Uit sterrenstof zijn we ontstaan en op een dag, hopelijk nog deze eeuw, zullen wij mensen terugkeren tot de sterren. Sommige mensen gaan verder. Ze denken dat de sterren en planeten hun lot bepalen. Is astrologie zin of onzin?
Wat is astrologie?
Voor wie zich afvraagt waarom de meeste namen voor wetenschappen eindigen op “logie”, behalve “astronomie”: dit komt omdat astrologie eerder bestond dan astronomie. Astronomen, die hemellichamen op wetenschappelijke wijze bestuderen, wilden zich graag onderscheiden van astrologen.
Dit is geen wonder. Astrologie is het geloof, dat de stand van de planeten en sterren op je geboortetijdstip, je lot bepaalt. Hoewel astrologen gedetailleerde methoden hanteren om voorspellingen over je toekomstige levensloop uit de standen van de sterren los te weken, zijn deze methoden niet wetenschappelijk onderbouwd. Kortom: astrologen doen zo ongeveer alles waar een rechtgeaarde wetenschapper van gruwelt.
Zo is er geen duidelijk werkingsmechanisme van astrologie. De zwaartekracht van de verloskundige op een baby is vier keer zo sterk als ze zwaartekracht van de planeet Mars, bijvoorbeeld. De enige hemellichamen waar je als mens echt wat van merkt zijn de zon (dag en nacht) en de maan (eb en vloed, in combinatie met de zon). Naast de aarde zelf, natuurlijk. En eventueel inslaande asteroïden. Uiteraard kan in dat laatste geval een astronoom een nauwkeurige voorspelling maken van je sterfdatum. En die van haarzelf en de rest van de mensheid, natuurlijk.
Welke vorm?
Een ander probleempje met het geloven in astrologie, is dat er minstens drie verschillende astrologieën zijn. De Chinese astrologie gaat uit van het geboortejaar, de Indiase (vedische) astrologie en verwante Griekse astrologie gaat uit van de standen van planeten. En ook de Maya’s (en waarschijnlijk de Inca’s ook) kenden een uitgewerkte vorm van astrologie. Uitgaande van dezelfde stand van de sterren, komt een Indiase astroloog dus tot een andere voorspelling dan een westerse. De yuga’s van de Indiase astrologie zijn heel andere dan de baktuns van de Maya.
Dit terwijl bijvoorbeeld de Chinese, Griekse en Maya-versie van de Stelling van Pythagoras, dezelfde uitkomst opleveren.
Gauquelin: bewijs dat astrologie werkt?
De Franse psycholoog Pierre Gauquelin ontdekte, naar eigen zeggen, een “Mars effect“. De stand van de planeet Mars tijdens de geboorte van iemand zou de kans om een succesvol sporter te worden, beïnvloeden. Deze ontdekking deed het nodige stof opwaaien, en werd door astrologen met beide handen aangegrepen om hun geloof in de sterren te verdedigen. Later bleek dat hij de nodige methodologische fouten had gemaakt. Zo bleek het effect niet meer op te treden bij geboortedata na 1950, toen artsen de geboortedatum doorgaven.
Een vergelijkbaar effect, waarbij de geboortemaand een statistisch significant effect bleek te hebben op Canadese ijshockeyprestaties, was terug te voeren op de leeftijd van een leerling. Als een leerling vlak nadat het selectiejaar begint jarig is, is hij veel groter en sterker dan een leerling die aan het einde van het jaar die leeftijd bereikt. Domweg omdat hij bijna een jaar ouder is. Hij zal dus eerder als “ijshockeytalent” worden gezien en worden gescout, dan de jongere leerling.
Kortom: sterren en planeten zijn erg boeiend, maar bepalen je lot niet.
Tenzij je besluit om astronoom of astronaut te worden. Of naar Mars te verhuizen. Sterren bepalen niet de toekomst, onze toekomst ligt in de sterren.