geoengineering

De bewoonbare zone. De aarde bevindt zich aan de binnenkant van de zone. Bron: Ohio State University

Hoe kunnen we de aarde in een baan verder weg van de zon brengen?

De aarde ligt niet in het midden, maar aan de rand van de bewoonbare zone in het zonnestelsel. De zon hoeft maar tien procent in lichtkracht toe te nemen en de aarde wordt een tweede Venus, een helse wereld waar de zeer hete en dichte atmosfeer zelfs metalen als lood laat smelten. Volgens astrofysische voorspellingen is het over een miljard jaar al zo ver. Hoe kunnen we onze knusse aardkloot reden van een wrede hittedood?

De bewoonbare zone. De aarde bevindt zich aan de binnenkant van de zone. Bron: Ohio State University
De bewoonbare zone. De aarde bevindt zich aan de binnenkant van de zone. Bron: Ohio State University

Net niet te heet
Anders dan de meeste mensen denken, ligt de aarde niet op de optimale plaats voor leven. In feite ligt (volgens de meeste studies) de aarde dicht tegen de binnenrand van de ‘goudlokjeszone’, de radius waarbinnen water-gebaseerd leven zoals we dat kennen kan bestaan[1]. De aarde is op dit moment gemiddeld zo’n vijftien graden aan de oppervlakte. Veel lagere temperaturen zouden de aarde in een ijsbal veranderen, maar de geothermische warmte zou eenvoudige levensvormen in de diepzee, zoals chemotrofe (van chemicaliën levende) bacteriën en kokerwormen, in leven houden. Aan de andere kant is er minder speling. Dit komt omdat waterdamp een broeikasgas is. Bij hogere temperaturen begint de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer sterk te stijgen, waardoor het effect zichzelf versterkt. Op een gegeven moment kookt de aarde droog en lopen de temperaturen tijdelijk op tot boven de 1100 graden. Er zijn geen levensvormen bekend die het bij deze temperaturen volhouden, laat staan de mens. Watermoleculen vallen door de hitte uiteen in waterstof en zuurstof, waterstof lekt weg en de aarde verandert uiteindelijk in een tweede Venus.

Een op lange termijn vervelende ontwikkeling is dat de zon steeds heter wordt[2]. Paradoxaal genoeg komt dit omdat de zon steeds minder waterstof, de grondstof voor kernfusie, bevat. Deze wordt langzaam opgebruikt en helium hoopt zich op. Hierdoor trekt de kern van de zon samen, waardoor zich een nieuw evenwicht vormt. In de kern neemt door de hogere dichtheid de fusiesnelheid toe, waardoor de zon meer energie gaat produceren. Wij merken dat door een fellere zon. En door het verschuiven van de bewoonbare schil naar buiten. Over naar schatting iets minder dan een miljard jaar, valt de aarde buiten de bewoonbare schil en zullen waarschijnlijk de gebeurtenissen zoals hier geschetst, plaatsvinden.

Hoe kunnen we de aarde redden? 
De eenvoudigste oplossing is het aanbrengen van een barrière tegen de straling, zoals bijvoorbeeld spiegels of zonnepanelen. Deze energie moet vanzelfsprekend dan naar elders in het zonnestelsel af worden gevoerd. Een ambitieuzer plan is de aarde in een baan die verder van de zon af ligt, te brengen. Dit kan met behulp van gravity flyby’s. Hierbij zou een zware asteroïde energie kunnen aftappen van Jupiter en deze overdragen op de aarde. Jupiter zou zo dichter bij de zon komen te staan, waar de aarde verder van de zon af komt te staan.. Als dit miljoenen malen wordt herhaald, zou het effect voldoende groot zijn om de aarde bewoonbaar te houden.

Er zijn ook andere oplossingen. Denk bijvoorbeeld aan starlifting, een ‘afslankkuur’ voor de zon waardoor deze langer mee gaat.

Lees ook
Het Venus-syndroom op aarde

Bronnen
1. Kasting, James F.; Whitmire, Daniel P.; Reynolds, Ray T. (January 1993). “Habitable Zones around Main Sequence Stars”Icarus101 (1): 108–118. Bibcode:1993Icar..101..108Kdoi:10.1006/icar.1993.1010PMID 11536936.
2. Earth won’t die so soon as thought, Science Magazine, 2014

Het aardmagnetisch veld wordt opgewekt door stromingen in de aardkern. Als deze stoppen, hoe vervangen we die dan? - NASA

Kunstmatig magnetisch veld om de aarde te redden?

In de verre toekomst, rond de 2 miljard jaar na nu, zal de convectie in de aardkern tot stilstand komen en het aardmagnetisch veld verdwijnen. Met de aarde zal dan gebeuren wat eerder met Mars gebeurde: een genadeloos bombardement van zonnewind zal de atmosfeer langzaam maar zeker uitputten en de aarde uitdrogen. Kan een kunstmatig magnetisch veld de aarde redden? Hoe sterk zou dit moeten zijn?

Hoe ontstaan magnetische velden?
Magnetisme bestaat alleen omdat de speciale relativiteit bestaat. Sterker nog: de speciale relativiteitstheorie is rechtstreeks af te leiden uit de vier fundamentele vergelijkingen van Maxwell die alle elektromagnetisme beschrijven. Een elektrische lading die beweegt, wekt een magnetisch veld op. Ook bestaan er elementaire magneetjes in de vorm van ijzeratomen of microstructuren, zoals in keramische magneten van neodymium en samarium. Deze wekken ook een magnetisch veld op: de reden waarom permanente magneten bestaan.
Op deze schaal zijn permanente magneten niet praktisch. We richten ons daarom op elektromagneten.

Het aardmagnetisch veld wordt opgewekt door stromingen in de aardkern. Als deze stoppen, hoe vervangen we die dan? - NASA
Het aardmagnetisch veld wordt opgewekt door stromingen in de aardkern. Als deze stoppen, hoe vervangen we die dan? – NASA

Hoe sterk is het aardmagnetisch veld?
Het aardmagnetisch veld heeft op de aardoppervlakte een sterkte van 25 tot 65 microtesla’s. Dit is op het eerste gezicht niet erg sterk: het veld van een sterke neodymiummagneet is tienduizenden malen sterker. Echter: dit veld omvat de gehele aarde. Om de zonnewind af te weren, moet een veld worden geconstrueerd dat minimaal dezelfde grootte en sterkte heeft.

Hoe vervangen we dit aardmagnetisch veld?
De eenvoudigste oplossing is een elektrisch supergeleidende spoel die om de aarde zweeft. Denk bijvoorbeeld aan een locatie op tienduizend kilometer van de aardkern, dus rond de 3 500 km boven de aardoppervlakte. Dit betekent een totale lengte per winding van rond de 62 800 km. Deze ring is in principe instabiel, dus moet voortdurend worden bijgestuurd en in de juiste baan worden gehouden.

Hier moet vervolgens een sterke stroom doorheen worden gestuurd. Voor een te bereiken veldsterkte van 50 microtesla en tienduizend windingen is dan in principe een stroom van 50 000 ampère toereikend om dit veld op te wekken. Japanse wetenschappers zijn er in 2014 in geslaagd om 100 000 ampère op te wekken en door een supergeleidend circuit te laten vloeien.

In theorie is deze oplossing dus zeker mogelijk. Echter: de bouw van 620 miljoen kilometer supergeleidende kabel die nooit mag haperen, zal zeer veel grondstoffen vergen. Wellicht is het dan slimmer om ionkanalen te openen – in de ruimte heerst vacuüm – die door richtringen worden gestuurd. Zeg maar een soort deeltjesversneller rond de aarde.

Oplossing voor Mars en Venus?
Deze techniek kan nu al worden gebruikt om een toekomstig geterraformeerd Mars te beschermen tegen de zonnewind. Omdat Mars veel kleiner is dan de aarde en de flux van de zonnewind maar de helft is, zou dit systeem kleiner kunnen.
Voor Venus zal een twee keer zo sterke veldsterkte, en hiermee stroomsterkte, nodig zijn om hetzelfde effect te bereiken.
Venus zal grondiger aangepakt moeten worden: zo moet de planeet weer in rotatie worden gebracht en verlost van de verstikkende deken koolstofdioxide. De hoeveelheden energie die hier voor nodig zijn, vereisen een Kardashev-II beschaving en liggen nog ver buiten ons bereik.

Wek energie op, koel de planeet

In de straalstromen die de aarde omcirkelen beweegt de wind zeer snel. Dit betekent dat er heel veel windenergie aan te onttrekken is. Dit heeft de nodige klimaatgevolgen, waarvan enkele de opwarming van de polen kunnen tegengaan…

Voortdurende storm op 10 km hoogte
Windmolens zoals we die allen kennen tappen windenergie af op een hoogte van ongeveer 100 meter. Echter: windsnelheden nemen toe al naar gelang je hoger in de atmosfeer komt. In de vier jetstreams die de aarde omcirkelen op een hoogte van tien kilometer, zijjn windsnelheden boven de 100 km/uur gebruikelijk.

Skywindpower.com ontwikkelde deze turbine. Jetstreams beloven overvloedige energie. Helaas veroorzaken we zo wel een ijstijd.
Skywindpower.com ontwikkelde deze turbine. Jetstreams beloven overvloedige energie. Helaas veroorzaken we zo wel een ijstijd.

Honderd maal de wereldenergiebehoefte
Eenvoudig is het niet deze jet streams af te tappen. Ze veranderen namelijk voortdurend van plaats en vorm. Toch werken verschillende groepen nu aan technieken om dit toch te doen. De meeste komen neer op windturbines aan kabels of vliegers die generatoren op de grond aandrijven. Volgens sommige -omstreden- schattingen bevatten de jet streams 100 maal zoveel windenergie als de wereldenergiebehoefte.

‘Jetstreams aftappen leidt tot ijstijd’
Niet al deze energie kan echter veilig af worden getapt. Volgens simulaties van de in een eerder artikel al genoemde Cristina Archer van de University of Delaware in Newark (vlak bij New York City)  and Ken Caldeira van Stanford University in California, kan onze huidige wereldenergievraag, 16 terawatt, zonder gevaar uit de jetstreams geplukt worden zonder merkbare invloed op het klimaat. Dit rooskleurige verhaal wordt snel anders bij hogere onttrekkingen. Als 1000 terawatt wordt onttrokken aan de straalstromen,dat is 60 maal ons huidige energieverbruik, zou de gemiddelde oppervlakte temperartuur met bijna tien graden dalen, de regenval dalen met 35% en de hoeveelheid zee-ijs verdubbelen. Kortom: een ijstijd. (Energies, vol 2, p 307).

‘Warmtetransport lamgelegd’
De reden: als de winden op grote hoogten worden afgeremd, wordt het warmtetransport van de evenaar naar de polen geblokkeerd. Hierdoor wordt de evenaar warmer en de polen koeler, waardoor er meer zeeijs ontstaat. Het helwitte ijs weerkaatst zonlicht. Het eindresultaat is daardoor dat de streek rond de evenaar iets opwarmt, maar dat de polen sterk afkoelen.

Kunstmatige ijstijd stopt opwarming
Dit is uiteraard een gewenst effect als je bang bent dat het broeikaseffect de poolkappen laat smelten. Inderdaad blijkt uit onderzoeken dat het arctische gebied snel warmer aan het worden is en zeeijs verliest. Zouden we dit effect bewust op kunnen wekken, m.a.w. als een vorm van geoengineering? Caldeira wil deze vraag in de toekomst gaan beantwoorden.

‘Jetstreams aftappen rampzalig idee’
Axel Kleidon en Lee Miller van het Max Planck Institut für Biogeochemie in het Duitse Jena stellen dat Archer en Caldeira de hoeveelheid energie die kan worden gewonnen uit jetstreams enorm overschat hebben. Ze denken dat de hoge windsnelheden in jetstreams niet het gevolg zijn van een voortdurende toevoer van energie, maar van een gebrek aan wrijving. In dat geval zou zelfs een kleine onttrekking al enorme gevolgen hebben: volgens hun schatting kan slechts 7,5TW vermogen (iets minder dan de helft  van de wereldenergiebehoefte) worden onttrokken en zelfs dit zal enorme impact hebben op het klimaat. (Earth System Dynamics, vol 2, p 201).

‘Geoengineering d.m.v. jetstreams realistisch, maar riskant’
Jammer voor hen die dromen van overvloedige duurzame energie, maar geo-enhgineering wordt op deze manier wel veel makkelijker. Volgens hun model zou de aarde slechts 0,5 graden koeler worden, met het noordpoolgebied twee graden kouder, maar Antarctica twee graden warmer, naast andere effecten. Miller waarschuwt terecht dat we de effecten op het aardse klimaat eerst veel beter moeten begrijpen dan nu, voordat we woeste geo-engineering projecten gaan starten.

Bron:
New Scientist (2011)

Visionair project: geoengineering experiment met aerosol gestart

Het wordt wat warmer en volgens sommigen moeten we ons daar erg zorgen over maken. Een manier om de hoeveelheid zonnestraling te verminderen is deze laten weerkaatsen door witte sulfaat-aerosols. Ongeveer het gevolg van een vulkaanuitbarsting. Het eerste experiment, of het überhaupt haalbaar is om duizenden tonnen materiaal kilometers de hoogte in te krijgen, is al begonnen.

Model. Bron: New Scientist
Klimaatredders of Don Quichottes? De kilometer lange tuinslang wordt gebruikt om uit te testen of dezelfde techniek ook werkt met sulfaataerosolen. Bron: New Scientist

Oktober 2011 is het tijdstip dat een groep Britse onderzoekers een één kilometer lange bovenmaatse tuinslang met een grote ballon op een kilometer hoogte brengen. Vervolgens wordt water omhoog gepompt (voor de liefhebbers: dat betekent dus een druk van honderd atmosfeer) en in de atmosfeer gesproeid. Regenen doet het in het Verenigd Koninkrijk al teveel, dus de bedoeling is niet om een regenwolk te maken.

In feite is dit experiment een ‘dry run’  voor een voorstel waarvoor sommige geoengineers pleiten: hetzelfde doen maar dan met sulfaataerosols (zwevende nanodeeltjes). Het idee erachter is dat op dit manier een schaduwwerking wordt gecreëerd die de wereldwijde opwarming tegengaat. Wel een beetje zielig natuurlijk voor al die ecologisch bewogen mensen met zonnepanelen op het dak en de planten, die nu al hun best doen het vermaledijde CO2 uit de lucht te vangen. Desalniettemin is er ondanks het zware economische weer aan de overkant van de Noordzee, twee miljoen pond in dit project gestopt.

Dit experiment is onderdeel van Stratospheric Particle Injection for Climate Engineering (SPICE). SPICE probeert ook te ontdekken  wat de ideale deeltjes zijn om als aerosol te gebruiken. Het experiment is omstreden. Aerosols dragen bij tot luchtvervuiling. Ook zullen fotochemische reacties optreden. Volgens sommige onderzoekers met akelige gevolgen voor de ozonlaag. Ook is niet bekend wat de gevolgen zijn voor wolken hoog in de atmosfeer, die ook invloed hebben op de mate waarop zonlicht wordt teruggekaatst.

Is geoengineering nodig?
Het is overigens de vraag of deze verregaande maatregelen nodig zijn. Klimaatactivisten denken weinig visionair en zien niet in hoe variabel het klimaat is op langere termijn. Het is nu nog lang niet zo warm als gedurende het laatste interglaciaal van 140 000 jaar geleden. We leven op dit moment feitelijk in een onnatuurlijke situatie, omdat Noord- en Zuid-Amerika pas sinds drie miljoen jaar aan elkaar vast zitten. Dit veranderde het patroon van de zeestromen, waardoor zich de ijskap op Groenland en de drijvende ijskap op de Noordelijke IJszee kon vormen. De Groenlandse ijskap is naar schatting overigens ongeveer twee miljoen jaar oud. De ijsbeer, waar zoveel misbaar over wordt gemaakt, is in feite een ondersoort van de bruine beer en bestaat als soort misschien 150 000 jaar[2]. Ook het kooldioxidegehalte van de atmosfeer is in feite onnatuurlijk laag.  Als de Groenlandse ijskap in zijn geheel smelt, betekent dit een zeespiegelstijging van 7,2 meter. Vervelend, maar overkomelijk.

Bronnen
1. SPICE
2. Polar bear species just 150,000 year old – Wildlife Extra News (2010)
3. Geoengineering trial gets under way – New Scientist (2011)

Algenbloei ten zuiden van Cornwall. Zou algenbloei in de oceaan rond Antarctica de ijstijden hebben veroorzaakt?

‘Algenbloei door stof veroorzaakte ijstijden’

Volgens een nieuwe theorie is stof alles wat nodig is om de aarde in een ijstijd te storten. Als ijzerrijk stof in de zee wordt geblazen, bemest het opgeloste ijzer het plankton, dat daardoor op grote schaal kooldioxide op gaat nemen. DE oplossing voor het broeikaseffect?

Algenbloei door ijzerrijk stof

Algenbloei ten zuiden van Cornwall. Zou algenbloei in de oceaan rond Antarctica de ijstijden hebben veroorzaakt?
Algenbloei ten zuiden van Cornwall. Zou algenbloei in de oceaan rond Antarctica de ijstijden hebben veroorzaakt?

Al langer is bekend dat ijzerrrijk stof dat op de oceaanoppervlakte terecht komt, algenbloei in gang kan zetten.Als het aantal algen explodeert, nemen ze grote hoevelheden kooldioxide uit het water op. De oceaan neemt dit weer op uit de lucht, waardoor het kooldioxidegehalte van de lucht daalt.

Op dit moment is het klimaat vochtig en warm, waardoor er maar weinig stofstormen voorkomen. Uit waarnemingen aan ijsmonsters uit de Antarctische ijskap, die tot 800 000 jaar teruggaan, is gebleken dat de lucht tijdens de ijstijden twee keer stoffiger was dan nu.  Dit hing samen met lagere kooldioxide-gehaltes.

Algenbloei veroorzaakt temperatuurdaling
Vandaar dat veel klimaatwetenschappers vermoeden dat stofstormen wel eens de trigger kunnen zijn voor ijstijden. Als door voortdurende droogte grote landmassa’s uitdrogen, wordt de lucht veel stoffiger en komt dus ook meer ijzer in de oceanen terecht.  Op dit moment is de Zuidelijke Oceaan – de pooloceaan die Antarctica omspoelt – in veel opzichten een biologische woestijn.

De reden: ijzer ontbreekt. Zodra een grote hoeveelheid ijzer de zee in waait, ontstaat er echter een algenbloei die heel veel kooldioxide vastlegt. En, zoals bekend, een stevige daling van het CO2-gehalte in de lucht laat de temperatuur afnemen. Als aan het begin van een ijstijd er grote stofstormen ontstaan, waait dit stof in de Zuidelijke Oceaan, waar er algenbloei ontstaat.

Dit blijft tienduizenden jaren zo. Uiteindelijk wordt de koeling om nog niet goed begrepen redenen (mogelijk de Milankovic cyclus) afgeknepen en warmen de continenten weer op. Het gevolg: de stofstormen gaan liggen,  algen verhongeren en het kooldioxidegehalte stijgt weer.

Alfredo Martinez-Garcia en zijn collega’s van het Federale Zwitserse Instituut voor Technologie (ETH) in Zürich hebben mariene afzettingen geanalyseerd uit de een gebied in de Zuidelijke Atlantische Oceaan, iets ten noorden van de plaats waar de Zuidelijke Oceaan begint. Deze afzettingen zijn tot vier miljoen jaar oud en ondersteunen het idee dat ijzerrijk stof de boosdoener is. Periodes van heftige vergletsjering blijken namelijk precies samen te vallen met de vorming van stof[1].

Sommige onderzoekers denken dat door veel ijzerrijk stof  in de Zuidelijke Oceaan te kieperen, het effect van een ijstijd is na te bootsen[2]. Maar zijn wij nou de enigen die een nieuwe ijstijd, getriggerd als het experiment uit de hand loopt,  een stuk akeliger vooruitzicht vinden dan een geringe opwarming van de aarde?

Bronnen
1. A. Martinez-Garcia et al., Southern Ocean dust–climate coupling over the past four million years, Nature (2011), gratis artikel
2. ‘Stop emitting or geoengineering could be our only hope’ – Royal Society proceedings (2009)

De Don Quichote missie moet bestuderen hoe realistisch het is om te proberen een asteroïde uit zijn baan te stoten voordat de aarde wordt geraakt.

Hoe schakelen we een killer-asteroïde uit?

De ESA-missie Don Quichote probeert juist deze vraag te beantwoorden. Een asteroïde was verantwoordelijk voor het uitsterven van de dino’s. Stel dat astronomen ooit zien dat een asteroïde deze kant op komt, dan zal de wereld snel moeten beslissen wat we moeten doen om dit dodelijke projectiel te stoppen voor het te laat is. Een mogelijke oplossing is de ruimterots uit zijn koers te meppen. Dat is niet zo eenvoudig als het klinkt. Zo moeten we weten hoe groot de inslag moet zijn en waar (en wanneer) precies deze moet plaatsvinden.

Don Quichote: een gevecht tegen ruimtekeien
In 2002 startte de ESA een programma genaamd Don Quijote om uit te zoeken hoe een dergelijke ingreep het beste plaats kan vinden. Het plan: de missie stuurt twee ruimtetuigen richting een near Earth asteroïde; één om er tegen aan te laten beuken en een andere om op veilige afstand waar te nemen wat er precies gebeurt boven de inslagkrater. Het doel van de missie is de baan van de asteroïde met meer dan 100 meter te veranderen en de verandering nauwkeuriger dan 1 procent te meten.

De Don Quichote missie moet bestuderen hoe realistisch het is om te proberen een asteroïde uit zijn baan te stoten voordat de aarde wordt geraakt.
De Don Quichote missie moet bestuderen hoe realistisch het is om te proberen een asteroïde uit zijn baan te stoten voordat de aarde wordt geraakt.

Daarvoor moeten we natuurlijk wel precies weten wat voor uiteindelijke gevolgen deze inslag zal hebben, zodat we de meetgegevens kunnen gebruiken voor een nauwkeurige voorspelling voor een andere operatie. Astrofysicus Stephen Wolters van de Engelse Open Universiteit en enige collega’s hebben nu een nieuwe analyse van de missie gepubliceerd. Volgens hen is het meten van de verandering in de baan niet genoeg. Het waarnemende ruimtetuig moet ook de inslag in detail waarnemen, de grootte van de vrijkomende korrels vaststellen en ook de massa en snelheidsverdeling van de bij de inslag vrijkomende fragmenten vaststellen.

Alleen met deze informatie bij de hand zal het mogelijk zijn uit te zoeken hoe de impuls van het inslaande projectiel op de asteroïde wordt overgebracht. Uiteraard verandert dit de missie behoorlijk sterk. Er zijn veel meer apparaten nodig aan boord. Er moet een radiotransmitter toe worden gevoegd zodat door het team op aarde de exacte afstand gemeten kan worden. Ook moeten gevoelige camera’s aan boord gebracht worden, zodat het ruimtevaartuig de schade exact kan registeren en moeten de vrijkomende gaswolken met een spectrometer worden geanalyseerd, zodat de minerale samenstelling van de asteroïde bekend wordt.

Thermische camera’s zijn ook noodzakelijk. Zij registreren namelijk elke verandering in temperatuur. Belangrijk, want zelfs de straling die een asteroïde uitzendt, heeft invloed op de baan. Uitgezonden fotonen dragen namelijk impuls over op de asteroïde. Als de asteroïde aan alle kanten evenveel straalt, is het netto-effect nul. Als de asteroïde in sommige richtingen meer straalt dan andere, zal deze kracht de asteroïde langzaam in een bepaalde richting duwen.

Yarkovski-effect
Deze kracht, het Yarkovski-effect, kan bepalen of de asteroïde al dan niet de aarde raakt. Deze waarde kennen is daarmee cruciaal, zeker als de impactor de asteroïde ook anders laat roteren.  Al deze verbeteringen maken Don Quijote een betere, maar ook duurdere missie. Zal ESA deze duurdere missie nog willen betalen? Per slot van rekening is een meteorietinslag een globaal probleem. In feite is deze missie een vorm van ontwikkelingshulp. Misschien kan er op zogenaamde “vredesmissies” in Afghanistan of op ontwikkelingshulp bezuinigd worden. Deze uitgave is veel nuttiger.

Bron:
Measurement Requirements For A Near-Earth Asteroid Impact Mitigation Demonstration Mission, Arxiv.org, 2011