In steeds meer wetenschappelijke studies komt naar voren dat geloof een sterke invloed heeft op je gezondheid. Moet kerkbezoek en een retraite in een Tibetaans klooster in het ziekenfonds, of ligt de zaak gecompliceerder?
Geloof behoudt patiënten met uitgezaaide longkanker
In een studie van vijftig mensen met gevorderde longkanker, bleken patiënten die volgens hun artsen over een sterk geloofsleven beschikten, beter op chemotherapie te reageren en langer te overleven, Meer dan veertig procent was na drie jaar nog steeds in leven, vergeleken met minder dan tien procent van hen die weinig geloof hadden, wijst een studie van de Milanese arts Paolo Lissoni uit [1]. De exacte criteria staan in de bron in tabel 1, pagina 2.
Wetenschappers zijn over het algemeen zeer huiverig om metafysische invloeden in hun onderzoek aan de orde te stellen, voor een groot deel terecht uiteraard. Onderzoek naar het snijvlak tussen geest en lichaam bevindt zich dus ook vaak op het snijvlak van de gevestigde wetenschap en grenswetenschap. Een wetenschapper die het waagt op deze grens te opereren maakt doorgaans daardoor een storm van kritiek los.
‘Geloof goed voor de gezondheid op tal van manieren’
Er zijn duizenden studies die stellen een link te hebben gevonden tussen een aspect van religie – zoals kerkbezoek en bidden – en betere gezondheid. Geloof wordt vaak geassocieerd met lagere sterfte aan hart- en vaatziekten, minder beroertes, minder hoge bloeddruk en minder stofwisselingsstoornissen. Ook werkt het immuunsysteem van gelovige mensen doorgaans beter, is de prognose voor infecties als HIV en meningitis beter en hebben ze een lager risico voor het ontwikkelen van kanker, de grootste killer in westerse landen.
Critici denken dat er systematische fouten zijn gemaakt in deze onderzoeken. Zij denken dat er ook andere factoren meespelen. Religieuze mensen hebben bijvoorbeeld een minder riskante levensstijl. Kerkgangers krijgen actieve sociale ondersteuning van hun geloofsgenoten en zwaar zieke mensen zijn niet in staat vaak de kerk te bezoeken. Toch wijst een recente meta-analyse van vele studies in dit gebied, waarin deze factoren zijn meegewogen, uit dat religiositeit en spiritualiteit wel degelijk beschermend werkt, zij het alleen in gezonde mensen [2]. In deze studie waarschuwen de auteurs overigens dat positieve resultaten vaak worden overgerapporteerd en negatieve resultaten worden genegeerd, dus dat het resultaat onder voorbehoud is.
Placebo-effect?
Zelfs als het verband tussen religie en een betere gezondheid werkelijk bestaat, is het volgens veel onderzoekers niet nodig om een goddelijke hand hierin te zien. Sommigen zien het “geloofseffect” als een placebo-effect en inderdaad wordt het placebo-effect steeds belangrijker. Het geloof dat een godheid zich inspant om je te genezen bereikt zo het gewenste effect[3]. Lissoni[1] gelooft dat de positieve emoties die geloof en spiritualiteit opwekt leiden tot een betere genezing. Het placeboeffect is overigens ook nu nog even mysterieus als het tientallen jaren geleden was. We weten dat placebo’s werken, maar nog steeds niet waaróm ze werken (al is er er een veelbelovende aanwijzing, zie voorgaande link). Je als wetenschapper hierop beroepen om zo bovennatuurlijke invloeden uit te kunnen sluiten zonder een werkingsmechanisme te kunnen geven is dus niet erg sterk.
‘Doel in het leven belangrijk’
Er zijn nog weer anderen die denken dat het er om draait een doel te hebben in het leven. Wat voor doel dan ook. Een interne locus of control, zeg maar. In een studie naar meditatie, uitgevoerd door Tonya Jacobs en haar groep [4], blijkt een enzym dat telomeren repareert in hogere concentratie voor te komen en meditatie te leiden tot een sterker gevoel dat het leven zin heeft. Volgens de groep zou dit effect wel eens belangrijker kunnen zijn dan meditatie zelf. Van je levensvisie je werk te maken is dus, zo kunnen we besluiten, erg goed voor je gezondheid. De moraal: verdoe je leven dus niet aan dingen die je niet belangrijk vindt.
Bronnen
1. P. Lissoni et al., A Spiritual Approach in the Treatment of Cancer: Relation between Faith Score and Response to Chemotherapy in Advanced Non-small Cell Lung Cancer Patients, In Vivo (2008)
2. Yoishi Shida et al., Religiosity/Spirituality and Mortality: A Systematic Quantitative Review, Psychotherapy and Psychosomatics (2009)
3. Nikola Kohls et al., Spirituality: an overlooked predictor of placebo effects? – Philosophical Transactions of the Royal Society B (2011)
4. Tonya L. Jacobs et al., Intensive meditation training, immune cell telomerase activity, and psychological mediators. Psychoneuroendocrinology (2011)
ik heb net dit bericht binnen visionair Israel bereikt doorbraak en ontwikkeld vaccin tegen kanker http://nieuwsbreker.punt.nl/?id=646407&r=1&tbl_archief=& helaas ben ik gebannen bij nujij.nl vanwege mijn eu artikels.
NuJij………pffffff….. breek me de bek niet open.
Wat een ongelooflijk flut forum. Als die reaguurders representatief zijn voor de Nederlandse maatschappij dan hoef ik nooit meer terug naar die polder. Wat een tokkies en die onderbuik maar ventileren en maar op de man spelen.
Allemaal kleine denkertjes. Ik kom er alleen nog maar om olie op het vuur te gooien, mij te vergapen aan die psychopathologische reacties (vaak compulsief obsessief) en ze dan uit te lachen. Zinvolle discussies zijn er niet mogelijk. Het is gewoon een shoutbox voor de lage IQtjes zoals geenstijl, fok of telegrof.
Ik ben blij dit forum alsook Biflatie te hebben ontdekt.
Uiteraard is er wel enige moderatie maar blijkbaar is de intellectuele drempel te hoog voor trollen BV.
Jammer dat ze mensen zoals jou en ik bannen.
Maar ja, ze willen de hand die ze voedt niet bijten…
Dank je voor de link Alex!
Of misschien zijn mensen met een intrinsiek slechtere gezondheid minder snel geneigd hoop te hebben of in iets te geloven, wellicht door negatieve ervaringen met hun gezondheid.
Het zijn altijd de (negatieve) gedachtes die ten grondslag ligt aan het onstaan van ziektes.
Positieve gedachtes zijn in staat om ziektes volledig te genezen als men er voor 100% in gelooft.
Het is dus niet de religie of het geloof wat geneest, maar de (positieve) gedachte dat het (ongeachte wat dat is) werkt die tot genezing lijd.
Alleen zullen de meeste mensen hier niet in “geloven” zodat het in de meeste gevallen niet zal werken.
Pas als we inzien dat we manifestaties van onze gedachtes zijn zullen we nooit meer ziek worden omdat we dan anders met onze gedachtes omgaan.
Zal nog wel even duren …
Er zijn aanwijzingen dat intens verdriet en hulpeloosheid door een ernstig persoonlijk verlies het risico op kanker in de jaren daarop vergroot. (Horne en Picard, 1979; Shekelle et al.,1981). Zie ook
http://translate.google.nl/translate?hl=nl&sl=en&u=http://content.karger.com/produktedb/produkte.asp%3FDOI%3D49351%26typ%3Dpdf&ei=4T_TTqqmEMKgOtDVgasC&sa=X&oi=translate&ct=result&resnum=2&sqi=2&ved=0CC8Q7gEwAQ&prev=/search%3Fq%3DHorne%2Ben%2BPicard,%2B1997%253B%2BShekelle%2Bet%2Bal%2Bcancer%26hl%3Dnl%26qscrl%3D1%26nord%3D1%26rlz%3D1T4ADSA_nlNL392NL393%26biw%3D1024%26bih%3D540%26site%3Dwebhp%26prmd%3Dimvns
Mogelijk beschadigt aangeleerde hulpeloosheid het zogeheten IMMUUNSYSTEEM van het lichaam. Dit immuunsysteem produceert verschillende typen cellen die de strijd aanbinden met binnendringende vreemde cellen en tumoren. De cellen die tumoren bestrijden, noemt men beeldend ‘killercellen’. De killercellen signaleren tumorcellen als afwijkend en rekenen er prompt mee af. Maier en zijn medewerkers hebben aangetoond dat bij ratten de productie van zulke killercellen wordt belemmerd wanneer men deze dieren in een situatie brengt die tot aangeleerde hulpeloosheid leidt. Eèn groep kreeg zware schokken toegediend. De ratten konden daaraan ontkomen door een tredmolen te laten draaien. Een tweede groep kreeg dezelfde schokken als de eerste groep. Deze ratten konden daar zelf echter niets aan veranderen. Ze ondergingen evenveel lichamelijke stress als de andere ratten, maar ze hadden hun lot niet in eigen hand en waren dus hulpeloos. Vervolgonderzoek wees uit dat dieren die op deze wijze hulpeloos waren gemaakt, minder killercellen produceerden en dus ook minder goed in staat waren de groei van tumorcellen te remmen. Deze uitkomst past goed bij andere bevindingen waaruit bleek dat aangeleerde hulpeloosheid bij ratten tot een toegenomen vatbaarheid voor geïnjecteerde tumoren leidt (Visintainer, Volpicelli en Seligman, 1982; Maier, Laudenslager en Ryan, 1985). Het is niet bekend waarom aangeleerde hulpeloosheid tot beschadigingen aan het immuunsysteem leidt. Wat ook het achterliggende mechanisme moge zijn, dergelijke feiten onderstrepen nogmaals dat kennis van de contingenties (en in het geval van aangeleerde hulpeloosheid het ontbreken van contingenties) tussen de eigen handelingen en de gevolgen daarvan ingrijpende effecten kan hebben op het lichamelijk functioneren.
Hoewel mentale processen invloed kunnen uitoefenen op het lichaam is deze invloed heel beperkt.
@Robert,New-Age en de holistische visie delen jouw mening.
Onderzoeker Spaink (1992)heeft de term ‘orenmaffia’ bedacht, omdat in deze benadering de psychische factor wordt verabsoluteerd.
Uit een ander onderzoek:
Het was reeds lang bekend dat ratten opmerkelijk handig zijn in het vermijden van voedsel waarvan ze net hadden gegeten voor ze misselijk werden. Daarom is het ook zo moeilijk om ratten te vergiftigen: de rat neemt een klein hapje, wordt misselijk, herstelt en raakt het vergif nooit meer aan. Dezelfde effecten kan men oproepen in het laboratorium. De proefdieren (meestal ratten) krijgen een bepaald smaakje voorgezet, bijvoorbeeld water met sacharine. Als ze wat van dit water hebben gedronken, worden ze blootgesteld aan radioactieve straling, precies zoveel dat ze niet doodgaan maar wel heel misselijk worden. Wanneer de dieren zijn hersteld, krijgen ze de keus tussen gewoon water en water met sacharine. In dit geval zullen ze de voorkeur geven aan gewoon water, hoewel ze vòòr hun ziekte dol waren op het zoete drankje.
Andere experimenten suggereren dat we op deze manier iets over sommige psychosomatische ziekten te weten kunnen komen. Men gaf ratten èèn keer suikerwater, gecombineerd met een beetje cyclofosfamide. Dit is een stof die het afweersysteem van het lichaam tijdelijk onderdrukt. Een neveneffect van deze stof is misselijkheid. Als de ratten vervolgens alleen maar suikerwater te drinken krijgen, blijken zij na verloop van tijd ziek te worden als gevolg van een slecht functionerend afweersysteem. Dat gebeurt niet als ratten èèn keer gewoon water krijgen, gecombineerd met cyclofosfamide. Blijkbaar is het mogelijk, in èèn poging het afweersysteem in negatieve zin te conditioneren door een bepaalde stof te combineren met water dat voorzien is van een ongewoon smaakje. Sommigen veronderstellen dat op een dergelijke manier, dat wil zeggen: via conditionering van het afweersysteem, ook bij de mens ziekten ontstaan, waarbij onder andere wordt gedacht aan bepaalde vormen van kanker.
Niet zo’n leuk onderzoek Julie.. maar toont wel aan dat de psyche (of geestelijk welbevinden) van de rat het afweersysteem beinvloed.
Hoe? omdat alles energie is die zichzelf manifesteert en laat manipuleren door gedachtes.
Je bent wat je denkt (dat je bent) ;)
Het onderzoek van psychologisch verlies en longkanker is van Horne en Picard, 1979. De experimenten bij de ratten betreft aangeleerde smaakaversies van Garcia en Koeling, 1966 en Domjan, 1983. (Lincoln P. Brower deed ook onderzoek naar aangeleerde voedselaversies). De psychologie zelf niet maar de toepassing vind ik inderdaad ook problematisch, dat geldt ook voor de statistiek, maar dit is een weergave van een verslag. De conclusie is dat aangeleerde hulpeloosheid ten grondslag ligt aan bepaalde vormen van depressie. Het ontbreken van contingentie kan belangrijke medische gevolgen hebben. Vooral de biologische consequenties van aangeleerde hulpeloosheid zijn soms ingrijpend. Deze gevolgen doen zich soms voor wanneer mensen of dieren ontdekken dat ze geen beheersing meer hebben over stress-oproepende gebeurtenissen in hun leven. Verschillende medische onderzoekingen hebben uitgewezen dat er grond is voor de bewering dat patiënten die ‘de hoop opgeven’ minder overlevingskans hebben dan mensen die blijven vechten. Mensen die wanhopig en gedeprimeerd zijn, hebben meer kans een ernstige ziekte op te lopen en eraan te bezwijken dan mensen die tegen de omstandigheden opgewassen zijn. Maar ik voeg hier aan toe; wees bedacht op zgn. ‘afweermechanismen’, die brengen nieuwe problemen met zich mee.
eigenlijk vermeld je in je artikel al geneog bijkomende faktoren die mede een rol kunnen spelen bij voorspoedige genezing in een gelovige gemeenschap, het blijft een statisties onderzoek waarmee makkelijk kan worden gemanipuleerd,
maar toch blijft het artikel een titel dragen die mij absoluut niet aanstaat als je realiseert hoeveel oplichterij en bedrog voor geldelijk gewin er bestaat met
gebedsgenezers.
Okee, dan gaat het niet over de inhoud van de boodschap zelf maar over wie dit brengt ;).