politicologie

Lijfstraffen zoals zweepslagen, in de Lage Landen al meer dan een eeuw geleden afgeschaft, komen weer terug als islamisten hun zin krijgen. Bron: L'Exécution de la Punition de Fouet door Jean-Baptiste Débret (1829)

Is islamisme legitiem, en iets anders dan jihadisme?

Waar landen als Soedan en de Verenigde Arabische Emiraten afstappen van de meest controversiële aspecten van het islamitische wettenstelsel sharia, rukt het islamisme op in Nederland en België. Volgens een groep overwegend “progressieve” opiniemakers moeten we onderscheid maken tussen islamisme en jihadisme. Waar jihadisme wordt gezien als crimineel, want: oproepend tot geweld, ziet deze groep islamisme als een legitieme politieke stroming. Hebben zij gelijk? Wat is jihadisme en wat is islamisme?

Wat is het verschil tussen islam en islamisme?
Islamisme is een neologisme wat in feite neerkomt op “politieke islam”. Van oudsher was er alleen de islam, die zowel persoonlijke als politieke elementen bevatte. In de sharia is er geen onderscheid tussen het persoonlijke en privédomein. De hadith (overleveringen) met een politiek karakter, zoals de voorgeschreven straffen en huwelijkswetten staan in hetzelfde boek als de hadith met een persoonlijk karakter, zoals de voorgeschreven manier om te bidden of de rituele wassing uit te voeren. Dit volgt het systeem van het belangrijkste islamitische heilige geschrift, de koran. Ook ziet de islamitische staat streng toe op het geloofsleven van de individu. Zo was het gezamelijk bidden voor moslims geregeld een wettelijke plicht in een sharia-staat, zoals in de streng-islamitische staat van de Almohaden[1].
Samengevat: in de traditionele islam is er geen duidelijk onderscheid tussen de politieke en de religieuze dimensie. Deze vloeien naadloos in elkaar over. De explicitering van het islamisme is van vrij recente datum, met denkers als de door Nasser terechtgestelde Egyptische islamist Sayyid Qutb. Voor die tijd, en ook voor een belangrijk deel na die tijd, was er geen onderscheid tussen het privédomein en het publieke domein qua islamitische wet. De strenge afscheiding van het privédomein heeft uitsluitend betrekking op het voorkomen van “onwettige” seks tussen niet-getrouwde personen van het andere geslacht. De harem is afgeleid van het Arabische ‘haram’: verboden of heilig.

Lijfstraffen zoals zweepslagen, in de Lage Landen al meer dan een eeuw geleden afgeschaft, komen weer terug als islamisten hun zin krijgen.  Bron: L'Exécution de la Punition de Fouet door Jean-Baptiste Débret (1829)
Lijfstraffen zoals zweepslagen, in de Lage Landen al meer dan een eeuw geleden afgeschaft, komen weer terug als islamisten hun zin krijgen.
Bron: L’Exécution de la Punition de Fouet door Jean-Baptiste Débret (1829)

Wat is het verschil tussen “jihadisme” en “islamisme”?
Wie de qua leesbaarheid vrij taaie tijdschriften die terreurgroepen als Al Qa’eda en Islamitische Staat doorleest, zoals Inspire (Al Qa’ida) en Dabiq (IS) valt op dat de bronnen die zij aanhalen dezelfde zijn als de bronnen die islamisten aanhalen. Namelijk de koran en (vooral) de hadith. Een als ‘niet-terroristisch’ bekend staande groep als Hizb-ut-Tahrir keurt aanslagen op bijvoorbeeld Israëli’s en andere ; vijanden van de islam’ op theologische gronden goed. [2] Dit geldt in sterke mate ook voor de ideologisch meer flexibele Moslimbroederschap, die voor het doel: het verenigen van alle islamieten onder één soennitisch  kalifaat en het onderwerpen van de niet-moslims, de onderlinge verschillen tussen islamieten als secundair ziet [3]. Er zijn landen, waar deze groep zich vreedzaam manifesteert, zoals Turkije en veel westerse landen, en er zijn andere landen, waar deze groep terreuraanslagen pleegt (Gazastrook, Syrië).

Ideologisch gezien is er geen verschil tussen een “vreedzame” islamist en een “jihadist”, behalve een meningsverschil over de te volgen strategie. De ideologie van jihadisten IS islamisme. “Jihadisme” (nauwkeuriger: jihad al-qital, gewapende strijd) is slechts een strijdmethode van het islamisme, het is geen losstaande ideologie.

Wat als jihadisten of islamisten het voor het zeggen krijgen?
De gevolgen zijn in beide gevallen hetzelfde en uitermate voorspelbaar: invoering van de sharia, i.e. inperking van de rechten voor vrouwen en niet-islamitische groepen, invoering van de jizya (een hoofdelijke belasting toegepast op niet-moslims), invoering van polygynie, afschaffen van de mensenrechten van homoseksuelen, de doodstraf op het verlaten van de islam voor ex-moslim mannen / levenslange opsluiting voor ex-moslim vrouwen tot ze van mening veranderen, ar-rajam (steniging) voor getrouwde islamieten die seks hebben met een ander dan de eigen echtgenoot of een ma malakat amaynukum (‘wat de rechterhand toebehoort’, i.e. krijgsgevangen genomen slavin). En, natuurlijk, het ongeldig verklaren van het huwelijk van een ex-moslim met zijn vrouw, in landen zoals Egypte waar een sharia-light heerst. Pas in 2020 werd er in Egypte openlijk gediscussieerd over het afschaffen van deze wet [4]. Had deze ex-moslim in bijvoorbeeld Mauretanië geleefd, waar de volledige sharia geldt, dan was hij geëxecuteerd.

Zoals u al begrepen hebt, waarde lezer, wordt ook de slavernij weer ingevoerd. Immers, abolitionisme is bida (innovatie) van de kuffaar (ongelovigen). En, natuurlijk, de ongeldigheid van de getuigenis van een niet-moslim tegen die van een moslim. In bijvoorbeeld Pakistan en Noord-Nigeria zie je islamisme in de praktijk. In alle landen waar het islamisme oprukt, worden vrouwenrechten en de rechten van niet-islamitische en seksuele minderheden (waaronder de minderheid die seks heeft zonder huwelijk) ingeperkt of afgeschaft.

Positieve kanten vergeleken met de op dit moment heersende politieke ideologieën in het westen heeft het islamisme niet.

Kortom: niet echt idealen die worden geassocieerd met progressief, laat staan visionair denken.

Is islamisme legitiem?
Of islamisme “legitiem” is, is de vraag. De CP’86 is wegens racisme verboden door de rechter. De apartheidsidealen van het islamisme zitten eveneens over de rand wat volgens het huidige Nederlands strafrecht toegestaan is. Wij zijn daarom geneigd deze vraag stellig ontkennend te beantwoorden.

Bronnen
1. D. Serrano, Judicial pluralism under the “Berber empires” (last quarter of the 11th century C.E. – first half of the 13th century C.E.), Bulletin d’Études Orientales, https://doi.org/10.4000/beo.3229, 2015
2. Hizb ut-Tahrir: ideology and strategy, Henry Jackson society, 2013
3. A. Ayyash, Strong Organization, Weak Ideology: Muslim Brotherhood Trajectories in Egyptian Prisons Since 2013, Arab Reform Initiative, 2019
4.
Amna Naseer: Controversy in Egypt after a statement regarding the legality… [of a marriage between a Muslim woman and a non-Muslim man], 2020

 

Portret van Machiavelli.Schilder: Santi de Tito.

Is extreemrechts een probleem?

Schietpartijen door daders die zich laten inspireren door xenofoob gedachtegoed, komen veel voor. Reden voor de overheersend kosmopolitische en linksgeoriënteerde main stream media zoals de Nederlandse ‘kwaliteitskranten’ Trouw, Volkskrant, de Nederlandse staatsomroep NOS en wannabe ‘kwaliteitsnieuwssite’ nu.nl om er met gestrekt been in te gaan tegen het “extreem-rechtse” gevaar. Is ‘extreemrechts’ inderdaad het probleem, of is “extreemrechts” onderdeel van een groter probleem?

De extreemrechtse ideologie: bestaat extreemrechts?
Extreemrechts is een verwarrende term, waarmee een gemeenschappelijke, pejoratieve sticker wordt geplakt op een reeks van onderling slechts zijdelings verwante ideologieën. ‘De’ extreemrechtse ideologie bestaat niet. Kort samengevat zijn er drie belangrijke stromingen, die onder de noemer ‘extreemrechts’ worden verketterd door de overwegend linkse main stream media: racialisme, anti-islamisme (“islamofobie” in main stream media jargon) en nationalisme. De door nette mensen verketterde Nederlandse politicus Geert Wilders is bijvoorbeeld uitgesproken anti-islam en een nationalist, maar geen racialist. Neonazi’s richten zich vooral op niet-westerlingen, maar hebben weinig moeite met de islam (hun idool Hitler kende veel bewondering voor het “krijgersgeloof” islam). We kunnen dus concluderen dat het epitheet ‘extreem-rechts’ weinig verklarende waarde heeft en getuigt van denkluiheid.

Racialisme
De term ‘racisme’, die oorspronkelijk onderscheid maken op biologisch ras betekende, is in de loop van decennia door “progressieve” activisten qua betekenis uitgebreid naar het pejoratief bejegenen van elke onderscheiden onderliggende groep door een (verondersteld) dominante groep. Wat oorspronkelijk met racisme werd bedoeld, wordt daarom nu met een nieuw woord, racialisme, aangeduid. Racialisten geloven dat er sterke genetische verschillen tussen bepaalde mensentypen, zoals caucasoïden (‘blanken”), negroïden en mongoloïden, bestaan. Het racialisme krijgt de laatste jaren een sterke wind in de rug door identity politics, genetisch onderzoek en populaire genetische testen zoals 24andme.com, die bijvoorbeeld aangeven hoeveel procent Afrikaans, Indiaas en Neanderthal-DNA in het genoom van de testnemer zitten. Racialisten geloven in meerder- en minderwaardige rassen, waarbij uiteraard hun eigen groep superieur is. Ze zien de immigratie van uitheems uitziende migranten (in Japan bijvoorbeeld negroïden en caucasoïden, in Europa en de VS niet-blanken; in Zuid Afrika is er een toenemende haat tegen niet-negroïden) als een bedreiging van de raszuiverheid van hun volk. Veel aanslagplegers zijn racialisten. Ze geloven dat alleen door “ongedierte” uit te moorden, ze de “raszuiverheid” van hun groep kunnen behouden. Racialisme is niet een uniek “blank” of westers verschijnsel. In Oost-Azië en onder bijvoorbeeld Marokkaanse Imazighen, Arabieren, Joden, en veel zwarte activisten is het rasdenken even hardnekkig. Racialisme is helaas aangeboren: uit onderzoek [1] blijkt dat baby’s negatief reageren op mensen die er anders uitzien dan gebruikelijk. Racialisme is nauw verwant aan de in linkse kringen populaire identity politics.

GoyaaÅ‚é (Geronimo) bood met een groepje andere Apaches tot het bittere einde verzet tegen de Amerikaanse indringers. Een terrorist, vonden de Amerikanen in die tijd. Een vrijheidsstrijder, vinden velen nu.
GoyaaÅ‚é (Geronimo) bood met een groepje andere Apaches tot het bittere einde verzet tegen de Amerikaanse indringers. Een terrorist, vonden de Amerikanen in die tijd. Een vrijheidsstrijder, vinden velen nu.

Anti-islamisme
De islamitische sekten soennisme en in grote mate sji’isme en ibadisme zijn niet alleen religies, maar ook politieke ideologieën. Er zijn talloze hadith en enkele koranverzen die politieke uitspraken bevatten. De ideale samenleving volgens het islamisme wordt geregeerd door de sharia, een amalgaam van leefregels en wettelijke regels, en kent slechts een beperkte vorm van democratie. Over alle terreinen waar er een duidelijk “islamitisch” oordeel is, bijvoorbeeld het stenigen van vreemdgaanders en het verbod op alcohol, primeert het oordeel van de soennitische of sji’ietische clerus. Iran is zo ongeveer het maximum wat qua democratie in een door de sharia beheerste staat mogelijk is. De strikte leefregels waaraan niet-koranische islamieten onderworpen zijn, en zij ook niet-islamieten proberen te onderwerpen, en het streven naar de wereldheerschappij van de ‘islamitische’ sharia-wetten door onder meer de Moslimbroederschap, wekken veel weerstand op onder niet-islamieten en seculiere moslims. Deze weerstand wordt in de main stream media aangeduid met de term ‘islamofobie’, een door islamisten geïntroduceerd neologisme. “Islamofobie” impliceert dat zowel kritiek op het islamisme, als op de islam als geloof en op moslims als groep, gelijkwaardig fout en irrationeel zijn. Vanzelfsprekend is dit het standpunt waarvan de islamisten graag zien dat het mainstream wordt. Niet-islamistische moslims verwerpen deze term fel [2] en maken onderscheid tussen anti-islamisme (gekant zijn tegen de ideologie islamisme, wat ze als legitiem zien) en anti-moslim (haat tegen de moslims als groep, wat ze als verwerpelijk zien). Een meer accurate term is daarom anti-islamisme, de reden dat Visionair.nl voor deze term kiest.

Nationalisme
Nationalisten geloven dat de mensheid opgedeeld is in volkeren, naties, en dat het eigen ‘volk’ het beste in een eigen, onafhankelijke natiestaat kan leven. Nationalisten zijn soms, niet altijd, suprematistisch. Dat betekent dat ze streven naar de heerschappij van hun eigen ‘volk’ over andere ‘volken’. Een berucht voorbeeld van nationalistisch suprematisme is vanzelfsprekend het baathisme in Irak en het nazisme in Duitsland. Om nationalisme gelijk te stellen met suprematisme, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse PvdA-politicus Timmermans doet, is te kort door de bocht. Nationalisme in de beperkte zin, en zeker verlicht (wederkerig) nationalisme, blijkt namelijk een belangrijke bron van vrede en respect te zijn. Zo zijn etnisch homogene landen, zoals IJsland, Korea en Eswatini, veel stabieler dan landen waar grote minderheidsgroepen bij elkaar wonen, zoals Nigeria, Irak en Macedonië. In een land waar de bevolking het in grote lijnen met elkaar eens is met hoe een land geregeerd moet worden en welke politieke keuzes gemaakt moeten worden, is er geen reden voor burgeroorlog. Doorgaans hangen deze opvattingen sterk samen met de cultuur waarin mensen opgroeien en waarmee ze zich identificeren, m.a.w. hun ‘volk’. Hoe hard het ook klinkt, good fences makes good neighbours, blijkt op geopolitieke schaal.

Het “radicale midden”
Identiteitspolitiek
In feite is het zelfbenoemde middenveld, bestaande uit de main stream media en de gevestigde politieke partijen eveneens radicaal. Identiteitspolitiek is reeds aan de orde gekomen. Identiteitspolitiek bejubelt de eigen identiteit van etnische of seksuele minderheden en ziet de groepsidentiteit als voornaamste identiteit voor leden van deze minderheid. In feite is etnische identiteitspolitiek een combinatie van racialisme en nationalisme, twee “extreemrechtse” ideologieën die door het “radicale midden” worden verketterd bij de inheemse meerderheid, maar worden bejubeld bij “gemarginaliseerde” minderheden. In de VS, waar identiteitspolitiek nog verder is doorgeslagen dan hier, moet een man die zich als vrouw identificeert, worden behandeld als vrouw. Met als gevolg dat al dan niet geopereerde biologische mannen, in vrouwensporten hun biologische vrouwelijke mededingsters door hun grotere lichaamskracht verpletteren. Identiteitspolitiek verdeelt en is een destabiliserende factor.

Klimaathysterie
In de gerechtvaardigde zorgen over de klimaatverandering, slaat vooral in Nederland de gevestigde orde nogal door en kunnen we van “klimaathysterie” spreken. Zo worden burgers In Nederland op den duur gedwongen van het gasnet afgekoppeld en aangesloten op warmtepompen (saillant detail: iets over de grens in Duitsland worden huizen juist aan het gasnet aangekoppeld). Uit onderzoek blijkt dat dit per huis rond de 18.000 euro gaat kosten. Dom; het was hier uiteraard slimmer geweest om dit alleen bij nieuwe woningen te doen, groenafval te vergisten om de slinkende gasbel in Slochteren te compenseren, en/of om synthetisch aardgas uit kooldioxide en waterstof te bereiden met het komende overschot aan zonne- en windenergie tijdens piekuren en dit methaan via het gasnet te distribueren naar ‘oude’ woningen.

Economisch fundamentalisme
De economie wordt door de main stream media gezien als de ultieme brenger van levensgeluk en als de maat der dingen. Verschijnselen die in feite een teken zijn van schaarste, zoals de irrationele stijging van de huizenprijzen door het kunstmatige tekort aan bouwgrond, worden bejubeld als vooruitgang omdat op papier het BNP daardoor sterk groeit. Bijkomend voordeel: de belastingopbrengsten op huizen nemen toe en de banken (grote werkgevers voor ex-politici) maken woekerwinsten op hypotheken. Ook de massale immigratie van doorgaans laagopgeleide migranten uit Afrika en het Midden Oosten wordt gezien, en politiek verkocht, als een economisch briljante beslissing, immers, het BNP groeit en de vergrijzing neemt af. Dat er enorme kosten ontstaan om deze groepen te integreren en hun uitkeringen te betalen (zo zijn na twintig jaar de meeste Somalische vluchtelingen, net als de meerderheid van de Afghanen, Syriërs, en Eritreeërs, nog steeds werkeloos[3]), komt niet terug in de statistieken. Immers, hun uitkeringen gaan grotendeels op aan huur en andere eerste levensbehoeften, wat de consumptie aanjaagt.
Door de onbetaalbaar wordende woningen stellen jonge gezinnen het krijgen van kinderen uit, met als gevolg nog meer vergrijzing. Vooral laagopgeleide vrouwen moeten gedwongen werken in banen die een marginaal nut opleveren en netto gezien minder opleveren dan de hoge kosten voor kinderopvang. Omdat er steeds meer hoogopgeleiden komen, stellen werkgevers steeds hogere opleidingseisen. Niet omdat er meer kennis nodig is, maar omdat ze op die manier aan meer intelligent personeel komen (er is een sterk verband tussen IQ enerzijds, en zowel succes op een opleiding als op het werk anderzijds). Een werkgever die alleen relevante opleidingseisen stelt, blijft met de “kneusjes” (en een enkele hoogbegaafde autodidact) zitten, met de voorspelbare gevolgen.

De voor de hand liggende oplossingen voor deze problemen, een selectief meritocratisch “fascistisch” immigratiebeleid, meer “milieuvernietigende” bouwgrond, minder onzinnige, kostenopdrijvende eisen aan kinderopvang (“onverantwoord”) en een vaste kinderaftrek voor de eerste twee of drie kinderen van werkende mensen (“extreem rechts/nazi-bevolkingspolitiek”), worden niet doorgevoerd om ideologische redenen.
Om de “economische concurrentiepositie” te behouden, worden de lonen laag gehouden en de rechten van werkenden steeds meer ingeperkt. Dit levert lagere loonkosten en hogere winsten op. Deze hogere winsten worden uitgekeerd aan aandeelhouders, geïnvesteerd in het buitenland of geparkeerd in belastingparadijzen. Werkenden kunnen minder sparen en moeten een steeds hoger deel van hun inkomen aan vaste lasten besteden. De lastendruk is steeds meer verschoven van bedrijven naar werknemers en consumptie.

Het werkelijke probleem: de ideologische tweedeling
Om met de in linkse kringen populaire filosoof Jürgen Habermas te spreken: de communicatieve rationaliteit in de tegenwoordige maatschappij is totaal zoek. De main stream elite ziet haar eigen doel-middelenrationaliteit als enige zaligmakende rationaliteit. Hun “populistische” tegenstanders, met een afwijkende doel-middelenrationaliteit, zetten ze neer als irrationele xenofoben, gedreven door onderbuikgevoelens. Omdat de main stream de samenleving beheerst,  legt ze haar rationaliteit op aan hun tegenstanders. Zij bepalen wie er Nederland en België binnenkomen, waar huizen gebouwd mogen worden en waar belastingen op worden geheven. De vooruitzichten zijn somber, omdat vooral de elite weigert om haar eigen motieven en logica in vraag te stellen.

Als het zo doorgaat, stevenen we af op een burgeroorlog. Want waar men ophoudt met praten, wordt de fysieke realiteit de grootste gemene deler. Met andere woorden: beide partijen gaan hun gelijk halen met geweld in plaats van met argumenten. Er vallen dan doden in plaats van woorden.

Bronnen
1.  Monica P. Burns en Jessica A. Sommerville, “I pick you”: the impact of fairness and race on infants’ selection of social partners, Front. Psychol., 12 February 2014 
2.  Ed Husain, The Tories are right to reject the flawed definition of ‘Islamophobia’, The Spectator, 2019
3.  CBS, Zeven van de tien Somaliërs in de bijstand, 2015

Niccolò Macchiavelli (1469-1527) wordt vaak verguisd als cynische machtsdenker. In feite wilde hij de mechanismen van de macht aan de kaak stellen.

Macht (2): wie zijn de machthebbers?

In het eerste artikel bestudeerden we wat de bronnen van macht zijn. In dit vervolgartikel kijken we, wie deze bronnen controleren en wie dus de werkelijke machthebbers zijn.

Bronnen van macht
Er zijn, voorzover schrijver dezes na kan gaan, in totaal negen bronnen van macht, waarvan de eerste vijf uit literatuur afkomstig zijn:
positiemacht (macht door functie)
referentiemacht (macht, omdat anderen jou bewonderen)
deskundigheidsmacht (macht door specifieke deskundigheid; in feite een hybride van positiemacht en informatiemacht)
informatiemacht (macht door het bezitten van bepaalde informatie)
middelenmacht (macht door controle van middelen)

en de laatste vier door schrijver dezes gepostuleerd zijn:
netwerkmacht (macht door controleren van andere machtsbronnen)
bekendheid (macht door het bekend zijn bij anderen)
chantagemacht (macht door het bezit van belastende informatie; in feite negatieve informatiemacht)
macht door psychologische manipulatie.

Dit overzicht is verre van compleet en zal verder uitgewerkt moeten worden. Voor de analyse van wie de voornaamste machtshebbers zijn, is het werkbaar.

Positiemacht
De meest zichtbare machthebbers behoren tot deze categorie. Politici zoals bestuurders en kamerleden hebben een grote positiemacht. Minder zichtbaar, maar vaak met een veel grotere macht zijn topambtenaren zoals de omstreden, inmiddels gepensioneerde Joris Demmink. Ambtenaren moeten weliswaar het beleid van de regering uitvoeren, maar zijn veel langer in functie, beschikken over veel belastende informatie en zijn niet afhankelijk van de kiezers.

Referentiemacht
Politici vergroten hun effectiviteit enorm door een grote referentiemacht. Je zou positiemacht zelfs kunnen zien als de referentiemacht van posities. Populaire politici, maar ook bijvoorbeeld het Nederlandse en Belgische koningshuis, filmsterren, voetbalspelers, de paus e.d. hebben veel referentiemacht. Voor autocraten is referentiemacht erg belangrijk. De reden dat we mannen als Putin vaak terugzien in heldhaftige fotoshoots.

Deskundigheidsmacht
Deskundigen zoals artsen, advocaten en dergelijke staan van oudsher in hoog aanzien. Helaas voor hen sloeg internet genadeloos toe. Kennis is veel meer gedemocratiseerd dan voor de komst van internet, waardoor de ‘onaantastbare’ positie van deskundigen steeds meer ter discussie staat. Met een simpele zoekactie op Google is veel geavanceerde informatie gemakkelijk terug te vinden (al is bijvoorbeeld nog steeds een systematische studie nodig om bijvoorbeeld het menselijk lichaam grondig te begrijpen). Deze proberen nu met hand en tand hun positie te verdedigen, bijvoorbeeld door zogeheten kwaliteitslabels in te voeren. Je ziet dit voornamelijk bij ‘deskundigen’, waarvan de deskundigheid twijfelachtig is.

Informatiemacht
In deze informatiemaatschappij is het belang hiervan sterk toegenomen en groeit dit nog steeds. Je ziet hier een waardeverschuiving van niet-gepersonaliseerde informatie (die steeds meer gratis op sites als Wikipedia terug te vinden is en sterk in waarde daalt) naar gepersonaliseerde informatie. Een sterk opkomende groep nieuwe machthebbers zijn daarmee eigenaren en bestuurders van Big Data bedrijven als Google en Facebook. Big Data, het systematisch opslaan en verwerken van enorme hoeveelheden gegevens van bijvoorbeeld internetgebruikers, is een goudmijn. Het bedrijf Facebook, goed voor rond het miljard gebruikers, is op de beurs 200 miljard dollar waard. Dit komt voornamelijk door de enorme hoeveelheden gebruikersdata waarover het bedrijf beschikt.Een tweede reden is de netwerkmacht van Facebook. Hierover even verderop meer.

Middelenmacht
Rijken zijn machtig, omdat ze over veel middelen beschikken. Uiteraard moeten andere mensen dan wel het eigendomsrecht van deze rijken erkennen. Doen ze dat niet, zoals tijdens de Russische Revolutie, dan is het snel afgelopen met hun macht. Daarom is het voor rijken erg belangrijk, goede vriendjes te blijven met de overige machtshebbers en bijvoorbeeld communisten zo hard mogelijk te bestrijden. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat middelenmacht massaal wordt ingezet om het Amerikaanse beleid om te buigen ten gunste van de rijke zakelijke elite. Ieder mens beschikt over zijn lichaam en tijd. Omdat vrouwen doorgaans minder behoefte hebben aan seks dan mannen, beschikken vrouwen hiermee over een machtig middel en is er een grote prikkel voor mannen, om te proberen macht te krijgen over vrouwen.

Netwerkmacht
Macht wordt pas echt bruikbaar, als deze groot en geconcentreerd is. Een geslepen machthebber zal proberen de spin in het web te worden. Succesvolle netwerkers vergaren veel macht. De reden van de macht van websites als Facebook is, dat alle interacties van de miljard gebruikers via hun website lopen. Heb je als bedrijf, politicus of muzikant rechtstreeks contact met een groot aantal mensen, dan kan je ze bereiken en inzetten voor grootschalige projecten. Beheerders van deze websites leggen soms hun ideeën over politiek, godsdienst en seksualiteit op aan hun gebruikers.

In de twintigste eeuw was daarom macht over de massamedia erg belangrijk. Er bestond slechts een beperkt aantal kranten en televisiezenders, waardoor de opinie van enorme hoeveelheden mensen vrij simpel centraal te sturen was. Hoewel massamedia nog wel enige rol spelen, vooral bij babyboomers en generatie X, is netwerkmacht nu veel belangrijker geworden dan vorige eeuw. Een blog als GeenStijl slaagde er zelfs in om met behulp van de vele lezers een eigen omroep te beginnen.

Dit is ook de reden dat landen als Rusland en China actief lokale alternatieven voor sociale netwerksites (denk aan Vkontakte en QQ/Weiren ipv Facebook; Weibo ipv Twitter; Yandex en Baidoo ipv Google) promoten. Zo houden deze regimes greep op hun bevolking.

Zoals bekend uit de onthullingen door klokkenluider Edward Snowden, maakt de Amerikaanse geheime dienst NSA dankbaar gebruik van de mogelijkheden, die de vestiging van internetgiganten binnen de VS biedt.

Bekendheid
Bekendheid kon in de twintigste eeuw vrij gemakkelijk bereikt worden door controle over de massamedia. Dit is ook de reden dat platengigant Viacom eind twintigste eeuw allerlei muziekzenders opkocht: zo konden de eigen artiesten makkelijker geplugd worden. Door de overheersing van internationale muziek op publieke en commerciële radiozenders ontstond in Nederland de piratencultuur, die de bij laagopgeleiden populaire Nederlandstalige muziek uitzond. Internet heeft ook hier voor een revolutie gezorgd. Een populair blog of videokanaal heeft veel  mogelijkheden om voor bekendheid te zorgen.

Niccolò Macchiavelli (1469-1527) wordt vaak verguisd als cynische machtsdenker. In feite wilde hij de mechanismen van de macht aan de kaak stellen.
Niccolò Macchiavelli (1469-1527) wordt vaak verguisd als cynische machtsdenker. In feite wilde hij de mechanismen van de macht aan de kaak stellen.

Chantagemacht
Chantagemacht is voornamelijk nuttig om bestaande machthebbers onder druk te zetten, en zo via hen macht uit te oefenen. Vooral referentiemacht, maar ook positiemacht is zeer gevoelig voor het vrijkomen van belastende informatie. Vandaar dat geheime diensten en geheime genootschappen voortdurend op zoek zijn naar chantagemiddelen om de eigen medewerkers of die van buitenlandse rivalen onder druk te kunnen zetten. Op het interpersoonlijke vlak en op kleinere schaal is chantagemacht ook erg belangrijk.

Macht door psychologische manipulatie
Wie zichzelf beheerst is sterker dan wie een stad inneemt, staat in het bijbelboek Spreuken. Elke potentiële tiran weet dat het voor interpersoonlijke macht erg belangrijk is om denken en gevoelens van de machtssubjecten te manipuleren. Macchiavelli beschreef in zijn meesterwerk Il Principe enkele kneepjes van het vak. Angst aanjagen is altijd een uitermate nuttig middel. Er gaat niets boven een goed opgezette psy op, bijvorbeeld een terroristische groep,  om jouw gewenste beleid door te drukken.  Teveel angst aanjagen zal echter op een gegeven moment een sterke tegenbeweging aanwakkeren.Ook maakt een psy op je vatbaar voor chantagemacht.

Ook moet je als machthebber proberen, jezelf als onmisbaar te presenteren en alternatieven voor jouw beleid als onrealistisch, immoreel of ondenkbaar. Een ervaren machthebber geeft zijn aanhanger een goed gevoel, uiteraard gebaseerd op hemzelf. Hij laat zijn aanhangers zich superieur voelen boven het klootjesvolk, bijvoorbeeld door een vorm van uitverkorenheid door een god (Mohammed), superieur ras (Hitler) of uitverkorenheid door de geschiedenis (Stalin).

Voor iedere machthebber is psychologische manipulatie uiterst belangrijk, maar vooral voor bezitters van referentiemacht. Politici als Wilders, Wiegel en Schmelzer en internationaal: Poetin en wijlen Richard Nixon, beschikten/beschikken over veel van deze vorm van macht.

Veel mensen realiseren zich niet, dat "onaantastbare" machthebbers hun macht gewoon van mensen zoals zij krijgen.

Macht(1): Bronnen van macht

Macht. Volgens sommigen de bron van alle kwaad, volgens anderen absoluut noodzakelijk om hun verheven doelen te bereiken. Wat is macht precies, en welke bronnen van macht zijn er?

Wat  is macht?
Macht is volgens de negentiende-eeuwse Duitse socioloog Max Weber het vermogen van personen of groepen om andere personen, groepen of zaken de wil op te leggen, eventueel tegen de wensen of belangen van die anderen in. Sommige sociologen hanteren een kortere definitie: macht is het vermogen, de handelingsvrijheid van anderen in te perken, of: te veranderen. Macht is erg belangrijk. Het zijn de machthebbers die bepalen welke richting een maatschappij op beweegt. Pas door middel van het analyseren van machtsrelaties, is een maatschappij goed te begrijpen. Echter: niet alle bezitters van macht liggen voor de hand. Er zijn verborgen machthebbers, die doorgaans meer in de melk te brokkelen hebben dan openlijke machthebbers zoals koningen, bankdirecteuren of de paus.

Wat zijn  bronnen van macht?
In de sociale psychologie worden de onderstaande vijf bronnen genoemd.

Veel mensen realiseren zich niet, dat "onaantastbare" machthebbers hun macht gewoon van mensen zoals zij krijgen.
Veel mensen realiseren zich niet, dat “onaantastbare” machthebbers hun macht gewoon van mensen zoals zij krijgen.
  • De zichtbaarste vorm van macht is de positiemacht. Een burgemeester heeft bijvoorbeeld de opperbevoegdheid over de gemeentepolitie in zijn woonplaats, omdat de Nederlandse wet deze bevoegdheid aan de positie van burgemeester toekent, en de meeste Nederlanders de wet gehoorzamen. Deze vorm van macht verdwijnt onmiddellijk, zodra de persoon in kwestie zijn positie verliest, of zodra ondergeschikten het vertikken om orders op te volgen.
  • Een tweede vorm is de referentiemacht. Mensen doen over het algemeen graag, wat een persoon die ze erg bewonderen zegt. Zo heeft een populaire filmster als Richard Gere de macht, om veel van zijn fans over te halen bijvoorbeeld mee te doen aan het verzet tegen de bezetting van Tibet. Deze vorm van macht is vooral gebaseerd op emoties en kan dan ook snel verdwijnen als de emoties omslaan.
  • Ten derde bestaat deskundigheidsmacht. Ook dit is toegekende macht. Personen kennen macht toe aan mensen die meer deskundigheid hebben, bijvoorbeeld medisch specialisten. Deze machthebbers zullen alleen gezag hebben op het deskundigheidsvlak. Deze vorm van macht is gebaseerd op erkenning voor het deskundige specialisme. In bijvoorbeeld Saoedi-Arabië is de erkenning van een salafistische rechtsgeleerde erg groot. In Noord-Korea zal dezelfde rechtsgeleerde niet serieus worden genomen, omdat er daar geen islamieten zijn.
  • Een vierde vorm van macht is de informatiemacht. Hier wordt men beïnvloed door de informatie zelf. Stel, jij hebt de bouwtekening  van een vrije-energie machine op de plank liggen, die ook echt werkt. Dan kan je daarmee de wereld op zijn kop zetten,  bijvoorbeeld door deze bouwtekening op internet te publiceren of aan je favoriete land of bedrijf te geven. Deze vorm van macht verschilt van de deskundigheidsmacht, omdat deze vorm volledig onafhankelijk is van de persoon die de informatie levert.
  • De laatste genoemde vorm van macht is de middelenmacht. Dit is het geval wanneer mensen afhankelijk zijn van bepaalde middelen om iets te ondernemen. Diegene die deze middelen bezit, heeft zo macht over de andere persoon. Deze macht geldt vooral wanneer er weinig andere alternatieven beschikbaar zijn.

Deze onderverdeling is in feite verouderd. Zo zijn er hier niet genoemde vormen van macht, die zeker in het huidige internettijdperk, maar ook al daarvoor toch belangrijk zijn:

  • Netwerkmacht. Iemand met een groot netwerk, of veel verbindingen of klanten, kan hieraan de nodige macht ontlenen. De reden dat bedrijven als het Amerikaanse Facebook zo veel waard zijn. Iemand met netwerkmacht kan deze gebruiken om diffuse machtsbronnen, bijvoorbeeld die van kiezers of consumenten, samen te ballen tot een gevreesde en effectieve macht.
  • Macht door bekendheid. Als iemand of iets erg bekend is, wordt er eerder naar die persoon of bedrijf geluisterd dan naar een onbekend persoon. Macht door bekendheid is een voorwaarde voor referentiemacht.
  • Macht door chantage. Stel, je weet iets belastends over een persoon. Dan kan  je deze persoon chanteren met het bekend maken hiervan. Volgens hardnekkige geruchten werd voormalig topambtenaar Joris Demmink door de Turkse staat gechanteerd met zijn seksleven. In feite is dit een negatieve vorm van informatiemacht.
  • Macht door het kunnen manipuleren van emoties van anderen. Psychopaten en volksmenners zijn hier meesters in. Datinggoeroe’s leren mannen hoe ze vrouwen in hun macht kunnen krijgen door hun gevoelens te manipuleren.

In een volgend artikel wordt ingegaan op wie de machthebbers zijn.

Deze hamburgerbakker loopt veel meer kans zijn laagbetaalde baantje kwijt te raken dan, zeg, de filiaallleider.

Baanonzekerheid maakt links

Volgens een Amerikaans onderzoek hebben veranderingen in de arbeidsmarkt er toe geleid, dat er meer overtuigde Republikeinen en Democraten zijn en minder mensen daar tussen in. Ditzelfde proces kan ook in Nederland de grotere verschillen tussen links en rechts verklaren. Is de tweedeling onvermijdelijk?

Zwevende kiezers

Deze hamburgerbakker loopt veel meer kans zijn laagbetaalde baantje kwijt te raken dan, zeg, de filiaallleider.
Deze hamburgerbakker loopt veel meer kans zijn laagbetaalde baantje kwijt te raken dan, zeg, de filiaallleider. Grote kans dat hij Obama stemt.

De groei in partijdigheid heeft alles te maken met het huidige inkomen van mensen en – heel belangrijk – hun verwachtingen van baanzekerheid, aldus Philipp Rehm, de auteur van de studie en universitair hoofddocent politicologie aan Ohio State University.

Vele jaren geleden werden kiezers onderworpen aan twee verschillende economische beweegredenen. Ze keken zowel naar wat ze nu verdienden als hun risico om dat inkomen te verliezen. Als gevolg daarvan werden ze heen en weer geslingerd tussen de ‘rechtse’ Republikeinen – lage baanzekerheid, hoog inkomen, en de ‘linkse’ Democraten: hoge baanzekerheid, laag inkomen. Als gevolg daarvan waren ze van nature onafhankelijke kiezers, aldus Rehm.

Armen vaker op de schopstoel, winner takes it all
Sinds de jaren zeventig heeft er echter een belangrijke verandering op de arbeidsmarkt plaatsgevonden. Mensen met lage inkomens worden steeds meer en veel vaker ontslagen dan mensen met hoge inkomens. Met andere woorden: iemand met een hoog inkomen heeft geen financiële reden meer op Democratisch te stemmen en iemand met een laag inkomen niet meer om op de Republikeinen te stemmen. Natuurlijke partijkiezers, volgens Rehm.

In een studie die in het British Journal of Political Science, werd gepubliceerd, schat Rehm dat in 1968  iets meer dan de helft van de Amerikanen ‘natuurlijk partijdig’ zijn, afgaande op hun inkomen en arbeidszekerheid. In 2008 bleek het aantal mensen met duidelijk economische belangen om Republikeins of Democratisch te stemmen, bijna tweederde van alle Amerikanen. Conservatieve Democraten en liberale Republikeinen zijn verdwenen door het verdwijnen van cross-pressure, aldus Rehm. Volgens hem verklaart dit waarom de Amerikaanse politiek zo is gepolariseerd in de laatste vier decennia.

In zijn onderzoek maakte hij gebruik van de werkloosheidscijfers en inkomenscijfers in bepaalde beroepen en vroeg zijn testpanel naar hun politieke voorkeur. Inderdaad bleek een hoog werkloosheidsrisico te leiden tot een linksere politieke voorkeur. Ook bestudeerde hij hoe de Amerikaanse inkomens en werkloosheidsrisico’s veranderd zijn over de tijd. Hij gebruikte hiervoor de data van de 1968-2008 March Current Population Surveys. Deze dataset geeft informatie over de lonen en werkloosheidspercentages voor alle veel-voorkomende beroepen in die periode. De oorsprong van de tweedeling.

Verdwijnen middenklasse recept voor burgeroorlog
Andere auteurs hebben het verdwijnen van de middenklasse in de VS al aan de kaak gesteld en deze studie lijkt dit te bevestigen.
Dit is een zeer explosieve situatie. De voedingsbodem voor felle politieke conflicten wordt zo steeds sterker. De VS bleef tot nu toe stabiel omdat individuele burgers altijd de kans hadden ergens anders opnieuw te beginnen. Steeds weer nieuwe groepen immigranten waren bereid voor weinig geld hard te werken.  Als deze tweedeling doorzet, zal dit niet meer voldoende zijn. Ook in Europa, waaronder Nederland, dreigt dit gevaar.Inderdaad zien we steeds meer dat het midden wegvalt en dat de populistische partijen aan de linkerkant (SP, PVV) en partijen die meer economische liberalisatie willen (VVD, D’66) hard groeien. Het felle debat over de multiculturele samenleving heeft de sociale issues ondergesneeuwd. Maar verdwenen zijn ze allerminst…

Bronnen:
Philipp Rehm, Risk Inequality and the Polarized American Electorate, British Journal of Political Science (2011)