rijkdom

Bill Gates op het World Economic Forum in Davos, 2007. Het toeval was hem erg gunstig gezind. Bron: Wikimedia Commons/Severin Nowacki

Komt ongelijkheid door verdienste of door toeval?

Waarom worden sommige mensen extreem rijk terwijl anderen op een houtje blijven bijten? We hebben in een vorig artikel gezien dat spaarzaamheid het nodige verklaart, maar er is meer. Wat is het geheim achter het succes van mensen als Bill Gates of Freddy Heineken?

De kunst van het op de juiste moment geboren te worden
We kennen allemaal de verhalen van krantenjongens, tegenwoordig: schooljongens en studenten, die door hard werken, zakeninstinct en een briljante inval miljonair worden. In de negentiende eeuw waren dat bijvoorbeeld oliebaron John Rockefeller en bankier J.P. Morgan, in de twintigste eeuw zijn de succesverhalen van Bill Gates en de pioniers van dot com bedrijven als Google en Amazon bekend. Het laatste grote voorbeeld is Facebook-oprichter Marc Zuckerberg.

Bill Gates op het World Economic Forum in Davos, 2007. Het toeval was hem erg gunstig gezind. Bron: Wikimedia Commons/Severin Nowacki
Bill Gates op het World Economic Forum in Davos, 2007. Het toeval was hem erg gunstig gezind. Bron: Wikimedia Commons/Severin Nowacki

Bofkont Bill
Was Bill Gates een soort Einstein, een soort zeldzaam genie dat in staat was door briljante uitvindingen zo schatrijk te worden? Nee, blijkt uit onderzoek. Mensen als Bill Gates  bevinden zich domweg op de juiste tijd op de juiste plaats. Door stom toeval:  de vereniging van moeders gebruikte het geld van een benefietverkoop om een Teletype Model 33 ASR terminal te kopen, plus blokken met toegangstijd op een mainframe – zat hij op één van de weinig Amerikaanse scholen die over een computer – in die dagen zeer zeldzaam en duur – beschikten. Daardoor kon hij als een van de weinige mensen programmeren voor het nieuwe type personal computer dat IBM op de markt bracht.

Omdat er net op dat moment nieuwe technieken ter beschikking kwamen, kon een klein bedrijfje razendsnel uitgroeien tot een gigant. Was Bill Gates tien jaar later geboren, dan had de man hooguit een softwarebedrijfje voor verzekeraars gehad of had hij gewerkt voor een andere softwaregigant. De kans om nu met een besturingssysteem voor computers tachtig procent van de markt te veroveren, zoals Gates lukte, is vrijwel nul. Je zal dan, zoals Google met het Android platform deed, een compleet nieuw apparaat moeten uitvinden.

Natuurlijk beschikken mensen als Gates en de veelgeprezen oprichter van Apple Inc., Steve Jobs, over een behoorlijk grote dosis commerciële vaardigheden en innovatievermogen. Gates is ook zeer intelligent, met een IQ rond de 150. Dit IQ is echter niet overweldigend veel groter dan dat van veel andere  andere ondernemers. Ongeveer 1 op de 1100 mensen heeft een IQ van 150 of hoger. Het zijn de gelukkige omstandigheden van zijn middelbare-schooltijd die de belangrijkste bijdrage leverden.

De les
We hoeven als maatschappij niet de rol van toeval in de verdeling van rijkdom nog verder te bevorderen. Daarom is een progressief belastingstelsel, of flat tax met een stevige belastingvrije voet, een must. Wel moeten visionairen ruim baan krijgen om baanbrekende bijdragen te leveren aan de nieuwe technieken. Op dit moment zien we zogenaamde Kondratieff-golven die samenhangen met industriële revoluties. Wellicht kan de overheid de komst van de volgende Kondratieffgolf wat versnellen door anticyclisch te investeren. De enorme jeugdwerkloosheid vertegenwoordigt in feite een enorme slapend kapitaal. Tijd om dat af te tappen en Europa weer de leidende technologische grootmacht in de wereld te maken. En wie weet komt er dan een Europese Bill Gates…

Lees ook
Grotere ongelijkheid door toeval

Labda geeft de mate van sparen aan. Hoe meer mensen sparen, hoe rijker ze worden. Bron: artikel.

Waarom worden de rijken steeds rijker?

Volgens de Occupy beweging buit 1% van de wereldbevolking de 99% uit en worden ze steeds rijker. In feite ligt de grens tussen arm en rijk -althans wat inkomensontwikkeling betreft, bij de vijf of tien procent. Waarom worden mensen boven deze grens steeds rijker?

Labda geeft de mate van sparen aan. Hoe meer mensen sparen, hoe rijker ze worden. Bron: artikel.
Labda geeft de mate van sparen aan. Hoe meer mensen sparen, hoe rijker ze worden. Bron: artikel.

Tweedeling
Onderzoekers die zich bezig hielden met inkomensverdeling hebben ontdekt dat er voor de rijken – de bovenste 5% tot 10% – en de rest, twee verschillende regels gelden. Voor de meeste mensen geldt de statistische verdeling van Maxwell-Boltzmann, die bijvoorbeeld op bewegende gasmoleculen ook van toepassing is. Dat wil zeggen dat het aantal mensen met een hoog inkomen exponentieel afneemt naarmate het inkomen hoger wordt. Op dubbelzijdig logaritmisch papier uit zich dit als een kromme die zich pijlsnel de bodem in boort, zie grafiek boven. Voor de rijkaards blijkt echter een andere verdeling te gelden: de zogeheten verdeling van Pareto, die er op dubbelzijdig logaritmisch papier uitziet als een rechte lijn naar beneden.

Universele wetmatigheid
Dit statistische patroon blijkt universeel in de menselijke geschiedenis – vanaf de tijd van de oude Egyptenaren tot nu. Dit wijst erop dat er een universeel effect verantwoordelijk is, dat klaarblijkelijk in iedere menselijke maatschappij functioneert. Al meer dan honderd jaar geleden wezen natuurkundigen (die, zoals bekend, zich graag overal mee bemoeien) er op dat de inkomensverdeling voor de grote massa erg veel leek op de genoenmde Maxwell-Bolzmann verdeling. In een gas hebben gasdeeltjes met een zeer hoge energie zeer veel kans om tegen een ander gasdeeltje aan te botsen en hierdoor de energie kwijt te raken. Deze natuurkundigen veronderstelden daarom dat dat kwam omdat mensen bij iedere economische transactie rijkdom uitwisselden, net zoals gasmoleculen dat doen met energie.

Het geheim: sparen
In de eenvoudigste modellen lopen mensen het risico bij elke ontmoeting al hun geld te verliezen, waardoor er veel meer extreem armen ontstonden dan in werkelijkheid het geval is. Daarom stond Bikas Chakrabarti’s team van het Saha Institute of Nuclear Physics in Kolkata, India, in hun model mensen toe een bepaald deel van hun geld te behouden bij elke uitwisseling. Dit leverde de bekende Maxwell-Boltzmann verdeling op.  In de volgende stap spaarden mensen een bepaald deel van hun rijkdom, per mens verschillend. Dit leverde de bekende Pareto-staart op. Dit resultaat werd ook door andere onderzoeken ondersteund: in een vergelijkbaar model spaarden de rijkste 10% het meest.  Het lijkt er dus op dat er een eenvoudig recept is voor de 90% om rijker te worden: sparen. Daarmee kunnen ze ontsnappen aan de gevreesde Bolzmann-verdeling. Zie hier voor tips om zuiniger te leven.

Steun Occupy, ga sparen
Uit deze modellen blijkt nog wat interessants. Hoe meer mensen ervoor kiezen te sparen, hoe gelijkmatiger de rijkdom wordt verdeeld. Inderdaad zijn  de spaarzaamste landen, zoals Nederland, vaak ook de landen met de kleinste inkomensverschillen. Met andere woorden: ongelijkheid zal er altijd zijn, maar het kan verminderen als we allen meer sparen, in plaats van bijvoorbeeld de schatrijke Heinekens te spekken door in een café te gaan drinken. Ook zal de spaarzaamheid van de lagere en middenklasse moeten worden beloond, terwijl belastingontwijking via smerige belastingtrucs hard moet worden aangepakt. Sparen is overigens niet alleen geld op de bank zetten. Het kan ook zijn: wonen in een eigen huis, aandelen of, vaak het lucratiefst, de genoemde vrekkeninvesteringen.

Bron
Ideal-Gas Like Markets: Effect of Savings, ArXiv (2005)

The one percent

Mooie documentaire van een achterkleinzoon van de stichter van het Johnson & Johnson imperium over de 1% in de VS. Hij geeft een kijkje van binnenuit de 1% en vraagt zich af wat de enorme verschillen tussen arm en rijk doen met het land. Hij laat hierbij zowel een boel mensen van deze 1% aan het woord alswel 99% `ers.

Eerder maakte hij een documentaire met de titel Born Rich

De Braziliaanse sloppenwijk Paraísopolis ligt dicht bij een steenrijke wijk. Armoede en rijkdom liggen vaak dicht bij elkaar.

Testlab voorspelt of mensen rijk worden

Onze lezers spreken Nederlands dus wonen vrijwel allemaal in de welvarende drooggelegde Maas-Rijndelta en de aanpalende zand- en kleigebieden. Daarmee is de kans erg groot dat u, als lezer, tot het rijkste kwart van de wereldbevolking hoort. Toch zijn er ook hier armen en zijn er Indiase miljonairs die als voddenraper begonnen zijn. Brian Knutson heeft daarom een radicaal andere verklaring. Hij denkt dat rijk worden tussen de oren zit. Is het vermogen om rijk te worden aangeboren of kan je leren om rijk te worden? Zijn testuitkomsten zijn opvallend…

De Braziliaanse sloppenwijk Paraísopolis ligt dicht bij een steenrijke wijk. Armoede en rijkdom liggen vaak dicht bij elkaar.
De Braziliaanse sloppenwijk Paraísopolis ligt dicht bij een steenrijke wijk. Armoede en rijkdom liggen vaak dicht bij elkaar.

In een artikel dat gepubliceerd is in PLoS ONE (gratis leesbaar zonder irritante paywall, link onder dit artikel) bewijst universitair docent psychologie en neurogie Brian Knutson van Stanford  dat een andere verklaring waarschijnlijker is. Volgens hem en zijn team wordt een belangrijk deel van je financiële succes bepaald door je emotionele reactie op het winnen of verliezen van geld.

De experimenten werden zodanig opgezet dat ze sterk lijken op de dagelijkse werkelijkheid. Tijdens een experiment kregen de testdeelnemers een keuze tussen twee plaatjes op een computerbeeldscherm. Eén plaatje beloonde de deelnemers met een dollar tweederde van de tijd, terwijl een ander plaatje ze maar éénderde deel van de keren beloonde met een dollar. Het ‘verlies’ experiment was vergelijkbaar opgezet: het ene plaatje leidde waarschijnlijker tot het verlies van een dollar dan het andere plaatje. De deelnemers werd gevraagd zoveel mogelijk geld te winnen.

Neuro-economie
Nieuw aan dit experiment was dat het winstexperiment en et verliesexperiment werden losgekoppeld. Volgens de nieuwste onderzoeksgegevens zijn er namelijk verschillende neurologische systemen verantwoordelijk voor winnen en verliezen. De psychologie gaat er traditioneel van uit dat alle leren op hetzelfde neerkomt, maar neuro-economie gaat daar niet van uit. Positieve emoties als opwinding (die gepaard gaan met winnen) en negatieve emoties als bezorgdheid (die gepaard gaan met verliezen) worden door heel verschillende hersengebieden opgewekt. Goed zijn in winnen betekent dus niet dat je goed bent in het voorkomen van verlies, stelt neuro-economie.

Wie heeft er gelijk: de neuro-economie of de traditionele psychologie?
Om te toetsen welk model klopt: het traditionele model of het neuro-economische model, vroegen de onderzoekers de deelnemers hoeveel ze bezaten en hoeveel schulden ze hadden. Van sommige deelnemers werd zelfs hun credit-doopceel gelicht.
Opmerkelijk genoeg blijkt er een nauwkeurige overeenstemming te zijn tussen iemands financiële levensloop de uitkomsten van de test. Goed presteren tijdens de testen waarin het draait om zoveel mogelijk winnen, blijkt duidelijk gerelateerd aan meer bezit. Goed presteren tijdens de testen waarbij de deelnemers verliezen moesten beperken, bleek sterk samen te hangen met weinig schuld. Andere maatstaven – het werkgeheugen van testdeelnemers, opleiding en risicomijdendheid bleek weinig verband te houden met de financiën van de deelnemers. Zelfs de inkomens van de deelnemers waren alleen gerelateerd aan hun bezittingen – en niet hun schulden, of verhouding tussen bezit en schuld.

Kortom: het neuro-economische model werd sterk bevestigd. Een relatief simpel vermogen om emotioneel geladen te leren met positieve of negatieve prikkels om te gaan, heeft een krachtig cumulatief effect, een karma zeg maar, over een leven van financiële beslissingen. De proef was maar klein en bestond uit mensen uit het gebied rond de baai van van San Francisco – niet bepaald een dwarsdoorsnede van de VS of van de wereldbevolking. Om die reden wordt nu een vervolgexperiment gepland dat over de hele VS tegelijk plaatsvindt.

Zouden mensen zo kunnen leren financieel succes te bereiken en uit de schulden te blijven? Is verdienen niet moeilijk, maar besparen jouw zwakke punt, lees dan deze link. Ben je daarentegen een kei in zuinig leven, maar wil je meer verdienen, lees dan hier.

Bron:
1. Brian Knutson, Gregory R. Samanez-Larkin en Camelia M. Kuhnen, Gain and Loss Learning Differentially Contribute to Life Financial Outcomes, PLoS ONE, 2011

Lodewijk XIV

Jan Modaal nu rijker dan Lodewijk XIV, de Zonnekoning

De Franse Zonnekoning Lodewijk XIV was bekend om zijn exorbitante hofhouding en spectaculaire feesten op zijn paleis te Versailles. Maar als we naar zijn levenskwaliteit kijken, blijkt zijn bestaan heel wat minder riant…

De Zonnekoning: bestaan in luxe
In veel opzichten was Lodewijk de Veertiende, die in de achttiende eeuw leefde, de meest geprivilegieerde burger van Europa. Hij had de beste artsen tot zijn beschikking, verwisselde meerdere keren per dag van kleding en kreeg de meest exclusieve gerechten opgediend. Hij hield er meerdere maîtresses op na, verwekte meer dan twintig kinderen en woonde in een schitterend kasteel met spreekwoordelijk riante tuinen. Met een enkele opdracht kon hij mensen ter dood laten brengen of het leven schenken. In zijn opdracht marcheerden tienduizenden mannen een naburig land in om dood en verderf te zaaien – een mogelijkheid waar Lodewijk de Veertiende veel en graag gebruik van maakte.

Andere vorsten deden hun uiterste best de pompeuze levensstijl van Lodewijk te imiteren. Overal in Europa verschenen klonen van Versailles.

Geneeskunde dodelijker dan ziekten

Lodewijk XIV
Lodewijk XIV leidde een leven van pracht en praal, maar overleed aan een eenvoudige infectie.

Toch kende Lodewijk de Veertiende veel luxe niet die vandaag de dag zelfs voor een Nederlander met een minimuminkomen vanzelfsprekend is. De man is bijvoorbeeld nooit buiten Europa geweest. Zelfs een reis buiten Frankrijk was een hachelijke onderneming. Zijn kennismaking met het buitenland bestond uit een legertent op bloederige slagvelden. De Zonnekoning is voor zijn tijd heel oud geworden, bijna 77 jaar, maar werd geplaagd door ziektes (nierstenen en jicht). Bij het trekken van een kies kwam een groot deel van de bovenkaak mee, waarbij even voor zijn leven werd gevreesd.
Geen wonder. De geneeskunst in die tijd was een belangrijke doodsoorzaak. Een geliefd geneesmiddel in die tijd en de negentiende eeuw was bijvoorbeeld het zwaar giftige kalomel, kwik(II)-chloride.  Ook aderlaten en het gebruik van bloedzuigers waren populaire medische ingrepen [1]. Zonder verdoving. Erg veel genieten kon hij niet van zijn luxe leven door de vele pijnen waarmee hij te kampen had.

Veel mensen, ook de adel, stierven aan ziekten die we nu gemakkelijk kunnen behandelen. Lodewijk XIV stierf bijvoorbeeld een ellendige dood door gangreen, een zeer pijnlijke infectie waarbij het weefsel afsterft en zwart verkleurt. Tegenwoordig behandelen we dat met een enkele injecties penicilline G, nu in combinatie met een breed-spectrum antibioticum[2]. Althans: als het stompzinnige antibiotica-misbruik in de vee-industrie snel wordt stopgezet, voordat alle antibiotica door multiresistentie onwerkzaam worden.

Leven zelfs voor de adel ongemakkelijk
Huizen en dus ook paleizen in die tijd waren niet geïsoleerd, houten blokhutten wellicht uitgezonderd. Ze waren dus nauwelijks warm te stoken. Vlooien en hoofdluizen waren een voortdurende plaag, juist ook voor de adel met hun kostbare kleding en pruiken waar luizen en vlooien zich makkelijk in konden verstoppen. Seks betekende doorgaans zwangerschap. Het voedsel was saai en vitamineloos in de winter. Kleding werd met de hand gemaakt en was naar hedendaagse maatstaven  lomp en oncomfortabel. Oh ja, en laten we de kans op verraad en moord niet vergeten. Lodewijk ontsprong de dans, maar vele andere vorsten uit die tijd eindigden hun leven door een sluipmoord, een hakblok of de guillotine. Dat laatste overkwam Lodewijk de Zestiende bij de Franse Revolutie. Nog steeds jaloers? Zelfs een bijstandsmoeder heeft het beter.

Dit alles dankzij drie eeuwen wetenschap en techniek. En het goede nieuws is: het wordt nog veel beter dan nu…

Bronnen
1. Léon Bernard, Medicine at the court of Louis XIV, National Institute of Health (US)
2. Erttmann M, Hobrecht R, Havemann D., Is penicillin G the drug of choice in gas gangrene? Results of a prospective documentation of clinical, microbiological and animal experiment data, Zentralblatt Chirurgie (1992)

Hete magma bevat heel veel warmteenergie. Die wordt pas bechikbaar als de magma als lava aan de koele oppervlakte komt.

Visie plus energie plus materie is rijkdom

De atomen waar wij over beschikken zijn precies dezelfde als die van de neolithische jagers die vele duizenden jaren geleden door de Nederlandse bossen zwierven. Toch zijn we nu met meer dan honderd keer zoveel en hebben we toch, een enkele uitzondering daargelaten, een prettiger en gezonder leven dan deze jagers. Het geheim: de informatie volgens welke de atomen zijn gerangschikt. Kooldioxide is op dit moment het meest gehate gas ter wereld, maar splits de CO2 moleculen in koolstof en zuurstof, pers daarna de koolstof onder hoge druk en temperatuur samen  en er ontstaat de kostbaarste edelsteen ter wereld.

In de wereld om ons heen liggen ongelofelijke rijkdommen opgesloten. In de bodem, het water en de lucht schuilen paleizen, dure auto’s, luxe plezierjachten. We hoeven alleen maar de atomen op een andere manier te rangschikken. Waarom zijn we dan niet allemaal erg rijk?

Energie
Een eerste verklaring die op zich in de buurt komt, is vrije energie. Niet elke joule is gelijk geschapen. Zo zijn er joules waar je heel veel mee kunt: de kilowatturen uit een stopcontact bijvoorbeeld (een kilowattuur is 3,6 miljoen joule of 3,6 MJ). Met restwarmte kan je daarentegen bijna niets. In theorie bevat bijvoorbeeld een kuub water op kamertemperatuur zo’n 93 kilowattuur aan warmte-energie. Het probleem: die energie zit rotsvast opgesloten in het water. Pas als je een koud reservoir hebt rond het absolute nulpunt kan je die energie in het water nuttig gebruiken (bijvoorbeeld door er een Stirlingmotor op te laten draaien).

Hete magma bevat heel veel warmteenergie. Die wordt pas bechikbaar als de magma als lava aan de koele oppervlakte komt.
Hete magma bevat heel veel warmteenergie. Die wordt pas bechikbaar als de magma als lava aan de koele oppervlakte komt.

Kortom: waar het om gaat, is vrije energie. Elektriciteit uit het stopcontact en bewegingsenergie van een groot voorwerp bestaan  bijna helemaal uit vrije energie. Dat wil zeggen dat je makkelijk, bijna zonder verlies, de draaiing van een wiel in elektriciteit kan omzetten (zoals in een dynamo gebeurt) of andersom (met een elektromotor). Met die vrije energie kan je atomen uit elkaar trekken en op een andere manier in elkaar puzzelen. Gevaarlijk chemisch afval?  Verhit het tot tweeduizend graden en alles valt in atomen uit elkaar. Met heel veel meer energie kan je zelfs nieuwe atomen, bijvoorbeeld goudatomen, uit andere atomen maken of uit het niets (materie en antimaterie). Een jager kon beschikken over tweehonderd watt vermogen: zijn eigen lichaam. Alleen al een doorsnee scheurijzer op de snelweg verbruikt tweehonderd keer meer. Omdat we over veel meer vrije energie beschikken dan de jagers uit de steentijd kunnen we nu een veel luxer bestaan leiden. Kortom, er bestaat een woord voor magie: vrije energie. Maar wat ontbreekt er nog aan?

De belangrijkste grondstof: visie, een praktische droom

De Venus van Milo zat al die tijd al in het marmer. Het enige wat de beeldhouwer deed was alle marmer weghalen die niet thuishoorde in zijn visie.
De Venus van Milo zat al die tijd al in het marmer. Het enige wat de beeldhouwer deed was alle marmer weghalen die niet thuishoorde in zijn visie.

Je kan pas een bepaald voorwerp scheppen als je het voor je ziet. Getalenteerde beeldhouwers zien het beeld dat ze willen hebben al voor zich. Het enige wat ze daarna doen is de overbodige steen weghalen. In de klei van de Lek of de Maas bevinden zich miljoenen potentiële bakstenen of luxueuze kleitegels te wachten tot iemand zijn of haar visie tot realiteit maakt. Onze steentijdjager kon zich onmogelijk voorstellen hoe een auto of wasmachine er uit ziet, maar op een wegrennend paard zitten in plaats van er achteraan te rennen, of gekiemde tarwe niet weg te gooien maar te poten wel. Zo ontwikkelde zich onze techniek haperend, stapje voor stapje zoals een blinde die in het duister rondtast. Af en toe is er een meerbegaafde die in staat is verder te kijken en nieuwe mogelijkheden te zien. Uiteraard lijkt in het begin het nieuwe ding erg op het bestaande (de eerste auto’s leken op een koets zonder paarden er voor en de eerste fabrieken met elektromotoren hadden één enorme motor die alle machines in de fabriek aandreef – zoals dat met een logge stoommachine wel moet).

Een blok marmer kan pas in de Venus van Milo veranderen als een beeldhouwer het beeld in de rots ziet. Zo kan een stuk woestijn pas in een groen lustoord of in een rij zonnepanelen veranderen als iemand zich voorstelt dat ze kunnen bestaan. Alleen door een indrukwekkende opstapeling van visies – van die van de uitvinder van het wiel tot die van de modernste kwantumtechniek – zijn we gekomen waar we nu zijn. Kortom: een opmerkelijk soft concept – de visie – ligt ten grondslag aan alle harde technische ontwikkelingen. Visie over de wezenlijke aard van de materie. En visie om die inzichten te vertalen in realiteit. Elk nieuw idee, elk nieuw inzicht verandert de wereld fundamenteler dan een aardbeving. Bij elk nieuw inzicht, mits niet vergeten, is er geen weg meer terug. Er is geen manier meer om mensen te laten denken dat de aarde plat is of dat bij verbranding van hout flogiston vrijkomt in plaats van dat het hout reageert met zuurstof. De uitvinder heeft een grotere en verder reikende invloed op de wereldgeschiedenis dan welke religieuze figuur ook.

Een vruchtbaar klimaat voor nieuwe visies
Wij bestaan uit sterrenstof en allen zullen wij op een dag tot sterrenstof wederkeren. Alles wat van ons over zal blijven – naast een metafysische schim – zijn onze ideeën. Alleen omdat in de tienduizend jaar sinds het ontstaan van de landbouw onze visies explodeerden in omvang en aantal hebben we bereikt waar we nu staan. Het grootste deel van de menselijke geschiedenis was de vooruitgang mondjesmaat.

Slechts in enkele gebieden vond een snelle wetenschappelijke vooruitgang plaats. Dit waren gebieden waar vrijheid, dreiging, individualisme, materialisme tegelijk met abstract denken en optimisme heersten. Optimisme laat het denkraam van visionaire dromers enorm groeien. In het brein van iemand die denkt dat over een paar jaar de wereld vergaat zal geen droom rijpen om een groot droomkasteel te bouwen. Omgekeerd is er ook angst voor een dreigend gevaar die de verbeelding vleugels geeft. Zoals het koloniseren van de maan om aan de verwoesting van de wereld te ontkomen. De wetenschappelijke vooruitgang tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog (en anno nu, de angst voor de concurrentie) was en is zeer hoog.De instroom van nieuwe ideeën, bijvoorbeeld uit andere (sub) culturen uit de rest van de wereld is over het algemeen een verrijking. Tenzij deze ideeën de vrijheid inperken en een domper leggen op de geestelijke vrijheid.

Uitvinders zijn individualisten, eigenwijze mensen die de vrijheid moeten hebben hun afwijkende ideeën te ontwikkelen en uit te voeren. Dit kan alleen in een klimaat waar een zekere vrijheid heerst om af te wijken van de norm. Materialisme – het losstaan van materie en geest – en abstract denken – voor het generaliseren van praktische kennis – zijn beide nodig om de wetenschappelijke methode te kunnen toepassen. En voor uitvinders om te kunnen beschikken over een groot repertoire aan natuurkundige werkingsprincipes om in hun uitvindingen te verwerken.

Ook minder praktische ideeën zijn bruikbaar. Muziek, computerspellen, ontwerpen, nieuwe manieren om samen te leven – zolang ze mensen er maar toe aanzetten meer uit zichzelf te halen, er flow, een virtueuze cirkel ontstaat.

Europa, het nieuwe uitvindersparadijs?
Europa, een klein continent,  wordt steeds meer weggedrukt in de marge van de wereldgeschiedenis. De supermachten China en de VS proberen Europa te overheersen en ook Rusland bemoeit zich steeds meer met de kleine landtong ten westen van de Karpaten. De dreiging dat Europa door machtige buurstaten onder de voet gelopen zal worden neemt toe. In plaats van een eigen Europese supermacht op te richten die alles zal verstikken, is het denk ik beter onze kracht te zoeken in verscheidenheid. Zolang we maar in vrede met elkaar leven.

Hoe klein Europa ook is, we kennen een opmerkelijke verscheidenheid aan culturen met elk eigen sterke en zwakke punten. Als iedere cultuur zich op zijn of haar sterke punten concentreert, vormen de verschillen een enorme generator van nieuwe ideeën. Laten we alsjeblieft niet ons mooie continent om zeep helpen met nog meer eenheidsworst. Laat de Sardijnen vooral happen in hun wormenkaas en de Spanjaarden stierengevechten houden. Wij verzekeren ze wel.