democratie

In de VS komen grote verschillen tussen arm en rijk voor, omdat er veel minder "solidariteitsheffing" is dan in bijvoorbeeld Nederland.

‘Laat kiezers regeren door de partij waar ze op stemmen’

Er is steeds meer onvrede met de politiek. Geen wonder: veel mensen worden geregeerd door een partij waar ze niet op hebben gestemd. Olivier Ledroit, econoom van de universiteit van Zürich bedacht een radicale oplossing. Laat iedere kiezer regeren door de partij waar ze op gestemd hebben.

In de VS komen grote verschillen tussen arm en rijk voor, omdat er veel minder "solidariteitsheffing" is dan in bijvoorbeeld Nederland.
In de VS komen grote verschillen tussen arm en rijk voor, omdat er veel minder "solidariteitsheffing" is dan in bijvoorbeeld Nederland.

Ledroit noemt dit idee “keuzedemocratie” en stelt dat er al diverse systemen waar het zo werkt. Zo overspant de stad New York drie Amerikaanse staten: New York, Pennsylvania en New Jersey (met elk andere wetten). Een ander voorbeeld zijn de (overigens uiterst omstreden) Britse sharia-gerechtshoven  waar islamieten hun onderlinge geschillen volgens het islamitisch recht kunnen laten beslechten.

Iedere partij moet zelf zijn broek ophouden. Wil een partij bijvoorbeeld hoge sociale uitkeringen uitdelen, dan moet deze ook hogere belastingen heffen. Er zullen dus vooral arme mensen op een dergelijke partij stemmen.

Omgekeerd kan een partij die bijvoorbeeld lage gemeentebelastingen heft, maar weinig culturele groepen subsidiëren of straatcoaches rond laten lopen.

De voordelen
Onhaalbare verkiezingsbeloftes worden meteen afgestraft. Wil een partij én de belastingen verlagen en de uitkeringen en subsidies verhogen, wat er in landen als Griekenland gebeurd is, dan moet die partij dat zelf betalen. Het gevolg: een faillisement. Partijen zullen dus wel uitkijken dit te doen, tenzij de oprichters van de partij er op tijd met het geld vandoor kunnen gaan. Ook worden kiezers geconfronteerd met de gevolgen van hun eigen stemgedrag. Stemt een getrouwde kiezer op een streng-islamitische partij en wordt hij betrapt met een andere vrouw, dan betekent dat steniging. PVV’ers en VVD’ers moeten hun niet-westerse eega allerlei pesterijen laten ondergaan terwijl Groen Links-stemmers maar beter snel hun Humvee op Marktplaats kunnen zetten.

En de nadelen
Dit systeem werkt alleen voor overheidsdiensten waarbij er duidelijk een direct belang is voor de belastingbetaler, zoals werkloosheidsuitkeringen of ziekteverzekeringen. Alleen een idealistische randpartij zal dingen doen die in het algemeen belang zijn, denk aan het aanpakken van milieuverontreiniging, bestrijden van honger of het steunen van wetenschappelijk onderzoek naar gevaarlijke ziekten, omdat hierdoor deze partij wordt opgezadeld met hoge belastingen waar de kiezers maar weinig van terugzien. De stemmers op een dergelijke partij zullen snel verarmen. Stemmers op partijen die proberen het systeem maximaal te exploiteren, zullen het rijkst en dus het machtigst worden.

Je krijgt hierdoor een de facto klassenmaatschappij, waarin het op de schouders van een klein groepje idealisten neerkomt om de maatschappelijke probleem aan te pakken. Daar staat tegenover dat dergelijke idealisten natuurlijk veel zuiniger om moeten springen met hun geld om wat te bereiken en dus veel effectiever te werk zullen gaan dan de logge overheidsorganisaties van nu. Precies de voordelen van private liefdadigheidsorganisaties.

Een ander nadeel is dat stemmen niet meer anoniem kan, dus dat er sociale druk kan worden uitgeoefend om bijvoorbeeld op een naziachtige partij te stemmen. De ervaring leert dat dit in veel landen waar anoniem stemmen niet bestaat, ook gebeurt. Ledroits idee komt in feite neer op privatisering plus vrijwillige arbitrage door een derde partij (hoewel je bij die vrijwilligheid vraagtekens kan stellen). Het is dan beter bijna alles te privatiseren, met alle voor- en nadelen van dien.

Bron: New Scientist

Alle politici, van corrupte ratten tot wereldvreemde idealisten passen in dit vierkant. Hoe hoger, hoe beter voor de maatschappij en hoe rechtser, hoe egoïstischer.

Random politici verbeteren democratie

De parlementaire democratie werkt niet altijd even goed. Zo kennen we nu in Nederland een minderheidskabinet, terwijl België de langste kabinetsformatie ooit kent. Talrijk zijn de landen waarin een wankele meerderheidscoalitie wordt geteisterd door kleine minderheidspartijen die dreigen op te stappen als hun eisen niet worden ingewilligd (wat in Israël veel voorkomt) of corruptieschandalen, een probleem in veel landen. De oplosing is meer random politici, zeggen Italiaanse onderzoekers.

Demokrateia: president voor één dag
Het oude Athene kende een systeem, demokrateia, waarbij elke dag een andere burger president van de republiek was. Burgers kregen geld als ze een dag aanwezig waren in het parlement. Dat laatste blijkt inderdaad erg goed te werken voor democratie, blijkt uit onderzoek van Alessandro Pluchino en enkele collega’s uit het door corruptie en machtsmisbruik geteisterde Italië.

Sufferds, ratten, idealisten en intelligenten
Pluchini en de zijnen deden onderzoek naar de gevolgen van random politici een de facto twee-partijenparlement (zoals dat van Italië en zoals ook steeds meer het Nederlandse, door de linkse en rechtse blokken). Hiervoor gingen ze uit van een gedragsmodel, ontworpen door de gedragseconoom Carlo Cipolla in 1976, waarbij er twee gedragsredenen zijn voor politici: persoonlijk gewin en sociaal gewin. De horizontale x-as is eigenbelang, de verticale y-as sociaal belang. In Cipolla’s model zijn er vier groepen mensen, elk met een eigen kwadrant: stommelingen (waarvan de handelingen zowel rampzalig voor zichzelf als de maatschappij uitpakken), naieve idealisten (waarbij de handelingen rampzalig voor zichzelf maar goed voor de maatschappij uitpakken), ratten (die zichzelf bevoordelen ten koste van de maatschappij) en intelligenten (die dingen doen waar zowel zijzelf als de maatschappij wat aan hebben).

Hoe sneller voor de maatschappij voordelige moties worden aangenomen, hoe beter het parlement functioneert in het model van Pluchino. In het model van Pluchino is sprake van een parlement met vijfhonderd leden, die behoren tot één van twee partijen of onafhankelijk zijn. Elke partij wordt voorgesteld door een cirkel binnen het diagram, waarvan de leden zich binnen deze cirkel bevinden. Een corrupte machtsgeile partij zal zich dus in het “ratten” kwadrant bevinden en een wereldvreemde, idealistische partij in het “naïevelingen” kwadrant. Een partij met een stalinistische partijdiscipline heeft een kleine cirkel, een partij waarbij de meningen sterk uitleenlopen een grote cirkel.

Hoe werkt het model?
Besluiten passen wat hun impact betreft alle op één van de assen van dit vierkant.

Alle politici, van corrupte ratten tot wereldvreemde idealisten passen in dit vierkant. Hoe hoger, hoe beter voor de maatschappij en hoe rechtser, hoe egoïstischer.
Alle politici, van corrupte ratten tot wereldvreemde idealisten passen in dit vierkant. Hoe hoger, hoe beter voor de maatschappij en hoe rechtser, hoe egoïstischer.

Parlementsleden kunnen twee dingen doen: ze kunnen moties indienen en er over stemmen. Hoe ze persoonlijk over bepaalde dingen denken wordt beïnvloed door hun plek in het vierkant en dus ook hoe groot de kans is dat ze op een bepaald voorstel “ja” stemmen. In het model gaat men er van uit dat mensen alleen stemmen op voorstellen die ongeveer gelijk of beter zijn (voor henzelf en de maatschappij) dan hun eigen positie aangeeft.

Het eigenbelang per politiek besluit en per persoon verschilt volgens het model: zo zal een egoïstische senator met een grote wijngaard tegen een verhoging van de alcoholaccijns stemmen, een even egoïstische senator die graag de steekpenningen van een duur bouwproject in zijn zak wil steken, zal voorstemmen omdat zo meer geld ter beschikking komt voor zijn bouwproject. In het model is eigenbelang daarom een toevalsvariabele.

Verder wordt aangenomen dat partijleden altijd met moties van hun eigen partij meestemmen en dat hun tolerantie beperkt wordt door de grootte van de partijcirkel.

Burgers in het parlement: goed voor de politieke besluitvorming
Eén van de belangrijkste conclusies: random politici bevorderen altijd de kwaliteit van de politiek, hoe de krachtsverhoudingen binnen het parlement ook liggen. Zo stemde de Tweede Kamer in grote meerderheid voor de Europese grondwet, terwijl de Nederlandse burgers er niets van moesten hebben. Hadden er een aantal toevallig gekozen Nederlanders in het parlement gezeten, dan hadden ze in meerderheid tegen dit verdrag gestemd. Dat geldt ook voor omstreden besluiten als de aanschaf van de dure JSF-straaljagers, die er nu door middel van partijpolitiek toch doorheen worden gedrukt.

IgNobel prijs
Dit is de tweede keer dat Pluchino de IgNobel prijs ontvangt voor zijn onderzoek. Ooit gevreesd, ontwikkelt de IgNobel prijs zich nu steeds meer als een gewaardeerde erkenning van grappig, origineel en intellectueel prikkelend onderzoek. Zouden Pluchino’s ideeën werken om de afstand tussen politiek en burger te verkleinen? Volgens Pluchino zelf zullen we goede lessen goede lessen kunnen trekken uit de ervaringen uit de klassieke oudheid met directe democratie. Zijn argumenten zijn in ieder geval behoorlijk overtuigend…

Bronnen
Arxiv
ArxivBlog

Democratie afschaffen om wereld te redden?

Bij sommige dames en heren in invloedrijke burelen heerst behoorlijk wat paniek over de steeds stijgende hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer. Het publiek hecht niet bijster veel geloof meer aan allerlei alarmistische berichten, nadat uit gelekte e-mails bleek dat het IPCC geregeld overdreef in haar berichtgeving. Overal krijgen populistische, klimaatsceptische politici en partijen met, volgens veel weldenkenden, walgelijk platvloerse ideologieën, meer en meer aanhang. Dan de democratie maar afschaffen, vinden sommige mensen.

IPCC-goeroe Shearman en co-auteur Gary Sauer-Thompson, stellen in hun boek ‘Green or Gone‘ (Groen of Verloren) een ‘leiderschap van elitestrijders’ voor om de mensen te dwingen hun levensstijl te veranderen, wat verontrustend veel lijkt op de ‘dictatuur van de voorhoede van het proletariaat’.  Kortom: het vertrouwen in het zelfreinigende vermogen van de democratie is bij sommige klimaatactivisten klaarblijkelijk helemaal zoek.

Wat is democratie?
Democratie is een regeringsvorm waarbij de bevolking op representatieve wijze invloed heeft op de regering. Volgens Van Dale is democratie de; v -tieën staat(svorm) die aan het hele volk invloed op de regering toekent.

In theorie heeft iedere burger dus evenveel te zeggen in een democratie.
In feite is de invloed van het volk op het regeringsbeleid in de praktijk vrij beperkt. Zo zijn er gewoonlijk specialisten die de partijprogramma’s schrijven. Nadat de kiezers hun stem op de meest veelbelovende kandidaat of partij hebben uitgebracht (doorgaans de partij waarmee ze het dus het minst mee oneens  zijn), volgt de volgende fase van intern handjeklap: het regeerakkoord.

De reden dat omstreden, uiterst impopulaire maatregelen als de aanschaf van de JSF-straaljager, internetcensuur en miljardensteun aan incompetente bankiers er door komen. Veel maatregelen stranden door sabotage van ambtenaren (denk aan de weigering van de Amsterdamse hoofdcommissaris Welten om boerkadraagsters te arresteren), door oneerlijke bewindslieden die hun verkiezingsbeloften breken (denk aan het spreekwoordelijke CDA-gedraai), het buitenland (EU, diplomatieke druk, verdragen), binnenlands verzet door fanatieke actievoerders en machtige lobbygroepen.

Is de oplossing minder democratie?
Zoals we zagen is de stelling dat het volk de oorzaak is van de matige manier waarop we worden bestuurd, twijfelachtig. Het volk heeft maar één keer per vier jaar een beperkte invloed, de rest van de tijd regeren ambtenaren, politici en bestuurders. Klaarblijkelijk vinden bestuurders zelfs deze beperkte invloed hinderlijk en willen ze ook deze afschaffen. Laten we de gevolgen bekijken van de invoer van een oligarchie van verheven denkers.

In iedere regeringsvorm waarbij het volk niets in de melk te brokkelen heeft en zich niet door regeerders vertegenwoordigd voelt, ontstaat wantrouwen en wrevel ten opzichte van het gezag. Terecht: uit het afschaffen van de democratie blijkt een minachtende houding ten opzichte van de rest van het volk. Op zijn best ziet de elite het volk als dom en niet in staat voor zichzelf te zorgen. Op zijn slechtst vindt de elite de bevolking een nuttig instrument dat opgeofferd kan worden indien nodig voor een hoger doel.

Er zal verzet ontstaan. Iemand die zich niet aan de regels van de overheid houdt, hoe zinnig deze misschien ook zijn vanaf objectief standpunt, zal een heldenstatus bereiken. Actiegroepen zullen walvissen harpoeneren, redwoods omhakken  of hun batterijen in de groenbak gooien, domweg om de dictatoriale overheid dwars te zitten. De elite grijpt, in het algemeen belang, de toevlucht tot nog dictatorialer middelen. Macht wordt een doen in zichzelf.

Historisch gezien ontstonden de ergste milieuproblemen in dictaturen als de Sovjetunie en China. Misschien wordt dat in een eco-dictatuur zelfs nog erger, want milieuproblemen legitimeren het regime.

Extreme vervuiling komt vaak voor in dictaturen, omdat er niemand is die tegen de vervuiling durft te protesteren. – Library of Congress, 1942, public domain

Zijn populisten volksmenners?
Mensen zijn minder achterlijk dan sommige bestuurders denken. We zijn allen producten van een vier miljard jaar durende meedogenloze strijd om het bestaan waarin elke stommiteit dodelijk was. Als er keiharde, natuurwetenschappelijk juiste bewijzen zijn dat een bepaald beleid nodig is en deze bewijzen worden op een eerlijke en heldere manier  gepresenteerd, dan zal dit mensen overtuigen. Niet alle mensen, helaas zuchten nog velen van onze soort onder kwaadaardige religieuze of ideologische dwang die hun kritisch denkvermogen vernietigt. Wel de mensen die het geluk hebben opgegroeid te zijn in vrije en democratische landen.

Politici als Wilders, Palin en eerder Thatcher,  Fortuijn, Marijnissen en Troelstra worden verketterd als populisten. Dit betekent slechts dat ze de taal spreken die de meeste mensen begrijpen en aanspreekt. Ze zijn in staat een maatschappelijk probleem helder, duidelijk en in weinig woorden samen te vatten.

Mensen stemmen niet voor niets op dit soort leiders. Mensen die de essentie van een probleem duidelijk kunnen formuleren, zijn ook de mensen die het probleem begrijpen en de meeste kans hebben het te kunnen oplossen. Niet voor niets hebben bedrijven missies, visies en doelstellingen. Dat was tienduizenden jaren geleden zo, toen het nemen van de juiste beslissing een kwestie was van leven en dood. Nu is het nog steeds zo.

Niet iedere populist is ook een goede leider. Adolf Hitler, bijvoorbeeld, leidde de Duitsers en heel Europa de afgrond in omdat hij de verkeerde oorzaak aanwees voor de problemen in Duitsland. Niet de joden, maar haat en wantrouwen tussen de Europese grootmachten en hun bevolking zorgde voor het protectionisme en dus voor de economische problemen.

Meer democratie als oplossing?
Alleen als het volk leert om kritisch na te denken – goed wiskunde- en filosofieonderwijs en gedegen onderwijs in de wetenschappelijke methode zijn hiervoor essentieel – zal het een regering kiezen die een verstandig beleid voert.

We hebben gezien dat in de praktijk de regering onder druk van belangengroepen beslissingen neemt die niet in het lange-termijn belang zijn van de bevolking. Het volk meer invloed geven, betekent dat belangen- en lobbygroepen veel meer mensen moeten manipuleren. Het betekent ook dat politici zich eerder aan hun verkiezingsbeloften zullen houden. Nadeel is dat politiek niet maar een keer per vier jaar, maar elke dag een grote rol krijgt. Hebben we daar wel tijd voor?