oceaan

Noordelijke IJszee bestond uit zoet water aan begin IJstijd

Dat blijkt uit het ontbreken van thorium-230 isotopen in sediment uit de Noordelijke IJszee. Verklaart zoet water het begin van de IJstijd? En moeten we ons zorgen maken?

Onze meest noordelijke oceaan is bijna helemaal omsloten door land. De Noordelijke IJszee is ingeklemd tussen de Euraziatische en Noord Amerikaanse landmassa’s, en Groenland. Er is weinig verdamping en veel instroom van zoet water. Daarom is het water van de Noordelijke IJszee nu al een kwart minder zout dan in de overige oceanen.

Een ijsberg in de buurt van Upernavik, Groenland. Maakte het smelten van grote hoeveelheden ijs de Noordelijke IJszee zoet? Bron: Kris Hanson/Wikimedia Commons
Een ijsberg in de buurt van Upernavik, Groenland. Maakte het smelten van grote hoeveelheden ijs de Noordelijke IJszee zoet? Bron: Kim Hansen/Wikimedia Commons

Thorium als betrouwbare index voor saliniteit

Zout water bevat veel meer opgeloste mineralen dan zoet water, waaronder uranium en thorium. Anders dan uranium, dat gemakkelijk oplost in water, vormt thorium onoplosbare kristallen die naar de zeebodem zinken. De isotoop thorium-230 wordt gevormd door het uiteenvallen van uranium. Dat wil zeggen, dat deze isotoop een goede schatting geeft van de hoeveelheid opgelost uranium, en dus zout, in het oceaanwater. Een groep wetenschappers ontdekte iets opvallends. Er waren sedimentlaagjes waarin er bijna geen thorium-230 meer voorkwam. Met andere woorden: in die tijd was de Noordelijke IJszee zoet, van de oppervlakte tot op de zeebodem. Deze perioden traden op aan het begin van glacialen (ijsperioden). [1]

Wanneer was de Noordelijke IJszee zoet?

De meest recente periode met zoet water, vond plaats tussen de 70 000 en 62 000 jaar geleden. Grote ijsdammen blokkeerden toen de enige grote toegang tussen de Noordelijke IJszee en de rest van de oceanen, de zee tussen Groenland en Noorwegen. Door de zeespiegeldaling lag de Beringstraat, tussen Siberië en Alaska, toen ook droog. Misschien dat zelfs slechts 15.000 jaar geleden nog een periode met veel zoet water optrad. De hoeveelheid zoet water die nodig was om de Noordelijke IJszee zoet te maken is enorm: rond de negen miljoen kubieke kilometer. Dit werd geleverd door een combinatie van smeltwater en neerslag, aldus de auteurs [2].

Begin van de IJstijd

Op dit moment is nog steeds niet duidelijk wat de ijstijden veroorzaakt. In feite had de volgende ijsperiode nu al aan moeten breken. Het verzwakken van de Golfstroom, met de enorme hoeveelheid warmte die deze uit de tropen aanvoert, is aannemelijk als oorzaak. Maar mogelijk speelt ook een veel grotere zoetwaterafvoer uit het omringende land een rol, bijvoorbeeld door wegdooiende permafrost. Wat nu op grote schaal gebeurt. Zoet water bevriest sneller dan zout water. Mogelijk werd de Noordelijke IJszee bedekt met een dikke laag zoet smeltwater. Zo kon zich in de winter gemakkelijker een ijsdek over de gehele Noordelijke IJszee vormen. En hiermee een ijsperiode in gang zetten, want ijs weerkaatst zonlicht erg goed.

Bronnen

1. The Arctic Ocean might have been filled with freshwater during ice ages, Nature News and Views, 2021
2. Geibert, W., Matthiessen, J., Stimac, I. et al. Glacial episodes of a freshwater Arctic Ocean covered by a thick ice shelf. Nature 590, 97–102 (2021). https://doi.org/10.1038/s41586-021-03186-y

Waarschijnlijk zag de noordelijke zee op Mars er miljarden jaren geleden zo uit, denken onderzoekers.

‘Mars was koud en nat’

Er zijn twee theorieën over hoe Mars er miljarden jaren geleden uitzag. Mars was altijd al koud en droog, zoals nu, of Mars werd door een broeikaseffect nat en warm gehouden. Onderzoekers komen nu met een derde model. Leek Mars op Spitsbergen?

Waarschijnlijk zag de noordelijke zee op Mars er miljarden jaren geleden zo uit, denken onderzoekers.
Waarschijnlijk zag de noordelijke zee op Mars er miljarden jaren geleden zo uit, denken onderzoekers.

Mars staat bijna twee keer zo ver weg van de zon als de aarde. Ook is de planeet veel kleiner dan de aarde. Uit de schaarse geologische gegevens die we van Mars hebben, onder meer van de Marsrobotjes die op het oppervlak rondrijden en satellieten, weten we dat de planeet aan de oppervlakte al miljarden jaren kurkdroog is, maar dat zich meters diep ijslagen en soms zelfs reservoirs vloeibaar water bevinden.
Het noordelijke deel van Mars ligt lager dan de rest van de planeet. Als op Mars veel water aanwezig was, zou dit op het noordelijk halfrond een grote oceaan vormen.

Nu is er een probleem. In een waterrrijke omgeving vormen zich zogeheten phyllosilicaten, dat zijn silicaatgesteenten met een bladachtige structuur, dus die uit kleine plaatjes bestaan. Het bekendste voorbeeld van een dergelijk gesteente zijn de mineralen waaruit klei bestaat, zoals kaoliniet en vermiculiet. Ook mica, het schilferige goedje dat in de negentiende eeuw als hittebestendig alternatief voor glas werd gebruikt, is een phyllosilicaat. Helaas zijn er in de noordelijke vlakte Planitia Borealis nauwelijks phyllosilicaten gevonden. Dit is moeilijk te rijmen met een noordelijke oceaan. Deze phyllosilicaten zijn wél aanwezig in de veel hoger gelegen tropische en subtropische gebieden. Die moeten miljarden jaren geleden dus behoorlijk nat zijn geweest.

Alberto Fairén en zijn collega’s hebben echter een oplossing bedacht voor dit raadsel. Volgens hen werd wat nu de dorre Planitia Borealis is, miljarden jaren geleden bedekt door een zeer koude ijszee, te vergelijken met de Zuidpooloceaan of de Noordelijke IJszee. De temperatuur hiervan was te laag om zich phyllosilicaten te laten vormen. Ook werden de hooglanden rond deze oceaan bedekt door gletsjers, waardoor er ook geen phyllosilicaten de oceaan in konden spoelen. Volgens hun theorie bestond er een groot temperatuursverschil tussen de tropen en het noordelijke ijsgebied, omdat er op Mars niet net zoals op aarde, een wereldomspannende oceaan was die warmte van warme naar koude gebieden transporteerde. Daardoor bleef deze oeroceaan altijd rond het vriespunt, terwijl de tropen af en toe ontdooiden.

Inderdaad zijn op Mars overblijfselen van puinmorenes gevonden, waaiers puin die door smeltende gletsjers achter worden gelaten. Een bewijs dat er op Mars ooit uitgebreide gletsjers voorkwamen. De onderzoekers willen nu op zoek naar bewijzen van ijsbergerosie op de voormalige kusten van de sinds lang verdwenen noordelijke oceaan op Mars.
Lees ook: Mars over 100 jaar en Mars als volgende bestemming voor de mensheid

Bronnen:
A. Fairén et al., Cold glacial oceans would have inhibited phyllosilicate sedimentation on early Mars, Nature Geoscience (2011)
New Theory suggests Mars once was cold and wet, physorg.com