Amelia is een kunstmatige intelligentie-programma, dat in staat is het werk van secretaresses, receptionisten en assistenten voor het grootste deel over te nemen. Aldus ontwikkelaar IPsoft. Moeten we ons zorgen maken?
Amelia is uitgetest bij meerdere van de vijfhonderd grootste bedrijven ter wereld. Zij willen hiermee veel geld besparen. Serieus moeten we dit zeker nemen.
In feite denk ik dat vooral medewerkers van buitenlandse callcenters zich zorgen meten maken. Dit zou een stevige strop voor Indiërs betekenen. Inderdaad zal op termijn ook steeds meer van het laaggeschoolde, en ook steeds meer middelbaar geschoolde, kantoorwerk verdwijnen.
Een terechte klacht van linkse critici op de tegenwoordige markteconomie is dat ooit goed betaalde fabrieksbanen massaal werden vervangen door slechtbetaalde ‘hamburgerbanen’ – laagbetaalde, ongeschoolde baantjes zoals het bereiden van hamburgers. En zelfs de erbarmelijk betaalde hamburgerbanen zijn niet meer veilig. Verschillende bedrijven hebben fastfoodrobots ontwikkeld die voor een fractie van de kosten van zelfs een volgens Amerikaanse normen betaalde burritovouwer of pizzabakker, smakelijke snacks tevoorschijn tovert.
Box Brands, een in Californië gevestigd bedrijf, ontwikkelde de BurritoBox om kleine kioskhouders en pomphouders van een extra service aan klanten te voorzien zonder in personeel of een restaurant te hoeven investeren. De BurritoBox, waarvan er nu twee exemplaren zijn geplaatst in Los Angeles, vertoont een commercial tijdens de minuut, die het apparaat nodig heeft om een stomend hete burrito te rollen. Volgens de website van de makers is er zeer veel interesse voor het apparaat.
De BurritoBox is verre van uniek. De tijd waarin koffiezetautomaten het summum van techniek vertegenwoordigden, ligt reeds lang in het verleden. Zo is er een hamburgerrobot Alpha van Momentum Machines die 360 hamburgers per uur kan uitleveren. Het apparaat, dat zeker vijf tot zes man personeel vervangt, verdient zichzelf hiermee in een jaar terug. De eigenaren willen dit bespaarde bedrag steken in betere ingrediënten, zodat, in hun woorden, gourmetvoedsel bereikbaar wordt voor de massa.
Ook de pizzabakker is niet veilig. Pizza’s bereiden is inderdaad vrij eenvoudig te automatiseren (er is zelfs een 3D pizzaprinter ontwikkeld). De door een Nederlands-Italiaanse joint venture ontwikkelde Let’s Pizza laat de klant kiezen tussen diverse variëteiten en kneedt vervolgens het deeg, vormt er een pizza van en bedekt deze met de gewenste topping, waarna de pizza in een infraroodoventje gebakken wordt. Dit alles in minder dan drie minuten. De machine is naar verluidt al een daverend succes in Italië, de bakermat van de pizza. Voor rond de 30.000 euro, het bruto jaarsalaris van een pizzabakker, bent u de trotse bezitter van een exemplaar.
Dit zal met steeds meer ongeschoold en overigens ook veel vormen van geschoold werk gebeuren. Het is duidelijk dat het adagium van de regering, dat werkloosheid verwijtbaar is, steeds meer door de feiten wordt ingehaald. In plaats van steeds nieuwe pesterijen te bedenken voor mensen met een bijstandsuitkering, kan de overheid beter werken aan om- en bijscholing voor werklozen en de invoering van een basisinkomen.
De meeste mensen houden elkaar aan het werk. In feite kunnen de verwachte arbeidstekorten door de vergrijzing makkelijk opgevangen worden door overbodige functies te schrappen. Dit hoeft geen groot verlies aan levenskwaliteit te betekenen. Integendeel, in feite zou het leven voor de meeste Nederlanders zelfs een stuk prettiger worden.
Explosie van nutteloos werk
Vraag: wat is de overeenkomst tussen beleidsambtenaren, juristen en zakelijke verkopers? Het antwoord: ze houden voornamelijk anderen aan het werk en creëren zo zelf veel extra werk. Zo is volgens de Vereniging van Veiligheidskundigen het gemiddelde salaris van veiligheidskundigen fors gestegen. Niet gek, in een periode waarin het economisch niet goed gaat zou je zeggen. Klaarblijkelijk doen deze veiligheidskundigen, of hoe ze ook heten mogen, iets heel erg goed. De realiteit is wat minder prettig. De voornaamste taak van veiligheidskundigen is namelijk de continu veranderende arbo- en veiligheidsregels van de overheid te vertalen in bedrijfsregels en deze controleren. Dit controleren kost tijd, van werknemers. De nieuwe veiligheidsregels moeten duidelijk worden gemaakt aan de werknemers en managers, wat ook tijd kost. Deze moeten weer op cursus, bijvoorbeeld om een VCA-veiligheidscertificaat te halen, wat ook tijd kost en weer werk oplevert voor docenten. Ze moeten overleggen en rapporteren aan managers, wat ook werktijd kost. Deze cascade van werk komt weer voort uit beleidsambtenaren, die op hun beurt weer aangestuurd worden door regelgeving van hun vorstelijk en onbelast gesalarieerde collega’s in Brussel.
Productiviteitsstijging opgeheven door explosie aan bureaucratie
Je vraagt je af hoe het kan dat productiebedrijven toch nog (meestal) winst maken. De overheadkosten moeten werkelijk zo langzamerhand tot astronomische hoogte stijgen. De eerste reden is dat steeds meer ondernemers, die het bureaucratische gezeur moe zijn, hun productiewerk uitbesteden naar bijvoorbeeld China. Daar wordt wat minder moeilijk gedaan over zaken als veiligheid of milieu. Het praat’werk’ wordt gedaan in Nederland, terwijl het vakwerk met de handen wordt gedaan in China. De tweede reden is dat de technische productiviteit elk jaar enorm stijgt. Elk jaar slagen uitvinders en ingenieurs er in om methoden uit te vinden, waardoor met dezelfde hoeveelheid werk, veel meer en van een veel betere kwaliteit geproduceerd kan worden. De loonkosten van arbeiders vormen een steeds kleinere fractie van de totale productiekosten in een fabriek. Toch zijn het vooral de arbeiders (en hun equivalenten in de zorg en onderwijs: de “handen aan het bed” en “mensen voor de klas”) die opdraaien voor deze op hol geslagen bureaucatie. Zij worden lastig gevallen met een steeds toenemende regeldruk en omdat steeds meer mensen mee-eten uit de ruif, blijft er voor de echte werkpaarden steeds minder over. In de VS, bijvoorbeeld, liggen de lonen voor geschoolde arbeiders veel hoger dan in Nederland. Daar wordt het arbeidsoverschot dan weer geloosd in hamburgerketens, het leger, de uitpuilende gevangenissen, de als een kankergezwel uitdijende financiële sector en agressieve advocatenkantoren.
Nederland als sociale werkplaats
Voor mensen die door een lichamelijke of geestelijke beperking niet terecht kunnen in een fabriek of op een kantoor, bestaan er sociale werkplaatsen. In Nederland is in feite het gehele land een sociale werkplaats. Vooral de ambtenarij, zorg en onderwijs, maar ook sectoren die hun bestaansrecht ontlenen aan door beleidsambtenaren geproduceerde regels, zoals administratiekantoren, arbodiensten en brancheoganisaties.
In Nederland hebben we een Partij voor de Arbeid. Deze partij maakt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de elitaire en ondemocratische Volkspartij voor Vrijheid en Democratie en de onchristelijke, ondemocratische CDA en Ademocraten’66, haar naam meer dan waar. Moeite en (vooral) kosten worden er door de PvdA-bestuurderen gespaard om maar banen te creëren. Hiertoe ontwikkelen PvdA bestuurders allerlei bureaaucratie en subsidieregelingen, die op hun beurt ook veel werk met zich meebrengen. Probeer maar eens een subsidie aan te vragen en je begrijpt wat ik bedoel.
De oplossing: overschakelen naar een duurzame economie
Het goede nieuws is dat we in staat zijn om een werkelijk enorm arbeidspotentieel vrij te maken voor echt nuttige zaken. Zo is het tekort aan verplegend en verzorgend personeel al bij toverslag verdwenen als al die heren en juffrouwen die zich nu bezighouden met verandermanagement, externe communicatie en beleidsontwikkeling, voortaan oma in bad doen of opa in de rolstoel van de buitenlucht laten genieten. Al die übernuttige veiligheidskundigen kunnen aan het werk om inherent veilige machines te ontwikkelen. Al die werkloze bouwvakkers, dit omdat er geen nieuwe kantoren meer gebouwd hoeven te worden, kunnen windmolens bouwen in de Noordzee of op het land en zonnepanelen plaatsen. De financieel deskundigen en beleidasambtenaren, tenslotte, kunnen het vele zwerfvuil opruimen. Kortom: waar maken we ons druk om?
Veel mensen denken dat banen schaars zijn, dus dat er maar een beperkt aantal banen zijn voor veel meer mensen. Maar is dat wel zo?
Een veelgehoord argument tegen de immigratie is: ‘ze pikken onze banen in’. De reden voor sommige partijen om bijvoorbeeld tegen het inschakelen van Poolse of Roemeense arbeiders te zijn.
Ook anderen denken er zo over. Zo vinden sommige voorstanders van deeltijdwerken, dat op deze manier de beschikbare banen eerlijk over werkenden en werklozen worden verdeeld. Er zijn overigens andere, zeer goede, argumenten om voor deeltijdwerken te zijn, denk aan de voordelen voor ouders en vrijwilligers.
De met uitsterven bedreigde baan Al deze denkbeelden komen voort uit één aanname: er is een vast aantal banen. Banen worden door middel van een mysterieus proces geschapen door zogeheten werkgevers met veel maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel. Als er maar genoeg politieke druk wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld via de talloze overlegorganen waar vakbondstijgers en praatgrage ex-managers van grote bedrijven in zitten, komen er vanzelf meer banen.
Wat ook helpt: de overheid die flink wat mensen in dienst neemt, want zo komen er nog meer van de wonderbaarlijke banen. Dat moet natuurlijk wel betaald worden, maar daar zijn belastingen voor. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Heel verstandig en rechtvaardig, toch? Nou, nee dus.
Hoe denkt een werkgever? Ondernemers met personeel, werkgevers, zijn mensen net als jij en ik. Net als jij geen kinderoppas voor je drie lieverdjes gaat inhuren als deze meneer of mevrouw per uur meer kost dan jij netto per uur verdient (tenzij je het even echt niet meer aankan en er is geen bereidwillige partner, moeder of schoonmamma die je uit de brand helpt), doet een ondernemer dat ook niet.
Een werkgever moet de loonkosten van zijn werknemer er uit zien te krijgen. Kost een werknemer vijfduizend bruto per maand en verdient de ondernemer er niet minstens zesduizend aan, dan zal hij voorlopig geen personeelsadvertentie de deur uit doen. Tenzij die werknemer hem zoveel zorgen uit handen neemt, dat hij de extra kosten er graag voor over heeft.
De werkelijke ‘werkgever’: toegevoegde waarde Een bedrijf dat goed draait, produceert meestal veel toegevoegde waarde. Soms niet, maar na verloop van tijd lopen de klanten dan weg of komt er een onderzoek van de mededingingsautoriteit. Een hebberige ondernemer van een goedlopend bedrijf (en daar zijn er best wel veel van, ja, de vooroordelen kloppen) gaat dan extra personeel in dienst nemen, want zo verdient hij veel meer.
Stel, jij vindt een manier uit om per liter accu tien keer meer energie op te slaan dan nu in de beste accu mogelijk is. Kortom: je zorgt voor DE doorbraak voor elektrische auto’s. Of jat die manier van een zakelijk niet al te kluge uitvinder, zoals helaas vaak voorkomt. In je fabriek heb je duizend man nodig om aan de wereldwijde miljardenvraag naar je wonderaccu te voldoen. Elk extra personeelslid vergroot je winst dan zeker met een paar miljoen euro. Uiteraard plunder je dan busladingen personeel tegelijk uit arbeidsbureaus of ineengestorte EU-landen.
Waar komt toegevoegde waarde vandaan? Een bedrijf is een verzameling mensen, machines en kapitaal dat uitgangsmaterialen omzet in een gewenst eindproduct. Hoe gewilder die eindproducten, hoe meer winst het bedrijf maakt en hoe meer banen er komen. Over het algemeen geldt: hoe hoger de kwaliteit van eindproducten, hoe meer waarde die voor klanten opleveren, hoe gewilder ze zijn. Mensen willen dingen die anders en beter zijn dan ze tot dan toe hebben. De ondernemer die voor een redelijke prijs dat kan leveren waar zijn klanten zelfs niet van durven te dromen, hoeft zich niet veel zorgen te maken.
Helaas is er ook een negatieve manier om ‘waarde’ voor klanten te creëren: afhankelijkheid kweken. Beruchte voorbeelden: opium (de bron van de Engelse woekerwinsten in China), apparaten waar alleen gepatenteerde, peperdure bijvullingen in kunnen of softwarepakketten.
De magische X-factor: kennis en fantasie
Alles om ons heen, ook wijzelf, bestaat uit atomen. De ruwe materialen waaruit kostbare elektronica bestaat, kosten misschien een paar dubbeltjes. De hoge toegevoegde waarde bestaat uit de vele informatie, dat wil zeggen kennis en fantasie die in de producten is gestopt. Een programmeerbaar wetenschappelijk rekenmachientje kost minder dan tweehonderd euro. Dit apparaatje kan meer dan de miljoenen verslindende, wekenlang pruttelende ENIAC’s zo groot als een huis.
Het is naast het nodige harde werk, toch vooral de technische slimheid en visionair inzicht van een aantal molenbouwers en waterbouwkundig ingenieurs geweest dat Nederland van een twee keer per dag onderlopend moeras in een van de welvarendste landen ter wereld heeft veranderd.
De echte banenscheppers: praktische wetenschappers, uitvinders, creatievelingen en visionairen
Elke economische opleving in modernere tijden was het gevolg van een groep technische doorbraken. Ten grondslag hieraan ligt het werk van uitvinders die zelf doorgaans niet erg veel vruchten plukten van hun ideeën. Zo was de opleving eind negentiende eeuw het resultaat van elektrificering, de opkomst van de olie- en autoindustrie en dergelijke. Denk ook aan de internethype van kort geleden. Dus laat slimme en creatieve mensen met voldoende realiteitszin de volle ruimte, want het zijn uiteindelijk hún ideeën die de wereld een betere plek zullen maken. Om dezelfde reden is het kabinetsbeleid om niet-westerse allochtonen te weren ook niet zo verstandig. Het is veel verstandiger om alleen slimme, positieve mensen die vol zitten met kennis, fantasie en goede ideeën hier binnen te laten, onafhankelijk van afkomst.