijke spaart of  juist stimuleert. Misschien kan onze huid worden “gevaccineerd” met probiotische bacteriën die onze huid beschermen en van hulpstoffen voorzien.

Ook het schoonmaken zal in de toekomst gebeuren door een zwerm robotjes met de intelligentie van een insekt. Zij zullen alle oppervlaktes geregeld nalopen en bacteriën verwijderen.

Voorkomen van voedselvergiftiging
Voedselvergiftiging eist veel meer slachtoffers dan er door bijwerkingen van conserveringsmiddelen vallen. Denk aan de EHEC-epidemie. Vermoedelijk zullen koelkasten en borden detectoren bevatten die ons zullen waarschuwen tegen bedorven voedsel en giftige stoffen. Er wordt al geëxperimenteerd met oplosbare RFID-chips die waarschuwen als voedsel over de houdbaarheidsdatum heen is. Conserveringsmiddelen zijn vaak (niet altijd) gifstoffen. Hun gebruik kan steeds meer uitgebannen worden als productie en conservering in huis beter worden.

Chronische ziekten behandelen levert Big Pharma honderd maal zoveel op als een genezend middel.

VN-verdrag: universiteiten moeten medicijnonderzoek overnemen van Big Pharma

Gezondheidszorg is slecht en duur omdat de markt op de verkeerde manier wordt beloond. De taakverdeling tussen privaat en publiek moet voor een groot deel worden omgedraaid. Laat in een wereldwijd VN-verdrag vastleggen dat ieder land een vast percentage van de totale uitgaven aan gezondheidszorg besteedt aan universitair medicijn- en therapieonderzoek.

Chronische ziekten behandelen levert Big Pharma honderd maal zoveel op als een genezend middel.
Chronische ziekten behandelen levert Big Pharma honderd maal zoveel op als een genezend middel.

Ontwikkeling nieuw medicijn kost meer dan half miljard
In de westerse geneeskunde worden ziekten doorgaans behandeld met medicijnen (hoewel er ook andere geneeswijzen bestaan die steeds invloedrijker worden). Deze medicijnen worden ontwikkeld en op de markt gebracht door reusachtige farmaceutische concerns als Astra Zeneca, MSD en Pfizer. Geen wonder. Het ontwikkeltraject van nieuwe medicijnen is zo kostbaar (volgens onderzoek rond de achthonderd miljoen dollar, plm. € 600 miljoen per medicijn) dat alleen een zeer groot bedrijf de vele miljoenen miskleunen voor zijn rekening kan nemen.  Hoewel de kosten van de gezondheidszorg steeds verder uit de hand aan het lopen zijn, heeft deze gezondheidszorg er toch voor gezorgd dat de sterftekans voor diverse aandoeningen aanmerkelijk is gedaald. Zo was leukemie een halve eeuw geleden vrijwel altijd dodelijk, terwijl nu verreweg de meeste vaak jonge patiënten genezen.

Behandelen chronische ziekten lucratiever dan genezen
Het ontwikkelen van een medicijn kost dus meer dan een half miljard. Geen wonder dat er vermoedelijk nooit een geneesmiddel op de markt zal komen dat een ziekte radicaal geneest. Dat is economisch namelijk helemaal niet interessant. Bloeddrukverlagers of cholesterolverlagers moeten het hele leven geslikt worden en vertegenwoordigen daarmee een enorme cashcow. Een medicijn dat een kwaal radicaal geneest, moet misschien een paar weken geslikt worden. Daar verdient een bedrijf dus ongeveer honderd maal minder aan dan aan een middel dat een patiënt gedurende de rest van zijn of haar leven moet slikken.

Geen wonder dus dat de markt bijvoorbeeld vergeven is van medicijnen als de lucratieve statines (omzet in alleen al Nederland meer dan een miljard per jaar), die de chronische aandoening van een hoog cholesterolgehalte behandelen (en waarvan het nut voor de gezondheid uiterst omstreden is), terwijl er steeds minder werkzame antibiotica worden ontwikkeld. Met uiterst nare gevolgen: multiresistente bacteriestammen als MRSA en EHEC kunnen in landen met veel antibioticamisbruik zoals Italië en Griekenland, met geen enkel antibioticum meer behandeld worden.

Medicijnonderzoek is common good
Medicijnen produceren gezondheid. In principe zijn medicijnen voor alle mensen met een bepaalde ziekte heilzaam. Ziekten trekken zich niets aan van nationaliteit, afkomst of religie. Medicijnonderzoek is dus bij uitstek een humanitaire activiteit, die de hele mensheid tot voordeel strekt. Het is dus bespottelijk dat de overheid wel taken verricht die beter door de vrije markt kunnen worden verricht, zoals het opereren van ziekenhuizen, maar niet internationaal samenwerkt om goedkope en doeltreffende medicijnen te ontwikkelen.

Medicijnonderzoek door wereldwijd samenwerkingsverband van universiteiten en onderzoeksinstellingen
Ieder land, arm of rijk, moet in een VN-verdrag verplicht worden gesteld een bepaald percentage, bijvoorbeeld vijf of tien procent, van het gezondheidszorgbudget te besteden aan universitair onderzoek naar geneesmiddelen en therapieën. Hierbij tellen ook de privé-uitgaven aan gezondheidszorg mee. De resultaten van dit onderzoek moeten openbaar worden. De voordelen zijn enorm. Publieke druk zal er voor zorgen dat dit onderzoeksgeld vooral daar wordt besteed waar de meeste behoefte aan is, zoals doeltreffende antibiotica, ‘golden bullets’ tegen allerlei nu nog chronische ziekten en dergelijke. Ook in dictaturen als China zal dit gebeuren, al was het maar omdat het regime zo legitimiteit houdt. Ook private bedrijven kunnen onderzoeksbeurzen krijgen voor onderzoek en worden betaald al naar gelang de effectiviteit van hun onderzoek. Wel moet er een middel komen waarmee de efdectiviteit van het onderzoek wordt gemeten. Wellicht de citatieindex of een internationale visitatiecommissie?