Nederland

Windmolens zijn overblijfsels van de eerste Nederlandse industriéle revolutie.

Waarom is Nederland zo rijk?

Nederland is zeer welvarend. Onder andere komt dat omdat we hier één van de grootste gasbellen ter wereld onder de grond hebben, maar er is meer. Zo heeft Nederland behoorlijk wat profijt van bepaalde geografische omstandigheden…

Het gemopper van de Nederlanders niettegenstaande, is Nederland een van de rijkste landen ter wereld. Voor een belangrijk deel komt dat door voor de hand liggende redenen als de ligging tussen andere welvarende gebieden. Maar dat is lang niet alles.

Vruchtbare bodem, mild regenachtig zeeklimaat

Windmolens zijn overblijfsels van de eerste Nederlandse industriéle revolutie.
Windmolens zijn overblijfsels van de eerste Nederlandse industriéle revolutie.

Nederland ligt voor het grootste deel op voormalige zeebodem of rivierbedding. Dit betekent dat dikke pakketten zeeklei en rivierklei op de oppervlakte liggen. Kleibodems kunnen veel mineralen en vocht vasthouden, waardoor de meeste gewassen op kleigrond veel meer opbrengst geven dan op zandgrond.

Dit is de reden dat Nederland, vooral het westelijk deel, al sinds de Middeleeuwen een veel dichtere bevolking kon onderhouden dan de meeste andere landen.

De toenemende bevolkingsdruk leidde tot het inpolderen van meertjes en stukken zee, waardoor nog meer vruchtbare landbouwgrond beschikbaar kwam.

De regenval in Nederland is veel regelmatiger dan in landen met een landklimaat. Als gevolg hiervan mislukken oogsten in Nederland een stuk minder snel dan in veel andere landen.

Geografie dwingt tot organisatie en samenwerking
Een groot deel van Nederland ligt onder water. De Nederlanders kwamen al diverse malen op onzachte wijze in aanraking met de kracht van het water. De laatste grote overstroming was de ramp in 1953, naar aanleiding waarvan de Deltawerken zijn gebouwd.
Alleen door samenwerking zijn landerijen te beschermen tegen het water (de door de individualistische Friezen gebouwde terpen beschermden slechts één boerderij). Niet voor niets waren de eerste bestuursorganen in Nederland de waterschappen, die de waterhuishouding en dijken controleerden.

Een sterke sociale controle en organisatiegraad is essentieel om een dijk in stand te houden. In tegenstelling tot landen met een grootschalig irrigatiesysteem zoals Egypte en Irak, is een dijk niet door één potentaat die aan het begin van de waterbron zit te controleren. Een dijk is een ‘common good’ waarvan het nut niet afhangt van iemands positie. Als de polder onderloopt betekent dat schade voor iedere boer. Dat bevordert een democratische regeringsvorm. Kortom: de Nederlanders werden door de natuur gedwongen op democratische wijze samen te werken.

Natuurlijke transportwegen naar Zwitserland en Noord-Frankrijk
Nederland ligt op het snijpunt van twee belangrijke stroomgebieden: dat van de Maas en de Rijn. Nederland beheerst ook de monding van de Schelde, de levensader voor Antwerpen, de grote concurrent van de Rotterdamse haven. De verleiding is voor de Nederlanders dan vaak ook groot om deze af te knijpen, wat de Belgen geregeld tot razernij brengt.

Transport was in Nederland nooit een erg groot probleem. Ook zeer zware ladingen kunnen met gemak met grote schepen door de enorme, brede rivieren worden vervoerd.

Dit voordeel is veel groter dan het beperkte nadeel dat de hinder door de obstakels die rivieren voor wegen vormen, oplevert. Steden op waterknooppunten zoals Rotterdam konden hier al snel van profiteren. Ook nu nog is de Rotterdamse haven de economische motor van Nederland met via Rijn en Maas een benijdenswaardige toegang tot bijna heel West-Europa. Grote ladingen goederen worden daarom meestal in Rotterdam overgeslagen.

Slochteren: zegen of vloek?
De ontdekking van een van de grootste aardgasvoorraden ter wereld in het Groningse plaatsje Slochteren (3000 miljard kuub aardgas) verschafte de Nederlandse regering een enorme hoeveelheid inkomsten. Tweeduizend miljard kubieke meter is al verkocht, vaak tegen lachwekkend lage prijzen. Dit leverde de Nederlandse schatkist enkele honderden miljarden euro’s op, die voornamelijk werden besteed aan het meest riante sociale-zekerheidsstelsel van West-Europa en het uitbouwen van een enorme overheidsbureaucratie. Het gevolg: grote groepen inactieven. Wel konden door de hoge gasinkomsten de belastingen in Nederland lager blijven dan in buurland België.

Een lot uit de loterij?
De gunstige geografische ligging maakte Nederland uiteraard een geliefd doelwit voor buitenlandse machten. De Nederlanders behielden hun onafhankelijkheid door als onafhankelijk land nuttiger te zijn dan als bezet gebied. Ook stelde de efficiënte sociale organisatie de Nederlanders in staat voorop te lopen op technologisch gebied, ook op militair terrein.
Dit ging in de vier eeuwen dat Nederland een onafhankelijke staat is over het algemeen goed. In twee gevallen – de Napoleontische bezetting en de nazitijd – werd heel Europa beheerst door één continentale macht, waardoor de traditionele strategie niet meer werkte en Nederland toch onder de voet werd gelopen.

Nederlanders als vredesduiven
Nederland bestaat van de handel tussen Europese landen en van Europa met de rest van de wereld. Oorlogen tussen Europese landen zijn niet in het belang van Nederland. Dat vermindert immers hun onderlinge handel.

Ook worden conflicten in Nederland meestal met de mantel der liefde bedekt en is het bereiken van een consensus heel belangrijk. In de Nederlandse mindset is het vreedzaam regelen van conflicten daarom ingebakken.

De laatste keer dat Nederland Europese supermachtallures had – in 1673 – werd het aangevallen door vier landen tegelijkertijd. De Hollandse Waterlinie – het onder water zetten van de polders die het Hollandse hartland omringen – is een nogal destructieve verdedigingstactiek die bij de moderne oorlogsvoering – denk aan Hitlers parachutisten – niet meer werkt. Vandaar dat de Nederlanders nu hun heil zoeken in internationale samenwerking. Alleen door te voorkomen dat er weer een overheersende Europese macht komt, kan Nederland haar onafhankelijkheid bewaren. De Britten hebben een soortgelijk belang – de reden dat Nederlanders en Britten het op Europees niveau gewoonlijk goed met elkaar kunnen vinden.

Europa onder water

West-Europa onder water

Wat zou er gebeuren als de zeespiegel tientallen meters stijgt? Waar moet je heenvluchten als Al Gore’s doemprofetieën echt realiteit worden? Loont het de moeite om te investeren in zwemvliezen en een duikpak, of kunnen we het beste emigreren naar Zwitserland? Bekijk dit filmpje, dat maar liefst 3500 meter water aan de zeespiegel toevoegt en je bent helemaal op de hoogte…

In haar begindagen bevatte Coca-cola grote hoeveelheden cocaïne.

Drugs legaliseren: de voordelen

Landen als Mexico en Afghanistan worden totaal ontwricht door de verwoestende drugshandel. Ook in landen waar veel drugsverslaafden voorkomen, zoals Iran en de Verenigde Staten blijken drugs en misdaad hand in hand te gaan. Waarom drugs niet legaliseren?

Drugs: akelige chemicaliën
Drugs (of in beter Nederlands: roesmiddelen) zijn chemicaliën die worden geslikt, gespoten of gerookt om een bepaalde gewenste stemmingsverandering op te wekken.

In haar begindagen bevatte Coca-cola grote hoeveelheden cocaïne.
In haar begindagen bevatte Coca-Cola grote hoeveelheden cocaïne.

Sommige drugs zijn sociaal geaccepteerd (zoals alcohol, de nicotine in tabak en caffeïne in koffie, thee en cola), andere worden althans in Nederland min of meer gedoogd (qat, tetrahydrocannabinol in marihuana en hasj). De zogenaamde harddrugs, zoals heroïne, cocaïne en LSD, in de VS methamfetamine, worden door politie en justitie hard aangepakt.

Drugs hebben vaak een verwoestende invloed op drugsgebruikers. Waar de gevolgen van cafeïne redelijk onschuldig zijn, leidt alcohol tot zware lichamelijke verslaving en ziekten als het Korsakov-syndroom en het roken van tabak tot een hoge kans op longkanker en een ophoping van vrije radicalen in het lichaam. Ook cannabis kan lichamelijk verslavend werken en vermindert de hersencapaciteit.
Hallucinogenen zoals in sommige paddenstoelen en LSD veranderen de manier waarop iemand denkt en dingen waarneemt. Ze wekken kunstmatig een psychose op. Over het algemeen werken hallucinogenen niet verslavend, maar zijn uiterst gevaarlijk omdat de gebruiker het contact met de realiteit totaal kwijtraakt en dus zichzelf en anderen in gevaar kan brengen. Ons lichaam maakt natuurlijke opiaten aan, die een pijnstillende en geruststellende werking hebben. Morfine en heroïne bootsen de werking hiervan na en zijn daarom uiterst verslavend. Cocaïne en amfetaminen maken de gebruiker juist manisch en hyperactief, vaak agressief.

Kortom: gezien de uiterst nare effecten van de meeste drugs is het verstandig het gebruik op de een of andere manier aan banden te leggen. Dit is de reden dat in vrijwel alle landen drugswetten bestaan (in Nederland de Opiumwet) die handel en bezit van bepaalde stoffen illegaal maken.

De onbedoelde gevolgen van een drugsverbod
Alcohol is in feite een gevaarlijke harddrug, gevaarlijker dan marihuana of LSD. Het was op zich op het eerste gezicht dus logisch dat de Verenigde Staten in de twintiger jaren besloten tot de Drooglegging, nadat al eerder andere harddrugs zoals cocaïne waren verboden. De gevolgen bleken echter desastreus. Er ontstonden uitgebreide smokkeloperaties en overal werden illegale stokerijen opgezet. Het drankverbod werd massaal ontdoken. Criminelen als Al Capone werden schatrijk door industriële alcohol te roven en deze in illegale whiskey te verwerken. De overheid zou wel eens afrekenen met dat probleempje en besloot industriële alcohol verplicht te laten mengen met gifstoffen. Het resultaat: meer dan tienduizend doden.  In deze tijd is de georganiseerde misdaad groot geworden. Geen wonder dat in de dertiger jaren president Roosevelt de Drooglegging beëindigde.

We zien nu een soortgelijk proces in de Verenigde Staten. Het illegale cocaïnegebruik in de VS is enorm: per Amerikaan naar schatting duizend milligram per jaar, vijf tot tien doses. Ongeveer drie procent van de bevolking gebruikt veel cocaïne. Veel meer dan in Nederland of de rest van Europa. Dit ondanks de draconische drugswetten en de uitpuilende gevangenissen. Buurland Mexico wordt steeds meer ontwricht en ook de drugsgerelateerde misdaad in Amerikaanse sloppenwijken is extreem hoog. Kortom: het druggebruik lijkt onuitroeibaar.

Voordelen van het legaliseren van drugs
Hoewel geen enkele drug om gezondheidsredenen aan te raden is (medicinale cannabis in zeer specifieke gevallen uitgezonderd), is wel duidelijk dat illegaal druggebruik veel verwoestender werkt dan legaal druggebruik.

Tot in de jaren dertig mocht cannabisextract legaal verkocht worden in veel landen zoals de Verenigde Staten.
Tot in de jaren dertig mocht cannabisextract legaal verkocht worden in veel landen zoals de Verenigde Staten.

Er is veel voor te zeggen om drugs op dezelfde manier te behandelen als medicijnen die via de apotheek moeten worden verkocht. Ook medicijnen, bijvoorbeeld digitoxine voor hartpatiënten, zijn in feite gifstoffen waarvan de voordelen voor een bepaalde patiënt groter zijn dan de nadelen. Drugs moeten in feite ook zo behandeld worden.

Sommige mensen hebben behoefte aan de effecten die drugs opwekken en zijn bereid hiervoor de risico’s voor lief te nemen.

Net zoals met medicijnen moet iemand die veel verstand heeft van het middel, er dan voor zorgen dat de bijwerkingen niet extreem hoog zijn. Die mensen zijn er: apothekers. Vergeleken met het kennen van de werking en bijwerking van alle medicijnen die via apotheken verkocht worden, enkele duizenden, is het handjevol drugs een lachertje. Het is dus vrij eenvoudig om apothekers en artsen bij te scholen wat betreft de bijwerkingen van drugs als heroïne en cocaïne. Deze drugs moeten in lage doses voor een lage prijs worden aangeboden om hiermee de illegale markt te vernietigen.

Gebruikers moeten de doses in een klinische medische ruimte, onder toezicht, gebruiken. Zo maak je drugs cultureel onaantrekkelijk, ongeveer net zo opwindend als een griepprik of een bezoekje aan de tandarts. Dit zal verslaafden niet afschrikken, maar nieuwe gebruikers wel.

Ook is bij de huisarts bekend wat voor drugs iemand gebruikt, zodat deze daar bij de behandeling rekening mee kan houden. Er bestaan namelijk nogal wat wisselwerkingen tussen drugs en medicijnen. Uitwassen als heroïneprostitutie en drugsmoorden verdwijnen. Druggebruik kent in principe maar één slachtoffer: de druggebruiker zelf. Door druggebruik te reguleren blijft de schade beperkt en kunnen druggebruikers leren van hun verslaving af te komen.

Tjibbe Joustra, een matig bestuurder met zonnekoningallures, duikt keer op keer weer op.

Hoge salarissen managers wijzen op grote schaarste

Zelfs de meest incompetente bestuurder heeft keer op keer weinig problemen om aan een nieuw riant baantje te komen. Als we ook letten op de riante salarissen die in de top van het bedrijfsleven en de non-profitsector uitbetaald worden kan slechts één conclusie worden getrokken: we kampen met een enorm tekort aan managers. Wat doen we aan dit grote, dringende probleem?

Managers, loonmatiging en mindere goden
Er komen er steeds meer van. Managers. Ze krijgen ook steeds meer betaald. Zo is in crisisjaar 2010 het gemiddelde inkomen in Nederland ongeveer gelijkgebleven, maar stegen de topsalarissen met 14%. Loonmatiging is goed voor de economie, wordt Jan Modaal wijsgemaakt, maar voor zichzelf  hebben de heren wat rianters in gedachten.
Volgens managers zijn managers onmisbaar. Ze houden zich bezig met belangrijke dingen als huisstijlveranderingen, overnames en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Mogelijk bedoelen ze hiermee het aan werk helpen van oud-politici. Ook maken ze hun bedrijven steeds efficiënter en bedenken ze handige dingen voor de mensen als een 0900-lijn waar je ook als je in de wacht staat de volle mep betaalt.

Goede managers zijn schaars
Je ziet steeds weer dezelfde gezichten opduiken bij grote bedrijven en non-profitinstellingen.

Tjibbe Joustra, een matig bestuurder met zonnekoningallures, duikt keer op keer weer op.
Tjibbe Joustra, een matig bestuurder met zonnekoningallures, duikt keer op keer weer op.

Of ze nu goed hebben gepresteerd of juist een enorme wanprestatie hebben geleverd maakt weinig uit. Managers en oud-politici worden beter gerecycled dan welke grondstof dan ook. Kortom: managers lijken uitermate schaars te zijn. Bijzondere mensen dus. Die mag je daarom best flink belonen, vinden managers. Zoals ex-generaal Brinkman die keer op keer tegen een riant tarief als interimmanager werd ingehuurd bij het slechtste ziekenhuis van Nederland, het IJsselmeerziekenhuis.

Vroeger was er minder schaarste aan managers. De topman van, zeg, NS was gewoon een NS’er van de werkvloer die beter leiding gaf dan zijn collega’s. En ondergeschikten genoeg. Om promoties werd gevochten. Opleiding deed je gewoon in je vrije tijd. Maar goed. Het is nu allemaal veel beter geregeld. Met Em Bie Ee en een Academy of Excellence. Daar kan zo’n NS-strebertje niet tegenop, al weet hij veel meer van treinen.

De dreiging van het buitenland
Nederland is, beweren managers, een lagelonenland voor managers. Nederland dreigt leeggeroofd te worden door Amerikaanse headhunters die onze schaarse resources komen plunderen. Niet de massale uittocht van gepromoveerde bèta’s en toponderzoekers is een probleem, getuige hun bedroevend magere salaris, maar de schaarste van onze unieke, onvervangbare managers. Een topman van, zeg, Microsoft verdient veel meer dan een ING-opperheerser. En dat kan natuurlijk niet. Straks worden onze mega-managementtalenten weggekocht door die vette, nietsontziende roofkapitalisten van aan de andere kant van de grote plas. Dat laten we ons natuurlijk niet gebeuren. Zonder Organon en Sluis Zaden kunnen we wel maar zonder onze managers? We zullen gehuld in jute zakken op het land zwoegen, de stijgende zeespiegel laat alles onder de Vaalserberg onderlopen, kortom: het licht gaat uit.

De oplossing: gastarbeiders
In India en China worden jaarlijkse groeicijfers bereikt waar de westerse industrielanden stikjaloers op zijn. Bedrijven uit beide landen zijn overal op overnamejacht, zelfs onze nationale trots Hoogovens is nu onderdeel van Tata  Steel. Het is duidelijk dat hier een grote bron van managers te vinden is die bereid is om voor een schamele grijpstuiver hun talenten in Nederland te ontplooien.

Ons land wordt gered van de ondergang. Eindelijk hoeven de arme, overbelaste managers hier niet langer te zuchten onder een hoge werkdruk. De grootste minkukels kunnen van hun onverdiende VUT-regeling genieten. De rest kan misschien de politiek in, provinciale-statenlid worden of zo. Kortom: lang leve de globalisering.

Afrikanen vinden de Nederlanders vaak geschift. Voor een groot deel terecht.

Stop de heilige oorlog tegen samenwonen

Een belangrijke reden waarom er in Nederland zo veel mensen wekenlang dood liggen in huis is de subsidie voor eenzaamheid. Alleenstaanden krijgen meer bijstand dan samenwonende bijstandsgerechtigden. Als een bijstandsgerechtigde bij een familielid woont dat wel een baan heeft, wordt  de uitkering zelfs stopgezet. Niet erg intelligent. Gelukkig is er een structurele oplossing.

De eenzaamheidscultuur in Nederland
Veel buitenlanders hebben de nodige problemen om zich aan te passen aan Nederland. Aan een Indiër of Afrikaan is vaak niet uit te leggen wat de inwoners van Nederland bezielt. Een belangrijke reden hiervoor is, weet ik van immigranten, de merkwaardige logica die de inboorlingen hier er op na houden.

Afrikanen vinden de Nederlanders vaak geschift. Voor een groot deel terecht.
Afrikanen vinden de Nederlanders vaak geschift. Voor een groot deel terecht.

De mens is een sociale diersoort. Mensen leven bij voorkeur in groepen, sommigen zelfs in grote groepen. Uit psychologische onderzoeken blijkt keer op keer dat mensen het gelukkigst zijn als ze veel andere mensen kennen en door ze geaccepteerd worden. Ook blijkt hoe verwoestend eenzaamheid werkt op mensen. De reden voor de populariteit voor huisdieren is dat ze een substituut-gezelschap vormen. Alhoewel ze niet in staat zijn zich mentaal in mensen te verplaatsen, geven ze toch een zekere sociale interactie en verbondenheid. Dit geldt vooral voor sociale huisdieren zoals honden.
Uit andere onderzoeken blijkt keer op keer dat mensen met en groot sociaal netwerk snel aan een nieuwe baan komen. Een goede manier om aan een groot sociaal netwerk te komen, is tussen andere mensen in te wonen.
Kortom: als immigranten uit meer sociale culturen zich achter hun oren krabben over die rare Ollanders, hebben ze domweg gelijk.

De bekrompenheid van de politieke klasse werd weer eens verblindend duidelijk bij het verkiezingsdebat tussen PVV’er De Graaf en PvdA-voorman Cohen. Triomfantelijk kraaide Cohen, duidelijk niet op zijn gemak, dat met de nieuwe kabinetsplannen (overigens nog  in concept) een bijstandstrekkende groep mensen die bij elkaar woont en familie van elkaar is, er op achteruit gaat als een familielied gaat werken. De Graaf, overigens een vriendelijke, aimabele man, stamelde wat over lekken en voorlopige voorstellen. Beiden hadden niet door dat ze aan het mekkeren zijn over symptomen. Een bredere visie, een helicopterview ontbreekt totaal in de politiek.

Subsidie op eenzaamheid
Een groot probleem in Nederland is het gebrek aan sociale huurwoningen voor de zoals dat met een mooi woord heet, sociale minima. Sociale minima moeten, vindt de overheid en klaarblijkelijk ook veel Nederlanders, allen in een eigen huis wonen met eigen keuken, badkamer, slaapkamer en woonkamer. Omdat een bijstandsuitkering daarvoor veel te laag is zijn er allerlei dure ingewikkelde oplossingen bedacht, zoals huursubsidie, sociale woningbouw en allerlei bijzondere bijstandsregelingen.

Stop met werken en samenwonen te straffen, stimuleer samenwonen juist
De voor de hand liggende oplossing: schaf de idiote regel af die bijstandsgerechtigden afstraft als ze bij elkaar wonen, of nog beter: geef iedereen een basisinkomen van, zeg, zeshonderd euro, is duidelijk te hoog gegrepen voor de onvolprezen genieën die dit land regeerden en regeren. Deze mensen eenzaam in hun woning laten verkommeren of zelfs drie maanden dood laten liggen, is dan weer wel sociaal. Warmvoelend als politici vaak ten koste van belastingbetalers zijn, willen ze om dit nieuwe probleem op te lossen dan weer allerlei gesubsidieerde gezelschapsactiviteiten opzetten.

Uiteraard is er een veel simpeler oplossing: zorg dat mensen worden beloond als ze samenwonen. Als vier mensen een huis delen kunnen ze de woonlasten voor een woning door vier delen en wordt het leven veel goedkoper. Op dit moment is een alleenstaande vaak meer dan de helft van zijn of haar inkomen kwijt aan huisvesting. Zet desnoods een bemiddelingsservice in voor als mensen huisgenoten zoeken (alhoewel er geheid slimme websitebouwers op in zullen springen en zelf zoiets opzetten). Wedden dat het huizentekort als sneeuw voor de zon verdwijnt?

De oude London Bridge kende huizen die over de brug heen waren gebouwd.

Land kraken

Met het wettelijke verbod op op kraken is de kraakbeweging stevig in de problemen gekomen. Toch is woningactivisme hard nodig: woningbouwverenigingen besteden hun grote hoeveelheid geld aan directeurssalarissen en prestigeprojecten en laten hun woningbestand verkrotten en de huren (en koopwoningprijzen) rijzen in Amsterdam de pan uit. Wat zijn de oplossingen?

De rampzalige hypotheekrenteaftrek
In de Randstad geven gezinnen vaak meer dan de helft van hun inkomen uit aan woonlasten.

De mobiele eenheid klopt aan bij een kraakpand.
De mobiele eenheid klopt aan bij een kraakpand.

Bij alleenstaanden die zelfstandig wonen is dat soms zelfs nog meer. De hypotheekrenteaftrek, vaak gezien als een “sociale” maatregel die voorkomt dat armlastige woningbezitters geen huis meer kunnen betalen, is in werkelijkheid een prijsopdrijvend mechanisme dat vooral de hoge inkomens bevoordeelt. Ook de huren stijgen op die manier: hoe meer een huis waard is, hoe meer huur een woningeigenaar moet vragen om er wat aan te verdienen. PvdA, D’66 en Groen Links hebben dus domweg gelijk, als ze constateren dat de woningmarkt in Nederland grondig verziekt is.

De werkelijke oorzaak voor hoge woonlasten in de Randstad: schaarste aan woningen
Vooral in Amsterdam , maar in mindere mate ook in andere steden in Noord- en Zuid-Holland is er domweg meer vraag naar woningen dan er bestaan. Woningbouwcorporaties vertikken het goedkope woningen te bouwen omdat ze daar te weinig aan verdienen. Deze woningen moeten door allerlei onnodige ambtelijke bouweisen zo luxe uit worden gevoerd dat de bouwkosten de pan uit rijzen. Bij treinstations wordt nauwelijks gebouwd terwijl dit logische verkeersknooppunten zijn voor reizigers.

Ruimte genoeg
Toch is er ruimte genoeg. Zo kunnen er woningen onder (snel)wegen (20% van de oppervlakte) gebouwd worden, als daglicht via lichtkoepels of lichtbuizen aan wordt gevoerd. Ook boven wegen is nog ruimte genoeg. Bovengrondse bouw levert gezichtshinder op, maar ondergrondse bouw niet. Ook hier geldt: mensen willen wel, maar ambtelijke regels waar niemand om heeft gevraagd verbieden het.

De oude London Bridge kende huizen die over de brug heen waren gebouwd.
De oude London Bridge kende huizen die over de brug heen waren gebouwd.

In feite hoeven ‘slechts’ 30.000 woningen te worden gebouwd om de wachtlijsten in geheel Noord-Holland weg te werken. Kortom: wat ontbreekt zijn niet de mogelijkheden, maar de politieke wil. Zowel links als rechts zal het een rotzorg zijn wat er met woningzoekers gebeurt.

‘Links’ en ‘rechts’ vinden elkaar hier in een pervers monsterverbond. Links “beschermt” de groene ruimte, terwijl rechts verzekerd krijgt dat de particuliere woningmarkt niet instort. Linkse politici zijn niet geïnteresseerd in de middenklasse die op zoek is naar een goedkope koopwoning. Ze zijn niet zielig genoeg. Rechts ook niet, want het aantal eigen-woningzoekers is kleiner dan de gevestigde orde, die graag ziet dat hun huizen duur blijven.

De duivelse scheefwoners
In deze titanenclash komen ook huurders er bekaaid af. Voor mensen op het sociaal minimum zijn er woningen – met een wachtlijst van meer dan tien jaar.  Wee het gebeente van de huurder die het waagt meer te verdienen dan de norm, hij wordt gedwongen te verhuizen. Er is een ware jihad uitgeroepen tegen de “misdadige” scheefwoner. Links ziet deze mensen als schandelijke profiteurs en rechts als uitschot dat de woningmarkt verpest. Beide partijen vinden klaarblijkelijk: gij zult u blauw betalen voor een dak boven uw hoofd.

Politiek zit muurvast, tijd voor harde actie
Het wordt tijd om de volkomen vastgeroeste politieke orde eens even grondig op te schrikken. Het recept hiervoor is als volgt. Koop een lapje grond van minstens zes bij drie meter op een gewenste locatie. Zet hier een omgebouwde zeecontainer neer met zonnepanelen, regenwateropvang en een composttoilet, kortom energieneutraal, zowel gewenst wegens PR als praktische overwegingen. Stal hierin een ongehuwde moeder met jonge bloedjes van kinderen – nog beter: een gepensioneerd paartje – en maak haar de trotse eigenaar. Kleed het huisje een beetje knus aan, geraniums, klompjes aan de voordeur, trapgeveltje voor de hoogstnoodzakelijke couleur locale. Installeer flink wat webcams om het huisje heen.

Zowel links – wegens het zieligheidsgehalte – als rechts -iemand wordt van haar eigendom afgeslagen door zwakzinnige ME-gorilla’s – zal nu zwaar in diskrediet worden gebracht.

Viva la revolución.

De comeback van de kleermaker?

Detailhandel wordt weer maatwerk

De binnensteden lopen leeg. De ene na de andere winkel sluit. De oorzaak: webwinkels bieden een grotere keus, meer gemak en lagere prijzen, want ze hoeven er geen duur pand en personeel op na te houden. Zijn alle winkels, een enkele gemakswinkel en supermarkt daargelaten, ten dode opgeschreven? Wel, er is nog hoop.

Zelfbedieningswinkels: eenmalige ontwikkeling?
In feite is het tegenwoordige systeem met zelfbedieningswinkels de uitzondering. Tot voor kort waren winkels waarbij de winkeleigenaar of personeel de klant hielp, de regel. Kleding, schoenen en meubels werden op maat gemaakt. De opkomst van de confectie-industrie vaagde de kleermakers weg. Kleding werd veel goedkoper (mensen bezitten nu zeker wel twintig keer zoveel kleding als twee eeuwen geleden) in massa-oplages vervaardigd. Nu wordt kleding in lage-lonen landen in elkaar genaaid onder vaak erbarmelijke omstandigheden en met containers tegelijk Europa binnengevaren. Het succes van confectie lijkt totaal. Of toch niet?

De terugkeer van kleermaker en schoenmaker
Op maat dingen maken is nu nog nooit zo makkelijk geweest.

De comeback van de kleermaker?
De comeback van de kleermaker?

Mensen worden qua smaak steeds verschillender, waardoor ze om hun identiteit uit te dragen ook unieke producten zoeken. Al even belangrijk: lichaamsmaten van mensen variëren sterk. De ‘one size fits all’-benadering van de confectie-industrie werkt niet voor mensen waarvan het lichaam teveel afwijkt van de norm. Maatwerk lost voor winkeleigenaars ook het voorraadprobleem op. Alle winkelruimte wordt besteed aan verkopen. Ook de tijd van winkelend personeel wordt effectiever besteed. Niet langer in mensen over proberen te halen iets te kopen, het beruchte zinnetje ‘kan ik u helpen’ is al door reclamemakers geparodieerd, maar in het daadwerkelijk vervaardigen van een product waar de klant behoefte aan heeft.

Bodyscanners en lasersnijders
Deze winkels zullen uitgerust worden met een lichaamsscanner die de lichaamsmaten van een klant precies opslaat in een soort biometrisch paspoort, maar dan voor kleding en schoeisel. Daardoor kan kleding altijd gegarandeerd passend worden gemaakt. In overleg met de klant kan een schoen of kledingsstuk naar wens worden samengesteld.Klanten zullen in de winkels de stof en de materialen van dichtbij kunnen bekijken, ze aanraken, ruiken en voelen. Een essentieel voordeel van een tastbare winkel boven een website.

Ook kan je je voorstellen dat zich een soort “klaar terwijl u wacht” service gaat ontwikkelen. Hiervoor moet de winkel niet alleen uitgerust zijn met een scanner, maar ook met een werkplaats waarin de schoen of het kledingsstuk snel op maart gemaakt kan worden. Je kan dan denken aan textielsnijders (eventueel op laserbasis), plooibare mallen en een gebruik van vloeibare kunststoffen of leersoorten die makkelijk in de gewenste vorm zijn te buigen.

Binnensteden zullen daarom in de toekomst stiller worden dan nu. Naast het steeds grotere aantal dienstverlenende kantoortjes zullen er ook winkels komen die maatwerk leveren en daardoor met een kleiner aantal, niet rondkijkende maar doelgericht kleding en schoenen ontwerpende, klanten toch het hoofd boven water kunnen houden.

Volgens latere christelijke schrijvers waren de zondige Romeinse bacchanalia en orgieën de oorzaak van de ineenstorting van het Romeinse rijk.

Is de westerse wereld decadent?

Volgens conservatieve denkers gaat het van kwaad naar erger met de normen en waarden. Bestaat er inderdaad een culturele “halfwaardetijd” en heeft de ondergang van een cultuur te maken met culturele decadentie? Hebben we behoefte aan nieuwe idealen?

Enorme sociale veranderingen
De afgelopen halve eeuw heeft in Europa sociaal gezien grotere veranderingen laten zien dan de millennia er voor. Zo leefden de Europeanen tot voor kort in uitgebreide families met vaak drie generaties onder één dak. De mannen waren de kostwinners en waren de machtigste personen binnen het gezin. Ook buiten het gezin deelden oudere mannen de lakens uit. De afgelopen decennia is dat veranderd: gezinnen werden kleiner, er kwamen eenoudergezinnen, relaties en seks zonder huwelijk of seks met mensen van het eigen geslacht worden niet meer als sociaal afwijkend gezien. Ouderen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen, wonen niet meer bij kinderen in, maar worden in een verzorgingstehuis geplaatst. Ook de rol van de christelijke godsdienst is sterk afgenomen. Het grootste deel van de bevolking gaat niet meer naar de kerk. Steeds meer mensen geloven niet in een god.
Conservatieve denkers die de traditioneel-christelijke samenlevingsvorm als de beste beschouwen, zien dit als bewijs dat de westerse beschaving aan het aftakelen is. Zij denken ook dat de afnemende invloed van het westen in de wereld te wijten is aan het verdwijnen van de christelijke moraal.

Decadentie: mythe of feit?
Het Latijnse de-cadere betekent letterlijk neerdalen. Het uiteindelijke gevolg van decadentie is ondergang.

Volgens latere christelijke schrijvers waren de zondige Romeinse bacchanalia en orgieën de oorzaak van de ineenstorting van het Romeinse rijk.
Volgens latere christelijke schrijvers waren de "zondige" Romeinse bacchanalia en orgieën de oorzaak van de ineenstorting van het Romeinse rijk.

Voor de moderne beschaving, of cultuur, waren er duizenden andere samenlevingsvormen, waarvan er enkele nu nog steeds bestaan. Het restant is ten onder gegaan. Het ondergaan van beschavingen is dus geen uitzondering maar eerder de regel. Hier zijn enkele hoofdoorzaken voor: overweldiging en gedwongen assimilatie door een andere beschaving (zoals de westerse of islamitische), vreedzame culturele assimilatie (m.a.w. opslokking of bekering, wat met veel subculturen of kleine primitieve beschavingen aan de periferie gebeurt), migratie van groepen met een andere beschaving, natuurrampen en uitputting van de natuurlijke of menselijke hulpbronnen van de beschaving.

Volgens cultuurrelativisten is decadentie een mythe omdat er volgens hen geen universele meetlat is waarlangs je beschavingen of culturen kan leggen. De ene beschaving gaat volgens hen naadloos over in de andere. Die universele meetlat is er uiteraard wel: de mens en de vooruitzichten tot groei en ontwikkeling zijn onveranderlijk en objectief meetbaar. Er zullen weinig cultuurrelativisten zijn die graag in Noord-Korea of Saoedi-Arabië willen wonen. In sommige beschavingen (de Polynesische en de Westeuropese bijvoorbeeld) is het leven aanmerkelijk prettiger, en de ontplooiingsmogelijkheden voor de mens groter, dan het leven in andere beschavingen (zoals de soennitische of stalinistische). Als een maatschappij achteruitgaat op deze meetlatten (zoals in nazi-Duitsland bijvoorbeeld) kan je spreken van decadentie.

Is Europa decadent?
Het belang van Europa in de wereld is enorm afgenomen. Voor de Tweede Wereldoorlog beheersten Europese koloniale grootmachten (waaronder we ook de Sovjet-Unie met Siberië kunnen reken en) vrijwel de gehele wereld. Nu is de invloed van Europa beperkt tot het eigen grondgebied, wat eilanden en een afbrokkelende invloedssfeer in Afrika. In het koloniale tijdperk moeten grote aantallen goed opgeleide jonge mensen naar de koloniën worden gestuurd om daar de inheemse bevolking onder de duim te houden en grondstoffen te kunnen plunderen. Na de dekolonisatie, waardoor lokale elites het vuile werk opknapten, konden deze jongeren in eigen land blijven, waar ze hielpen het land op te bouwen. Dit – met overvloedige energie – leidde tot een enorm sterke economische groei. Het leven in Europa nu is daarom door het verlies van koloniën beter dan vijftig jaar geleden.

Door het verminderde belang van oorlog en militairen is de samenleving zachtaardiger geworden, vervrouwelijkt. Deze trend bereikte haar hoogtepunt in de jaren zeventig. Vlak na de tweede wereldoorlog werden Nederlandse smokkelaars door grenswachters doodgeschoten. Nu zou dat ondenkbaar zijn. Aan de andere kant is de economische druk door de liberalisering harder geworden. De geboortecijfers dalen omdat vrouwen werken en geen tijd hebben om voor kinderen te zorgen. Dit hoeft op zichzelf geen probleem te zijn: minder kinderen betekent minder uitgaven aan onderwijs en ook minder druk op de leefomgeving. Als Nederlandse vrouwen nu evenveel kinderen kregen als in de vijftiger jaren, was Nederland veranderd in een Bangladesh aan de Noordzee. Ook omdat de fossiele brandstoffen nu snel opraken geeft de lage bevolkingsgroei ons ademruimte.

Het verdwijnen van het christelijk geloof
Een echte existentiële bedreiging voor de Europese cultuur is het verdwijnen van het christelijk geloof en de komst van religies die met deze kernwaarden in strijd zijn. Door hindoes is beargumenteerd dat het hindoeïsme van nature pluriformer en democratischer is dan het christendom en als je het verderfelijke kastenstelsel buiten beschouwing laat (het moderne hindoeïsme verwerpt dit ook), is hier het nodige voor te zeggen. Niet voor niets zijn de twee hindoeïstische landen India en Nepal nu beide democratieën.

Het uit het hindoeïsme voortkomende boeddhisme kent geen kasten, maar is niet zo pluriform als het hindoeïsme. Het boeddhisme deelt echter met hindoeïsme, liberaal jodendom en christendom het westerse ideaal van ontwikkeling van de mens. In feite houden zowel hindoes als boeddhisten zich hier een groot deel van hun leven mee bezig in de vorm van meditatie. In feite zal het humanisme een sterke impuls krijgen van beide oosterse godsdiensten. De aanwezigheid van hindoes en de toegenomen populariteit van het boeddhisme in Europa is dus ook geen existentiële bedreiging voor de westerse beschaving, zelfs integendeel.

Symptomen van decadentie
Een belangrijk ziekteverschijnsel bij aftakelende beschavingen is fatalisme: het gevoel dat het lot niet in eigen hand is, maar in dat van anderen of een bovennatuurlijk wezen dat het niet altijd goed met het individu voor heeft. Dit is ook de reden dat fatalistische beschavingen een zieltogend bestaan leidden (zoals de Indiase), dan wel gevoed door het plunderen van omliggende landen of het exporteren van grondstoffen (Arabische landen). In beschavingen waar het fatalistische element uit verdwijnt, zoals in India en China, zie je een snelle ontwikkelingsspurt. Wat dat betreft is het toenemende fatalisme in Europa rampzalig en (zoals altijd) ook fundamenteel ongegrond. De techniek heeft er nog nooit zo goed voorgestaan als nu.

Een even ernstig symptoom is cultuurrelativisme. Delen mensen van een cultuur niet meer gemeenschappelijke idealen, dan verdwijnt de ziel uit een cultuur. De cultuur wordt een hol lijk, een fossiel dat weg zal worden gespoeld door de onverbiddelijke krachten van verandering. Het cultuurrelativisme is een speciaal in Nederland, maar ook in andere Europese landen  hardnekkige plaag. Het gevolg hiervan was het totaal uit de hand lopen van misdadig en voor medemensen schadelijk gedrag. Cultuurrelativisten zijn over het algemeen intellectuelen die niet gezegend zijn met ook maar enige kennis van de exacte wetenschappen. Ze beseffen niet dat ze vijftig procent kans hadden om als kind te overlijden aan een infectieziekte of ondervoeding, als de moderne natuurwetenschap dit niet had voorkomen. Ze ontzeggen zowel mensen het recht te streven naar een beter leven als aan een cultuur de mogelijkheden om zich te ontwikkelen en verbeteren.

De onderwijswereld is vergeven van politieke benoemingen.

Maak universiteitsexamens centraal

Steeds opnieuw raken HBO en universiteit in opspraak door fraude met examens. Lichtere vormen van  fraude, zoals eenvoudiger tentamens om zo maar flink wat studenten de eindstreep te laten halen komen veel vaker voor. Er is gelukkig een vrij eenvoudige oplossing voor dit probleem.

Steeds meer fraude in hoger onderwijs
Sinds instellingen worden beboet als studenten te laat of helemaal niet afstuderen, komen onderwijsmanagers steeds meer onder druk te staan om koste wat kost zoveel mogelijk studenten te laten slagen. Meer studenten laten slagen kan op verschillende manieren – selecteren aan de poort of betere studiebegeleiding bijvoorbeeld – maar het effect hiervan is beperkt. Selectie aan de poort betekent dat kandidaat-studenten worden afgewezen, dus minder inkomsten. Betere studiebegeleiding kost personeel.
Geen wonder dus dat onderwijsmanagers docenten onder druk zetten om studenten toch maar te laten slagen. Ook studenten zelf frauderen geregeld, want zo wordt voorkomen dat ze gekort worden op hun studiebeurs.

De onderwijswereld is vergeven van politieke benoemingen.
De onderwijswereld is vergeven van politieke benoemingen.

Fundamenteel belangenconflict
Ondanks beweringen van het tegendeel is een hogeschool (en in mindere mate een universiteit, omdat die ook een onderzoeksfunctie heeft)  in feite een diplomafabriek. Dat diploma staat voor een bepaald niveau aan kennis en kunde dat een afgestudeerde van de opleiding gegarandeerd heeft. Dat is ook (naast het old-boys network) de reden dat alumni, afgestudeerden van een prestigieus instituut als Harvard of Yale vaak veel geld doneren aan de instellingen: hiermee wordt de status van de opleiding – en dus hun bul of diploma – hoger. Kortom: vanaf het standpunt van een hogeschool of universiteit is het niet slim je naam te grabbel te gooien door dit soort praktijken, want zo wordt je diploma minder waard. Dit gebeurt bij commerciële en private instituten dan ook nauwelijks, tenzij het om een frauduleuze universiteit gaat waarvan je het diploma kan kopen.

Echter: er is geen actor die opkomt voor de belangen van het opleidingsinstituut als geheel. Het instituut wordt gerund door managers, die afgerekend worden niet op prestige en de kwaliteit van het onderwijsinstituut, maar slechts streefcijfers als aantallen afgestudeerden. Benoemingen in het topmanagement zijn politiek Рdat verklaart de aanwezigheid van veel oud-politici op topposities in plaats van meer deskundige mensen als hoogleraren of docenten. Ze vergroten hun carri̬rekansen niet door prestaties neer te zetten, maar door invloedrijke vriendjes de bal toe te spelen Рeen gebruikelijk fenomeen in de Nederlandse top. Dat kan door allerlei zinloze veranderingen Рvandaar die voortdurende naamsveranderingen en fusies, want daar kunnen weer externe consultants, vriendjes, voor ingehuurd worden. Er bestaan geen machtige belangenverenigingen van alumni die vorokomen dat het instituut hun diploma te grabbel gooit.

De oplossing: centrale tentamens
Nederland kent nu eenmaal nauwelijks privé-universiteiten. Er zal dus een andere oplossing moeten worden gevonden die rekening houdt met de de-facto overheidsstatus van Nederlandse universiteiten en hogescholen. De eenvoudigste oplossing is om dingen als werkstukken, tentamens en dergelijke geanonimiseerd door docenten van een andere opleiding (of een apart overheidsbureau) na te laten kijken. In feite kennen we al zo’n club: de Open Universiteit. Men kan de OU uitbreiden zodat deze alle examineringen van alle opleidingen in Nederland voor zijn rekening neemt.

Veel docenten willen zich liever toeleggen op college geven of onderzoek en vinden tentamens opstellen en nakijken ook vervelend. Andere mensen die niet les kunnen geven, zijn juist heel goed in dit soort nauwkeurig werk. Ook legt dit wat minder druk op de overbelaste onderwijsmanagers, die zichzelf voor hun ongetwijfeld zeer harde en nuttige werk extreem hoge salarissen toebedelen. Dan kunnen dat er ook wat minder worden, waardoor de belachelijk hoge salarissen die topmanagers verdienen omlaag kunnen.

De multiculturele samenleving komt neer op naast elkaar heen leven.

Multiculturaliteit: ruimdenkendheid of oppervlakkigheid?

Ze kunnen het wel als ze maar willen. Af en toe is zelfs de onder intellectuelen beruchte TV-zender SBS6 filosofisch baanbrekend bezig. Het TV-programma Groeten uit de Rimboe, alhoewel voor een groot deel doorgestoken kaart, toont de vaak vermakelijke belevenissen van Nederlanders die worden geconfronteerd met leefgewoontes die radicaal afwijken van wat ze gewend zijn. Uit de klei getrokken Hollanders, gewoonlijk niet verder van huis dan de vakantiekampen aan de Turkse rivièra, worden gedwongen na te denken over dingen die ze in Nederland vanzelfsprekend lijken. Wat zouden de gevolgen zijn als niet alleen enkele families, maar alle Nederlanders een dergelijk avontuur zouden meemaken? Of… maken we dat al mee?

Comfort zone
Mensen kennen een comfort zone, een verzameling gedragingen die bij een leefwereld hoort waar ze liever niet tijd buiten doorbrengen. Buiten de comfort zone voelen mensen zich onveilig. De zone hangt nauw samen met persoonlijkheid, intelligentie en opleiding en verschilt per persoon in grootte en vorm, met zware autisten aan de ene kant en flamboyante exhibitionisten aan de andere kant. Uiteindelijk komt er voor iedereen een punt waarop de bestaande normen en waarden zo onder druk komen te staan dat sprake is van een cultuurschok.

Cultuurschok
Volgens Paul Pedersen (1995)  zijn er vier stadia in de cultuurschok (1). In het eerste ‘honeymoon phase‘ stadium (die ongeveer drie maanden duurt) lijkt de vreemde cultuur sprookjesachtig, opwindend en dus aantrekkelijk. Vandaar de populariteit van korte vakanties.

De multiculturele samenleving komt neer op naast elkaar heen leven.
De multiculturele samenleving komt neer op naast elkaar heen leven.

De tweede fase is de negotiation phase waarin de realiteit van de andere cultuur doordringt, vaak gekenmerkt door gevoelens van angst en eenzaamheid. Een cultuur kent een code van ongeschreven regels, denk aan gebaren en andere lichaamstaal, statusindicatoren en wereldbeschouwing. In de derde fase, adjustment phase, probeert de cultuurmigrant zich aan te passen, waar in de vierde fase, mastery phase, de culturele migrant een evenwicht heeft gevonden tussen zijn oorspronkelijke cultuur en die van de gastcultuur. Bij terugkeer in de cultuur van herkomst treedt er soms een nieuwe cultuurschok op, de vijfde fase.

De gevolgen van een cultuurschok zijn een afwisseling van euforische en depressieve momenten. Sommige mensen gaan er aan onderdoor, onder Oost-Indië gangers bekend als tropenkolder, anderen bereiken een nieuw bewustzijnsniveau waarin de andere leefwereld wordt geïntegreerd in de bestaande leefwereld, m.a.w. een grotere comfort zone. Liefhebbers van de multiculturele doctrine denken daarom dat het blootstellen van de Nederlanders aan een permanente cultuurschok zal leiden tot een wereld vol ruimdenkende, cultuurrelativerende D’66 stemmende lieden met een enorm grote comfort zone. Maar klopt deze theorie wel?

Leidt de multiculturele samenleving tot een grotere comfort zone?
De comfort zone is nauw verbonden met iemands identiteit: de evenwichtstoestand waarin een persoon zich bevindt. De grootte van de comfort zone hangt, blijkt uit onderzoek onder Vietnamese immigranten in Australië, (2) , nauw samen met de mate van openheid (doorgaans: intelligentie) en flexibiliteit. Dit kan overigens ook te maken hebben met de voor extraverten veel geschikter open Australische samenleving. In het Big Five persoonlijkheidsmodel staan de laatste twee eigenschappen bekend als openheid en extraversie. Iemands persoonlijkheid verandert niet snel. Met andere woorden: een introvert, gesloten persoon zal niet snel een grote comfort zone ontwikkelen. Overigens is de grote comfort zone van een extravert persoon schijn. Hij is weliswaar groot in bereik, maar niet erg diep. De reden dat extraverten snel in paniek raken als er meer diepgang is vereist. Wat oprekken van de comfortzone lijkt, is meestal een grotere oppervlakkigheid.

Het is dus de vraag of de multiculturele samenleving inderdaad leidt tot een groter denkraam bij de meeste mensen. Als die theorie zou kloppen, zouden zogeheten progressieve partijen het veel beter in de peilingen en verkiezingen moeten doen dan dertig jaar geleden, toen er nog nauwelijks niet-westerse immigranten in Nederland woonden. Ook zouden de wereldgerechten niet aan te slepen moeten zijn. In werkelijkheid wordt tegenwoordig de eigen cultuur tot blonde boerenmeiden aan toe verheerlijkt in commercials en is het grote electorale nieuws juist de opkomst van anti-multiculturele partijen als die van Fortuyn en Wilders. Veel van de politici en stemmers op dergelijke partijen (Wilders zelf bijvoorbeeld) hebben in een andere cultuur gewoond of hebben de cultuur in hun woonomgeving zien veranderen. Anderen zien de samenleving als geheel veranderen op een manier die ze niet aanstaat. Het antwoord lijkt dus te zijn: een bepaald menstype voelt zich lekker in een multiculturele samenleving. Het is niet zo dat een multiculturele samenleving de multiculturele mens creëert.

Hoe het dan wel moet? Mogelijk wijst India de weg. Juist de introverten bieden in India namelijk een bindend element…

Bronnen
1. Pedersen, C. (1995), The five stages of culture shock: critical incidents around the world
2. Mak, A. en Tran, C. (2001), Big five personality and cultural relocation factors in Vietnamese Australian students’ intercultural social self-efficacy