adhd

Nomaden, zoals deze Bedja-nomaden, profiteren van het DRD4-gen, blijkt uit onderzoek.

‘Hyperactiviteitsgen DRD4 ontstaan door nomadische levensstijl’

Ben je zelf erg druk, of ken je iemand die erg druk is? Grote kans dat dit komt door het gen DRD4. Uit recent onderzoek bij de nomadische Ariaal uit Kenia blijkt dat dit gen nomaden beter laat overleven.

Vaak genetische oorzaak ADHD
Ouders en leerkrachten, en niet te vergeten de kinderen zelf, zitten met hun handen in het haar door hyperactieve kinderen. Ten einde raad wordt naar de pillenpot gegrepen en proberen de opvoeders met omstreden middelen als Ritalin de kinderen weer in het gareel te krijgen. Vaak zijn deze kinderen dragers van het gen DRD4, voluit dopamine receptor D4. Kinderen, en ook volwassenen die drager zijn van dit gen, zijn erg actief en beweeglijk. Overigens is dit verband niet absoluut. Er zijn DRD4-dragers die niet hyperactief zijn en ADHD’ers die geen drager zijn van het DRD4-gen.

Nomaden, zoals deze Bedja-nomaden, profiteren van het DRD4-gen, blijkt uit onderzoek.
Nomaden, zoals deze Bedja-nomaden, profiteren van het DRD4-gen, blijkt uit onderzoek.

ADHD nuttig voor nomaden?
De Ariaal zijn een nomadische groep die leeft in Noord-Kenia. Het volk is over het algemeen arm en ondervoed. Uit eerdere onderzoeken is bekend, dat bij nomadische volkeren DRD4 vaker voorkomt dan onder de op een vaste plaats gevestigde mensen. In Nederland is een ADHD’er niet echt in het voordeel. De zucht om prikkels te zoeken, maakt dat ADHD’ers hard werken, maar zich niet kunnen concentreren op één ding. Ook vinden niet-ADHD’ers hen vaak irritant, omdat ze druk en veeleisend zijn. Voor nomaden is dat mogelijk anders. Er is immers een reden, waarom bij nomaden het gen veel vaker voorkomt dan bij niet-nomaden. Uniek aan de Ariaal is dat het volk zich gesplitst heeft in een nomadisch deel en een niet-nomadisch deel. Beide groepen trouwen nog wel onderling en hebben inderdaad ook dezelfde frequentie van het DRD4-gen.

Zwaarder lichaamsgewicht
De groep onderzoekers bestudeerde het lichaamsgewicht en de spiermassa van beide groepen Ariaal en vergeleek de groep met DRD4 met de groep zonder DRD4. Opmerkelijk genoeg bleek bij de mannelijke Ariaal met een nomadische levensstijl, de groep met DRD4, een vijfde van alle Ariaal, een hogere spiermassa en body mass index (BMI) te hebben dan de groep zonder DRD4. Bij de sedentair levende groep werd er geen verschil gevonden tussen de dragers van DRD4 en de niet-dragers.

De onderzoekers denken daarom, dat het zoeken van prikkels een nomade succesvoller maakt. Een ADHD’er ontgaat weinig en grijpt elke kans die zich voordoet. Erg handig, als je voortdurend in nieuw gebied komt.

Nomadische levensstijl voor DRD4’ers?
Er bestaan nu al (quasi)-nomadische beroepen als vrachtwagenchauffeur, kermisklant en zeeman. In de wereld van nu is een nomadische levensstijl goed mogelijk. Er zijn wel landsgrenzen, maar bijvoorbeeld internet biedt mogelijkheden om aan inkomsten  te komen onafhankelijk van waar je woont.

Bronnen
D.T.A. Eisenberg et al., Dopamine receptor genetic polymorphisms and body composition in undernourished pastoralists: An exploration of nutrition indices among nomadic and recently settled Ariaal men of northern Kenya, BMC Evolutionary Biology, 2008

Hersenonderzoek voorspelt juiste behandeling bij ADHD en depressie

Antidepressiva voor mensen met een depressie en ritalin voor ADHD-patiënten; het zijn de geijkte medicinale behandelingen bij dergelijke aandoeningen. Maar de medicijnen blijken lang niet altijd even effectief voor alle patiënten. Promovendus Martijn Arns deed onderzoek naar het voorspellen van de juiste behandelmethode bij depressie en ADHD. Volgens hem biedt EEG-onderzoek uitkomst: “In de toekomst zou de patiënt, na een eenvoudig EEG-onderzoek, een gepersonaliseerde behandeling kunnen ondergaan.” Arns promoveert vandaag, 23 december, aan de Universiteit Utrecht.

Behandelingen in de psychiatrie worden veelal vastgesteld op basis van het gedrag van de patiënt. Wanneer bij een patiënt bijvoorbeeld hyperactiviteit en aandachtsproblemen wordt waargenomen, volgt de diagnose ADHD, waarna de patiënt het medicijn ritalin krijgt voorgeschreven. De medicijnen blijken echter lang niet altijd het gewenste effect te hebben. Volgens promovendus Arns is dat weinig verwonderlijk: “Zowel depressie als ADHD kent verschillende subtypen. Bij de ene variant werken medicijnen wel, bij de andere niet.”

Elektroden op het hoofd

Bron foto: Wikipedia

Om te zien of een behandelmethode kans van slagen heeft, onderwierp Arns zijn patiënten aan een EEG. Bij een EEG krijgt de patiënt elektroden op het hoofd geplaatst zodat de hersenactiviteit gemeten kan worden. Na dit EEG kregen de patiënten een van de volgende drie behandelingen voorgeschreven: een behandeling met medicatie, met magnetische hersenstimulatie (rTMS) bij depressie of met neurofeedback bij ADHD. Na de behandeling bekeek Arns of er verbetering was opgetreden bij de patiënt en of er een relatie was tussen het succes van de behandelmethode en het EEG voorafgaande aan de behandeling.

Ritalin positief voor slechts één subgroep
Arns schrijft in zijn proefschrift dat hij drie subgroepen ADHD-patiënten heeft weten te onderscheiden. Een van die subgoepen kenmerkt zich door juist goed te reageren op het medicijn ritalin. “Deze groep vertoonde in het EEG bijvoorbeeld een verhoogde theta-activiteit: een activiteit die geassocieerd wordt met een verlaagd alertheidsniveau en een verminderde volgehouden aandacht.” Bij depressie bleek deze verhoogde theta-activiteit juist samen te hangen met het niet reageren op antidepressiva en rTMS. Mogelijk dat deze subgroep van patiënten beter reageert op bijvoorbeeld ritalin. Een andere belangrijke maat, de zogenoemde trage alfa piek-frequentie, bleek een voorspeller voor het algeheel niet reageren op behandelingen bij zowel ADHD als depressie. “Toekomstig onderzoek moet zich dus richten op het ontwikkelen van nieuwe behandelingen voor deze substantiële subgroep”, stelt Arns.

Hersenactiviteit in plaats van gedrag
In zijn proefschrift pleit de Utrechtse onderzoeker voor meer gebruik van gepersonaliseerde behandelingen binnen de psychiatrie. Daarbij moet niet langer het gedrag als uitgangspunt worden genomen om tot een diagnose en dus tot een behandeling te komen, maar de gemeten hersenactiviteit. “Een eenvoudig EEG-onderzoek zou in dezen een welkom instrument voor de psychiater zijn.”

 

Bron: Universiteit Utrecht

Vroeger een ettertje, nu een slachtoffer van de hardnekkige ADHD-epidemie.

ADHD-hype is oorlog tegen mannen

Bijna tien procent van alle jongens leidt aan een vreselijke ziekte: ADHD. Gelukkig heeft de farmaceutische toverfee een probaat middel gevonden tegen deze ernstige plaag die ons al die eeuwen klaarblijkelijk is ontgaan: methylfenidaat, onder meer verkocht als Ritalin. Tegen een passende vergoeding, dat spreekt. Nu blijkt echter waaróm Ritalin zo effectief is. Achteraf gezien hadden we het kunnen weten…

Vroeger een ettertje, nu een slachtoffer van de hardnekkige ADHD-epidemie.
Vroeger een ettertje, nu een slachtoffer van de hardnekkige ADHD-epidemie.

Ze zitten in elke schoolklas. Van die ettertjes die niet stil kunnen zitten en continu ruzie lopen te zoeken met andere jongens. Of meisjes. Vroeger moesten deze jochies op de gang staan, of in de hoek staan met ezelsoren op hun hoofd. Dat hielp even, want met de schoolmeester was in die dagen niet te spotten. Daarna gingen ze in het leger, of sloten zich aan bij de lokale struikroversbende.

Dat is nu anders. Nu moeten ze pilletjes slikken, want ze zijn ziek. Vinden de farmaceuten, en die kunnen het weten. Ze verdienen er ook een dikke boterham aan: alleen al in de VS, het epicentrum van de ADHD-epidemie, slikken de kindertjes naar schatting vier miljard dollars weg. Per jaar. Dat is lekker verdienen natuurlijk, bijna net zo’n goede business als die andere farmaceutische zwendel, cholesterolverlagers. Volgens onderzoek van de CDC, het Amerikaanse centrum voor ziektencontrole, lijden bijna tien procent van alle jongens aan ADHD. Jeugdhelden als Tom Sawyer, Huckleberry Finn en Pietje Bell zijn typische ADHD-klanten. Het is maar dat u het weet.

Naar blijkt heeft ADHD een sterk erfelijke component. De ziekte blijkt onuitroeibaar. Geen wonder, zou een bioloog zeggen. Jongens hebben het grootste deel van de tijd dat onze soort bestaat, niet op school gezeten. Ze leerden jagen en andere belangrijke vaardigheden om henzelf en de rest van de stam mee in leven te houden. Kortom: ze waren voortdurend actief bezig. Eigenlijk is het een monument voor het enorme menselijke aanpassingsvermogen dat de meeste kinderen op school wél stil kunnen zitten. Maar die minderheid die dat niet kan is lastig natuurlijk, voor de leraar. Dus volproppen met pilletjes dan maar.

Er is nu ontdekt dat methylfenidaat, de werkzame stof in Ritalin, de puberteit uitstelt in jonge rhesusapen. Zaadballen ontwikkelen zich veel minder snel dan in soortgenoten die geen methylfenidaat krijgen toegediend. Weliswaar waren de doses die bij de rhesusapen werden toegediend veel hoger dan therapeutisch worden toegepast, maar toch. Zou Ritalin kunstmatig de symptomen van de puberteit, zoals onaangepast gedrag, onderdrukken en daarom zo effectief zijn?

Bronnen
1. Record Sales in US Reported for ADHD Medication, Health Watch (2011)
2. Pubertal delay in male nonhuman primates (Macaca mulatta) treated with methylphenidate, 2011