niet-menselijke intelligentie

De fascinerende "zeestrandbal" vomt een schelp van twee decimeter en kweekt volgens sommigen bacteriën, waar hij van leeft.

Intelligent eencellig leven

Aliens die bestaan uit een enkele cel. Zouden amoeben  intelligent eencellig leven kunnen ontwikkelen? Het antwoord: misschien, al zijn er een aantal gewaagde veronderstellingen nodig…

Eencelligheid is de norm

Gedurende de 3,6 miljard jaar dat het leven bestaat, was dit langer dan twee miljard jaar, het grootste deel dus, eencellig. De meest complexe levensvorm op aarde was de bacterie. Pas een miljard jaar geleden vormden zich de eerste gevonden fossielen van eukaryoten (organismen met een celkern). De eerste meercelligen vormden zich pas rond zeshonderd miljoen jaar geleden, maar ook nu nog bestaat verreweg de meeste biomassa uit bacteriën. Ook mensen dragen kilo’s bacteriën met zich mee. Mensen hebben meer bacteriën dan lichaamscellen.
Wat als zich nooit meercelligen hadden gevormd? Hadden zich in die omstandigheden intelligente wezens kunnen vormen?

De fascinerende "zeestrandbal" vomt een schelp van twee decimeter en kweekt volgens sommigen bacteriën, waar hij van leeft.

Amoeben van bijna twee decimeter

De grootste eencelligen zijn foraminiferen, enorme amoeben die op de zeebodem leven en een soort schelpen vormen. Geologen zijn dol op foraminiferen, want ze zijn alomtegenwoordig en leveren karakteristieke gidsfossielen op voor elk geologisch tijdperk. Het gesteente van de Grote Piramide in Gizeh bestaat voor een groot deel uit de overblijfselen van forams. De grootst bekende foraminifeer, de “zeestrandbal”  Syringammina fragrissima, vormt een schelp van twintig centimeter doorsnede. Amoeben met een dergelijke grootte hebben meerdere celkernen.

Leervermogen van amoeben

Amoeben blijken op rudimentaire wijze te kunnen leren. Worden ze bijvoorbeeld keer op keer blootgesteld aan een bepaalde prikkel, dan kunnen ze leren deze te negeren of bepaalde periodieke veranderingen te voorzien (1). Onderzoekers veronderstellen dat het dier gebruik maakt van biologische memristors, een soort ionkanaaltjes waarvan de elektrische weerstand verandert als er eerder stroom doorheen heeft gevloeid. In principe is het mogelijk met memristors een ‘denkend’ neuraal netwerk te vormen, waarmee de amoebe over een primitief lerend systeem zou beschikken. Onze hersenschors groeide en kartelde toen ons brein groeide. Dat zou ook bij een amoebe kunnen gebeuren met het membraan waar de biologische memristors in voorkwamen. Zo zou de eencellige steeds complexer gedrag en herinneringen kunnen ondersteunen.

Aangetoond is dat eencelligen dingen kunnen onthouden, ook na deling. Dit “genetische geheugen” (2) kan extra mogelijkheden bieden.

Onze cellen (en ook amoeben) bevatten een netwerk, het endoplasmatisch reticulum, dat een zeer rijke en complexe structuur heeft. Mogelijk zou in een buitenaards amoebeachtig wezen dit netwerk zich kunnen ontwikkelen als zenuwstelsel, waarbij een groot aantal memristoren de rol van de zenuwcellen enigszins overnemen. In feite denken de aanhangers van de uiterst omstreden theorie Orch-OR dat de microtubuli (kleine buisjes) in het ER een kwantumcomputer vormen.

Reuzenamoeben vormen een symbiose van verschillende eencelligen. In feite geldt dat ook voor onze eigen cellen: de mitochondriën, bijvoorbeeld, leefden ooit als vrije bacteriën. Misschien zouden deze symbionten zich tot deelorganen en morfologische structuren kunnen ontwikkelen.  Of een vorm van genetisch geheugen kunnen vormen. Hoe een dergelijke alien er uit zou zien? Geen idee, maar ze zouden best wel onder de kier van een deur door kunnen kronkelen…

Bronnen
1. Arxiv.org (Memristive model of amoeba’s learning)
2. Davidson University (Permanent memory in eukaryotes)

Octopussen zijn de slimste ongewervelden en slimmer dan de meeste landdieren. Moeder Natuur's back-up plan als we er een zootje van maken?

Octopus intelligentie – Is een octopus beschaving denkbaar?

Octopussen blijken opmerkelijk intelligent. De octopus intelligentie is groot: de slimste octopussoort is ongeveer zo slim als een aapachtige of papegaai. Zal zich uit de octopus een echt intelligente soort hebben kunnen ontwikkelen? Hoe zou de wereld er uit hebben gezien als niet de mens, maar octopussen zich tot technisch begaafde soort en een octopus beschaving hadden ontwikkeld?

Hoogbegaafde weekdieren: octopus intelligentie is opmerkelijk groot

Octopussen bewijzen dat intelligentie niet het exclusieve domein is van zoogdieren, of zelfs gewervelden. De dieren zijn erg slim – ze beschikken over een uitstekend ruimtelijk geheugen en ze hanteren allerlei strategieën om een lastige prooi te verschalken, waarbij ze zelfs gebruik van gereedschap maken. Dit gedrag komt slechts bij de slimste landdieren, zoals chimpansees, dolfijnen en kraaien voor.  Octopussen zijn ook meesters in het bedenken van slimme trucs om te ontsnappen. Een octopus ergerde zich klaarblijkelijk aan een felle lamp en veroorzaakte elke nacht kortsluiting in de lamp door er water op te spuiten.

Dit is uiterst onverwacht. Octopussen stammen af van een slakachtig dier. Slakken zijn uitermate dom – sommige soorten hebben maar twee neuronen – net voldoende om de bek een plant af te laten raspen. Klaarblijkelijk is intelligentie niet zo uitzonderlijk als het lijkt. Via een totaal andere evolutionaire route kon zich toch intelligentie ontwikkelen.

Octopusbrein en octopus intelligentie

octopus intelligentie
Young maakte in 1964 deze analyse van het octopusbrein. Nu weten we dat het even ingewikkeld is als dat van een zoogdier of vogel.

Octopussen beschikken met vijfhonderd miljoen neuronen over ongeveer evenveel zenuwcellen als een hond. Van deze zenuwcellen zitten er ongeveer 45 miljoen in hun centrale zenuwstelsel en verwerken 180 miljoen de visuele informatie[1]. Octopussen hebben anatomisch gezien ongeveer net zulke ogen als mensen en net als bij ons is het visuele hersencentrum daarom enorm. Driehonderd miljoen besturen de geavanceerde tentakels, die daarom slechts vrij eenvoudige commando’s van de centrale neuronen nodig hebben om zich te bewegen.

Voor het grootste deel ‘denken’ octopussen dus met hun ledematen. Niet verrassend verschilt hun brein radicaal van dat van gewervelde dieren. De bouw volgt het grondplan van het brein van slakken.

Net als bij ons is het centrale brein geconcentreerd op één plek en bestaat het uit twee helften, die met een groepje neuronen aan elkaar verbonden zijn. Het brein bestaat net als ons brein uit gespecialiseerde hersengebieden met afzonderlijke taken, kortom, opmerkelijke overeenkomsten met dat van intelligentere gewervelden. Net als bij onze hersenschors, zijn bepaalde hersengebieden sterk gekronkeld om zo meer oppervlak te creëren.

Pas de laatste tien jaar, nu er technieken zijn om individuele zenuwcellen te onderzoeken,  ontdekten onderzoekers meer. Zo heeft het centrale gedeelte tussen de twee hersenhelften dezelfde functie als de hippocampus in zoogdierhersenen die ook de twee hersenhelften met elkaar verbindt: de opslag van herinneringen. Anatomisch lijken deze hersendelen sterk op elkaar. Hetzelfde geldt voor de kleine hersenen in gewervelden, die in anatomie overeenstemmen met het deel van de octopushersenen dat de ledematen bestuurt.

Opmerkelijk genoeg zitten octopus-neuronen veel simpeler in elkaar dan de hersencellen van gewervelden: minder verschillende eiwitten en geen beschermende myelineschede terwijl het brein even krachtig is. Klaarblijkelijk is de organisatie van de neuronen belangrijker dan hun vorm.

Koppotigen – waaronder octopussen, inktvissen en de nautilus – kunnen een doolhof oplossen, andere soorten[3] en elkaar nadoen, gereedschappen gebruiken[4] en complexe problemen oplossen. Volgens de laatste analyses beschikken de dieren mogelijk zelfs over een primitieve vorm van bewustzijn [2]. Koppotigen zijn de enige ongewervelden met dergelijke denkvermogens, wat ze met enkele  zoogdieren en vogels tot de slimste dieren op aarde maakt.

Waren koppotigen ons voor?

Octopus intelligentie
Octopussen zijn de slimste ongewervelden en slimmer dan de meeste landdieren. Moeder Natuur’s back-up plan als we er een zootje van maken?

Voor een lange tijd waren koppotigen de slimste dieren op aarde. In het Cambrium, bijvoorbeeld, bestonden er al nautilussen terwijl visachtigen in die tijd nauwelijks slimmer waren dan een lancetvisje. Daarna bleef de intelligentie bij de dieren voor lange tijd stilstaan tot enkele miljoenen jaren na de Chicxulub-ramp, 59 miljoen jaar geleden, concurrentie met beenvissen de octopussen dwong snel een groter brein te ontwikkelen[5]. De intelligentie van octopussen heeft zich evolutionair gezien dus in vrij korte tijd ontwikkeld. Aldus de stand van kennis nu. Onderzoek aan nautilussen wijst echter uit dat al veel eerder sprake was van complex gedrag – mogelijk zelfs een rudiment van bewustzijn. Nautilussen zijn net als octopussen in staat een visueel patroon drie maanden lang te onthouden. Klopt dit, dan waren nautilussen voor vele miljoenen jaren lang de slimste dieren op aarde en was de sprong naar de intelligentie van een octopus kleiner dan gedacht.

Zouden octopussen of andere koppotigen zich kunnen ontwikkelen tot niet-menselijke octopus beschaving?

De levensduur van koppotigen is kort. Zelfs de Pacifische reuzenoctopus, met vijftien kilo de grootste octopus, wordt zelden ouder dan drie tot vijf jaar. Deze levensduur kan natuurlijk veel groter worden. Voor intelligente levensvormen kent water een aantal belangrijke nadelen. Er is weinig zuurstof beschikbaar, waardoor een dier niet erg groot kan worden zonder het metabolisme op de spaarstand te zetten. Om een indruk te geven: ons brein gebruikt twintig procent van alle energie in het lichaam. Om alleen al ons brein in leven te houden, moeten we ongeveer honderd kubieke meter per dag door onze kieuwen pompen (hierbij ga ik uit van een zuurstofgehalte van 5 mg/l, zoals in het water van de Noordzee). Zeemeermensen zullen dus moeten leven als haaien of tonijnen: continu onderweg. Niet erg handig als je een stad wilt bouwen.

De octopus zal dus op een gegeven moment het land moeten kunnen koloniseren. Dat kan alleen als door een vernietigende natuurramp het landleven is uitgeroeid – een voortstrompelende octopus heeft weinig kans tegen een hongerige rat.  Via een amfibisch bestaan kan het dier zich dan ontwikkelen tot landdier. De ongunstige omstandigheden zullen het dier al snel prikkelen tot het bouwen van een vochtige schuilplaats om zich tegen uitdroging te beschermen. Misschien dat de dieren zelfs tuintjes van mossels of zeewier op het strand en ondiep water aanleggen. Octopussen hebben geen vingers, maar het grote aantal ledematen zijn uitstekend geschikt om voorwerpen mee te manipuleren. En dat ze uitermate creatief zijn, weten we al. Abstract denken zal vermoedelijk een probleem zijn, maar de technische creativiteit is waarschijnlijk ongekend. Dus hebben ze eenmaal het land gekoloniseerd, dan zal de octopus intelligentie niet meer worden geremd.

Afhankelijk van de mate waaraan de dieren zich aan hebben gepast aan een bestaan op het land, zal de octopus beschaving eerst het land of eerst de zee koloniseren.

Zou het zo lopen en zou, als we uitsterven, een octopus beschaving ons vervangen? Hopelijk niet, want ik heb liever niet dat we uitsterven. Toch is het een prettig idee dat de octopus intelligentie bewijst dat Moeder Aarde een backupplan in de kast heeft liggen voor een octopus beschaving, voor als we er een al te grote rotzooi van maken…

Hebben er intelligente octopussen in het Trias geleefd?

octopus beschaving
Mark McMenamin maakte deze foto van een raadselachtige reeks van ruggewervels. Sporen van een intelligente reuzenoctopus uit het Trias?

Oktober, 2011 – Enkele maanden na het schrijven van dit artikel op 17 juni 2011 deed Mark McMenamin, hoogleraar paleontologie aan de universiteit een opmerkelijke ontdekking: mogelijke sporen van intelligente octopussen. Al in de jaren vijftig deed paleontoloog Camp een raadselachtige ontdekking. Ruggewervels van Shonisaurus popularis, ichtyosaurussen uit het Trias (250-200 miljoen jaar geleden), met 14 m zo groot als een bus en daarmee in het Trias de grootste zeeroofdieren, lagen op een merkwaardig geordende manier over de gefossiliseerde zeebodem verspreid. Ichtyosaurussen zijn net als dinosauriërs reptielen, maar er niet mee verwant. Sporen van een octopus beschaving?

Zelfportret van een octopus?

Het raadsel werd nog groter toen bleek dat deze ordening vele honderden meters zeer diep onder water plaats heeft gevonden. De rijen wervels liggen in twee evenwijdige rijen naast elkaar. Opmerkelijk: de wervels vertonen verschillende stadia van erosie, dus hun ouderdom verschilt vele jaren. Iets moet er lang na het gewelddadig verscheiden van de ichtyosaurussen – hun wervels bleken geknapt en nek gebroken – voor gezorgd hebben dat ze in dit opmerkelijke patroon zijn komen te liggen. McMenamin denkt dat dat ‘iets’ een enorme koppotige (inktvis of octopus) is geweest. Octopussen staan bekend om dit soort spelletjes. De wervels  zijn ook precies zo gerangschikt als de zuignappen op de tentakel van een octopus. Dit zou volgens McMenamin wel eens het oudste zelfportret uit de geschiedenis van de aarde kunnen zijn geweest. [6] En hiermee weer eens een verbluffend staaltje van octopus intelligentie.

Bronnen
1. Hochner, B., Functional and comparative assessments of the octopus learning and memory system, Frontier in Bioscience (scholars ed.), 2010
2. Jennifer A. Mather, Cephalopod consciousness: Behavioural evidence, Consciousness and Cognition (2007)
3. R.T. Hanlon, A. C. Watson en A. Barbosa,  Mimic Octopus in the Atlantic: Flatfish Mimicry and Camouflage by Macrotritopus defilippi, Biol. Bull., 2010
4. Julian K. Finn, Tom Tregenza en Mark D. Norman, Defensive tool use in a coconut-carrying octopus, Current Biology, 2009
5. Caroline Williams, Eight arms, big brain: What makes cephalopods clever, New Scientist, 2011
6. Giant kraken lair discovered, Eurekalert (2011)

Bacteriën zijn in staat tot verbluffend ingewikkelde samenwerkingsverbanden.

Denkende bacteriekolonies

Kunnen bacteriekolonies denken? Op het eerste gezicht en absurde vraag: bacteriën zijn immers de kleinst denkbare levende wezens, chemische fabriekjes die in staat zijn zichzelf te vermenigvuldigen. Maar dat is niet het hele verhaal. Bacteriën blijken er namelijk ingewikkelde communicatienetwerken op na te houden  en ook DNA blijkt onovertroffen rekencapaciteiten te hebben. Wat gaat er allemaal om in de eencellige wereld?

Het menselijk brein
Om te denken moet een ingewikkelde vorm van informatieverwerking plaatsvinden. Het fysische systeem hierachter kan allerlei vormen hebben en uit allerlei materialen bestaan, maar vermoedelijk zal het de vorm van een zogeheten neuraal netwerk moeten hebben. Neurale netwerken hebben emergent gedrag zoals het vermogen om te leren. Een vorm van memristor, een enkele jaren geleden ontwikkelde elektronische component die ‘onthoudt’ dat er stroom door heeft gelopen door een lagere weerstand te krijgen, zal er onderdeel van uit moeten maken. Menselijke zenuwcellen communiceren door middel van dendrieten (die als inputkanaal dienen) en een axon (dat als uitvoerkanaal dient).  Om het nog ingewikkelder te maken: er zijn ook dendrieten die een signaal in een axon dat de dendriet kruist kunnen remmen.

Samenwerkende bacteriën vertonen slim gedrag

Bacterie-internet: twee totaal verschillende soorten wisselen elektronen uit via nanodraden
Bacterie-internet: twee totaal verschillende soorten wisselen elektronen uit via nanodraden

Bacteriën hebben al laten zien, in staat te zijn tot behoorlijk ver ontwikkelde samenwerkingsverbanden. In feite zijn planten en dieren alle het resultaat van de samenwerking tussen twee bacteriën: zowel bladgroenkorrels als mitochondriën waren ooit zelfstandig levende bacteriën, die op een gegeven moment in een archaea-achtige cel (archaeae zijn bacterie-achtige organismen) zijn gaan leven. Bacteriën vormen vaak ingewikkelde biofilms, microbiële matten, waarin vier, vijf of meer verschillend soorten bacteriën van elkaars afvalproducten leven en zo elkaars bestaan mogelijk maken. Bepaalde soorten zijn zelfs in staat de vorm van hun kolonie aan te passen of hun celdeling op elkaar af te stemmen, al naar gelang de behoefte (2). Technisch gesproken kunnen bacteriën een primitief neuraal netwerk vormen, al ontbreken bepaalde componenten (ibid).

Elektrische communicatie tussen bacteriën
In 2010 werd een opmerkelijke ontdekking gedaan: sommige bacteriesoorten vormen een soort stroomdraden waarmee ze andere bacteriën voorzien van elektronen. Een absolute must om bijvoorbeeld efficiënt bepaalde stoffen af te kunnen breken. Volgens sommige onderzoekers kunnen ze zelfs signalen uitwisselen. Dit bracht onderzoekers er toe om ook meer buitenissige theorieën te bedenken. Zo hebben twee biofysici aangetoond dat het in theorie mogelijk is dat plasmiden, ringen DNA, onderling radiogolven uitwisselen. Een visionair, maar extreem controversieel idee dat door Nobelprijswinnaar Luc Montagnier is geventileerd.

Bacteriën en fagen als DNA-computers

Bacteriën zijn in staat tot verbluffend ingewikkelde samenwerkingsverbanden.
Bacteriën zijn in staat tot verbluffend ingewikkelde samenwerkingsverbanden.

Vergeleken met de volgende ideeën is zelfs de speculatie van Montagnier nog braaf. Stel dat bacteriën een veel groter netwerk kunnen vormen dan wij kunnen vermoeden? En dat bacteriële conjugatie: het uitwisselen van DNA tussen bacteriën of besmetting met fagen, bacterievirussen, hierbij een rol speelt om informatie uit te wisselen?

Ook DNA vormt namelijk een krachtige computer met een werkelijk verbijsterende informatieverwerkingscapaciteit. Je krijgt dan een soort gedistribueerd bacterienetwerk.

Aan de ene kant: bacteriën beschikken maar over weinig DNA en kennen niet zoals de mens en andere organismen met celkernen grote stukken “junk-DNA” dat een uitstekende kandidaat zou zijn. De kans dat bacteriën dergelijke activiteiten kunnen ontplooien is dus uiterst klein. Aan de andere kant: gedurende miljarden jaren was er op aarde alleen bacterieel leven.

Dat is tijd genoeg om behoorlijk ingewikkelde samenwerkingsverbanden te ontwikkelen. De kans is weliswaar  ongeveer nihil dat we een bacterie-intelligentie zullen tegenkomen die je verslaat met schaken, maar dat we nog heel wat nieuwe, verbluffende staaltjes van ingewikkelde bacteriële samenwerking en intelligent gedrag zullen tegenkomen is wel zeker…

Bronnen
1. Y.A. Gorby et al., Electrically conductive bacterial nanowires produced by Shewanella oneidensis strain MR-1 and other microorganisms, PNAS
2. Intelligent bacteria? – World Science

“Chimpansees kennen bewustzijn”

Chimpansees zijn in staat de gevolgen van hun daden te voorzien, toont een nieuwe studie aan. Tot nu toe werd gedacht dat deze vaardigheid alleen exclusief aan mensen voorbehouden was.

Volgens de onderzoekers maken de bevindingen duidelijk dat de grens tussen mens en dier minder scherp ligt dan tot nu toe gedacht en maakt ook duidelijk hoe het bewustzijn zich evolutionair heeft ontwikkeld.

Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat verschillende aapachtigen en dolfijnen in staat zijn zichzelf te herkennen in een spiegel – als ze in de spiegel een rode vlek op hun voorhoofd zagen, probeerden ze deze te verwijderen.
Onduidelijk was echter wat het onderliggende denkproces was. Om deze vraag te beantwoorden voerden ethologen Takaaki Kaneko and Masaki Tomonaga van het Primate Research Institute in het Japanse Kyoto drie experimenten uit met een groep chimpansees.

In het eerste experiment speelden drie vrouwtjes een videospel met een trachball (een soort vaste computermuis) om een van twee cursors te bewegen. De tweede cursor (bedoeld om de chimpansees in verwarring te brengen) herhaalde de bewegingen die de chimpansees enkele ogenblikken daarvoor hadden gemaakt.

Het spelletje eindigde nadat de dieren een doel raakten of de tijd voorbij was. De chiompansees moesten aanwijzen welke cursor ze manipuleerden en kregen een beloning als ze dit correct deden. Dit gebeurde in meer dan 90% van de gevallen. Volgens de onderzoekers bewijst dit dat de chimps duidelijk in staat waren hun cursor te onderscheiden van de verwarrende cursor.

Ook hierna was het nog niet duidelijk of de chimps inderdaad een zelfbewustzijn kenden of domweg goed op visuele prikkels letten, dus werd een tweede experiment ontworpen, waarbij twee testen werden vergeleken. De eerste test was identiek aan het eerste experiment. In de tweede test trok geen van de cursors zich wat aan van het gedrag van de chimps: de eerste cursor herhaalde de bewegingen uit de eerste test, de tweede cursor was een misleidende cursor.

Two pygmy chimpanzees check for fleas at the zoo in Frankfurt/M., western Germany

Als de dieren het wel goed deden op de eerste test maar niet op de tweede, zou dit betekenen dat ze niet op het gedrag van de cursor letten, maar op de vraag of ze de cursor konden controleren. Dit was ook de uitkomst van de proef.

In een laatste proef, waar alleen de slimste chimps aan meededen, werd een tijdvertraging van enkele seconden ingebouwd tussen de trackball en de cursor en werd ook de richting verdraaid. Ook hier bleken de chimpansees toch in staat de door hen bestuurde cursor te onderscheiden van de random cursor.

Mensen niet meer enige soort met bewustzijn?
Al deze resultaten suggereren volgens de wetenschappers dat chimpansees en mensen fundamentele cognitieve processen delen en zich een individu voelen. Met andere woorden: onze superioriteitsgevoelens ten opzichte van niet-menselijke soorten zijn in ieder geval wat betreft chimpansees misplaatst. Ook chimpansees kennen een rudimentaire vorm van bewustzijn.

Reden te meer om dierproeven op chimpansees zo niet te verbieden, dan toch wel aan zeer strenge eisen te laten voldoen.

Bronnen
COSMOS Magazine
PNAS B (embargo tot 6/5, helaas)

In de enorme kop van de potvis schuilt het grootste brein op aarde.

“Potvissen hebben namen”

Potvis-onderzoekers zijn er in geslaagd een stukje van de ingewikkelde codes te kraken waarmee potvissen onderling communiceren. Met opmerkelijke uitkomsten. Zijn we missschien toch niet de enige intelligente soort op aarde?

Het grootste brein op aarde
Potvissen
vormen een walvissoort die overal ter wereld voorkomt. De mannetjes bereiken een lengte van iets meer dan twintig meter en een gewicht van tien ton. Potvissen worden tot rond de zeventig jaar oud. Hun enorme hoofd herbergt een brein van maar liefst acht kilogram – het grootste brein dat op aarde bekend is en vermoedelijk ook het grootste dat ooit op aarde heeft bestaan.

In de enorme kop van de potvis schuilt het grootste brein op aarde.
In de enorme kop van de potvis schuilt het grootste brein op aarde.

Ter vergelijking: wij mensen halen maar ongeveer anderhalve kilogram (al zijn we veel kleiner). De dieren leven voornamelijk van reuzenpijlinktvissenArchiteuthis soorten – die in de diepere zeelagen leven. Volwassen potvissen dragen dan ook de littekens van de verwoede pogingen van de twaalf meter lange  Architeuthissen om aan hun belagers te ontkomen. De meedogenloze walvisjacht bracht deze soort tot op het randje van uitsterven, maar tegenwoordig neemt hun aantal dankzij het wereldwijde vangstverbod weer toe.

Wijfjes en jongen leven in langdurig bestaande familiegroepen. Marien bioloog Luke Rendell van de Schotse Universiteit van St. Andrews heeft nu ontdekt dat iedere familiegroep een eigen code heeft, zeg, een achternaam, alsmede een bepaalde individuele code. Leden van deze famliegroep gebruiken alle dezelfde karakteristieke volgorde van pulsen – de coda. Bij een ontmoeting zendt eerst een potvis de groepscode uit. Vervolgens zenden beide potvissen tegelijkertijd een ander patroon uit. De eerste potvis gaat door met dit patroon terwijl de andere walvis de groepscode uitzendt. Uiteindelijk valt de eerste potvis deze bij. De reden is nog onopgehelderd. Onderzoekers vermoeden dat het een vorm van sociale binding is.
Na het gedurende 41 dagen observeren van een potvis die deel uitmaakt van een familiegroep, ontdekte Rendell eveneens dat het dier zich voorstelde met een eigen coda, die afhankelijk was per individu. Een naam, als het ware.

Walvisculturen
De ’taal’ van potvissen is redelijk stabiel en lijkt nauwelijks te veranderen in de loop van generaties. Elke clan heeft zijn eigen groep klikgeluiden (die ljken op morsecodes), waaraan clanleden (en andere clans) elkaar herkennen. Mannetjes gebruiken ingewikkelde patronen om vrouwtjes te verleiden en andere mannetjes op een afstand te houden. Andere walvissoorten kennen snel muterende culturen – zo veranderde de taal van een groep bultrugmannetjes uit de Pacifische Oceaan totaal toen ze twee nieuwkomers uit de Indische Oceaan ontmoetten.  Het walvisequivalent van Elvis Presley of de Spice Girls? Er lijkt ook een sociale diversificatie te zijn die samenhangt met ecologische strategieën. Zo doet een groep met één kliktaal het beter tijdens een warme El Niño, terwijl een andere groep de koudere omstandigheden van La Niña prefereert. Walvissen vormen dus multiculturele samenlevingen.

Het is duidelijk dat we nog maar het topje van de ijsberg hebben opgehelderd van dit fascinerende onderwerp. Walvissen kunnen niet net als landdieren gereedschappen manipuleren, maar kunnen wel een ingewikkelde cultuur ontwikkelen en onderhouden, stelt professor Hal Whitehead van de Dalhousie Universiteit in de Canadese deelstaat Nova Scotia. Hun hersenen zijn hier groot genoeg voor. Worden walvisjagende naties straks voor een inter-soortelijk strafhof gesleept wegens georganiseerde moord op intelligente wezens? In ieder geval hebben de activisten van Sea Shepherd weer een uitstekend argument er bij om de walvisjacht stop te laten zetten…

Bronnen
Daily Galaxy
Oceania.org.au

Troodon was waarschijnlijk de slimste dinosauriër.

Dino-beschaving

66 miljard geleden maakte een asteroïde zo groot als een berg een einde aan de meest succesvolle groep dieren die de aarde ooit heeft gekend: de dinosauriërs. Alleen de vogels, die afstammen van de theropode dino’s overleefden het. Wat zou er gebeurd zijn als de dino’s niet uitgestorven waren? Had zich een beschaving van intelligente dinosauriërs kunnen vormen?

Dino’s – een succesverhaal
Honderdveertig miljoen jaar lang heersten ze over de aarde.  De oerdino overleefde als één van de weinige soorten de grootste ramp ooit die de aarde 250 miljoen jaar geleden trof. De soort ontwikkelde zich tot de meest overheersende groep op aarde met vijfhonderd geslachten en meer dan duizend soorten. Waarschijnlijk waren er veel meer dino’s: onze fossielenverzamelingen zijn verre van compleet omdat fossilisering een uiterst zeldzame gebeurtenis is. Ook nu nog vormen vogels na de vissen (in feite zijn alle gewervelde dieren vissen) met negenduizend soorten nog de soortenrijkste groep. Het aantal vogelsoorten nam de afgelopen twintig miljoen jaar toe terwijl het aantal zoogdiersoorten afnam. Evolutionair gesproken zijn vogels dus nog steeds winnaars.

Waren dinosauriërs dom?
Op dit moment kunnen we uiteraard geen rechtstreekse intelligentiemeting van dinosauriërs doen.

Troodon was waarschijnlijk de slimste dinosauriër.
Troodon was waarschijnlijk de slimste dinosauriër.

Een goede manier om de intelligentie van dieren in te schatten is hun hersenvolume schatten op grond van schedelmetingen en die vergelijken met hun lichaamsomvang. Sommige dino’s beschikten nauwelijks over hersens – zo hadden zelfs de grootste sauropoden (tot dertig meter lange en honderd ton zware plantenetende vreetmachines) hersens die niet groter waren dan een flinke walnoot. Enkele soorten scoorden veel hoger: roofdino’s als Troödon, onmgeveer zo groot als een mens waren vermoedelijk zo slim als een opossum, een primitief zoogdier uit Amerika. Daarmee scoorde  Troödon (met hersens zo groot als een grote pruim) hoger dan de zoogdieren uit die tijd.

Hadden dino’s zich kunnen ontwikkelen tot een intelligente soort?
In 1982 veronderstelde museumconservator Dale Russell dat als de hersens van Troodon zich met dezelfde snelheid hadden ontwikkeld als gebeurde voor de noodlottige asteroïde-inslag, het dier nu over een mensachtige herseninhoud en intelligentie had beschikt.

De Afrikaanse grijze papegaai Alex is in staat te tellen en eenvoudige zinnen te vormen.
De Afrikaanse grijze papegaai Alex is in staat te tellen en eenvoudige zinnen te vormen.

De vraag is of je ongestraft mag extrapoleren – zo verviervoudigde door evolutionaire druk de herseninhoud van de mens zich in maar zes miljoen jaar, omgekeerd zijn miereneters na vijftig miljoen jaar nog steeds uitermate dom.

Rechtop lopen en handen
Waarschijnlijk kunnen we beter kijken naar de directe afstammelingen van dino’s. Papegaaien bijvoorbeeld zijn uitermate intelligent, te vergelijken met apen en dol op het uithalen van allerlei streken. Hierbij moet je bedenken dat vliegende dieren moeten besparen op alles wat het gewicht vergroot, zoals een zwaar en energievretend brein. Vogels gebruiken hun snavel en twee poten om voorwerpen mee vast te pakken. Niet erg handig natuurlijk en de kans is dan ook niet erg groot dat een ras van papegaaien er in slaagt technisch ver te komen. Troodon beschikte nog over werkende voorpoten (deze zijn bij vogels in vleugels veranderd).

Bij de mens was er een bijzondere samenloop van omstandigheden die leidde tot het ontwikkelen van een hoge intelligentie: nauwverwante soorten als de gorilla zijn nog steeds niet erg slim. Als deze bijzondere omstandigheid (grotere groepen bijvoorbeeld, maar niet zo groot dat anonimiteit heerst) zich bij dino’s had voorgedaan, is de kans dus groot dat de eerste voetstap op de maan er drietenig uit had gezien…