Waarom we de vrijheid van meningsuiting onvoorwaardelijk moeten beschermen
Is een spotprent een mensenleven waard? Op het eerste gezicht zou je zeggen: nee. Schijn bedriegt hier echter: niet alleen onze vrijheid, maar ook het voortbestaan van de menselijke soort is gebaat bij integriteit in denken, en hierbij bij een absolute vrijheid van meningsuiting.
De mens en de mensheid als informatieverwerkers
Evolutie is in feite informatieverwerking. Evolutie is het product van de confrontatie van ons genotype (de DNA-blueprint in onze genen) en het hieruit ontstane fenotype (onze lichamen) met de natuurlijke omgeving (waaronder andere organismen). In miljarden jaren van evolutie is het genotype van onze soort uitgebreid en aangepast tot we van twee enkele strengen bacterie- en archaea-DNA, gehuisvest in een eenvoudige cel, zijn uitgegroeid tot een complex meercellig organisme, in staat om de mysteries van het leven, de ruimte en de tijd te ontraadselen.
Dit proces vond slechts plaatst door de eindeloze blootstelling van ons genoom aan steeds wisselende uitdagingen. Onze voorouders hebben wereldwijde rampen zoals een catastrofale asteroïde-inslag, een gammastralings-burst en iets wat waarschijnlijk een massale vulkaaneruptie is geweest, overleefd. Elke ramp heeft doorgaans de taaiste overlevers uitgeselecteerd. De catastrofale ramp aan het einde van het Perm 252 miljoen jaar geleden, waarbij meer dan negentig procent van de soorten op aarde het loodje legde, heeft de weg vrijgemaakt voor de voorouder van de dinosauriërs (en hiermee vogels), de Chicxulub-inslag voor groepen zoogdieren waaronder de primaten, onze groep.
Technische en culturele evolutie
Economische, sociale en culturele wedijver is onderworpen aan soortgelijke evolutionaire druk. Het “DNA” van bijvoorbeeld een fiets zijn de CAD-bouwtekeningen, specificaties en montagehandleidingen van de verschillende onderdelen en de hele constructie, en de mentale blueprint in de hersens van fietsenmakers, waar het fenotype de fiets zelf is. Een mooie, sterke en prettig rijdende fiets wordt vaker verkocht, waardoor de fabrikant de fiets kan doorontwikkelen en andere fietsfabrikanten elementen gaan overnemen. Ditzelfde mechanisme treedt ook op bij culturele elementen als taal, ideologieën en religie. Een religie die er beter in slaagt om mensen te bekeren en het geloof in stand te houden,heeft een voorsprong op religies die het ontmoedigen of verbieden om te bekeren, of een te zwakke greep hebben op het brein van hun aanhangers.De qua aantallen grootste religies, christendom, islam en hindoeïsme, slagen hier het beste in.
Waarom bestaan er religies?
Religies komen voort uit dezelfde drang die ook leidde tot het ontstaan van de wetenschap: de behoefte om de wereld om ons heen en de zin van ons bestaan te begrijpen. Een religie komt voort uit de fysische en metafysische ideeën uit de tijd waarin de religie ontstond. Deze ideeën worden afgekaderd, doorgaans door een stichter (christendom, islam, boeddhisme) of groep stichters (jodendom, sikhisme, hindoeïsme) en in de jaren daarna, als gevolg van confrontaties met andere religies en filosofieën, geïnstitutionaliseerd. De canon (verzameling van heilige geschriften) wordt vastgesteld en er ontstaan klassen van geïnstitutionaliseerde kennisdragers van de religie, zoals monniken, goeroe’s, priesters, theologen en ulema. Hiermee krijgen religies een extra evolutionair voordeel: full-time professionals waarvan hun bestaan afhangt van de aanwezigheid van grote aantallen gelovigen, die hun tienden afstaan. Deze professionals verzinnen voortdurend nieuwe methodes om gelovigen binnen te halen, hun geloof in stand te houden en afvalligheid te verhinderen. Dit verklaart het kastensysteem bij hindoes, de nadruk op bekering als enige manier om mensen te redden van de hel bij christenen en de draconische straffen op het verlaten van de islam bij moslims.
Hebben religies waarde?
Religies kaderen ideeën af en belemmeren het wetenschappelijke en metafysische denken. In principes hebben religies daarmee een negatieve invloed op de menselijke overleving. Elementen van religies kunnen bij wijze van uitzondering nuttig zijn. Denk aan de bescherming van het gezin, interpersoonlijke ethiek, het stimuleren van abstract denken en het bieden van een metafysische werkelijkheid die afstand van de waarneembare werkelijkheid creëert en zo de denkwereld opspant.
De oververtegenwoordiging van joden en in mindere mate christenen bij wetenschappelijke grensverleggers doen vermoeden dat deze religies elementen bevatten die de ontwikkeling van theorievorming, inductie en kritisch wetenschappelijk denken bevorderen. Waar het primitieve jodendom erg veel weg heeft van de huidige islam, heeft het latere rabbinale jodendom een speelsere, meer gelijkwaardige relatie met de oppergod. Ook is “lernen”, de nadruk op leren, erg belangrijk binnen het hedendaagse jodendom. Dit is, voorzover het natuurwetenschappelijke kennis betreft, vanzelfsprekend erg nuttig bij de wetenschapsbeoefening. Dit geldt ook voor het christendom, dat meer op het esoterische domein gericht is en hiermee (na de vernietigende nederlagen die de katholieke kerk leed tegen Galileï en de aanhangers van Copernicus, en de protestantse ketters) de natuurwetenschap veel minder tegenwerkte en in enkele gevallen zelfs bevorderde. Kortom: religies kunnen toch per saldo een positieve waarde hebben, afhankelijk van de ideeën die ze inhouden. Dit is echter meer de uitzondering dan de regel. Dit verklaart ook waarom in uitgesproken atheïstische landen als de beide China’s, Tsjechië en Japan, de beoefening van wetenschap en techniek op een hoger peil staat.
Vrijheid van meningsuiting staat hoger dan religieuze dogma’s
De essentie van evolutie is informatieverwerking. Onze technische en culturele evolutie is in feite een verlengstuk en logisch vervolg van de biologische evolutie. Vrijheid van meningsuiting opgeven omdat een mythisch opperwezen, of een legendarische oprichter, van een religie zou kunnen worden beledigd is: de evolutie van het menselijke denken en cultuur stilzetten. Als een religie niet in staat is om spot of kritiek te weerleggen, dan delft deze religie het onderspit in de oorlog der ideeën. Net zomin als het in Nederland of België toegestaan is om consumenten af te persen, mag het ook niet toegestaan zijn om met oneigenlijke methoden godsdienstkritiek onmogelijk te maken. Als een religie als de islam niet in staat is om te overleven zonder haar critici te intimideren met moord en doodslag, dan moet deze religie maar voorgoed van de aardbodem verdwijnen. Wie oproept om critici te doden om ze zo het zwijgen op te leggen, is een sta-in-de-weg van de evolutie van de mensheid. Zij zijn opdrachtgevers voor moord en hiermee schuldig aan moord. Zij moeten worden behandeld als terroristen. De mensheid is beter af zonder hen.