Zoekresultaten voor: race tegen de machine

Saoedi-Arabië is niet de meest prettige plek voor ondernemende vrouwen. Bron: BBC

Wat telt zwaarder: principes of handelsbelangen?

Een van de grotere handelspartners van Nederland is het theocratische woestijnkoninkrijk Saoedi-Arabië, dat wordt beheerst door aanhangers van het salafisme, een uitermate strenge variant van de islam. De missionaire activiteiten van enig PVV-lid Geert Wilders zijn daar, naar verluidt, niet in echt goede aarde gevallen en een handelsboycot dreigt. Wat moet leidend zijn: de koopman of de dominee?

Handelen met de vijand
Nederlanders kennen al een lange traditie van handelen met vijandige landen. Al tijdens de Tachtigjarige Oorlog, waarin de noordelijke Nederlanden zich ontworstelden uit de greep van het Spaanse vorstenhuis, handelden Nederlandse kooplieden met de Spanjaarden en verkochten zelfs munitie, waarmee het Staatse leger beschoten werd. Pecunia non olet, geld stinkt niet, was en is de lijfspreuk van de Nederlandse koopliedenklasse. De tegenwoordige tijd is geen uitzondering. Ook als  het om ingrediënten voor gifgas gaat of bloeddiamanten, Nederlanders zijn nooit vies van een  handeltje. Dat geldt overigens ook voor voor onze buren: Engelsen leverden martelapparatuur, Duitsers ultracentrifuges en gifgas. Ook Belgen verkopen handvuurwapens aan dubieuze landen.

Saoedi-Arabië is niet de meest prettige plek voor ondernemende vrouwen. Bron: BBC
Saoedi-Arabië is niet de meest prettige plek voor ondernemende vrouwen. Bron: BBC

Wat is meer waard: principes of winst?
Vanuit een niet-moreel standpunt lijkt deze vraag op het eerste gezicht eenvoudig te beantwoorden. Principes zijn niet tastbaar, harde knaken wel. Het is dus economisch zinvol om ondanks de morele bezwaren die we tegen een regime als dat in Saoedi-Arabie hebben, er toch mee te handelen. Maar klopt dat wel?

Waarde is informatie?
Alles om ons heen bestaat uit atomen. Atomen zijn, sporadische kernreacties daargelaten, onvernietigbaar. Koolstofatomen die ooit deel uitmaakten van een rondschuifelende reuzenspin uit het Carboon, zitten nu in een brok steenkool in een kolencentrale en vormen volgens jaar wellicht onderdeel van een design spijkerbroek uit Egyptische katoen. Het koolstofaandeel in kooldioxide, een afvalgas, het brok steenkool en een loepzuivere diamant bestaan uit exact dezelfde atomen. Het enige verschil is hoe deze atomen onderling zijn gerangschikt, m.a.w. de informatie.

Informatie en vrije geest
Wat waarde geeft is dus deze informatie. Informatie komt echter niet uit de lucht vallen. Deze is het product van onze menselijke geest. Dit maakt ook meteen onze hersenen het kostbaarste op aarde: a mind is a terrible thing to waste. Kortom: een optimaal werkende menselijke geest, goed op de hoogte van de natuurwetten, is dus meer dan goud waard. Toch kan  onze geest op zichzelf weinig, zoals duizenden jaren meditatie door wijsgeren in het straatarme India bewijst. Wat is dan de missing link in de creatie van waarde? Waarom kunnen sommige groepen samenwerkende mensen veel waarde creëren, en anderen helemaal niet?

Greep op de wereld om ons heen
Onze handen zijn volgens sommige evolutionair paleontologen misschien nog wel belangrijker dan onze hersenen. Dieren die over meer hersenmassa beschikken dan de mens, zoals olifanten en walvisachtigen, ontbreekt het aan handen, waardoor ze veroordeeld zijn tot een techniekloos bestaan. Twee miljoen jaar geleden waren onze handen slechts in staat tot het fabriceren van lompe gereedschappen. Precisiewerk werd pas mogelijk toen in de laatste twee miljoen jaar onze handen van structuur veranderden, waardoor we gereedschappen konden vasthouden. Alleen omdat we in staat zijn atomen te manipuleren, kunnen we onze omgeving veranderen. De menselijke hersenen zijn in staat gereedschappen als een deel van het lichaam te zien, waardoor we geavanceerde dingen kunnen maken. Omdat machines kunnen worden gebruikt om nog betere machines te maken, ontstond hierdoor een virtueuze cirkel. Geest, handen en machines vormden een goed op elkaar aansluitend en steeds verder evoluerend geheel.

Ziel verkopen aan de duivel
Saoedi-Arabië is, als je een vrijheidslievend mens bent, geen prettig land, zelfs niet naar de maatstaven van de gemiddelde islamiet. Ongeveer de helft van de bevolking, de vrouwen, wordt wettelijk achtergesteld bij mannen. Zo geldt hun getuigenis minder dan die van een man en is het ze verboden zich zonder mannelijk familielid buiten de deur te begeven. Autorijden is vanzelfsprekend helemaal uit den boze. Wie kritiek levert, of een van de vele islamitische leefregels overtreedt, staat geseling, gevangenisstraf of executie te wachten. De inwoners van de heersende bevolkingsgroep in Saoedi-Arabië, afstammelingen van Shammar- en andere bedoeïnen, houden niet van werken met de handen. Dat vinden ze meer iets voor slaven, een echte Arabier commandeert of vecht. Geen wonder dus dat het erg moeilijk is om technisch personeel te vinden voor in fabrieken en olieinstallaties, en bedrijven uit bijvoorbeeld Nederland hier goede zaken kunnen doen, bijvoorbeeld door hand- en spandiensten te verlenen bij de oliewinning, de voornaamste inkomstenbron voor het regime.

Dit echter tegen een prijs. De islamitische leefregels zijn allesoverheersend in Saoedi-Arabië (behalve in de compounds, luxueuze getto’s voor buitenlanders) en het Saoedische regime doet er ook alles aan om de salafistische islam wereldwijd te verspreiden. En beledigingen van de islam in de kiem te smoren. Het  gevolg is dat de geest van werknemers bij bedrijven die zaken doen met de sjeiks  wordt ingeperkt, gevolgd door de leiders. De angst te kwetsen verlamt langzamerhand de creativiteit.

Wankelende oliereus
Het is een publiek geheim dat het grootste olieveld van Saoedi-Arabië, Ghawar, snel aan het leegraken is. Er wordt steeds meer zeewater naar beneden gepompt om de productie in het verouderende veld op peil te kunnen houden. Meer dan vijftig jaar heeft deze oliemonarchie de werel;d ion een ijzeren greep kunnen houden. Nu voor het eerst is er een mogelijkheid om te ontsnappen aan deze dodelijke wurggreep. Nu is het mogelijk de lange middelvinger te geven aan de monarchen van het woestijnkoninkrijk en zo ook dit deel van de mensheid te laten evolueren.

Stephanie Kwolek ontwikkelde door een onconventionele inval de sterkste vezel in mensenheugenis.

Vrouwelijke uitvinders

Vrouwen maken de helft van de wereldbevolking uit, maar erg veel bekende vrouwelijke uitvinders zijn er niet. Koren op de molen van vrouwenhaters, maar in feite blijken vrouwen verrassend veel uitvindingen gedaan te hebben. Denk aan de cirkelzaag en het Melitta koffiefilter. Hier kregen ze echter zelden credit voor, omdat tot begin vorige eeuw in de westerse wereld getrouwde vrouwen geen eigen bezit mochten hebben.

Hier een kort overzicht van belangrijke uitvindingen door vrouwen.

Cirkelzaag – Tabitha Babbitt (jaren tien negentiende eeuw). Babbitt leefde in een egalitaire, maar celibataire Quakers gemeenschap in de Verenigde Staten. Ze zag haar mannelijke collega’s ploeteren met handzagen en bedacht: dat kan slimmer. In die tijd was de stoommachine nog maar net uitgevonden, dus Babbitt gebruikte haar spinnerswiel om de cirkelzaag mee aan te drijven. Had Babbitt een eeuw eerder in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden geleefd, dan hadden houtzaagmolens met cirkelzagen wellicht de toekomst van Nederland als zeemacht verzekerd.

Stephanie Kwolek ontwikkelde door een onconventionele inval de sterkste vezel in mensenheugenis.
Stephanie Kwolek ontwikkelde door een onconventionele inval de sterkste vezel in mensenheugenis.

Lichtkogels – Martha Coston (vijftiger jaren negentiende eeuw). Voor de uitvinding van radiocommunicatie konden schepen alleen door lichtsignalen met elkaar communiceren. Martha Coston, de weduwe van Benjamin Coston, vond in de nalatenschap van haar man een ruwe, niet werkende beschrijving van het concept van een lichtkogel. Decennia van ploeteren en experimenteren volgden, waarna een vuurwerkshow in New York haar de langgezochte oplossing voor heldere signaalkleuren bracht.  Ze vroeg en kreeg patent – op naam van haar overleden echtgenoot, want vrouwen mochten geen bezittingen hebben. Ze verkocht de gebruiksrechten voor haar patent aan de Amerikaanse marine, die haar maar een schijntje betaalde van het geld waar ze recht op had, vermoedelijk omdat ze een vrouw was. Gelukkig bleken de internationale licentienemers alsmede zakelijke Amerikaanse klanten riderlijker, waardoor ze toch nog redelijk bemiddeld kon leven. Haar uitvinding heeft duizenden mensen het leven gered.

Afwasmachine – Josephine Cochrane (einde negentiende eeuw). Josephine Cochrane was erg rijk en kon haar afwas dus door dienstboden laten doen. Helaas sprongen deze niet erg zorgvuldig om met haar geliefde porselein. Gefrustreerd besloot ze een mechanische oplossing te vinden voor haar probleem. Met succes. De al eerder uitgevonden afwasmachine was weinig praktisch, maar Cochrane pakte het systematisch aan. Ze ontwierp de bekende rekken en de roterende sproeikop, die de borden en kopjes schoonspoelt. Haar vrienden en vriendinnen waren diep onder de indruk en bestelden extra exemplaren bij haar. Ook restaurants schaften het apparaat massaal aan omdat ze hiermee veel personeel konden besparen. De gemiddelde heer des huizes wilde er niet aan – dat kon moeder de vrouw immers ook zelf wel. Dat veranderde pas toen in de jaren vijftig steeds meer vrouwen gingen werken.

Kernsplijting – Lise Meitner – jaren dertig twintigste eeuw. Vrouwenhaters: opgelet, dit is jullie kans om elke discussie mee te winnen. Een vrouw is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van zowel kernenergie als de atoombom. Lise Meitner was de eerste vrouwelijke hoogleraar natuurkunde in Duitsland. Als jodin was ze niet erg populair bij de nazi’s, maar door haar Oostenrijkse nationaliteit ontsnapte ze aan zuiveringsmaatregelen. Als eerste realiseerde ze dat de enorme hoeveelheden energie die bij radioactief verval ontstaan, het gevolg zijn van de omzetting van massa in energie, de bekende formule E=MC^2.  Meitner voorspelde dat er een kettingreactie zou ontstaan als uraniumkernen met neutronen zouden worden gebombardeerd en dat hieruit zowel heel veel energie kon worden gewonnen als een verschrikkelijk massavernietigingswapen kon worden gefabriceerd. Een race tussen de nazi’s en de Amerikanen ontstond als gevolg, die uiteindelijk door de Amerikanen werd gewonnen.

Nystatine – Rachel Fuller Brown and Elizabeth Lee Hazen (jaren veertig twintigste eeuw). Brown en Hazen werkten beide voor de Newyorkse afdeling van de Amerikaanse federale gezondheidsdienst. Anders dan de toevallige ontdekking van bijvoorbeeld penicilline, zochten beide vrouwen systematisch en proefondervindelijk naar een schimmeldodend medicijn. Hiervoor gebruikten ze grondmonsters, die door Hazen in New York City werden getest op activiteit tegen schimmels. Positief testende grondmonsters stuurde ze door naar Brown in Albany, die ze uitkamde op aanwezige organismen. Zodra Brown een kandidaat had gevonden, stuurde ze deze terug naar Hazen die de test verifieerde. De meeste ontdekte middelen bleken giftig voor mensen, tot het tweetal in 1950 op een effectieve, overigens ook behoorlijk giftige, stof stuitte. Ze besloten deze naar de staat New York te noemen, vandaar de naam nystatine. Dit bleek de eerste effectieve behandeling tegen gist- en schimmelinfecties, een tot dan toe bijna onbehandelbaar medisch probleem. Beiden weigerden elke persoonlijke beloning voor hun werk, dat vermoedelijk toch duizenden levens heeft gered.

Tipp-Ex – Bette Nesmith Graham (vijftiger jaren  twintigste eeuw). Wie nog met een ouderwetse typemachine heeft gewerkt weet wat voor een ellende typfouten zijn. Bette Graham, die haar middelbare school niet af heeft gemaakt, werkte als secretaresse bij een grote Texaanse bank. Een erg goede typiste was ze niet, waardoor ze na een verkeerde aanslag vaak haar werk moest weggooien. Ze wist dat schilders hun mislukte werk overschilderen, en kwam zo op het idee om dat ook met getypte tekst te doen. Ze ontwikkelde een mengsel van tempera verf met kleurstof die, na veel experimenteren, het brouwsel exact de kleur gaf van het papier. Haar collega’s waren razend enthousiast. Haar baas wat minder, dus ontsloeg hij haar. Graham zat hier niet meer mee, want ze vroeg en kreeg patent en werd multimiljonair met haar Liquid Paper.

Eerste compiler en de programmeertaal COBOL – Grace Murray-Hopper (vijftiger jaren twintigste eeuw). Hopper, een van de eerste vrouwen bij de marine, kreeg de opdracht de Harvard Mark I computer te programmeren. Ze schreef een handleiding die door veel mensen na haar werd gebruikt. Ze ontwikkelde ook de eerste compiler ter wereld, een programma dat high-level programmeercode omzet in door de computer leesbare machinecode, en ontwikkelde later de programmeertaal COBOL, waarop in de jaren tachtig en negentig van de twintigste eeuw ongeveer tachtig procent van de bank- en verzekeringswereld, alsmede de softwarebackbone van grote bedrijven draaide. COBOL dwingt programmeurs tot gestructureerd werken, waardoor veel mannelijke programmeurs de taal haten, maar wel veel minder ‘bugs’ (term uitgevonden door Hopper) creëren.

Kevlar – Stephanie Kwolek (zestiger jaren twintigste eeuw).  Kwolek wilde bijklussen bij chemiegigant DuPont om voor haar studie medicijnen te betalen. Ze bleef echter hangen en in 1961 stuitte ze op een polymeer, die zich niet vertalkte in alle richtingen, maar keurig rechte ketens vormde. Ze vermoedde dat dit wel eens een zeer sterke substantie kon zijn en kreeg – na heel wat soebatten – de operator van een spinmachine zo ver dat deze haar brouwsel in vezelvorm zou proberen te spinnen. Dit lukte en het resultaat vormde veruit de sterkste vezel tot dusver, vijf keer zo sterk per kilogram als staal. Kevlar is spreekwoordelijk sterk en wordt verwerkt in kogelwerende vesten en reddingskabels.

Tegen lage-lonen landen leggen we het onherroepelijk af, maar...

Lage lonen werken niet

Economen vertellen ons dat lage lonen de oplossing zijn om te concurreren met China en andere lage-lonen landen. Hebben ze gelijk? Zo nee, welke strategie werkt dan wel?

Tegen lage-lonen landen leggen we het onherroepelijk af, maar...
Tegen lage-lonen landen leggen we het onherroepelijk af, maar...

Lage lonen en outsourcing
Outsourcing is vanaf de negentiger jaren steeds populairder geworden onder managers in Europa en Noord-Amerika. Het werkt ongeveer als volgt. Je kopieert een fabriek in bijvoorbeeld Nederland machine voor machine in een lage-lonen land als China, maakt spannende reizen naar een exotisch land, geeft de arbeiders daar een bedrijfstraining, stelt een lokale bedrijfsleider aan en begint te werken aan je Powerpoint presentatie waarop je de enorme sprong in je winst toont. Eeuwige glorie en de dank van je aandeelhouders zijn je deel.

Druk om de lonen te verlagen
De ondernemers die in het rijke westen blijven zitten, hebben daarom een probleem. Een Chinees kost gemiddeld per maand ongeveer 25o euro, een Noord-Europeaan, inclusief belastingen en premies, het twintigvoudige[1]. Veel ondernemers die weggeconcurreerd dreigden te worden door producenten uit lage-lonen landen kozen daarom eieren voor hun geld en verhuisden hun productie ook richting China 0f een ander lage-lonen walhalla. Er ontstond ook veel druk op regeringen en vakbonden om akkoord te gaan met lagere lonen en slechtere arbeidsvoorwaarden. In landen met een zwakke collectieve sector, zoals de VS, waren deze pogingen uitermate succesvol. Zo zijn de lonen van een ongeschoolde arbeider in een Amerikaanse autofabriek nu gedaald tot tien tot vijftien dollar per uur, rond de acht tot twaalf euro. Dat is maar anderhalf keer zoveel als een arbeider in de qua lage lonen beruchte Walmart hypermarktketen verdient.

In bijvoorbeeld Nederland en Duitsland minder, alhoewel ook hier de sociale voorzieningen verslechterd zijn. Waar dit perverse prikkels om niet te werken verminderde, was dit uiteraard een uitstekende zaak. Zo is het in Nederland vaak lucratiever om een bijstandsuitkering met allerlei extraatjes te genieten in een gulle gemeente dan om het minimumloon te verdienen en de volle mep voor allerlei dingen te moeten betalen. Ons sociale-uitkeringenstelsel is hopeloos inadequaat en moet totaal op de schop, bijvoorbeeld door alle sociale uitkeringen te vervangen door een basisuitkering. Alleen de SOPN en de Partij van de Toekomst lijken dit door te hebben.

Race to the bottom is hopeloos
We kunnen deze wedloop naar een zo laag mogelijk loon niet kunnen winnen. De kosten voor levensonderhoud in Nederland en andere ontwikkelde landen zijn zo hoog dat de lonen domweg niet kúnnen dalen onder een bepaald minimum zonder dat werknemers enorm in de problemen komen. Een Chinees verdient per maand minder dan een Nederlandse werkgever alleen al kwijt is aan ziektenkostenpremie. Overigens: het minimumloon in de textielindustrie van Bangladesh is 3000 taka (plm. € 40) per maand[2]. Dat is ongeveer wat een Noorse arbeider bruto per uur kost[1]. Hoe stellen de dames en heren economen zich voor dat we hiermee concurreren? Afgezien van de kwestie, uiteraard, dat ook deze mensen een menswaardig bestaan verdienen.

deze grafiek is wat echt telt. Sorry, VVD.
deze grafiek is wat echt telt. Sorry, VVD.

Meer output per gewerkt uur
Een eerste oplossing is dat we de arbeidsproductiviteit in de Ndderlanse industrie flink laten toenemen. De groei op dit moment is 3,3 procent per jaar, wat betekent dat we in Nederland gemiddeld per gewerkt uur 3,3 procent meer produceren. Niet gek, maar een schijntje vergeleken met de vooruitgang in Duitsland (3,9%), de VS (4,9%) en Zuid-Korea (7,9%).[1] Het is dus veel slimmer om in plaats van loonmatiging, werkelijk alles uit de kast te trekken om de Nederlandse arbeidsproductiviteit flink op te jagen (bijvoorbeeld door veel minder overleg en bureaucratie, een extra hoog BTW-tarief op juridische dienstverlening, inperking patentrecht, verbod op opdringerige verkooppraktijken en meer automatisering).

Topkwaliteit
Zwitserland kent zo ongeveer de hoogste lonen van Europa. De Zwitsers kunnen zich dat veroorloven omdat de producten die ze maken tot de beste ter wereld behoren. Als je bijvoorbeeld de allernauwkeurigste micromechanica ter wereld produceert, zullen  afnemers waarvoor de prijs minder belangrijk is, jouw producten willen hebben.  Ook dit is een verstandige strategie. Nederland kan bedrijven aanmoedigen om topkwaliteit producten te produceren door een belastingvoordeel te bieden, bijvoorbeeld 90% belastingteruggave voor R&D activiteiten die in Nederland plaatsvinden, aan elk bedrijf dat wereldwijd technisch aan de top staat en ook in Nederland fysiek produceert.

Creativiteit
Uiteraard is zogeheten enabling technologie, technologie die er toe leidt dat er totaal nieuwe technieken op de markt komen waardoor een waaier aan mogelijkheden tot stand komt, de grootste winstmaker. Denk aan bedrijven als Google en Apple die totaal nieuwe platformen tot stand brengen, of de opkomende 3D printtechniek. Deze creativiteit kan alleen worden aangemoedigd door een positieve, yes we can-achtige mentaliteit aan te kweken. In de afgelopen tien jaar is Nederland, blijkt uit onderzoeken van Hofstede, gestegen op de score qua onzekerheidsvermijding. Deze trend moet omgebogen worden.

Wat als alle landen deze strategie gaan volgen?
Geloof het of niet, maar dit zou voor Nederland en de rest van de wereld nog veel beter uitpakken. De wereldwijde welvaart zou hierdoor namelijk exploderen. We zouden in de winkels topkwaliteit producten aantreffen met onvermoede mogelijkheden, veel langer leven en ook een veel leuker leven hebben. Al deze innovaties wereldwijd zouden elkaar versterken en wereldwijd een ongekende Gouden Eeuw opwekken.

Bronnen
1. 2010 Report: Global manufacturing labor rates, trends and competitiveness, Venture Outsource (2010)
2. Bangladesh Garment Wages the Lowest in the World–Comparative Garment Worker Wages, Global Labour Rights (2010)

Het verre noorden van Groenland en de Canadese pooleilanden zagen er in het CO2-rijke Eoceen zo uit.

Mensheid ontstaan om aarde van CO2-ondergang te redden

Al vijftien miljoen jaar heerst er op aarde acute hongersnood. Voor planten. Gelukkig is de mensheid zo vriendelijk dit probleempje voor onze groene vrienden op te lossen. Ook wordt er nu eindelijk afgerekend met die lompe vreetmachines die huishouden onder bomen en struiken. Maar raakt de plantenwereld nu niet van de regen in de drup?

Hongersnood voor planten
Al vijftien  miljoen jaar kampt de aarde met een CO2-probleem. Nee, we hebben het niet over de steeds toenemende CO2-concentratie, integendeel. De laatste vijftien miljoen jaar is het CO2-gehalte extreem laag. Dat is slecht nieuws voor planten, want voor hen is CO2 van levensbelang. Op dit moment bestaat de helft van alle planten-eiwit uit het enzym rubisco, dat slechts één taak heeft: CO2 uit de lucht te grissen. Ook uit zich het lagere CO2-gehalte in een wat lagere gemiddelde temperatuur, waardoor de ijskappen langzaam oprukken en Antarctica onbewoonbaar werd voor alles hoger dan een korstmos, gras of vlieg.

Het verre noorden van Groenland en de Canadese pooleilanden zagen er in het CO2-rijke Eoceen zo uit.
Het verre noorden van Groenland en de Canadese pooleilanden zagen er in het CO2-rijke Eoceen zo uit.

Steeds meer CO2 vastgelegd in de aarde
De reden is dat steeds grotere hoeveelheden koolstof in de loop van  miljoenen jaren zijn begraven in onderaardse afzettingen, zoals steenkoollagen. Deze koolstof is in principe voor altijd verloren. Volgens een andere theorie, waar ik persoonlijk enige twijfels bij heb, wekt de Himalaya als een gigantische CO2-scrubber: de vele regen in het Himalayagebied vangt de CO2 uit de atmosfeer. De Himalaya vormde zich toen het Indiase subcontinent zich in Tibet boorde, waardoor de laatste restjes Tethyszeeplaat naar boven borrelen. Ook is het vulkanisme in de loop van de aeons (miljarden jaren) langzaam aan het afnemen. De reden is dat de radioactieve elementen in de aarde, die de aarde warm houden, voor een groot deel uiteengevallen zijn. Het gevolg: minder vulkaanuitbarstingen, waardoor er minder CO2 de lucht in wordt gepompt.

Mensheid als oplossing
Er moest een levensvorm komen die in staat is kilometers diep te boren en de vele tonnen koolstof die daar opgeslagen zitten, te ontdekken en op te stoken. Inderdaad zien we in de laatste vijftien miljoen jaar, sinds het oprukken van het ijs en de wisselvallige klimaatomstandigheden daardoor, een snelle ontwikkeling van hersenmassa bij diverse zoogdieren en vogels. Dolfijnen zijn bijna net zo slim als mensen. Ook papegaaien doen  het niet slecht, zeker als je bedekt dat een vliegend dier heel sterk op gewicht moet bezuinigen.

De voorouders van de mens, het geslacht Homo, wonnen de race en werden de eerste gereedschapsgebruikende soort die de aarde op werkelijk fundamentele wijze op de schop ging zetten. Ten eerste door een slachting aan te richten onder mammoeten en andere ijstijdzoogdieren, die daarvoor de opkomst van de poolbossen (met opwarmende invloed door hun donkere bladerdek) tegenhielden. Daarna was het een kwestie van tijd voor deze handige apensoort er achter kwam wat voor ontzettend handig spul steenkool en aardolie waren. Er werden allerlei coole gadgets als olieboortorens en kolenmijnslavernij uitgevonden om deze schatten uit het diepste van de aarde te peuteren. De hele aarde werd afgekamd naar zelfs de laatste restjes zwart goud.

Bedankt voor de geleverde dienst
Het gevolg van het sterk toegenomen CO2-gehalte is een broeikaseffect, vertellen klimaatdeskundigen ons. Als hun alarmerende voorspellingen kloppen en ons staat een oerwoudklimaat te wachten, dan betekent dit dat we hiermee een gigantische biocomputer opstarten. Het grootste deel van de biosfeer, de bacteriën, is namelijk onzichtbaar en wordt snel actiever bij hogere temperaturen. De mensheid vertegenwoordigt een zeer interessante biotoop voor organismen. In totaal een half biljoen kilo hoogwaardig voedsel, allemaal bij elkaar op een kluitje. Anders dan mammoeten kan je als ondernemende ziekteverwekker in enkele uren naar de andere kant van de wereld reizen. Kortom: het is een kwestie van tijd voor er een effectieve ziekteverwekker ontstaat – in het maagdarmkanaal van een met antibiotica overbehandelde derde-wereldbewoner bijvoorbeeld – en net als de EHEC-bacterie of ander plaagorganisme massaal toeslaat.