De Rohingya-kwestie: zijn de Rohingya slachtoffers of daders?
De mainstream media wereldwijd, vanzelfsprekend inclusief in de Lage Landen, zijn het er alle roerend over eens: de zogeheten Rohingya’s zijn onschuldige slachtoffers van de wrede Burmese/Myanmarese politieke en legerleiding. Zelfs Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi moet, vinden diverse kopstukken in de mediawereld, haar Nobelprijs inleveren. Wat is er werkelijk aan de hand in de Myanmarese grensprovincie Rakhine?
Wie zijn de zogeheten Rohingya’s?
De groep die zichzelf Rohingya’s noemt, bestaat uit etnisch indo-arische Bengali-sprekende islamieten. Ze zijn etnisch, linguistisch en religieus nauw verwant met de bevolking van het buurland Bangladesh. Volgens historische bronnen zijn ze vrijwel allemaal de nakomelingen van Bengaalse islamieten die in de negentiende en twintigste eeuw, toen Burma nog deel uitmaakte van Brits Indië, uit het huidige Bangladesh naar Burma zijn gemigreerd, alhoewel er ook voor die tijd een (kleine) immigrantengemeenschap bestond. Een belangrijk deel is ook na 1975, toen de bloedige onafhankelijkheidsoorlog van Bangladesh tegen Pakistan plaatsvond, uit Bangladesh naar Myanmar gevlucht of, in de jaren negentig, gemigreerd. Etnisch en linguïstisch gezien, zijn de zogeheten Rohingya’s ononderscheidbaar van de meerderheidsbevolking in buurland Bangladesh. Dit is de reden waarom de Myanmarese overheid ze aanduidt als Bengalen.
Wat is de geschiedenis van de Rohingya’s?
De huidige burgeroorlog in de Myanmarese deelstaat Rakhine is de laatste in een lange reeks. In 1942 bezette Japan het toen door de Britten gekoloniseerde Birma. De Britten bewapenden de Bengalese immigranten om tegen het Japanse leger te vechten. In plaats van het Japanse leger, vielen de Bengalen de inheemse bevolking van Rakhine aan. Hierbij vielen tienduizenden doden aan beide zijden. Direct na de onafhankelijkheid van (toen nog) Birma poogden Bengaalse opstandelingen om enkele grensgebieden met toen nog Oost-Pakistan, zoals het schiereiland Mayu, deel uit te laten maken van Oost-Pakistan. Deze burgeroorlog duurde tot in de jaren zestig. Het conflict, deze keer in samenwerking met islamistische terreurgroepen uit Pakistan en Maleisië, laaide weer op in de jaren negentig en de jaren 2010. De Rohingya als onschuldige slachtoffers afschilderen, zoals de mainstream media doen, is dus aantoonbaar onjuist en een journalist onwaardig.
Het Burmese gezichtspunt: de Rohingya als Sudetenduitsers
De bevolking van Bangladesh is vergeleken met die van Myanmar (60 miljoen) enorm. In Bangladesh wonen rond de 160 miljoen mensen op een oppervlakte van 3,5 maal Nederland of 5 maal België, waarvan rond de 90 procent uit islamieten bestaat. Als een belangrijk deel van de Bangladeshi’s naar Myanmar migreert, betekent dit het einde van Myanmar. Slechts vijf eeuwen geleden was Bengalen in meerderheid boeddhistisch. Nu worden de laatste boeddhistische gebieden in Bangladesh, de Chittagong Hill Tracts, overlopen door honderdduizenden islamitische migranten uit de rest van Bangladesh.
De Burmezen kennen de geschiedenis van Bengalen erg goed en voelen er weing voor om te eindigen als de Chakma’s en andere boeddhistische minderheden in Bangladesh. Zolang er islamieten in Myanmar wonen, hebben islamitische terroristen een schuilplaats. Ze hebben daarom besloten om deze existentiële bedreiging voor Myanmar in de kiem te smoren.
Wat er nu met de Rohingya’s gebeurt, is goed te vergelijken met wat er na de Tweede Wereldoorlog met de Sudetenduitsers gebeurde. Ook hier werden de grensgebieden van een land, Tsjecho-Slowakije, gekoloniseerd door etnische Duitsers, een veel groter en sterker buurvolk. In 1938 eiste de toenmalige Duitse dictator Adolf Hitler, dat de door Sudetenduitsers bewoonde gebieden aan Duitsland zouden worden overgedragen. De internationale gemeenschap onder leiding van de Britse premier Neville Chamberlain dwong de Tsjechen om deze gebieden af te staan. Dit betekende het einde van Tsjecho-Slowakije als onafhankelijk land en de aanloop tot de Tweede Wereldoorlog. Om te voorkomen dat dit ooit weer zou gebeuren, verjoegen en vermoordden de Tsjechen de Sudetenduitsers na de Tweede Wereldoorlog.
Het vermoedelijke einde van het Rohingya-conflict
Op ditt moment mengen zich islamistische terreurgroepen, zoals Al Qa’ida, in het conflict. Dit biedt de Myanmarezen een welkom excuus om voor eens en voor altijd af te rekenen met de ’terroristen’, lees: existentiële bedreiging voor het land die de Rohingya’s vormen. Tot nu toe moest Myanmar rekening houden met Amerikaans militair ingrijpen. Als Barack Hussein Obama of Hillary Clinton president was geweest, was dit ook zeker gebeurd. Het lijkt er op dat het land nu het presidentschap van de niet als islamvriend bekendstaande president Donald Trump aangrijpt om ongestraft het voorbeeld van de Polen en Tsjechen te volgen en Rakhine etnisch te zuiveren van de Rohingya’s. Als er geen Rohingya’s meer in Myanmar zijn, hebben de islamitische moedjahedien geen burgerbevolking meer waaronder ze zich kunnen verschuilen. Dit betekent voor Myanmar dat er een vervelend probleem effectief is opgelost.
Bangladesh krijgt er een nieuw, groot probleem blij. Om te beginnen zullen islamisten wraak nemen op de boeddhistische minderheid. Ze kunnen massaal recruteren uit de Rohingya-vluchtelingen die niets meer te verliezen hebben. Deze twee gebeurtenissen zullen Bangladesh destabiliseren. Tot nu toe heeft het land succesvol weerstand geboden tegen de islamisering, dit omdat de Pakistaanse bezetters tijdens de onafhankelijkheidsoorlog op werkelijk beestachtige wijze huis hebben gehouden onder de Bengalese bevolking. Bangladeshi wijzen trots op hun explosief groeiend economie, waar die van Pakistan kwijnt onder soennitische achterlijkheid en bloedig sektarisch geweld. Inderdaad een indrukwekkende prestatie, waarop de ooit straatarme Bangladeshi terecht erg trots zijn. Helaas zal hier vermoedelijk een einde aan komen, als de islamisten de macht grijpen. Dit zal een enorm humanitair drama betekenen.
De Rohingya-kwestie: zijn de Rohingya slachtoffers of daders? Meer lezen »