Vrijheid eindigt waar die van een ander begint. Is dat zo of moeten we ook met andere dingen rekening houden? Wat is de optimale hoeveelheid vrijheid en hoe met vrijheid verdeeld worden?
Wat is vrijheid?
In feite wordt vrijheid sociologisch gezien negatief gedefinieerd: als het ontbreken van (specifieke) beperkingen. Natuurkundig gezien zijn vrijheidsgraden het aantal mogelijkheden, een positieve definitie dus. Dus als mensen dingen kunnen doen zonder dat ze hierin worden belemmerd door de overheid of maatschappij, genieten ze vrijheid.
Vrijheid is niet alleen gunstig. In veel opzichten hangt ons leefcomfort af van de mate waarin anderen geen vrijheid genieten. Denk aan het ontbreken van de vrijheid de volumeknop wijd open te zetten, links te rijden of iemand seksueel lastigvallen die daar niet van gediend is. Meer in het algemeen: de vrijheid anderen te hinderen. Wat wel mag en niet mag, is niet voor niets een fel discussieonderwerp in de politiek.
Vrijheidsmaximalisatie
Er is dus een bepaalde maximale hoeveelheid vrijheid gunstig. Waarschijnlijk kan deze hoeveelheid worden bepaald naar analogie van een stabiel evenwicht volgens de speltheorie: die mate van vrijheid waarbij elke verandering een vermindering van de effectieve totale vrijheid betekent.
Alleen die verboden die netto gezien meer vrijheid opleveren dan ze afnemen, zijn dus gewettigd. Zo is een verbod op het in bezit hebben en gebruiken van atoombommen logisch, want de ellende die een ontploffende atoombom aanricht (en de inperking van de vrijheid van de honderdduizenden slachtoffers tot nul) is veel groter dan het twijfelachtige genoegen dat het afsteken van het ideale oudejaarsvuurwerk met zich meebrengt.
Vrijheidsverdeling
De elite mag veel meer dan de gewone man. De oude Romeinen brachten dit treffend onder woorden als quod licet Jovi, non licet bovi: wat [de Romeinse oppergod] Jupiter is toegestaan, is een rund niet toegestaan.
In dictatoriaal geregeerde landen zijn deze machtsverschillen iets groter dan in een “democratie” als bijvoorbeeld Nederland. Zo weet de overheid in Nederland heel veel van haar burgers, maar wordt door minister Donner de Wet Openbaarheid Bestuur, de belangrijkste waarborg tegen overheidstirannie waar we over beschikken, uitgekleed.
Zo word je hier drie jaar opgesloten als je een waxinelichthouder tegen de gouden koets gooit, een vrij onnozel vergrijp, en mag de lieflijke kroonprinses net als haar wat boertige gemaal, grove verkeersovertredingen begaan (en een man het ziekenhuis in rijden) zonder dat dit veel repercussies heeft. Niet erg netjes, maar in bijvoorbeeld Syrië of Noord-Korea kost het bekogelen van een gezagsdrager je het leven. Machthebbers in deze landen hebben veel meer vrijheid dan machthebbers in een democratisch geregeerd land of een land als Nederland.
Verdeling van vrijheid
Je zou de vrijheid van een land kunnen inschatten met een vrijheids-equivalent van de Gini coëfficiënt. Hoe kleiner de verschillen in vrijheid tussen de elite en de gewone man, hoe democratischer het land. Denemarken is wat dat betreft veel democratischer dan Nederland en Nederland democratischer dan bijvoorbeeld Maleisië of Noord-Korea. Over het algemeen is de totale vrijheid van een land er mee gediend deze index zo laag mogelijk te houden.
Interessant artikel. Moet je wel even over nadenken over de 2 benaderingen van vrijheid. In de negatieve benadering van vrijheid heb je minder vrijheid als je meer niet kunt. Dus dan wordt vrijheid als iets absoluuts gezien. Iets wat een eis is en wat je hoort te hebben. Er wordt gekeken vanuit de mate van beperking. Hoe meer beperkingen, des te minder vrijheid.
Â
Terwijl in de positieve benadering vrijheid dus als een voorrecht wordt gezien. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden. Hoe meer mogelijkheden moet meer vrijheid. Vrijheid is dan niet iets wat vanzelfsprekend is.
Â
De benadering van vrijheid is natuurlijk ook afhankelijk wat je gewend bent. Als je nooit gewend bent aan veel mogelijkheden of en je krijgt opeens meer mogelijkheden, dan heb je een bevrijd gevoel. Als je echter een verwend kind bent geweest en alles werd voor je gedaan, en je moet opeens alles zelf doen. Dan is dat waarschijnlijk geen gevoel van bevrijding.
Â
Er is denk ik ook een maximum aan vrijheid. Als er totale vrijheid zou zijn, dan heb je geen regels en wetgeving met het risico dat er een anarchie kan ontstaan. Totale vrijheid bestaat dus ook niet. Vrijheid heeft per definitie een grens. Interessante benadering trouwens vanuit de speltheorie. Â