In veel opzichten is het centrum van ons Melkwegstelsel de interessantste plek, althans: astronomisch gezien. Een gigantisch zwart gat, enorme hoeveelheden donkere materie en de mysterieuze blue stragglers. Ook is er de geheimzinnige ster S2, die zo dicht bij het zwarte gat helemaal niet kan bestaan. Maar helaas: de kern van het Melkwegstelsel wordt onttrokken aan het zich door gas en stof. Tot nu toe. Voor het eerst: een foto van de vijftig lichtjaar rondom Sagittarius A*, het zwarte gat waar het melkwegstelsel – letterlijk – om draait.
Het centrum van onze melkweg ligt ongeveer 27 000 lichtjaar weg in de richting van het sterrenbeeld Boogschutter.
In het centrum van onze Melkweg ligt een zwart gat met een massa van ongeveer vier miljoen maal die van de zon. Hieromheen ligt een ringvormige structuur van ongeveer acht lichtjaar doorsnede: de accretieschijf van het zwarte gat die rond het binnenste volume heen ligt. Deze binnenregio bestaat uit neutraal gas en duizenden sterren die op lichtweken afstand van elkaar staan.
Rond deze ring, tot zevenhonderd lichtjaar ver weg, ligt een dichte moleculaire waterstofwolk. Dit fenomeen komt nergens anders in de Melkweg voor. Hierin vormen zich enorme clusters zware sterren, gigantische moleculaire wolken – sommigen denken dat hier bouwstenen van het leven worden gevormd, naast nog veel raadselachtige, niet in kaart gebrachte gebieden.