Geopolitiek

Grenzen aan de groei: graanproduktie


De stijgende voedselprijzen worden niet alleen veroorzaakt door speculanten. Het aanbod aan voedsel kan niet langer de stijgende vraag bijbenen. De vraag stijgt door toegenomen welvaart in opkomende economieën en door het gebruik van biobrandstoffen.
Het aanbod blijft achter door een aantal oorzaken.

1. Misoogsten: je kunt de slechte Russische graanoogst in 2010 wijten aan klimaatverandering of aan een toevallige speling van de natuur. Maar feit is dat de oogst 35% lager was dan in 2009. Die oogst was al lager dan in 2008.

2. Tekorten aan grondwater voor irrigatie. In China, India, Saoedi-Arabië en andere landen daalt het grondwaterpeil. Men pompt meer water omhoog dan de natuur kan aanvullen. Wereldwijd wordt er zoveel water opgepompt dat dit zelfs een kwart van de zeespiegelstijging kan verklaren. Saoedi-Arabië moet binnenkort stoppen met de produktie van graan, omdat er te weinig grondwater is.
Het gebrek aan grondwater in China en Afrika leidt tot verdroging en versnelde erosie.

3. Opbrengsten kunnen niet verder worden verhoogd.
Door mechanisatie, irrigatie en toepassen van kunstmest en bestrijdingsmiddelen is de opbrengst tijdens de 20e eeuw sterk verbeterd. Maar deze Groen Revolutie loopt op zijn einde. De opbrengst per hectare kan niet verder worden verhoogd door nieuwe technologieën. Juist op het moment dat er meer graan verbruikt wordt voor biobrandstof en veeteelt, wordt de maximale opbrengst bereikt.

Lees verder op Cassandraclub

Grondstoffen in de grond worden ook duurder


Grondstoffen worden steeds meer waard: op de markt zijn, opgeslagen in tanks, maar ook de grondstoffen in de grond stijgen in waarde. Het kan voor een natie, een land lucratief worden om de extractie van een grondstof uit te stellen totdat de prijs die men ervoor kan krijgen hoger is geworden.

De oliewinning in Libië ligt tijdelijk stil. Maar de olie die nu in de grond blijft zitten is volgend jaar waarschijnlijk meer waard geworden. Het lijkt in het belang van de Libiërs, dat de oliewinning nog heel lang stil ligt en daarna op een lager niveau wordt hervat. De olie is een inkomstenbron waar de Libiërs nog tientallen jaren profijt van kunnen hebben.
Het belang van de Europese landen, die nu zo heldhaftig hun militaire superioriteit boven Libië laten zien, is tegengesteld. De olie moet zo snel mogelijk voor een zo laag mogelijke prijs gewonnen worden.

Er zijn nog meer voorbeelden.
China produceert 97% van alle zeldzame aardmetalen. Maar het afgelopen jaar heeft China aangekondigd de export van deze grondstof te beperken. De zeldzame aardmetalen zijn onmisbaar voor de produktie van moderne elektronica als smartphones en computers, maar zijn ook nodig voor produktie van windmolens. Men verwacht dat de vraag (en de prijs) de komende jaren snel zal stijgen.

De prijs van de zeldzame aardmetalen is het afgelopen jaar bijna vertienvoudigd.
De reserves die China nog in de grond heeft zitten vormen een mooie spaarrekening met een ongekend hoge rente. Grondstofreserves zijn waardevast en dat kun je van staatsobligaties of onroerend goed niet meer zeggen.

Lees het complete artikel op Cassandraclub

Windmolens zijn overblijfsels van de eerste Nederlandse industriéle revolutie.

Waarom is Nederland zo rijk?

Nederland is zeer welvarend. Onder andere komt dat omdat we hier één van de grootste gasbellen ter wereld onder de grond hebben, maar er is meer. Zo heeft Nederland behoorlijk wat profijt van bepaalde geografische omstandigheden…

Het gemopper van de Nederlanders niettegenstaande, is Nederland een van de rijkste landen ter wereld. Voor een belangrijk deel komt dat door voor de hand liggende redenen als de ligging tussen andere welvarende gebieden. Maar dat is lang niet alles.

Vruchtbare bodem, mild regenachtig zeeklimaat

Windmolens zijn overblijfsels van de eerste Nederlandse industriéle revolutie.
Windmolens zijn overblijfsels van de eerste Nederlandse industriéle revolutie.

Nederland ligt voor het grootste deel op voormalige zeebodem of rivierbedding. Dit betekent dat dikke pakketten zeeklei en rivierklei op de oppervlakte liggen. Kleibodems kunnen veel mineralen en vocht vasthouden, waardoor de meeste gewassen op kleigrond veel meer opbrengst geven dan op zandgrond.

Dit is de reden dat Nederland, vooral het westelijk deel, al sinds de Middeleeuwen een veel dichtere bevolking kon onderhouden dan de meeste andere landen.

De toenemende bevolkingsdruk leidde tot het inpolderen van meertjes en stukken zee, waardoor nog meer vruchtbare landbouwgrond beschikbaar kwam.

De regenval in Nederland is veel regelmatiger dan in landen met een landklimaat. Als gevolg hiervan mislukken oogsten in Nederland een stuk minder snel dan in veel andere landen.

Geografie dwingt tot organisatie en samenwerking
Een groot deel van Nederland ligt onder water. De Nederlanders kwamen al diverse malen op onzachte wijze in aanraking met de kracht van het water. De laatste grote overstroming was de ramp in 1953, naar aanleiding waarvan de Deltawerken zijn gebouwd.
Alleen door samenwerking zijn landerijen te beschermen tegen het water (de door de individualistische Friezen gebouwde terpen beschermden slechts één boerderij). Niet voor niets waren de eerste bestuursorganen in Nederland de waterschappen, die de waterhuishouding en dijken controleerden.

Een sterke sociale controle en organisatiegraad is essentieel om een dijk in stand te houden. In tegenstelling tot landen met een grootschalig irrigatiesysteem zoals Egypte en Irak, is een dijk niet door één potentaat die aan het begin van de waterbron zit te controleren. Een dijk is een ‘common good’ waarvan het nut niet afhangt van iemands positie. Als de polder onderloopt betekent dat schade voor iedere boer. Dat bevordert een democratische regeringsvorm. Kortom: de Nederlanders werden door de natuur gedwongen op democratische wijze samen te werken.

Natuurlijke transportwegen naar Zwitserland en Noord-Frankrijk
Nederland ligt op het snijpunt van twee belangrijke stroomgebieden: dat van de Maas en de Rijn. Nederland beheerst ook de monding van de Schelde, de levensader voor Antwerpen, de grote concurrent van de Rotterdamse haven. De verleiding is voor de Nederlanders dan vaak ook groot om deze af te knijpen, wat de Belgen geregeld tot razernij brengt.

Transport was in Nederland nooit een erg groot probleem. Ook zeer zware ladingen kunnen met gemak met grote schepen door de enorme, brede rivieren worden vervoerd.

Dit voordeel is veel groter dan het beperkte nadeel dat de hinder door de obstakels die rivieren voor wegen vormen, oplevert. Steden op waterknooppunten zoals Rotterdam konden hier al snel van profiteren. Ook nu nog is de Rotterdamse haven de economische motor van Nederland met via Rijn en Maas een benijdenswaardige toegang tot bijna heel West-Europa. Grote ladingen goederen worden daarom meestal in Rotterdam overgeslagen.

Slochteren: zegen of vloek?
De ontdekking van een van de grootste aardgasvoorraden ter wereld in het Groningse plaatsje Slochteren (3000 miljard kuub aardgas) verschafte de Nederlandse regering een enorme hoeveelheid inkomsten. Tweeduizend miljard kubieke meter is al verkocht, vaak tegen lachwekkend lage prijzen. Dit leverde de Nederlandse schatkist enkele honderden miljarden euro’s op, die voornamelijk werden besteed aan het meest riante sociale-zekerheidsstelsel van West-Europa en het uitbouwen van een enorme overheidsbureaucratie. Het gevolg: grote groepen inactieven. Wel konden door de hoge gasinkomsten de belastingen in Nederland lager blijven dan in buurland België.

Een lot uit de loterij?
De gunstige geografische ligging maakte Nederland uiteraard een geliefd doelwit voor buitenlandse machten. De Nederlanders behielden hun onafhankelijkheid door als onafhankelijk land nuttiger te zijn dan als bezet gebied. Ook stelde de efficiënte sociale organisatie de Nederlanders in staat voorop te lopen op technologisch gebied, ook op militair terrein.
Dit ging in de vier eeuwen dat Nederland een onafhankelijke staat is over het algemeen goed. In twee gevallen – de Napoleontische bezetting en de nazitijd – werd heel Europa beheerst door één continentale macht, waardoor de traditionele strategie niet meer werkte en Nederland toch onder de voet werd gelopen.

Nederlanders als vredesduiven
Nederland bestaat van de handel tussen Europese landen en van Europa met de rest van de wereld. Oorlogen tussen Europese landen zijn niet in het belang van Nederland. Dat vermindert immers hun onderlinge handel.

Ook worden conflicten in Nederland meestal met de mantel der liefde bedekt en is het bereiken van een consensus heel belangrijk. In de Nederlandse mindset is het vreedzaam regelen van conflicten daarom ingebakken.

De laatste keer dat Nederland Europese supermachtallures had – in 1673 – werd het aangevallen door vier landen tegelijkertijd. De Hollandse Waterlinie – het onder water zetten van de polders die het Hollandse hartland omringen – is een nogal destructieve verdedigingstactiek die bij de moderne oorlogsvoering – denk aan Hitlers parachutisten – niet meer werkt. Vandaar dat de Nederlanders nu hun heil zoeken in internationale samenwerking. Alleen door te voorkomen dat er weer een overheersende Europese macht komt, kan Nederland haar onafhankelijkheid bewaren. De Britten hebben een soortgelijk belang – de reden dat Nederlanders en Britten het op Europees niveau gewoonlijk goed met elkaar kunnen vinden.

De lichte, zoete Libische olie is voor Europa wat onversneden heroïne voor een junk is.

Laten we het eens over olie hebben

De lichte, zoete Libische olie is voor Europa wat onversneden heroïne voor een junk is.
De lichte, zoete Libische olie is voor Europa wat onversneden heroïne voor een junk is.

Meer dan driekwart van de Libische olie, ongeveer 1 miljoen vaten per dag, is bestemd voor de Europese markt. Het is dan ook begrijpelijk dat Europa heel snel de normale gang van zaken wil herstellen. Een langslepende burgeroorlog in Libië kan de Europese economie ernstig schaden. Europa kan niet maandenlang met 1 miljoen vaten olie minder toe. De snelle besluitvorming in de Veiligheidsraad is heel begrijpelijk.

Saoedi-Arabië heeft de produktie wel wat opgeschroefd, maar die zware Saoedische olie moet van verder komen en we kunnen er minder benzine en kerosine uithalen. We hebben er niet zoveel aan.

‘We’ hebben ervoor gekozen om de opstandelingen een handje te helpen om Khadaffi te verjagen. Daarmee hoopt Europa op de sympathie van de ‘toekomstige machthebbers’ in Libië. Als wij hen helpen in de burgeroorlog, dan zullen zij straks zo snel mogelijk de toevoer van de lichte zoete Libische olie aan Europa herstellen.

lees verder op Cassandraclub

Islamieten geloven dat een pelgrimstocht naar Mekka alle zonden vergeeft.

Hoe overleef je als dictator de eenentwintigste eeuw?

De gebeurtenissen van begin maart 2011 hebben dictators over de hele wereld duidelijk gemaakt dat het inzetten van het leger tegen de eigen bevolking ongestraft kan. Ze hoeven slechts aan een aantal simpele basisregels te voldoen om tot in lengte van dagen van hun heerschappij te kunnen genieten.

De lessen uit Bahrein, Libië en Jemen
In het eilandstaatje Bahrein maakte, gesteund door troepen uit buurland Saoedi-Arabië, het leger met grof geweld een einde aan het protest van de sji’ietische meerderheid tegen de achterstelling door het soennitische bewind. Boven Libië werd geen no-flyzone afgekondigd, alhoewel Gadaffi’s troepen burgers bombarderen en zich volgens talrijke rapporten schuldig maken aan ernstige mensenrechtenschendingen. Ook in Jemen kan de dictator Saleh de ongewapende protesten met grof geweld neerslaan, zonder dat luide internationale kritiek klinkt. Hoe komt het dat dictator Ben Ali uit Tunesië en collega Hosni Mubarak uit Egypte het veld moesten ruimen, terwijl Gadaffi, Saleh en de Khalifa’s in Bahrein ongemoeid werden gelaten? De verklaring lijkt internationale geopolitieke belangen te zijn.

Tunesië en Egypte: democratie kan vrij risicoloos

Tunesië
In westerse ogen had het Tunesische regime slechts één nut: het voorkomen van enorme immigrantenstromen naar Europa (Tunesië ligt zeer dicht bij Malta en Sicilië) en eventueel het voorkomen dat er een islamistisch regime of een soort Somalisch piratennest aan de Middellandse Zeekust ontstaat. Daartegenover staat dat dictatoriale regimes uiterst corrupt zijn en rampzalig voor de economische ontwikkeling boven een bepaald niveau. Het blijven steunen van dictator Ben Ali zou maar weinig hebben opgeleverd. De immigrantenstroom is ook niet het probleem van Frankrijk maar dat van buurland Italië – waarmee Tunesië nauwelijks banden onderhoudt.

Egypte
In Egypte houdt het leger de touwtjes in handen.

De legertop heeft enorme economische belangen in Egypte – in feite vervult het leger de rol die in het oude Egypte de diverse tempelorganisaties vervulden – dus hiermee is het in het belang van het leger om Egypte rustig te houden, wat ook betekent: het Suezkanaal openhouden en geen oorlog met Israël te beginnen (wat rampzalige gevolgen zou hebben voor zowel het Suezkanaal als stabiliteit van de olietoevoer). Zolang het leger effectief de touwtjes in handen houdt hoeven de internationale grootmachten zich weinig zorgen te maken. Het vervangen van Mubarak door een ander is vrij risicoloos, zolang het leger zijn greep op Egypte houdt. Als het volk de illusie koestert dat het enige inspraak heeft, betekent dat zelfs een grotere stabiliteit voor het Egyptische regime.

Libië: verdeelde belangen
In Libië is de geopolitieke situatie daarentegen compleet anders. Het land is schaars bevolkt en met 1,5 miljoen vaten per dag een belangrijke olieleverancier. Libië is ook een gewilde afzetmarkt, omdat Libiërs zoals de meeste nomadische Arabieren neerkijken op handenarbeid en er nauwelijks een Libische industrie is (de paar fabrieken draaien op gastarbeiders uit Egypte en andere landen). Omdat Libië een corrupte dictatuur is, gaat er veel geld naar landen waar de dictator economische belangen heeft – doorgaans ook de landen die hem politiek steunen. Kortom: het steunen van een dictator is uiterst lucratief.  Uiteraard zou Libië veel rijker worden als er minder corruptie zou zijn omdat het volk meer te vertellen had (waar de wereld als geheel veel beter mee af zou zijn), maar de voordelen daarvan worden verdeeld over de hele wereld.

Het politieke isolement van dictators duurt nooit erg lang.
Het politieke isolement van dictators duurt nooit erg lang.

Traditioneel heeft Italië een grote rol in Libië, maar andere landen zoals China, India, Frankrijk en Groot-Brittannië azen op de lucratieve oliedeals. Europa wordt door de Chinezen en Indiërs gezien als een decadent werelddeel dat niet in staat is voor zijn belangen op te komen. Ze zijn er dus als de kippen bij om de rol van Italië over te nemen en het steunen van de eenzame Gadaffi biedt hiervoor een uitgelezen kans. Dit verklaart ook waarom China tegen het vliegverbod is. Nu de dankbare Gadaffi de opstandelingen (zo goed als) heeft verpletterd, ligt de buit voor China voor het oprapen. In feite gebeurt nu wat economisch gezien tien jaar geleden al zou zijn gebeurd, had Italië niet over zeer goede contacten met het regime-Gadaffi beschikt.

De Russen waren tegen een no-fly zone om zowel persoonlijke als geopolitieke redenen. Poetin is niet vergeten dat, tegen de afspraken in, Kosovo van broedervolk Servië werd afgepakt en toebedeeld aan de Albanezen. Door een no-fly zone tegen te houden, krijgen de westerlingen nu een koekje van eigen deeg. Ook beseffen de Russen beter dan de westerlingen wat het zou betekenen als er een islamistische superstaat zou ontstaan in het Midden-Oosten. Het Libië van Gadaffi blokkeert dat. Tot slot betekent het verliezen van Libië als olieleverancier, dat Rusland nog onmisbaarder wordt voor Europa.

Jemen: de nuttige dictator Saleh
Jemen is een zeer chaotisch, straatarm land dat wordt verscheurd door etnische en religieuze tegenstellingen. Jemen verenigt het vruchtbare, overbevolkte Arabia Felix (vroeger: Noord-Jemen) met het woestijnachtige Hadramaut (vroeger: Zuid-Jemen), bewoond door nomadenstammen. Alleen een brute dictator als Saleh kan dit land met bruut geweld bij elkaar houden. Een Somalië aan de overkant van de Rode Zee, vlak bij de grootste olieproducenten ter wereld is wel het allerlaatste waar het westen of de andere grootmachten op zitten te wachten. Saleh vervult zijn twee in internationale ogen belangrijkste taken – voorkomen dat het land een uitvalsbasis wordt voor islamistische terroristen of een bron van miljoenen vluchtelingen – uitstekend. Het is geostrategisch gezien niet verstandig Saleh te laten vallen en zo Saoedi-Arabië te destabiliseren.

Uiteraard is dit een nogal kortzichtige politiek: Jemen is een tijdbom die op het punt staat te ontploffen zolang de elementaire oorzaken – overbevolking en onderdrukking door de overheersende rol van traditie en godsdienst – niet worden aangepakt. Waarschijnlijk gaan de Amerikanen er van uit dat tegen de tijd dat Jemen ontploft, Saoedi-Arabië geen grote olieleverancier meer is en niet zij, maar de Europeanen met de brokken zullen zitten.

Bahrein: bruggenhoofd tegen Iran
Iran, een industrieel redelijk ontwikkeld land met tachtig miljoen, voor een groot deel hoog opgeleide mensen, is geopolitiek gezien de overheersende macht in de Perzische Golf. Zou de VS niet militair ingrijpen, dan zou Iran in minder dan geen tijd Irak, Saoedi-Arabië en de Golfstaatjes controleren of onder de voet lopen, wat vervelende gevolgen zou hebben voor de olietoevoer. Iran zou vervolgens de olieprijs opschroeven als een monopolist: zo hoog, dat de maximale hoeveelheid olie-euro’s (geen dollars) in de koffers van Teheran zouden verdwijnen en olie als machtig chantagemiddel kunnen gebruiken. Bahrein, net als Iran met een sji’ietische meerderheid, ligt uiterst strategisch voor de kust van Saoedi-Arabië en het woestijnstaatje Qatar dat werkelijk uit zijn voegen barst van de olie en gas. Als Iran Bahrein in handen krijgt, beschikt het over een enorme springplank om in ieder geval het regime van de al-Saoeds af te kunnen persen. Vandaar dat ook wat betreft, behalve Iran, niemand, zeker India, China en Japan niet, zit te wachten op een machtsovername door de sji’ietische oppositie.

Hoe overleef je als dictator de eenentwintigste eeuw?
Het is uiterst belangrijk dat je wordt gezien als nuttig instrument in het geopolitieke schaakspel. Je land middelpunt maken van een geopolitiek conflict is dus uiterst essentieel. Je moet beschikken over olie, gas of een andere gewilde grondstof. Beschik je daar niet over, creëer door corruptie dan een verarmde bevolking die rijke buurlanden dreigt te overspoelen en verander je rijk in een instabiel land waarin jouw ijzeren vuist de boel bij elkaar houdt (kopjes thee worden er in de Arabische wereld alleen op de souk gedronken). De middenklasse is je vijand: zorg dat je land bestaat uit een kleine, intens gehate elite en een grote, arme, onopgeleide massa. Speel de grootmachten tegen elkaar uit. Maak het lucratiever om je te vriend te houden dan om je omver te werpen voor alle partijen.

Islamieten geloven dat een pelgrimstocht naar Mekka alle zonden vergeeft.
Islamieten geloven dat een pelgrimstocht naar Mekka alle zonden vergeeft.

Ben je de dictator van een islamitisch land, dan bof je als potentaat. Ga zodra de binnenlandse politieke situatie het toelaat, op bedevaart naar Mekka (Ben Ali deed dat toen hij de macht had gegrepen, leer van deze grote meester) en doe dat om de paar jaar. Je zal je vermoedelijk bespottelijk voelen terwijl je je in een voortschuifelende kudde in de snikhete zon voortbeweegt en een meteoriet kust, maar je onderdanen geloven nu dat je helemaal van zonden witgewassen bent. Herhaal de bedevaart als je orde op zaken hebt gesteld – zie hierna. De grote fout van Ben Ali is dat hij deze meesterzet niet heeft herhaald. Ook meesters verliezen hun scherpte als ze oud worden. Bouw een grote moskee en voer sjaria-bepalingen in. De sjaria is geschreven door illustere voorgangers die precies met jouw problemen zaten, doe daarmee dus je voordeel.

Brul geregeld oorlogszuchtige taal tegen Israël en andere verderfelijke ongelovige honden. In je door corruptie straatarme, overbevolkte politiestaat is weinig te doen, dus organiseer geregeld anti-Israël demonstraties om de grote hoeveelheden werkloze, ongehuwde jonge mannen bezig te houden. Koester je religieuze minderheden: ze zijn een bruikbare zondebok om de volkswoede zich op te laten richten.

Beloon je leger rijkelijk, maar zorg dat het niet te machtig wordt: de fout van Mubarak. Je kan alleen vertrouwen op je eigen clan (Gadaffi, de Al-Saoeds en andere Golfpotentaatjes) of mensen van je eigen zwakke religieuze minderheid (Assad van Syrië). Geld is je grote vriend: met een vuist euro’s of dollars kan je voldoende huurlingen werven om met grof geweld af te rekenen. Pak de islamistische fundamentalisten niet te hard aan: weliswaar willen ze je het liefst vermoorden, maar ze vormen een welkom excuus om je volk te onderdrukken, zoals Saleh uitstekend doorheeft. Wil je eens even op ouderwets-Arabische wijze bloedig afrekenen met je vijanden, een absolute must om respect te houden in de Arabische cultuur, zorg dan dat er geen pottenkijkers in de buurt zijn.

De Syrische dictator Hafez al-Assad, de vader van de huidige dictator,  bewees dat in 1982 door een groot deel van de steden Homs en Hama van de aardbodem weg te vagen. Helaas zijn er tegenwoordig van die vervelende mobiele telefoontjes met camera, maar die zijn toch alleen maar te betalen voor de elite. Leg als je je zaken wilt regelen dus het mobiele netwerk en internet voor een paar dagen plat en kies een gunstig moment. Als ooggetuigenverslagen van de bloedbaden naar buiten komen, is het al een paar weken later en dan is iedereen je misdaden al weer vergeten.

De Perzische Golf bevat meer dan de helft van alle bekende olievoorraden in de wereld.

Sinister schaakspel in de Perzische Golf

De bezetting van de overwegend sji’ietische eilandstaat Bahrein door het Saoedische leger is de laatste zet in een zich al langer ontwikkelend geopolitiek schaakspel. Voorlopig is Iran aan de winnende hand. Het land kan alleen overleven als het greep krijgt op de immense olievoorraden in buurland Irak. Escalatie dreigt.

Enorme olie- en gasvoorraden
De grootste olievoorraden ter wereld bevinden zich in een hoefijzervormig gebied dat rond de Perzische Golf ligt.

De Perzische Golf bevat meer dan de helft van alle bekende olievoorraden in de wereld.
De Perzische Golf bevat meer dan de helft van alle bekende olievoorraden in de wereld.

De ene punt van het hoefijzer begint bij de grens van Oman en de Verenigde Arabische Emiraten en strekt zich via de oostkust van de fundamentalistische dictatuur Saoedi-Arabië, Koeweit en Irak tot het aangrenzende Iraanse gebied: Khoezestan. Ten noorden van Qatar ligt een gigantisch gasveld, het grootste ter wereld. De Perzische Golf is daarom voor de wereldolietoevoer van levensbelang: ongeveer een derde van alle aardolie komt hier vandaan. Meer dan de helft van alle aardoliereserves – voor zover we weten – bevinden zich in dit gebied. De directe oorzaak voor de intense Amerikaanse bemoeienis met dit gebied.

Soennieten en sji’ieten
De Perzische Golf scheidt ook soennieten en sji’ieten, de twee voornaamste sektes binnen de islam die elkaar doorgaans vijandig gezind zijn. Aan de zuidelijke, Arabische kant beheersen soennieten de politiek, aan de noordelijke kant ligt het sji’ietische hartland, Iran. Buitenbeentje is Oman, het enige islamitische land waar ibadieten (een minder irrationele islamitische sekte) de meerderheid vormen. De reden dat dit land minder slecht bestuurd wordt dan de overige Arabische landen. In de eilandstaat Bahrein vormen sji’ieten de meerderheid, maar er heerst een soennitisch vorstenhuis. In Irak bestaat zestig procent van de bevolking uit sji’ieten. In de overige landen vormen gastarbeiders en soennieten de meerderheid, al zijn er grote sji’ietische minderheden die worden gediscrimineerd en onderdrukt.

Sji’ieten vormen hefboom
De Iraniërs zijn niet erg dol op Saoedi-Arabië, beheerst door extremistische soennieten, en hun bondgenoot, de Verenigde Staten. Iran wordt vrijwel geheel omringd door vijandige landen, al heeft het land veel  invloed in noorderbuur Azerbeidzjan en staat het op vriendschappelijke voet met buurland Turkije. In de overige landen bevinden zich overal Amerikaanse legerbases.
Iran beschikt over een hefboom om de Amerikaanse greep op de Perzische Golf te verminderen: de sji’ietische minderheden (in Bahrein en Irak meerderheden). De onrust onder deze mensen komt Iran dus erg goed uit.

Geostrategische doelen van Iran
Een probleem voor Iran is dat de olievoorraden liggen in de grensstreek met Irak, Khuzestan. Hier wonen sji’ietische Arabieren, geen Perzen en de Amerikanen doen hier vermoedelijk hun best hier de etnische onrust op te stoken. De hoofdprijs voor Iran is daarom buurland Irak, want zo wordt de westgrens en Khuzestan veilig. De meerderheid van de Irakezen is sji’iet. Ook bevat Irak enorme olievoorraden, veel meer dan in Iran zelf.

De voornaamste bondgenoot voor de Iraakse soennieten is Saoedi-Arabië. Dit land verzwakken of vernietigen is voor Iran dan ook erg belangrijk, want zo kan het land de soennitische minderheid uitschakelen (de Koerden hebben Iran nodig als tegenwicht tegen Turkije en hebben, gezien de uiterst wrede behandeling door de Arabische soennieten, weinig sympathie voor deze groep). Als Iran er in slaagt Bahrein in handen te krijgen, is het land in staat om Saoedi-Arabië totaal af te knellen. Vanaf Bahrein, dat over een grote haven beschikt, kan het land in recordtijd de belangrijkste Saoedische olievelden, waaronder het reuzenveld Ghawar, onder de voet lopen. Hier is een goed excuus voor: in al deze gebieden wonen onderdrukte sji’ieten. Vermoedelijk zal Iran dan niet doen, maar de dreiging is al voldoende om de al-Saoeds tot flinke concessies te bewegen, bijvoorbeeld het opgeven van Irak.
Daartegenover staat dat in de haven van Bahrein de Amerikaanse Vijfde Vloot ligt. Een directe aanval op Bahrein zal het Iraanse leger dus niet snel proberen

Window of opportunity
In de islamitische wereld wordt de Amerikaanse president Obama gezien als zwak en incompetent en bestaat de indruk dat er nu meer speelruimte is dan onder de vorige president. De Amerikanen zitten diep in de schulden en kunnen zich niet niet nog een oorlog zoals in Irak veroorloven. Zeker niet als daardoor de prijzen van aardolie exploderen en een nieuwe recessie ontstaat.Voor de Amerikanen is de goedkoopste en effectiefste oplossing dat de lokale despoten hun lastige onderdanen (of die van buurstaten, zoals nu gebeurt door het Saoedische leger in Bahrein) met grof geweld onder de voet lopen. Uiteraard vergezeld van diplomatieke berispingen, maar met stilzwijgende aanmoediging. Hoe gerechtvaardigd de eisen van de onderdrukte bevolking ook zijn. Dit is uiteraard niet goed voor de geloofwaardigheid in eigen land of die in de rest van de wereld als hoeder van de democratie en de mensenrechten, maar stelt wel de toevoer van aardolie veilig.
Geopolitiek is uiteraard de beste oplossing voor de Verenigde Staten en de rest van de niet-olieproducerende wereld om onder de afhankelijkheid van aardolie zien uit te komen en af te rekenen met de mensonterende regimes in dit gebied, maar helaas heeft de gevestigde orde te veel belangen in de olie-industrie.

De zon gaat steeds meer onder voor de olie-gebaseerde economie.

Saoedi-Arabië: oliekliek krijgt verdiende loon

Al meer dan tachtig jaar werd één van de meest achterlijke en kwaadaardige regimes ooit in het zadel geholpen en sindsdien gehouden door de Britten en Amerikanen: het huis Saoed, dat hun land Saoedi-Arabië runt als hun privé-eigendom. In een monsterverbond kregen de Amerikanen olie – en de ondersteuning voor de dollar omdat de olie in Amerikaanse dollars wordt afgerekend – en de Saoedi’s grote hoeveelheden geld en de mogelijkheid het extremistische wahhabisme te verspreiden.

Saoedi-Arabië, een overzicht
Het land dat we nu kennen als Saoedi-Arabië is in feite een etnisch en geografisch zeer divers gebied. In de westelijke kuststrook, de Hejaz, leeft een multi-etnische bevolking de nakomelingen van islamitische pelgrims die zich na hun pelgrimstocht naar de voor islamieten heilige steden Mekka en Medina in het gebied vestigden. In de vruchtbare provincie Asir wonen Jemenieten die zich meer verwant voelen met hun volksgenoten aan de andere kant van de grens dan met de Arabieren uit het noorden. In de oostelijke kuststrook, waar vrijwel alle Saoedische olievoorraden zich bevinden, woont een aanzienlijke sji’ietische minderheid die stelselmatig wordt onderdrukt, de zuidoosthoek van het land is de Rub al-Khali, het Lege Kwartier, een onbewoonde zandwoestijn zo groot als Frankrijk. In het centrum van het land en het noorden ligt tenslotte de Nejd, de enorme hoogvlakte en woestijn waar de Al Saoeds vandaan komen.

Apartheid
Joden en christenen, om niet te spreken van heidenen, wonen in Saoedi-Arabië niet meer, want de in Saoedi-Arabië overheersende hanbalitische rechtsschool verbiedt niet-islamieten om in islamitische landen te wonen anders dan als tijdelijke gast. Joden komen het land helemaal niet in (visa-aanvragers moesten tot voor kort een niet-jood verklaring invullen), christenen en andere niet-islamieten genieten alleen tijdelijk verblijfsstatus. Vrouwen genieten minder rechten dan mannen, ongelovigen genieten nog veel minder rechten. Het doden van een hindoevrouw is bijvoorbeeld volgens de Saoedische wet zesendertig keer minder erg dan het doden van een islamitische man. Kortom: in Saoedi-Arabië heerst een apartheidsbewind dat erger is dan zelfs dat in Zuid-Afrika of veel Amerikaanse staten in de vijftiger jaren.

De invoering van de wahhabitische terreur
Na de ineenstorting van het Ottomaanse Rijk na de Eerste Wereldoorlog ontstond er op het Arabische schiereiland een machtsvacuüm. Abdul Aziz ibn Saoed, de leider van de uiterst agressieve wahhabitische nomadenstam van de Al Saoeds, die in de achttiende en negentiende eeuw al twee keer eerder een rijk had gesticht in het grootste deel van het huidige Saoedi-Arabië en nu nog steeds de Nejd en de oostkust beheerste, greep zijn kans en liep met een aantal  campagnes de rest van het land, waaronder de Hejaz en de vruchtbare provincie Asir onder de voet. De Engelsen waren blij dat er nu eindelijk een georganiseerde staat bestond in het onrustige Arabische schiereiland en lieten de heerser daarom met rust. De sjerief (sleutelbewaarder, vermoedelijk de herkomst van het Engelse woord sheriff) van Mekka werd geparkeerd als vorst Abdullah in Oost-Palestina, dat later tot (Trans)-Jordanië werd omgedoopt. Vanzelfsprekend koestert het Jordaanse koningshuis nog steeds een diepgewortelde haat jegens de al-Saoeds.

De heethoofdige Ikhwan wilden ook het Britse mandaatgebied Transjordanië onder de voet lopen, maar Abdul Aziz schatte terecht in dat dat de vernietiging van zijn rijk door de Britten zou hebben betekend. Hij pakte de Ikhwan hardhandig aan, die om die reden in 1979 wraak namen: de bloedige bezetting van de Grote Moskee in Mekka.

Zoals voor alle islamitische leiders geldt, is legitimiteit voor de Al Saoeds een voortdurend probleem. Alleen door zich voortdurend te manifesteren als beschermer van de islam kunnen ze rekenen op de loyaliteit van hun onderdanen. Wat de meeste Saoedi’s onder “islam” verstaan, is het uiterst agressieve en onverdraagzame wahhabisme, ook bekend als salafisme. Het vorstenhuis koopt rust in het eigen land door de ergste heethoofden als missionarissen voor het wahhabisme te exporteren naar vooral Afrikaanse landen en grote sommen geld te steken in de verfraaiing van de islamitische heiligdommen in Mekka en Medina. Ook de draconische sjaria-wetten helpen om voor de bevolking het image van “goede moslim” in stand te houden. Erg gezegend qua intellectuele ontwikkeling of kosmopolitische kijk op de buitenwereld zijn de meeste Saoedi’s niet, maar steeds minder Saoedi’s trappen hier nog in. Vooral nu de bevolking explodeert en er dus steeds minder oliedollars over steeds meer mensen verdeeld moeten worden.

Het monsterverbond om olie
In de dertiger jaren werden enorme olievoorraden ontdekt in het tot dan toe straatarme (vergelijk Jemen) koninkrijk. In 1945 sloten de Amerikanen een verdrag met de Saoeds, waarbij Amerikaanse oliemaatschappijen deze olievoorraden exclusief uit de woestijn konden halen. Toen de Saoedi’s doorkregen hoeveel geld ze konden verdienen met de olie, wisten ze door gewiekste onderhandelingen het percentage van de oliewinsten dat in hun handen kwam flink te vergroten. Omdat de olie in dollars wordt afgerekend, kon olie de rol van goud overnemen als dekking voor de dollar. De sterke stijging van de olieprijs bood hiervoor de ruimte. Omgekeerd: de hoge olieprijzen leidden tot veel onderzoek in het westen naar alternatieven voor aardolie. De lepe Saoeds lieten daarom de prijs weer wat zakken, zodat het  niet interessant werd om alternatieven voor aardolie te zoeken. De Amerikaansde presidenten Reagan en Bush draaiden vermoedelijk als wederdienst (en de enorme oliebelangen van de familie Bush) onderzoek naar alternatieve energie de nek om. Doordat de Saoedis onder Amerikaanse druk de olieprijs een paar jaar flink lieten zakken, ging de Sovjet-Unie failliet terwijl de energieslurpende economie van de VS boomde.

Saoedisch sociaal contract staat op springen
De enorme Saoedische koninklijke familie, ondertussen uitgedijd tot de bevolking van een middelgrote provinciestad, krijgt uitkeringen van de staat. De gewone man (vrouwen hebben in Saoedi-Arabië alleen thuis uiterst beperkte invloed) wordt rustig gehouden met wat subsidies op allerlei goederen en baantjes als ambtenaar, godsdienstgeleerde of, voor de meest incompetente lieden, de beruchte religieuze politie. Echter: de olieinkomsten blijven gelijk, maar de bevolking neemt snel toe: Saoedi-Arabië kent met 3% per jaar bijna de hoogste bevolkingsgroei ter wereld.

De zon gaat steeds meer onder voor de olie-gebaseerde economie.
De zon gaat steeds meer onder voor de olie-gebaseerde economie.

Onder de beter opgeleide Saoedi’s komt er steeds meer kritiek op de opulente levensstijl van de koninklijke familie en de enorme bedragen die deze aan het verspreiden van de islam besteedt. De nakomelingen van de Ikhwan zijn nog steeds niet vergeten wat de Saoeds hen hebben aangedaan en ook de andere etnische en religieuze minderheden koesteren grote en gerechtvaardigde grieven. Voedsel wordt nu ook in Saoedi-Arabië steeds duurder: alles moet worden geïmporteerd en de grondwatervoorraden van het land worden nu in hoog tempo leeggezogen. Geen wonder dat de nu om zich heen grijpende opstanden in de Arabische wereld vooral in het oosten, waar de arme en onderdrukte sji’ieten wonen die bijzonder weinig hebben geprofiteerd van de duizenden miljarden dollars die de Saoeds in hun provincie hebben verdiend, uiterst aanlokkelijk overkomen. Of het sji’ietische Iran hierachter zit is niet bekend, maar het zou niets verrassen.

Oliekliek krijgt verdiende loon
Al zeventig jaar heeft het westen deze meedogenloze, fundamentalistische dictatuur gesteund.  In ruil voor goedkope olietoevoer is het Saoedische volk, vooral het vrouwelijk deel, vrijheid en ontplooiingskansen ontzegd en veroordeeld tot één van de meest brute regimes in de geschiedenis van de mensheid. In ruil voor futiele strategische voordelen hebben de Amerikanen hun principes verkocht en gemene zaak gemaakt met een regime dat qua mensenrechtenschendingen er naar streeft dat van het door de VS zo gehate Iran te overtreffen. Godsdienst en olie bleken voor zeventig jaar de opium te zijn waarmee de Saoedi’s hun volk dom en geknecht hielden. Die tijd lijkt nu voorbij te zijn. Als gevolg van de onrust zullen de olieprijzen nog meer gaan stijgen.

Gelukkig staan we er nu aanmerkelijk beter voor dan in de zeventiger jaren. We beschikken nu over een aantal goede alternatieven voor olie, die steeds interessanter gaan worden als de prijzen nog verder gaan stijgen. Als  de olieprijzen stijgen tot boven de honderdvijftig dollar, betekent dit dat biodiesel uit afvalstoffen van de landbouw interessant wordt. Ook zal de overschakeling naar elektrisch aangedreven auto’s een enorme prikkel krijgen.

De droom van veel islamieten: een islamitisch wereldrijk van Marokko tot Pakistan.

Een nieuw kalifaat: de geopolitieke gevolgen

Het grootste deel van het afgelopen millennium hebben de Arabische landen deel uitgemaakt van één groot rijk op islamitische grondslag: het kalifaat. Wat zijn de geopolitieke gevolgen als alle Arabische landen weer een dergelijk rijk gaan vormen?

De islam, een politieke religie
De islam is zowel een religie als een politieke ideologie. Dus zowel Wilders als de rest van de politici hebben voor een deel gelijk. Dit heeft te maken met de rol van Mohammed die zowel geestelijk als werelds leider was van de groep islamieten, waardoor hij zowel morele als politieke instructies moest geven. Volgens hen die Mohammed beschouwen als een charlatan, heeft Mohammed koranteksten verzonnen om hem voordelen zoals absolute gehoorzaamheid en toegang tot vrouwen te verschaffen. Wie er ook gelijk heeft: veel koranteksten manen in ieder geval islamieten om Mohammed en leiders die door Mohammed waren aangewezen, onvoorwaardelijk te gehoorzamen. Ook spiegelt de koran gelovigen beloningen als overvloedig en willig vrouwelijk schoon, weelderige tuinen en wijn voor als ze doen wat Mohammed zegt.

Omdat Mohammed expliciete instructies had achtergelaten dat hij de laatste “profeet”, een theologisch concept dat zoiets als boodschapper van de godheid betekent, was, was er niemand die na zijn dood de rol van geestelijk leider op zich kon nemen. Bij de Twaalvers, de sji’ietische stroming die Iran controleert zijn de ayatollahs een soort plaatsvervangers van de Mahdi, de twaalfde imam die zich, geloven de Twaalvers, verstopt heeft tijdens soennitische vervolging; hiermee kunnen ze als geestelijk leider optreden.

De kalief als verdediger van het geloof en de gelovigen
Politieke leiders waren er wel. Deze werden kalief, “opvolger” (van Mohammed)  genoemd. De eerste vier kaliefen worden door alle islamieten bewonderd, maar waren naar hedendaagse Nederlandse maatstaven, de eerste kalief Abu Bakr wellicht uitgezonderd, meedogenloze tirannen.

De droom van veel islamieten: een islamitisch wereldrijk van Marokko tot Pakistan.
De droom van veel islamieten: een islamitisch wereldrijk van Marokko tot Pakistan.

De vijfde kalief Mu’awiya greep met een gemene truc de macht van de vierde (eveneens weinig sympathieke) kalief Ali, wat de oorzaak is van de splitsing tussen soennieten en sji’ieten. Sji’ieten vereren sindsdien Ali.

In de praktijk bemoeien de wereldlijke autoriteiten zich ook uitgebreid met het geloof omdat in de islam de scheiding tussen kerk en staat niet zoals in het christelijke westen (adel en geestelijke stand) en India (priester- en krijgerkaste) bestond en een belangrijke taak van de kalief is, “de islam” te verdedigen. Ook ontleent de kalief zijn legitimiteit aan het islamitische geloof. De theologische bronnen van de islam werden in de loop van de eeuwen aangepast om het gezag van de kaliefen te versterken. Door de kalief Othman is uitgebreid geknutseld in de koran, maar sindsdien kwamen er zoveel kopieën van de koran in omloop dat dit niet meer ongestraft kon. Vandaar dat de kaliefen (en vele anderen) allerlei vrome verhalen over Mohammed, de hadith, in omloop lieten brengen om hun politieke macht uit te breiden. Als gevolg hiervan is wat we nu kennen als soennisme en sji’isme doorweven van vrome aansporingen om voor de kalief te strijden en voor de islam te sterven.

Oorlog als legitimatie van het gezag
Uiteraard voelt bepaald niet iedere islamiet zich sterk aangetrokken tot het vermoorden van zogeheten vijanden van de islam of martelaarschap op het slagveld, integendeel, maar dat de godsdienstige aansporing om te vechten en te sterven voor de islam (dus de kalief) heeft onmiskenbaar grote militaire voordelen opgeleverd voor de kalief. Het beginnen van een oorlog in naam van de islam was dan ook een geliefde strategie om meer binnenlandse steun te krijgen voor het eigen gezag en af te komen van lastige oproerkraaiers (islamitische landen kennen grote groepen ongetrouwde jonge mannen). Ook levert iedere oorlog direct veel geld op: een vijfde van alle oorlogsbuit vervalt volgens de koran aan de leider van de gelovigen. Overigens was deze godsdienstige rechtvaardiging van oorlog ook in veel christelijke rijken schering en inslag, al is het in strijd met wat Jezus hierover heeft gezegd.

Het kalifaat: de enige legitieme bestuursvorm volgens veel islamieten
Volgens veel islamieten vormt de islamitische gemeenschap, de oemmah, één geheel. Als mensen daarin verdelingen maken zijn ze zondig. Uiteraard past de op dit moment fijnversnipperde Arabische wereld met meer dan twintig islamitische landen hier niet in, om maar niet te spreken over de rest van de islamitische wereld. Vandaar de voortdurende druk vanuit de bevolking om één rijk te vormen. Relatief seculiere leiders als Nasser en Gadaffi probeerden daarom staten samen te voegen tot één islamitische superstaat, maar geen enkele leider wilde de tweede viool spelen. Vandaar dat deze pogingen mislukten. De enige geslaagde unificatie, die van Noord- en Zuid-Jemen, kwam pas nadat het noorden het zuiden onder de voet had gelopen.

Het einde van het kalifaat en de ondergrondse kalifaat-beweging
Het kalifaat werd in de twintiger jaren afgeschaft door Kemal Atatürk, de president van wat het overbijfsel van het Ottomaanse Rijk was en later Turkije is geworden. Veel islamieten voelden zich hierdoor ten diepste gekrenkt. Verschillende internationale radicale groepen zoals de Moslimbroederschap en de Hizb Ut-Tahrir zagen daarom het levenslicht, alle met het doel alle islamitische landen samen te voegen tot één islamitische superstaat, het kalifaat.

Deze groepen verspreidden zich over de gehele islamitische wereld en plaatsen waar islamitische immigranten naartoe zijn geëmigreerd, zoals Europa en de Verenigde Staten.
De doelen van de kalifaat-beweging: het omverwerpen van alle regeringen en alle islamitische landen veranderen in een islamitische superstaat betekenen uiteraard een grote bedreiging voor de plaatselijke machthebbers. Geen wonder dus dat de Moslimbroederschap in de meeste islamitische landen landen illegaal is of scherp in de gaten wordt gehouden door de geheime diensten. Tot voor kort waren de vooruitzichten voor deze bewegingen weinig rooskleurig. Het oppermachtige westen hield de dictatoriale regimes in het zadel en de bloederige aanslagen die gefrustreerde aanhangers van de Moslimbroederschap pleegden leverden weinig sympathie van de bevolking op.

Nieuwe mogelijkheden om een kalifaat op te richten
Vreedzaam verzet komt niet voor in de mindset van een islamitische fundamentalist. De reden dat de Tunesische en Egyptische protestbeweging ook niet uit islamistische hoek afkomstig is, maar van progressieve islamieten. In feite werd de Moslimbroederschap door de gebeurtenissen verrast, maar staat klaar om profijt te trekken van de komende gebeurtenissen. Wat ook mee speelt is de sterke verzwakking van de westerse landen. Hun rol wordt steeds meer overgenomen door opkomende economieën als China en India. Uiteraard zitten ook deze beide landen bepaald niet te springen om een machtige islamitische staat als buur – beide landen hebben al genoeg te stellen met islamistische terroristen – maar het wegvallen van de Verenigde Staten en het tot op het bot verdeelde Europa biedt mogelijkheden voor ondernemende islamisten om hun kans te grijpen. Als islamisten er in slagen het leger voor hun karretje te spannen en op democratische wijze de macht te veroveren is het goed voorstelbaar dat landen als die in Noord-Afrika of het Midden Oosten één staat gaan vormen. Er ontstaat dan een sterk geopolitiek blok dat het grootste deel van de olievoorraden in de wereld beheerst.

De gevolgen van een nieuw kalifaat
De leider van een islamistische staat zal om zijn binnenlandse steun te behouden, zijn legitimiteit uit het geloof moeten halen. Dat betekent: voortdurende oorlogen tegen zwakke niet-islamitische buurlanden. Tenzij door een ramp het Europese militaire overwicht verdwijnt,  blijft Europa voorlopig buiten schot, ook door de geografische isolatie vanwege de Middellandse Zee, maar zal onder druk worden gezet met het stopzetten van olieleveranties of het afsnijden van het Suezkanaal. Je kan dan denken aan eisen om kritiek op de islam harder aan te pakken, het flink opschroeven van de olieprijs, eisen van meer financiële steun of het verplichten om veel immigranten op te nemen uit de arme, overbevolkte Arabische landen. De gevolgen voor de zwakke Afrikaanse landen zijn vermoedelijk aanmerkelijk akeliger.

Aanval op Israël
Er is één land dat geografisch gezien het scharnierpunt van het Midden-Oosten vormt en de islamitische wereld in tweëen splitst: Israël. Voor de buurlanden van Israël is een aanval op het land niet interessant: Egypte is afhankelijk van de Nijl en Jordanië en Syrië zijn te zwak. De situatie verandert als Israël omringd wordt door slechts één machtig islamitisch rijk. De verovering van Israël betekent een aaneengesloten territorium en dus is het meest voor de hand liggende geopolitieke doel voor de superstaat-in-wording. Israël houdt dan alleen de nucleaire afschrikking over als drukmiddel. Weliswaar zijn dichtbevolkte landen als Egypte zeer kwetsbaar, maar het territorium van een aaneengesloten islamistisch rijk is domweg te groot om met atoomwapens grote klappen toe te kunnen brengen. Ook staan islamisten niet bekend vanwege hun grote achting voor het menselijk leven: wie sneuvelt in de strijd tegen de ongelovigen is immers een martelaar. Alleen al de dreiging van een allesvernietigende oorlog zal veel hoogopgeleide Israeli’s weg laten vluchten uit het land, wat de economie zal doen instorten. Zelfs de inzet van atoomwapens zal Israël niet kunnen redden. Kortom: de totstandkoming van een kalifaat zal vermoedelijk leiden tot een atoomoorlog.

Hoe is dit scenario te vermijden?
Er is bitter weinig wat we in de westerse wereld kunnen doen. We kunnen slechts het goede voorbeeld geven en hopen dat de aantrekkingskracht van de relatieve verlichting en welvaart in Europa de islamieten in de Arabische landen zal inspireren tot het overnemen van enkele goede westerse gewoontes zoals verzet tegen corruptie, godsdienstige onderdrukking en willekeur, in plaats van imperialisme en megalomanie. In feite is de opstand in Egypte en Tunesië geïnspireerd door Oost-Europa.

Meer vrije handel zal de Arabieren stimuleren om hun zelfvertrouwen en identiteit uit hun eigen welvaart te halen in plaats van zich te identificeren met een grote islamitische staat. We zullen achter de schermen keihard moeten optreden tegen gevaarlijke bewegingen als de Moslimbroederschap en er voor zorgen dat seculiere bewegingen hun sociale rol overnemen. Hopelijk krijgen we dan gelukkige en welvarende zuiderburen die hun creativiteit en energie stoppen in een beter leven voor iedereen.

Deze muurschildering is geïnspireerd door Picasso's Guernica, waarin hij de verschrikkingen van de Spaanse burgeroorlog in beeld bracht.

Eeuwige vrede, kan het?

De Joodse profeet Jesaja sprak al over een tijd waarin zwaarden tot ploegscharen omgesmeed zouden worden. Ook Jezus voorzag een tijd waarin alle oorlogen voorbij zouden zijn. Waren dit onrealistische dromers, of zal er op een dag echt een tijd zijn dat er geen oorlogen meer zijn?

Waarom zijn er oorlogen?
Oorlogen zijn gewapende conflicten waarbij de betrokken partijen door middel van geweld proberen hun doel te bereiken. Oorlogen komen dus niet uit de lucht vallen. Er moeten vijandelijke partijen zijn die iets willen wat met elkaar in strijd is (bijvoorbeeld macht over een groep mensen of een waardevolle hulpbron zoals aardolie), ze moeten wapens hebben en minstens één partij moet bereid zijn die te gebruiken. Je zou dit de oorlogsdriehoek kunnen noemen, zoals hitte, zuurstof en brandstof de vuurdriehoek vormen. In de praktijk zullen de vijandelijke partijen alleen bereid zijn hun wapens te gebruiken als ze een redelijke kans zien om hun zin te krijgen zonder dat de gevolgen al te ongunstig zijn.

Wapens, samenwerking en de wil om te doden en te sterven
Om in een oorlog kans van slagen te hebben moet een groep ten eerste over wapens te beschikken. Deze hoeven niet veel voor te stellen, ze hoeven slechts beter te zijn dan die van de tegenstanders op het moment dat de aanval plaatsvindt. De reden van het succes van slechtbewapende terroristen: ze vallen ongewapende burgers van een vijandelijke groep aan.

Deze muurschildering is geïnspireerd door Picasso's Guernica, waarin hij de verschrikkingen van de Spaanse burgeroorlog in beeld bracht.
Deze muurschildering is geïnspireerd door Picasso's Guernica, waarin hij de verschrikkingen van de Spaanse burgeroorlog in beeld bracht.

Moderne legers beschikken over zeer zware wapens, tot atoombommen toe. Daarom zijn confrontaties tussen twee moderne, tot de tanden bewapende legers erg verwoestend.

Oorlog is er op gericht de vijand te vernietigen. Ook de vijand probeert de aanvallers te vernietigen. Om oorlog kans van slagen te geven, moeten zowel de strijders als degene die de strijders bevelen heeft bereid zijn om te (laten) doden en gedood te worden (of kanonnenvlees op te offeren). Van nature doodt de mens niet: hier zit gelukkig een sterke biologische remming op. Psychopaten, zoals de mythische Griekse strijder Achilles uit de Odyssee,  missen deze remming, vandaar de oververtegenwoordiging van psychopaten in legers. Militaire training komt er dus op neer de vijand te leren zien als onmenselijke monsters (dehumanisering) of moordzuchtige reflexen aan te leren, zodat de soldaat een moord heeft gepleegd voordat hij er bij stilstaat. Tegenwoordig is er zoveel afstand tussen vijandelijke strijders, dat het moorden door bijvoorbeeld van tien kilometer hoogte met een bommenwerper een haast klinische handeling is geworden.

Zowel het moorden als het voortdurende levensgevaar is psychisch slopend. Vooral kindsoldaten, maar ook volwassenen zijn ernstig getraumatiseerd na een oorlog. Vandaar dat de meeste mensen en staten in principe tegen het voeren van oorlogen zijn.

Macht over de bevolking steeds belangrijker
Op dit moment zijn de meeste gebieden rijk niet door grondstoffen waarover ze beschikken, maar door hun netwerkfunctie. Waarschijnlijk zouden veel bewapende partijen een Silicon Valley, Brussel of de Londense City in hun bezit willen hebben, maar deze door grof geweld veroveren zou ze vernietigen, omdat hun waarde bestaat uit een netwerk van mensen. Een oliebron of goudmijn zal nog redelijk intact een oorlog overleven, een stad of handelsnetwerk niet. Vandaar dat veroveringsoorlogen  voornamelijk op plattelandsgebieden of in grondstofrijke gebieden plaatsvinden.De meeste burgeroorlogen vinden plaats in landen met een onevenwichtige verdeling van grondstoffen.

Robotwapens
Er worden nu steeds meer robotwapens (bekend uit onder meer de Terminator films) ontwikkeld, variërend van vliegende drones, de schrik van de taliban, tot rijdende (en wellicht al snel lopende) infanterierobots. Robots hebben voor een leger als voordeel dat ze geen gewetensbezwaren, angst of vermoeidheid kennen. De voornaamste kostenpost ligt in het bouwen, ze inzetten kost maar weinig. Het is daarom voor een groep met een robotleger al snel aantrekkelijk om een oorlog te beginnen. De inzet van gevechtsrobots heeft een guerilla-oorlog in steden voor een ‘standaard’ leger ook veel minder afschrikwekkend gemaakt. Echter: ook met een robotleger zal een goed bewapende tegenstander terugslaan met bijvoorbeeld atoomwapens. Robotlegers zullen dus gebruikt worden voor oorlogen tegen een guerillaleger. Landen als Iran en Noord-Korea weten dat ze alleen kunnen overleven door atoomwapens. Robotlegers werken dus sterk escalerend.

Maar… wordt het nu nooit meer vrede?
De twee grootste militaire machten, de Verenigde Staten en China, zijn ook elkaars grootste handelspartners. Met een oorlog zouden beide landen hun economie enorme schade berokkenen. Het winnen van grondstoffen wordt steeds meer een kwestie van energie. Met voldoende energie is uit rots en zeewater zo ongeveer iedere denkbare grondstof te winnen. Grondstoffen als casus belli verdwijnen hiermee. Vinden we daarentegen geen alternatief voor aardolie, dan zouden in de eenentwintigste eeuw wel eens de meest vernietigende oorlogen ooit om de schaarse oliebronnen kunnen uitbreken. Kortom: goedkope energie is het elixir van eeuwige vrede.

Spioneren met kwantumverstrengeld licht

Aan kwantumverstrengeld licht merk je als buitenstaander niets. Alleen als je de effecten van twee bundels verstrengelde deeltjes met elkaar vergelijkt, kan je uitvinden dat er een correlatie is. Een slimme uitvinder bedacht een toepassing. Onmerkbaar kwantumgemerkt licht…

Kwantumverstrengeling
Kwantummechanica is niet-deterministisch: het is niet mogelijk exact te voorspellen wat er uitkomt als je een kwantumdeeltje meet. Een gruwel in de ogen van elke rechtgeaarde natuurkundige. Einstein bedacht daarom de Einstein-Podolsky-Rosen paradox om Niels Bohr en zijn kwantummechanica voor eens en voor altijd te ontkrachten. Als je twee kwantumdeeltjes met elkaar verstrengelt en vervolgens laat gaan, bepaalt de meting aan het ene deeltje hoe het andere deeltje zich gedraagt. Ook al bevinden deze deeltjes zich honderden kilometers uit elkaar (het meetrecord staat nu op 144 km). Deze invloed (als dat het is) reist sneller dan het licht, onmogelijk volgens de relativiteitstheorie.

Onzichtbaar gemerkt licht
Het hoe en waarom achter kwantumverstrengeling bezorgt natuurkundigen al tachtig jaar hoofdpijn. Wat uitvinders niet belemmert in het ontwikkelen van toepassingen van dit merkwaardige verschijnsel.

Ruis en slecht zicht is een enorm probleem op een slagveld. Amerikanen denken dit met kwantumverstrengeling op te kunnen lossen.
Ruis en slecht zicht is een enorm probleem op een slagveld. Amerikanen denken dit met kwantumverstrengeling op te kunnen lossen.

Zo is op dit moment al kwantumcryptografie in ontwikkeling: wie probeert kwantumverstrengelde fotonen af te luisteren, vernietigt de kwantumverstrengeling. De zender en ontvanger weten zo direct of er tijdens het zenden van de boodschap mee is geknoeid. Na Wikileaks vermoedelijk de droom van menig politicus. Een meer spectaculaire toepassing is het gebruiken van onzichtbaar gemerkt licht. Als verstrengeld licht terugkaatst, zou iemand hieraan kunnen zien dat het afkomstig is van de waarnemer zelf en dat het niet om licht uit andere bronnen gaat.

Zeker tijdens de regering-Bush zat DARPA, het onderzoeksinstituut van het Pentagon niet om geld verlegen, dus bedacht natuurkundige Seth Lloyd van het Massachusetts Institute of Technology een methode om kwantumverstrengeling op een voor militair gebruik interessante manier te gebruiken. Op een slagveld is waarnemen lastig en zitten signalen vol ruis: het onderwerp van een DARPA-onderzoeksprogramma waar Lloyd graag voor in aanmerking wilde komen. Bij het wiskundig uitwerken van zijn voorstel ontdekte hij iets absurds: de techniek werkte het beste als de kwantumverstrengeling al verbroken was. De scanner verstrengelt fotonen door met een fotonisch kristal één foton in twee -verstrengelde- fotonen te veranderen en zendt deze uit. Met een zeer gevoelige detector wordt van het teruggekaatste licht gemeten in hoeverre het kwantumverstrengeld is.

In theorie kan hiermee een miljoenmaal scherper beeld worden verkregen, aldus Lloyd. Hij verwachtte in februari 2009 dat het uiteindelijke apparaat binnen enkele jaren klaar was om te testen. Militairen zijn doorgaans niet erg mededeelzaam over strategisch gevoelige technologie, dus de stilte sindsdien kan mogelijk betekenen dat het apparaat of een kansloze mislukking, of juist een erg groot succes is…

Bron: Scientific American