In de dagen voor de aardschok vonden raadselachtige infraroodemissies plaats boven de Japanse eilanden.

Extreme toename IR-straling gemeten voor Japanse aardbeving

Uit satellietwaarnemingen blijkt dat dagen voor de grote aardbeving in Japan een enorme toename van infraroodstraling in de atmosfeer direct boven het epicentrum optrad. Hebben we eindelijk een betrouwbare voorspeller van aardbevingen gevonden?

Geologen hebben zich lang verbaasd over de anekdotische meldingen van vreemde atmosferische verschijnselen in de dagen vóór de grote aardbevingen. Maar aan goede data en een back-up van deze ooggetuigenverslagen is moeilijk te komen. In de afgelopen jaren hebben echter verschillende teams atmosferische meetstations in aardbevingsgebieden ingericht en een aantal satellieten gelanceerd die in staat zijn om gegevens over de toestand van de bovenste atmosfeer en de ionosfeer tijdens een aardbeving terug te sturen.

We schreven reeds over de fascinerende vondst door microsatelliet DEMETER van een aanzienlijke toename in ultra-lage frequentie radiosignalen voor de aardbeving in Haïti in januari 2010 met een grootte van zeven op de schaal van Richter.

Dimitar Ouzounov op het  NASA Goddard Space Flight Center in Maryland en een paar collega’s presenteren de gegevens van de verwoestende Grote Tohoku aardbeving in Japan op 11 maart 2011. Hun resultaten, hoewel voorlopig, zijn een eye-opener. De onderzoekers zeggen dat voordat de M9 aardbeving plaatsvond, de totale elektron inhoud van de ionosfeer enorm toegenomen is boven het epicentrum, waarbij het maximum werd bereikt drie dagen voor de aardbeving.

Tegelijkertijd namen satellieten een grote stijging in de infrarood-uitstoot boven het epicentrum waar, met een piek in de uren voor de beving. Met andere woorden, de atmosfeer werd opgewarmd.

In de dagen voor de aardschok vonden raadselachtige infraroodemissies plaats boven de Japanse eilanden.
In de dagen voor de aardschok vonden raadselachtige infraroodemissies plaats boven de Japanse eilanden.

Dit soort opmerkingen zijn in overeenstemming met een idee: de lithosfeer-atmosfeer-ionosfeer koppeling. De gedachte is dat in de dagen vóór een aardbeving, de grote spanningen in een gesteente leiden tot de afgifte van grote hoeveelheden radon. De radioactiviteit van dit gas ioniseert de lucht op een grote schaal en dit heeft een aantal gevolgen. Water moleculen worden aangetrokken door ionen in de lucht, waardoor ionisatie de grootschalige condensatie van water in gang zet. Van dit principe wordt gebruik gemaakt in een bellenvat, een vroeger populair type deeltjesdetector. Volgens de ketterse klimaatwetenschapper Svensmark is ionisatie door kosmische straling de oorzaak voor extra bewolking.

Het proces van condensatie laat ook warmte vrijkomen, de bron van de waargenomen infrarood(warmte)straling. “Onze eerste analyses van de satellietdata tonen aan dat op 8 maart een snelle toename van het uitgestraalde infrarode straling werd waargenomen,” zeggen Ouzounov en co. Deze emissies beïnvloeden de ionosfeer en de elektronen daar.

Het is zeker logisch dat de lithosfeer, atmosfeer en de ionosfeer zijn gekoppeld op een manier die kan worden gemeten wanneer een van hen is verstoord. De vraag is in hoeverre het nieuwe bewijsmateriaal back-up van dit idee levert.

De Japanse aardbeving is de grootste  die op het hoofdeiland Honshu heeft toegeslagen in de moderne tijd en is één van de best bestudeerde. Als een deugdelijk bewijs van deze relatie niet uit deze gegevens volgt, zijn er maar weinig andere mogelijkheden om het idee te testen.

Deze voorlopige vondst, en de theorie er achter,  is waarschijnlijk koren op de molen van de samenzweringstheoretici die veronderstellen dat HAARP, een enorme experimentele radiozender in Alaska die de ionosfeer manipuleert met vele  megawatts vermogen, tot doel heeft aardbevingen op te wekken. Als er een natuurlijke oorzaak is (uiteraard de waarschijnlijkste optie, de energie die vrijkomt bij een aardbeving stelt HAARP totaal in de schaduw), zouden we een uitstekend middel hebben om een paar dagen van tevoren aardbevingen te vo0orspellen. Dat zou tienduizenden mensenlevens redden.

Bron
ArXiv

3 gedachten over “Extreme toename IR-straling gemeten voor Japanse aardbeving”

  1. Tsja, mijn simpele theorie is dat wrijving warmte veroorzaakt en warmteverschillen zijn te zien met infrarood-apparatuur.

    Zou het niet zo kunnen zijn dat de toegenomen warmte een bijproduct is van de beving en dat de warmte zich met een hogere snelheid manifesteert dan dat de beving aan het oppervlak is ? Net als bliksem en donder tijdens onweer.

Laat een reactie achter