machine

De 'spookhand' bestaat uit armband en enkele onderdelen. Bron: Rekimoto lab

‘Spookhand’ maakt beginner pianovirtuoos

Japanse onderzoekers hebben een apparaatje ontwikkeld waarmee een menselijke hand uit zichzelf begint te bewegen. Een machine die een mens bestuurt dus in plaats van andersom. Onderdeel van een trend, waarin mens en machine steeds meer verweven raken…

Liefhebbers van griezelfilms kennen ongetwijfeld wel de akelige scènes waarin zijn eigen hand, bezeten door een boze geest, de held probeert te wurgen. Spookverhalen en griezelfilms zijn erg populair in Japan, dus waarschijnlijk hebben de scheppers van de ‘Possessed Hand’, onderzoekers van de universiteit van Tokyo en Sony, zich daardoor laten inspireren. Hun apparaat prikkelt met behulp van elektrische pulsen de zenuwen in de hand, zodat deze de hand kan besturen. In feite is dit effect al langer bekend: reflexen, bijvoorbeeld het terugtrekken van je hand als je je brandt, werken ook buiten de hersenen om.

PossessedHand wordt aan de onderarm vastgemaakt en geeft elektrische pulsen af om daarmee de spieren in de vingerkootjes aan te sturen. De gehele constructie bestaat uit een microcontroller (een type chip) en een tweetal armbanden die samen over 28   elektroden beschikken. Elke elektrode is gespecialiseerd in het leveren van een specifieke prikkel aan de spieren.  De 28 prikkels die de PossessedHand levert, laten de hand reflexmatig bewegen.

De 'spookhand' bestaat uit armband en enkele onderdelen. Bron: Rekimoto lab
De 'spookhand' bestaat uit armband en enkele onderdelen. Bron: Rekimoto lab

Pianospelen zonder les
Eén van de toepassingen is met de ‘spookhand’ piano te spelen. Een kwestie van de juiste spieren aansturen. Wel zullen dan ook spieren in de bovenarm moeten worden aangestuurd, immers het toetsenbord van de piano is meer dan anderhalve meter breed. Klinken als Wibi Soerjadi zal het niet, daarvoor is de motorische controle te ruw, maar een primitieve vorm van pianospelen moet te bereiken zijn. Dit is ook te bereiken met andere muziekinstrumenten of, indien nodig, het bedienen van een ingewikkeld apparaat. Zo zijn er gevallen bekend waarbij de piloot van een vliegtuig onwel werd en een passagier het moest overnemen. Een paar ‘spookhanden’ die bijvoorbeeld worden aangestuurd vanaf de verkeerstoren, bij de piloot of een passagier, zouden in dat geval levensreddend zijn. Ook voor mensen met neurologische aandoeningen, denk aan een dwarslaesie, kan deze toepassing veel bereiken.

Sinistere toepassingen
Ook zou je op die manier gevangenen onder bedwang kunnen houden. Stel dat een gevangene, bijvoorbeeld iemand die de Geliefde Leider een zakkenvullende jokkebrok heeft genoemd, hiervan wordt voorzien, dan zou bijvoorbeeld een spraakherkennende chip hemzelf elke keer dat hij de Geliefde Leider een schurk noemt, of als de bewakers zich vervelen, hem zichzelf in zijn gezicht kunnen laten slaan. of, als hij de benen neemt, hem om laten keren en terug laten lopen. Aangezien de gehele bevolking in een land als Noord-Korea gevangene is, zou je op die manier als dictator het gehele volk kunnen uitrusten. Zelfs Orwell had dit niet kunnen verzinnen.

Bron
Rekimoto Lab

De meeste experts denken dat kunstmatige intelligentie begin deze eeuw de menselijke zal overtreffen.

Zullen machines slimmer worden dan de mens?

Onze hersenen zijn het meest complexe ding in ons universum, voor zover we weten.  Maar toch is er geen reden om aan te nemen dat er iets buiten onze hersenen bestaat dat mede verantwoordelijk is voor ons denken – wat betekent dat we in theorie machines kunnen bouwen die de functie van de hersenen over kunnen nemen.

Machines worden steeds slimmer
En zijn machines eenmaal zo slim als mensen, dan zullen ze waarschijnlijk niet erg lang op dat niveau blijven hangen. Immers, de ontwikkeling van computertechniek gaat snel met een verdubbeling aan rekencapaciteit elke anderhalf tot twee jaar (de Wet van Moore). Enkele onderzoekers denken zelfs dat het volgend decennium al zo ver is.

De meeste experts denken dat kunstmatige intelligentie begin deze eeuw de menselijke zal overtreffen.
De meeste experts denken dat kunstmatige intelligentie begin deze eeuw de menselijke zal overtreffen.

Een IQ van twee miljoen
Voor de eerste keer zijn we dan niet langer de meest intelligente levensvorm op de planeet. De gevolgen zullen ingrijpend zijn. Onderzoek en ontwikkeling zullen bijvoorbeeld veel sneller gaan dan nu. Wiskundige en science fiction schrijver Vernor Vinge noemde dit punt ‘de singulariteit’ – het punt waarop de wereld wordt getransformeerd tot iets dat veel verder gaat dan we ons ook maar voor kunnen stellen. Een intelligentie die de menselijke vele ordes van grootte overtreft, is per definitie niet te voorspellen.

Burgerrechten voor AI’s?
Toch zijn er meerdere scenario’s denkbaar. Eén scenario is dat de kunstmatige intelligenties ons uit zullen roeien. Deze kans is vooral groot als de kunstmatige intelligenties uit een militair onderzoekslab afkomstig zijn. Volgens natuurkundige David Deutsch van Oxford kan een op hol geslagen kunstmatige intelligentie voorkomen worden als AI’s burgerrechten krijgen en onderdeel uitmaken van onze bestaande instituten. Het probleem blijkt uiteraard hoe we ooit kunnen concurreren met wezens die veel slimmer zijn dan wij, veel minder nodig hebben en 24 uur per dag door kunnen werken. En,  erger nog, zich voortdurend verder ontwikkelen. Kortom: na verloop van niet veel tijd zullen ze mensen geheel vervangen hebben. Mensen lopen dan totaal in de weg, zoals een renpaard in een parkeergarage.

De aarde als reservaat voor de mens
De aarde is voor machines niet een erg gastvrije plek. Het is veel te warm en te vochtig. Bovendien is de aarde vergeven van een bijzonder naar reactief gas, zuurstof genaamd. Kortom: voor een machine is het  veel interessanter om de aarde te verlaten en op een ijsmaan of omgebouwde planetoïde een woonstek te zoeken. Daar kan je namelijk veel makkelijker de afvalwarmte kwijt dan op aarde.  In de ruimte tussen de sterren is het vier kelvin, dat is vier graden boven net absolute nulpunt. Alleen helium is bij die temperatuur nog vloeibaar. Ideaal voor supergeleiders.

Wordt ons bestaan zo niet zinloos?
AI-onderzoeker Goertzel denkt van niet. Zolang er maar de dagelijkse pleziertjes zijn zullen mensen zich senang blijven voelen. De machines zullen dan de plaats innemen die goden gedurende duizenden jaren innamen – machtige, bovenmatig wijze, onbegrijpelijke wezens. Goertzel ziet een soort ‘best case’ scenario voor zich waarin mensen die daar voor kiezen zichzelf kunnen laten uploaden in een machine en veranderen in een soort onsterfelijke halfgod. Anderen zullen blijven zoals ze zijn – dus uiteindelijk rochelend de pijp aan Maarten geven. Misschien heel ingrijpend, maar dan toch. We hebben nu helemaal geen keus.

Lees ook: Kunnen machines denken?

Bronnen:
1. Technological Forecasting and Social Change”>Technological Forecasting and Social Change, 2010
2.Existence: what happens if computers overtake us? – New Scientist (2011)

Kunnen machines denken?

I propose to consider the question, “Can machines think?” This should begin with definitions of the meaning of the terms “machine” and “think.” (1)

Met deze woorden opende Alan Turing in 1950 het artikel waarin hij een test omschreef die inmiddels bekend is onder de naam ‘Turingtest’. Deze test hield grofweg in dat een ondervrager door vragen te stellen erachter moet komen welke van de ondervraagden een mens is en welke een machine zonder deze te kunnen zien. De machine ‘slaagt’ voor de test als het de ondervrager niet lukt onderscheid te maken tussen de twee; als de machine reageert als ware een mens.
De vraag of machines kunnen denken vond Turing ‘te zinloos’ om over te discussiëren (2), maar de Turingtest beïnvloedt zeker de manier waarop men tegenwoordig naar kunstmatig intelligente machines kijkt en zal ook in de toekomst relevant zijn omtrent de vraag of, jawel, computers kunnen denken.
In dit artikel ga ik, in tegenstelling tot Turing, ervan uit dat de machine niet alleen in taaluitingen en ander gedrag, maar ook qua uiterlijk in de toekomst niet van de mens te onderscheiden zal zijn [a]. Voor het gemak zal ik deze machine ‘Tuman’ noemen [b].

Hersencapaciteit van de toekomst?

In 1958 schrijft Norman Malcolm (3) dat computers woorden nooit zullen kunnen begrijpen zoals een kind ze begrijpt, omdat een computer (net als een boom) niet kan handelen en dus niet kan deelnemen aan dezelfde tests als een kind (4). Een aantal jaar later maakt Malcolm onderscheid tussen verschillende opvattingen van ‘denken’ (5): het denken als in ‘een bewustzijn hebben’ en een gedachte hebben als in ‘propositionele attitudes hebben’. Als voorbeeld van dit onderscheid noemt Malcolm dat een hond niet de gedachte kan hebben “er zit een kat in de boom”, maar wel kan denken dat er een kat in de boom zit (6). Zo kan ook een mens denken zonder een gedachte, maar kan Tuman slechts gedachtes hebben zonder werkelijk te denken.

Voor John Searle (7) bestaat er geen twijfel of zijn hond kan denken: hij denkt omdat Searle wéét dat hij denkt (common-sense-argument). Dit zou betekenen dat als Searle van jongs af aan zou zijn opgegroeid met ‘denkende’ Tuman, Searle ook ‘weet’ dat deze denkt. Toch zou Searle het daar niet mee eens zijn; hij geeft met het Chinese-room experiment aan dat mensen van een machine niet zullen zeggen dat het een taal daadwerkelijk ‘kent’ als het slechts blindelings instructies omtrent die taal opvolgt. Dit is wat bij Tuman wél gebeurt. ‘Kennen’ is meer dan correct toepassen; het is daadwerkelijk begrijpen wat er gebeurt.

Volgens Searle en Malcolm kan Tuman dus niet denken. Toch ben ik van mening dat het mogelijk is om Tuman te laten denken op een manier die gelijkend is aan die van mensen, en wel met het invoeren van ‘conflicten’. Zowel bij Donald Davidson (8) als bij Harry Frankfurt (9) wordt ‘denken’ in zekere zin gedefinieerd aan de hand van een notie van conflict, hoewel beide filosofen dit op een verschillende manier uitwerken.

Voor Davidson moet men kunnen realiseren dat men een verkeerde overtuiging had. Pas als je kan denken: “ik had het fout” (en dus ook een fout hebben gemaakt), dan kan je echt denken. Frankfurt koppelt het persoon-zijn (wat voor hem niet per se hetzelfde is als mens-zijn) aan doelgericht handelen op basis desires van verschillende orde[c][d]. Dat desires van verschillende orde bestaan blijkt op het moment dat er een conflict tussen verschillende desires ontstaat. Als men slaagt gedrag te sturen op basis van hogere orde desires, is dat een manifestatie van vrije wil [!]. Een computer zal nooit kunnen zeggen: “ik heb een verkeerde berekening gedaan” (Davidson) of: “ik wil dat ik x zou willen” (Frankfurt). Er moet, om deze eigenschappen van denken te genereren, een bepaalde vorm van ruis geïntroduceerd worden in het lauter rationele proces van Tuman.

Searle en zijn Chinese Room Experiment
Searle en zijn Chinese Room Experiment

Door aan de hand van externe ruis (ERF [e]) random input te genereren, zal Tuman zich menselijker gaan gedragen. Een voorbeeld van ERF is de kosmische achtergrondstraling die reeds door instituten wordt gebruikt om ‘true randomness’ te verkrijgen (10). Als Tuman uitgerust is met een dergelijke ‘stoorzender’, zal het onmogelijk zijn om het gedrag van Tuman precies te voorspellen.

Bij het Chinese-room experiment van Searle wordt niet van ERF uitgegaan; het stellen van dezelfde vragen zal altijd tot het geven van dezelfde antwoorden leiden. Met de ERF zal dit niet het geval zijn. Malcolm op zijn beurt, kon in 1958 nog niet weten dat computers uiteindelijk wél kunnen handelen en dus aan dezelfde tests als kinderen mee kunnen doen. Bovendien, zoals hij in 1973 zelf aangeeft, bestaat er niet zoiets als hét prototype van denken (11). Daarom denk ik dat de argumenten van Malcolm en Searle minder zwaar wegen in het geval van Tuman en kunnen we aan de hand van Davidson en Frankfurt stellen dat Tuman, mits met ERF, denkt.

Notes:
[a] Dat ze er ook hetzelfde uit zien is om het ons makkelijker voor te stellen dat we empathie voor een robot kunnen gaan voelen. Zodoende zal er ook minder snel een discussie ontstaan a la Nagel (12); dat het moeilijk is om een eerste persoonsperspectief in te nemen ten opzichte van een entiteit die niet op een mens lijkt (13). Verder valt Tuman op die manier ook makkelijker onder het analogie-argument zoals geformuleerd door J.S. Mill (14).
[b] Tuman is uiteraard een speelse samentrekking van Turing en Human.
[c] ‘Desire’ wordt niet vertaald, maar zou in de ruime zin als ‘verlangen’ kunnen worden gelezen.
[d] Ik ga in deze tekst niet in op wat hogere orde desires zijn.
[e] ERF = Externe Ruis Factor.

Bronnen:
(1)    Turing, A.M. (1950). Computing machinery and intelligence. Mind, 59, pp. 433-460.
(2)    Ibid., p. 442.
(3)    Malcolm, N. (1958). Knowledge of other minds. The Journal of Philosophy, LV No. 23, pp. 969-978.
(4)    Ibid., pp. 973-974.
(5)    Malcolm, N. (1973). Thoughtless Brutes. Proceedings and Addresses of the American Philosophical Association, 46, pp. 5-20.
(6)    Ibid., p. 15.
(7)    Searle, J.R. (2002). Animal minds. Consciousness and Language, pp. 61-76.
(8)    Davidson, D. (1982). Rational Animals. Dialectica 36, pp. 95-105.
(9)    Frankfurt, H.G. (1971). Freedom of the Will and the Concept of a Person. Journal of Philosophy 68, pp. 5-20.
(10)    Random.org, True Random Number Service. < http://www.random.org/>
(11)    Zie 5, p. 15.
(12)    Nagel, T. (1974). What is it like to be a Bat? Philosophical Review, pp. 435-450.
(13)    Ibid., p. 442.
(14)    Mill, J.S. (1889). An Examination of Sir William Hamilton’s Philosophy. 6th Edition, pp. 243-244.