Nu er steeds meer permafrost smelt en het een kwestie van tijd is voor de methaanclathraten in de diepzee vrijkomen, lijken de gevolgen van klimaatverandering onomkeerbaar. Wat kunnen we doen om de eenentwintigste eeuw zonder al te veel kleerscheuren door te komen?
De oorzaak: kooldioxide
Zonder atmosfeer was de aarde een ijsplaneet met een gemiddelde temperatuur van 255 kelvin (-18 graden C). Het is op aarde een comfortabele 288 kelvin, 33 graden warmer dus dan verwacht zou worden. De reden is dat de atmosfeer, en dan vrijwel alleen de waterdamp (60-70%) en kooldioxide (enkele procenten) in de atmosfeer, de warmtestraling op het aardoppervlak houdt.
De hoeveelheid door de mens in de atmosfeer gepompte kooldioxide is, zoals bekend, sterk aan het stijgen. Het natuurlijke CO2-gehalte is 0,0285% (285 ppm; delen per miljoen). Deze waarde is vastgesteld rond het begin van de twintigste eeuw. In de laatste 120 jaar is dit gehalte sterk aan het stijgen. De oceanen lijken niet meer in staat nog veel CO2 op te nemen, de reden dat het CO2-gehalte steeds verder stijgt. Op het moment van het schrijven van dit artikel (2016) is de waarde veel hoger, rond de 400 ppm. Dat is anderhalf keer zo hoog.
Dit leidt tot een veel grotere hoeveelheid warmte die vastgehouden wordt.
Wat zijn de gevolgen?
De opwarming krijgt veel aandacht. Inderdaad zou de toename van de hoeveelheid koolstofdioxide naar niveaus van voor de zogeheten Azolla-event, de oerwouden weer terugbrengen. Uiteraard zal de zeespiegel dan ook vele meters stijgen, wat voor Nederlanders en Vlamingen betekent dat ze maar beter zwemmen kunnen leren. Dit zal echter nog wel enkele duizenden jaren duren.
Minder bekend, maar minstens zo vervelend is de verzuring van de oceanen. Koolstofdioxide en water vormen in een evenwichtsrelatie koolzuur, een zwak, instabiel zuur. Biologen denken dat veel koraalsterfte door deze verzuring wordt veroorzaakt. Kalksteen lost onder deze omstandigheden op, waardoor er nog meer koolstofdioxide vrijkomt.
Er zijn ook effecten op de gezondheid van mensen. Een kooldioxidegehalte van 1000 ppm blijkt te leiden tot sufheid en concentratieverlies.
Voor planten is extra koolstofdioxide erg goed nieuws. Omdat ze veel energie moeten stoppen in het vastleggen van CO2 – bijna de helft van alle eiwit in plantencellen bestaat uit het enzym rubisco, dat CO2 vastlegt – betekent een hoger CO2-gehalte een veel betere groei. En dus dikwijls een hogere voedselopbrengst.
Wat doen we er aan?
Alleen geoengineering op planetaire schaal, bijvoorbeeld de chemtrails van complottertjes, of het in de lucht brengen van aerosols, kan de temperatuurstoename stoppen. Maar daarmee lossen we de verzuring en gezondheidseffecten niet op. Een structurele oplossing moet iets zijn waarmee we de CO2 uit de atmosfeer en oceaan kunnen halen. Dan valt te denken aan planten of CO2 winnen door het te destilleren uit de atmosfeer en – uiteraard – het vaarwel zeggen van fossiele brandstoffen. Een tweede oplossing is ons aan te passen. We zullen Nederland en België vaarwel moeten zeggen en moeten kiezen voor een bestaan op zee, of ergens in een gebied dat nog droog is. Het is vervelend dat we ons suf zullen voelen door het sterk toegenomen CO2-gehalte, maar mogelijk kunnen we dit oplossen door air conditioning.
Planten worden inderdaad groter, maar ze leveren hierdoor geen hogere voedingswaarde. We zullen dus meer moeten eten, om dezelfde hoeveelheid energie en voedingsstoffen binnen te krijgen. Op een extreem lange termijn zou dat kunnen betekenen dat wij als mens ook zullen groeien, langzamer gaan bewegen en eindigen als een soort logge, menselijke soort van olifant.
Wat goed helpt tegen co2 is het planten van suikerbieten. Suikerbieten zetten co2 om in suiker en kunnen per hectare zo een 38 ton aan co2 opnemen. De suiker kunnen we vervolgens gebruiken om alcohol te maken, een prima en relatief schone brandstof en een gewild product in de vorm van een borrel of likeur.
Kroossoorten zijn ook bijzonder goed in het opnemen van co2, tot wel 500 ton/hectare.
Het co2 probleem is redelijk in kaart gebracht en is ook prima op te lossen, mits we dit gezamenlijk doen. Hier suikerbieten planten terwijl men in Irak en Syrië oliebronnen in de fik steekt, is dus niet de manier.
Waar ik mij veel grotere zorgen over maak, is de hoeveelheid methaan in de atmosfeer. Bijvoorbeeld de uitstoot van methaan door koeien is een grotere bron van vervuiling dan het autoverkeer.
Ook in het ijs op de polen is een enorme hoeveelheid methaan opgeslagen, wat vrij komt bij het smelten van het ijs. We denderen echt recht op een wereldwijde klimaatverandering af, wat voor ons niet al te best is, maar moedertje aarde herstelt de boel wel weer en dan begint er misschien weer een nieuwe cyclus :)