Zoekresultaten voor: evolutie

Slijmzwammen bestaan uit samenwerkende eencelligen. Het eerste meercellige leven begon denkt men ook op deze manier.

‘Kankergezwel is oeroud dier’

Volgens een aantal onderzoekers is kanker een overblijfsel uit de tijd dat er nog maar net meercellige dieren bestonden. Een eencellig dier zal zich zo vaak het kan delen. Kan kanker genezen worden door dit oeroude precambrische mechanisme uit te schakelen?

Eencelligheid was de norm
Het leven bestaat op aarde al bijna vier miljard jaar, maar het grootste deel van die tijd, gedurende meer dan twee miljard jaar, was het ingewikkeldste organisme op aarde de stromatoliet, een bacteriekolonie die een soort levende rotsen vormt en nu nog in bepaalde extreme milieus voorkomt.

Slijmzwammen bestaan uit samenwerkende eencelligen. Het eerste meercellige leven begon denkt men ook op deze manier.
Slijmzwammen bestaan uit samenwerkende eencelligen. Het eerste meercellige leven begon denkt men ook op deze manier.

Pas toen de zuurstofgehaltes voldoende hoog waren, veronderstellen wetenschappers, ontstond er een energiebron die krachtig genoeg was om ingewikkelder, meercellige organismen in leven te houden. Dit tijdstip lag iets voor het begin van het Cambrium, het tijdperk waarin (m.u.v. de raadselachtige Ediacara-fossielen) de vroegste fossielen van meercelligen zijn aangetroffen. Kortom: in de lange evolutionaire geschiedenis van het leven hebben onze voorouders verreweg het grootste deel van de tijd als eencellige doorgebracht.

Grote Samensmelting
Na de Grote Samensmelting – een gebeurtenis waarbij verschillende bacteriën de eerste cellen met celkern en gespecialiseerde orgaantjes zoals mitochondrieën vormden – werd pas de stap tot meercellige mogelijk. Meercelligheid betekent dat het organisme veel meer DNA moet bevatten. Nu pas kon dat omdat één van de samenwerkende bacteriën – die zich tot celkern zou ontwikkelen – kon leven van de energie die andere bacteriën produceerden.

Altruïsme essentieel voor meercelligheid
Meercelligheid maakte veel ingewikkelder en veelzijdiger organismen mogelijk. Dit kon alleen omdat individuele cellen hun neiging tot zelfbehoud verloren en zich in dienst stelden van het lichaam als geheel.  Een belangrijk onderdeel hiervan is dat ze alleen delen op tijdstippen dat dat voor het organisme als geheel het beste uitkomt. Sommige cellen plegen tijdens de embryonale ontwikkeling zelfs zelfmoord (apoptose).

Dier temt cel
De evolutie van één- naar meercellige ging vermoedelijk in tussenstappen. Misschien dat de eerste meercelligen, net als slijmzwammen nu, alleen in ongunstige situaties één organisme vormden. Daarna vormden zich gespecialiseerde weefsels (ook deze komen al in slijmzwammen voor, die in feite “overdoen”  wat onze verre voorouders eerder deden). De coördinatie tussen de cellen moet daarna in de loop van miljoenen jaren steeds permanenter en beter zijn geworden.

De duivelse doortraptheid van kankergezwellen
De vernuftige listen waarvan vele soorten kankers zich bedienen om zich uit te breiden, zijn veel te ingewikkeld om door toeval tot stand te zijn gekomen. Kankercellen vertonen namelijk een opmerkelijk gestructureerd gedrag. Ze verspreiden zich niet zoals bacteriën lukraak, maar vormen kolonies, tumoren, die een vorm van organisatie kennen. Ze vormen uitlopers, bloedvaten en andere organen met als doel zichzelf in leven te houden. Sommige cellen laten juist los en zaaien zich uit in de rest van het lichaam: metastase. Ze zijn vaak in staat om zich te verdedigen tegen gifstoffen.

Schrijver dezes vermoedde daarom dat wellicht zeer grote, ingewikkelde virussen zoals het kankerverwekkende Epstein-Barr virus en menselijk wrattenvirus op de een of andere manier een cel kapen en dit door middel van hun ingewikkelde DNA aan kunnen sturen als een biologische robot.

‘Kankergezwel is oeroud dier’
Astrobioloog Charles Lineweaver en Paul Davies, van oorsprong theoretisch natuurkundige, hebben een eleganter mechanisme bedacht. Diep in ons DNA liggen nog steeds de oeroude genen begraven die honderden miljoenen jaren geleden onze voorouder stuurden. Ze denken nu dat af en toe, in gang gezet door een onbekende prikkel, dit oeroude dierlijke systeem opnieuw aanschakelt waardoor de cel zich ongecontroleerd gaat delen. Een kankergezwel is volgens hen daarom te vergelijken met primitieve dieren als waterpoliepen die ook uit een klein stukje weer helemaal uit kunnen groeien.

Klopt dit? Zo ja, hoe gebruiken we deze kennis?
Collega-onderzoekers vinden de theorie weliswaar elegant, maar zijn nog niet overtuigd. Zo hebben eenvoudige dieren als platwormen geen bloedvaten, kankergezwellen wel. Andere onderzoekers zijn voorzichtig enthousiast.
We kunnen ook niet ongestraft deze genen uitschakelen, omdat we in wezen nog steeds het bouwplan hebben van een lopende en pratende worm. Deze genen liggen aan de basis van de menselijke groei en ontwikkeling. Wel kan dit nieuwe paradigma wel eens het langgezochte wondermiddel om kanker uit te schakelen, de uit-knop voor tumorgroei, opleveren.

Met dit nieuwe paradigma, stellen Davies en Lineweaver, kunnen we biologische kennis gebruiken om kankerverwekkende genen te identificeren en hun onderlinge relatie uit te zoeken. Er bestaat namelijk een vrij nauwkeurig overzicht van de manieren waarop de metazoa (meercellige dieren) met groepen protozoa (eencellige dieren) en andere organismen verwant zijn.   

Er zijn uit de medische literatuur van vrijwel elke kankersoort, zelfs de dodelijkste, gevallen van spontane remissie bekend. Hebben patiënten of artsen, of de Voorzienigheid, in die gevallen door stom toeval de kill-switch van kanker omgezet?

Bron:
New Scientist
IOP Science

Een vuurstenen bijl uit de Nieuwe Steentijd. Vuursteen was een gewilde substantie voor de vroege mens.

‘Hand geëvolueerd door gereedschapgebruik’

Volgens onderzoek van de universiteit van Kent zijn onze handen geëvolueerd in de veelzijdige grijpinstrumenten die het nu zijn doordat de mens gereedschap is gaan gebruiken.

Nieuw onderzoek van antropologen van de universiteit van Kent heeft een oud vermoeden van Darwin bevestigd: onze handen zijn geëvolueerd tot de huidige veelzijdige vorm als gevolg van het gebruiken van gereedschap. Onderzoek van de anatomie van de hand wees al uit dat de anatomie van onze hand aanmerkelijk verschilt van die van mensapen zoals orang-oetans, gorilla’s en chimpansees.

Een vuurstenen bijl uit de Nieuwe Steentijd. Vuursteen was een gewilde substantie voor de vroege mens.
Een vuurstenen bijl uit de Nieuwe Steentijd. Vuursteen was een gewilde substantie voor de vroege mens.

Cultuur veroorzaakte biologische evoutie in de mens
Uit het onderzoek van Dr Stephen Lycett and Alastair Key, beide van de universiteit van Kent, blijkt dat er duidelijke verschillen zijn in de effectiviteit van de oudste steenbewerking van 2,6 miljoen jaar geleden en die van modernere mensen. Uit een serie van experimenten blijkt dat mensen met kleine handen zoals die van de mensachtige Lucy van 2,6 miljoen jaar geleden veel minder effectieve stenen gereedschappen kon produceren dan onze moderne handen – of de handen van mensachtigen die de tussenschakels tussen deze verre voorouders en ons vormden.

Dit heeft rechtstreeks te maken met de anatomie van de hand, ontdekten de onderzoekers. In hun experimenten maten ze de kracht in de hand en de grootte van de handen van  zestig proefpersonen en lieten hen vervolgens een stuk kabel van een centimeter doorsnede in tweeën snijden – dertig gebruikten een stalen mesje zonder handvat, de overige dertig een vuurstenen splinter. De onderzoekers vonden een significant statistisch verband tussen handgrootte en greepsterkte  enerzijds en snelheid waarmee de deelnemers konden snijden anderzijds.

Dit is het eerste aangetroffen verband tussen de ontwikkeling van techniek en de evolutie van de mens, waarbij de techniek de evolutie van de mens stuurde. Mogelijk verklaart dit ook waarom de eerste mensen zich weinig verspreidden. Vuursteen komt slechts op enkele plaatsen voor. Dit bevestigt bestaande bilogische ideeën over de rol die techniek speelde in de vorming van de mens.

Huidige culturele druk op de menselijk genetisch materiaal
Analyse van het menselijk DNA-materiaal heeft uitgewezen dat het menselijk DNA de laatste tienduizend jaar sterk veranderd is. Dit is, vermoeden onderzoekers, het gevolg van de introductie van landbouw en het houden van vee, waardoor de mens melk is gaan drinken. Om die reden komt lactose-intolerantie nauwelijks meer voor in Europa en andere gebieden waar mensen veel melk drinken. Onze maatschappij ziet er nu heel anders uit dan bijvoorbeeld honderd jaar geleden. Het is duidelijk dat genetische eigenschappen die honderd jaar geleden heel nuttig waren, bijvoorbeeld resistentie tegen hongersnood en lintwormen, nu juist niet zo nuttig zijn. Wat voor type mens zou evolueren uit de nieuwe generatie mensen? Of zullen we in de toekomst designerbabies kweken?

Bronnen
ScienceDaily

Journal of Archaeological Science

Het Nieuwe Jeruzalem zoals beschreven in de Tenach en het Nieuwe Testament doet griezelig modern aan.

Extropisme – op weg naar het paradijs

Wat er ook gebeurt: de entropie, de wanorde, neemt toe al naar gelang de tijd verstrijkt. Dat is echter niet het hele verhaal. Wat ook toeneemt is extropie, stelt het extropisme. Door evolutie worden levende systemen steeds beter in wat ze doen. Zijn we onafwendbaar op weg naar Het Paradijs op aarde en in de kosmos?

Entropie
Het was genoeg om een gevoel van naderende ondergang over Duitsland en de rest van Europa te verspreiden: de ontdekking eind negentiende eeuw dat entropie altijd toeneemt. Entropie betekent: in elk gesloten systeem neemt de chaos toe, tot alles is veranderd in een enorme amorfe massa met overal dezelfde temperatuur. De chaos, de Oud-Griekse naam voor een dergelijke toestand ligt dus niet aan het begin, zoals de Grieken en andere oude volgen geloofden maar aan het einde der tijden. Met andere woorden: het heelal zal op het einde een warmtedood sterven. Nu denken we dat het heelal oneindig uit zal blijven zetten en daardoor nooit in een hittedood-stadium terecht zal komen, maar voor weinig vrolijke naturen als de warmteleer-grootheid Ludwig Boltzmann zal dit zeker als motivatie hebben meegespeeld toen hij op 62-jarige leeftijd zich het leven benam.

Wat is extropie?
Toch merken we al naar gelang de tijd verstrijkt  per saldo niet een achteruitgang maar juist een vooruitgang. Honderd miljoen jaar na de Big Bang waren er alleen protosterren. Bij haar ontstaan was de aarde een roodgloeiende bol lava, omringd door gassen (we weten dat sommige exoplaneten zoals Corot-7B, waarop het waarschijnlijk steentjes regent, er nog steeds zo uitzien).

Ondanks de toename van entropie is de aarde nu een stuk prettiger dan vier miljard jaar geleden. Dat is geen toeval, zeggen extropisten.
Ondanks de toename van entropie is de aarde nu een stuk prettiger dan vier miljard jaar geleden. Dat is geen toeval, zeggen extropisten.

Toen de aarde voldoende was afgekoeld, vormde zich leven. De eerste miljarden jaren eencellig, de laatste vijfhonderd miljoen jaar ging het snel tot we nu het voorlopige hoogtepunt hebben bereikt. Er hebben nooit slimmere of biologisch efficiëntere wezens op de aarde rondgelopen, gevlogen en gezwommen dan nu. Er moet dus een principe aan het werk zijn (evolutie) dat leidt tot een steeds grotere ordening en een steeds grotere informatieinhoud. Tom Bell verzon voor de steeds toenemende kwaliteit (het product van evolutie dus) het woord ‘extropie’, de mate van zinnige informatie. Max More werkte in 1988 en later het principe verder uit. De laatste versie is hier te vinden.

Door evolutie aangescherpte informatie op informatiedragers leiden tot meer kwaliteit. In levende wezens is dat de genetische informatie in RNA en DNA, in de mens en enkele andere soorten aangevuld met in hersenen vastgelegde culturele evolutie (sommige vogels wisselen melodieën uit en enkele mensapen leren van elkaar hoe je gereedschappen gebruikt). Uniek (voorzover we weten) aan de mens is onder meer dat de mens (als enig levend organisme op aarde) informatie op kan slaan in ‘dode’ materie, zoals geschreven tekst. Daardoor kan je nu de gedachten van al lang overleden genieën als Jezus, Mozart en Einstein nog steeds horen. Hiermee ontstond een nieuw extropisch domein. De culturele geschiedenis van de mens is een steeds sneller toenemen van de extropie. Culturele evolutie, vooral na de ontwikkeling van de wetenschappelijke methode, is ongehoord effectief. In een luttele vijfhonderd jaar hebben we de prestaties van vier miljard jaar evolutie geëvenaard.

Extropistische ethiek
Extropisten zijn onuitroeibare optimisten. Extropisten geloven dat de toekomst beter zal zijn dan het heden omdat er meer extropie is dan nu en menselijke beperkingen zullen verdwijnen. Hoe meer extropie, hoe beter de toekomst er uit zal zien. Daarom vinden extropisten dat de mens haar evolutie in eigen hand moet nemen en slecht werkende biologische systemen in het menselijk lichaam moet vervangen door betere ontworpen systemen. Ziekten zijn geen straf van God, maar ontwerpfouten, ontstaan in de tijd dat evolutie nog geen bewust proces was. Het uiteindelijke doel is lichamelijke onsterfelijkheid. Techniek moet zoveel overvloed creëren dat bezit geen rol meer speelt omdat iedereen heeft wat zijn of haar hart begeert.

Een gevolg hiervan is dat de natuurlijke leefomgeving van de mens moet worden uitgebreid. Op dit moment is alleen de aarde een groene, leefbare wereld. Extropisten vinden dat we het hele zonnestelsel, uiteindelijk zelfs het hele multiversum geschikt moeten maken voor bewoning door intelligente wezens. Omdat het menselijk lichaam vol gebreken is, betekent dat uiteindelijk dat de menselijke geest moet worden geüpload naar een duurzaam kunstmatig lichaam.

Christelijk extropisme en transhumanisme
Er bestaat een opmerkelijke overeenkomst van het extropisch ideaal met Jezus’ en Johannes’ visioenen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop de wedergeboren christenen in het Koninkrijk der Hemelen een nieuw lichaam zouden krijgen.

Het Nieuwe Jeruzalem zoals beschreven in de Tenach en het Nieuwe Testament doet griezelig modern aan.
Het Nieuwe Jeruzalem zoals beschreven in de Tenach en het Nieuwe Testament, een kubus van meer dan duizend kilometer groot, doet griezelig modern aan.

Voor christelijk-extropisten is dit geen toeval, is het zeker geen toeval dat extropistische idealen zich in een christelijke beschaving ontwikkelen. Het is volgens christelijk-extropisten al die tijd Jezus’ bedoeling geweest dat christenen er naar streven om de extropistische visie werkelijkheid te laten worden en een nieuw Jeruzalem, een nieuwe hemel en aarde te creëren waarin onsterfelijke mensen zullen leven in een wereld van overvloed en universele liefde.

Het extropisch ideaal is alleen te bereiken door een haast religieuze zuiverheid van geest. Technieken ontwerpen is in laatste instantie een creatief proces. Alle technieken die worden ontworpen moeten zelfloos en zuiver zijn, dat wil zeggen democratisch en niet-vervuilend en niet geperverteerd kunnen werken. Ook de nadruk die het christendom legt op persoonlijke groei en het ontwikkelen van talenten komt sterk overeen met de extropistische idealen.  Zou dit het christendom in één klap nieuw leven inblazen en klaar maken voor de verre toekomst, voor zover het dat al niet is?

Metaal is makkelijk te recyclen: sterke magneten en wisselende elektrische stromen vissen zo blikjes en ander metaal uit het afval.

Betaal voor vuilnis

Een groot deel van de afvalproblemen wordt veroorzaakt omdat afval een negatieve waarde heeft. Eigenlijk is dat onzin. Afval bevat meer waardevolle grondstoffen dan menig metaalerts.

Afvalprobleem
Voor de negentiende eeuw bestond er geen afvalprobleem. De meeste materialen waren bio-afbreekbaar of hadden geen milieuvervuilende effecten. Er was maar één kunstmatige stof: de diverse metalen die werden gekoesterd, want metaal produceren was lastig en duur. Ook breken metalen in de loop van duizenden jaren af in metaaloxiden, die in diverse mineralen van nature voorkomen.De scheikundige revolutie in de negentiende eeuw en twintigste eeuw heeft dat definitief veranderd. Voortaan konden moleculen, zoals de polymeren in plastics, worden ontwikkeld die niet van nature voorkomen. De gevolgen op onze omgeving zijn desastreus. Er bestaan geen bacteriën of andere organismen die in staat zijn deze moleculen af te breken.

Eigenlijk zijn grondstoffen veel te goedkoop. Het is goedkoper om een derde-wereldland grondig te verwoesten om de bodemschatten te plunderen, dan om afval slim te hergebruiken. Als gevolg  hiervan wordt afval als een kostenpost gezien (en ontstaan vele vuilstortplaatsen) terwijl afval in feite een waardevolle bron is van grondstoffen.

Betaal consumenten en bedrijven voor gescheiden afval
In feite hebben consumenten de atomen in producten alleen in bruikleen. Zodra de structuur waar de atomen in zetten haar functie verliest, verandert het product in afval. Op dit moment is afval iets met een negatieve waarde: het kost geld om er vanaf te komen. Het resultaat is dat afvalzakken op plekken zonder toezicht zoals bossen en dergelijke worden gedumpt. In feite zouden consumenten financieel moeten worden beloond voor het scheiden van afval.Zelfs de ergste sociopaat zal in dat geval – uit eigenbelang – afval recyclen.

Metaal is makkelijk te recyclen: sterke magneten en wisselende elektrische stromen vissen zo blikjes en ander metaal uit het afval.
Metaal is makkelijk te recyclen: sterke magneten en wisselende elektrische stromen vissen zo blikjes en ander metaal uit het afval.

Groenafval bijvoorbeeld is zeker wel meerdere centen per kilogram waard omdat het in waardevolle meststoffen en biogas kan worden omgezet. Het is dus slim om consumenten voor hun groene afval te betalen.

Hetzelfde geldt voor metaalafval. De productie van aluminium kost zeer veel energie, per kilogram wel dertien kilowattuur. Andere metalen (koper, maar ook ijzer steeds meer) worden als erts schaarser. Moeder Natuur heeft ons geholpen door metalen op bepaalde plaatsen sterk te concentreren: metaalerts. In principe zijn er grote voorraden van metalen maar deze zijn sterk verdund. Dit kost veel meer energie om te winnen: de mineralogische barrière. Het kost minder energie om metalen te winnen uit afval, dan om ze te winnen uit verarmd erts.

Sommige plasticsoorten (thermoplasten) zijn uitstekend om te smelten en zo, eventueel na een chemische behandeling om ze te opwaarderen, te hergebruiken. Thermoharders kunnen worden verbrand. Probleemplasticsoorten als het chloorhoudende PVC moeten worden verboden, zo ook moet de productie en invoer van PVC-houdende producten net zo illegaal zijn als asbest.

Producten moeten verplicht zo worden ontworpen dat ze gemakkelijk te recyclen zijn. Dat houdt in: makkelijk te scheiden in onderdelen (bijvoorbeeld metaal, glas en plastics) die elk een ander deel van de hergebruikscyclus in kunnen. Materialen voor eenmalig gebruik moeten verplicht biologisch afbreekbaar worden. Plastic boodschappentasjes vormen een enorm milieuprobleem.

Ruimteschip aarde
De aarde is eindig. Op dit moment belasten we de aarde en de aardse ecosystemen veel meer dan de aarde aankan. Als in Europees verband cradle-to-cradle verplicht wordt opgelegd, zal de industrie overal ter wereld gedwongen worden cradle-to-cradle te produceren. Met een consumentenmarkt die ruim een derde van de wereld vertegenwoordigt moeten we onze invloed niet onderschatten. Onze kleinkinderen zullen ons er dankbaar voor zijn.

Zie ook: Cradle-to-cradle of consuminderen?

Sinds 1950 is de wereldbevolking meer dan verdubbeld. Mede dankzij grote hoeveelheden fosfaat braken er geen grote hongersnoden uit.

Fosfaat wordt steeds schaarser

Zorgen over peak oil? Peak phosphorus is pas echt vervelend. Dankzij de Groene Revolutie zijn hongersnoden uitgebleven terwijl sinds 1950 de wereldbevolking meer dan verdubbeld is. De Groene Revolutie drijft naast op fossiele brandstoffen, voornamelijk op kunstmest, stikstofverbindingen, kaliumzouten en fosfaten. Helaas worden fosfaten steeds schaarser. Op andere plaatsen veroorzaken fosfaten enorme algenbloei. Tijd dus voor visionaire oplossingen voor we onszelf echt in de nesten werken.

Sinds 1950 is de wereldbevolking meer dan verdubbeld. Mede dankzij grote hoeveelheden fosfaat braken er geen grote hongersnoden uit.
Sinds 1950 is de wereldbevolking meer dan verdubbeld van drie naar zeven miljard mensen. Mede dankzij grote hoeveelheden fosfaat braken er geen grote hongersnoden uit.

Fosfor, essentieel voor landbouw
Planten hebben, naast kooldioxide en water die de chemische elementen koolstof, waterstof en zuurstof leveren, drie andere chemische elementen in grote hoeveelheden nodig: stikstof, kalium en fosfor. Andere elementen, zoals calcium, magnesium, zwavel en dergelijke zijn in veel kleinere hoeveelheden nodig.

Vandaar dat er in de landbouw grote hoeveelheden kunstmest met deze drie elementen wordt gebruikt. Stikstof is niet een erg groot probleem. Onze lucht bestaat voor bijna tachtig procent uit stikstof en vlinderbloemigen (waartoe peulvruchten behoren) kunnen enorme hoeveelheden stikstof vastleggen. Kalium komt ook behoorlijk veel voor. De Franse kalimijnen, overigens beruchte vervuilers van de Rijn, beschikken bijvoorbeeld nog over uitgebreide ertslagen.

Fosfaten, daarentegen, zijn schaars. Er zijn maar enkele plaatsen ter wereld waar ze in hoge concentraties worden aangetroffen: de Verenigde Staten, China en Marokko. Landen als Tunesië en Jordanië bevatten kleinere voorraden.

Uitputting van fosfaatvoorraden
De wereldbevolking stijgt en wil steeds beter te eten krijgen (lees: meer vlees eten). Dat kan alleen als er meer voedsel en veevoer wordt verbouwd. Dit betekent: meer kunstmest, dus ook een hoger fosfaatgebruik. Vele ooit rijke fosfaatbronnen zijn al uitgeput. Het eiland Nauru, bijvoorbeeld, bestond voor een groot deel uit fosfaten, de overblijfselen van de uitwerpsels van vele generaties zeevogels, maar een eeuw van verwoestende mijnbouw heeft het eiland tot een kale rots leeggestript. Wetenschappers denken dat over dertig jaar ‘peak phosphorus’ aanbreekt (1). Ook de fosfaatmijnen in Marokko en overige vindplaatsen beginnen tekenen van uitputting te vertonen, wat zich uit in een veel hogere prijs voor fosfaat.

Mogelijke oplossingen
De hoofdoorzaak is de veel te hoge bevolkingsgroei. Meer mensen betekent meer voedsel, dus ook een hoger fosfaatgebruik. In Europa en Rusland is deze al tot stilstand gekomen, in de rest van de wereld, vooral de islamitische landen en Afrika, groeit de bevolking nog steeds snel.
Een tweede belangrijke oorzaak is dat kringlopen niet gesloten zijn. Fosfaten spoelen uit en komen uiteindelijk in oppervlaktewater of grondwater terecht. Organismen in deze ecosystemen nemen enorm in aantal toe – fosfaat is in de vrije natuur schaars, wat weer tot problemen als algenbloei leidt. De fosfaten die wel in oogstbare planten terecht komen, verdwijnen uiteindelijk in het riool.  Er moet daarom zuiniger en slimmer met fosfaten omgesprongen worden, te denken valt aan minder bemesting en meer glastuinbouw. Rioolslib moet veel meer dan nu gerecycled worden. De megastallen waar sociaal bewogen Nederland nu tegen te hoop loopt, zijn daarom minder slecht voor het milieu dan het lijkt. Het is makkelijker om in een grote varkensflat aan mestrecycling te doen dan in een weide met loslopend vee.

Bronnen:

1. White, Steward en Cordell, Dana (2006): Peak phosphorus, the sequel to peak oil

Watson kan nu al de meeste mensen kloppen bij het vragen beantwoorden in een kennisquiz.

`Evoluerende robots gaan mens overtreffen`

De volgende stap in de evolutie van machines is gezet met het oprichten van een communicatienetwerk dat door robots onderling wordt gebruikt om ervaringen uit te wisselen en zo bij te leren. Computers krijgen hierdoor mogelijkheden die mensen van te voren niet kunnen voorzien. Wat kunnen de mogelijke gevolgen zijn?

Biologische evolutie krijgt concurrentie van technische evolutie
Miljarden jaren was onze planeet het domein van de biologische evolutie. Door het langzame proces van Darwiniaanse evolutie ontwikkelde het leven zich uit een eencellige voorouder tot de enorme variëteit aan levensvormen die we vandag de dag kennen. Het sleutelwoord bij deze ontwikkeling is “langzaam”. Het kost doorgaans duizenden tot miljoenen jaren voor een nieuwe soort zich heeft ontwikkeld uit een oudersoort. In extreme omstandigheden, zols na een allesvernietigende natuurramp kunen dieren en planten zich weliswaar snel ontwikkelen tot nieuwe soorten, maar zelfs in dit geval gaan hier duizenden jaren of langer overheen.

Technische evolutie: razendsnelle ontwikkeling
Met de komst van een levensvorm die abstract kan denken, de mens, is een tweede evolutionair domein ontstaan, de noösfeer en kon zich techniek ontwikkelen. Dat is ook gebeurd; de evolutie van techniek gaat nu werkelijk razendsnel. Onze wereld is zelfs voor iemand die honderd jaar geleden leefde onherkenbaar geworden. De reden is dat technische evolutie mogelijkheden kent die biologische evolutie voor zover we weten niet bezit. Er bestaan geen dieren die alleen door naar een ander dier te kijken, de genetische code voor bijvoorbeeld snelle poten, sabeltanden of een efficiënter verteringsproces kunnen overnemen. We kunnen niet ons lichaam herontwerpen (al doen plastisch chirurgen hun best). De menselijke techniek kan dit wel. De eerste auto leek op een koets met een motor er in in plaats van er voor. Ideeën uit andere vakgebieden worden nu snel verwerkt in technologieën waarin ze van pas komen. Echter: al deze technische evolutie kent nog een beperking. Bij elke wijziging in techniek moet er een mens tussen staan die ze bedenkt en uitvoert.

Watson kan nu al de meeste mensen kloppen bij het vragen beantwoorden in een kennisquiz.
Watson kan nu al de meeste mensen kloppen bij het vragen beantwoorden in een kennisquiz.

Internet voor zelfevoluerende machines
Met de komst van RoboEarth, een internet alleen voor robots verandert dit fundamenteel. Via RoboEarth kunnen robots onderling ervaringen uitwisselen en (de reden voor de naam van het project) een eigen wereldkaart ontwikkelen: Google Earth, maar dan voor robots. Lopen ze ergens mee vast, dan kunnen ze een andere robot om hulp vragen. Machines kunnen nu van elkaar leren en zichzelf herprogrammeren. Hierme is hun evolutie los komen te staan van de mens. De gevolgen hiervan kunnen niet overschat worden. Dit betekent de eerste stap naar een van de mens losstaande machine-ecologie. Vanaf nu zullen machines op hun eigen manier evolueren.

Computer slimmer dan een mens al een feit?
De huidige generatie robots is vrij dom, te vergelijken met een insekt of een niet al te slimme vis. Dit is snel aan het veranderen. Kunstmatige intelligentie op zich (niet ingebed in een robot) klopt de mens op steeds meer terreinen. Rekenwonders moesten er als eerste aan geloven. De schaakwereld wordt ook al langer geteisterd door onoverwinnelijke schaakcomputers.

Nieuw is dat ook in complexere intellectuele domeinen, waar computers tot voor kort weinig mee konden, nu computers mensen verslaan. Zo slaagt de IBM-computer Watson er steeds vaker in om in de kennisquiz Jeopardy van topkandidaten te winnen. Watson is enorm groot – negentig samenwerkende IBM Power 750 servers met samen vijftien terabyte werkgeheugen (dat is vijftien grote harde schijven) en bijna tienduizend snelle processors. Opmerkelijk detail: vijftien terabyte is volgens sommige schattingen de totale hoeveelheid informatie die het menselijk brein kan bevatten.

Als we Watson als grensgeval voor mensgelijke kunstmatige intelligentie beschouwen, waar niet iedereen het mee eens is, dan zal de komst van kwantumcomputers of een voortdurende voortzetting van de Wet van Moore (alsmede, uiteraard, slimmere AI-algoritmen) betekenen dat een computer waarvan het denkvermogen dat van een mens evenaart of overstijgt, over hooguit enkele tientallen jaren in een humanoïde robot ingebouwd kan worden (Watson kan nu al in een robot ter grootte van een blauwe vinvis ingebouwd worden). Er zijn nu al technieken in ontwikkeling om computers duizend keer efficiënter te maken, waarmee dit punt in één klap bereikt zou zijn. We krijgen dan een ras van intelligente wezens die heel snel van elkaar kunnen leren en zichzelf kunnen herontwerpen. Willen we deze richting op? We kunnen er maar beter goed over nadenken voor het te laat is…

Gefrituurde zijdewormlarven. Insekten hebben veel minder voer nodig dan varkens en koeien. Even wennen...

De laatste druppel

De grondwatervoorraden in verschillende droge gebieden zijn bijna helemaal leeg. We kunnen dus maar beter snel gaan nadenken over een manier om die half miljard mensen te eten te kunnen geven…

Grondwater in droge landen wordt schaars
Peak oil, de toenemende schaarste aan aardolie omdat er meer olie wordt verbruikt dan ontdekt, kennen veel mensen al. Minder bekend is dat ook grondwatervoorraden in droge landen sneller wordt uitgeput dan ze door neerslag aan worden gevuld. De gevolgen hiervan zijn bijzonder vervelend.

Vissersboten liggen op de voormalige bodem van het Aralmeer. De boosdoener: waterslurpende katoenteelt.
Vissersboten liggen op de voormalige bodem van het Aralmeer. De boosdoener: waterslurpende katoenteelt.

Landbouw is namelijk uiterst afhankelijk van water. Er bestaat zelfs een vrij precieze correlatie tussen de hoeveelheid water die een gewas gebruikt en de productie. Uiteraard verschilt die verhouding per gewas – zo verbruikt rijst of suikerriet veel meer water per kilogram oogstbaar product dan de droogtetolerante granen sorghum en millet, maar zonder water is landbouw in aride gebieden nauwelijks mogelijk. Om een kilo rietsuiker te produceren zijn tot vijfduizend liters water nodig. Een kilo millet “slechts” enkele honderden liters.
Aride (droge) gebieden werden geïrrigeerd en leefden jaren boven hun stand. Ze produceerden veel meer oogst dan de jaarlijkse regenval toelaat. Nu zijn in India, Saoedi-Arabië en de VS de aquifers in hoog tempo aan het leeg raken. Binnen enkele jaren (Saoedi Arabië) tot decennia (VS) staan ze droog.

Biobrandstof en voedseltekort
De toenemende productie van biobrandstof uit maïs en andere graansoorten heeft als voordeel dat de prijzen gestabiliseerd worden (en dat hierdoor boeren worden gestimuleerd om hun productie flink te verhogen-wat overigens ook de nodige risico’s heeft). Nadeel is dat de voedselproductie al veel te laag is en dat biobrandstof de prijzen nog verder opjaagt. Zo verdwijnt er van de vierhonderd miljoen ton graan die in de Verenigde Staten – de graanschuur van de wereld – geoogst worden, honderd twintig miljoen, dat is dertig procent, in de vergistingsketels om er bio-ethanol van te stoken.  De koopkracht van een Amerikaanse of Europese SUV is groter dan die van een hongerige derde-wereldbewoner zonder werk – de realiteit in veel derde-wereldlanden vanwege corrupte regimes die de bevolking verstikken met een overvloed aan regels.

Meer vlees betekent meer voedsel als veevoer
Vlees is afkomstig van dieren die leven van planten. Graan is dan ook een belangrijk ingrediënt van veevoer. Vervelend nieuws is dat er een veelvoud van de hoeveelheid graan nodig is om vlees te produceren. Om een kilo kippenvlees te produceren is twee tot vier kilo graan en peulvruchten nodig.

Gefrituurde zijdewormlarven. Insekten hebben veel minder voer nodig dan varkens en koeien. Even wennen...
Gefrituurde zijdewormlarven. Insekten hebben veel minder voer nodig dan varkens en koeien. Even wennen...

Voor een kilo varken 3,5 kilo. Rundvlees vereist acht kilo. Steeds meer mensen willen vlees eten, waardoor er een veelvoud aan graan nodig is. Visteelt lost dit probleem voor een deel op (koudbloedige vissen, vooral luchthappende Afrikaanse meervallen, springen veel efficiënter met voer om dan warmbloedige zoogdieren en vogels). Een actieve lobby probeert in Nederland het eten van insekten te pushen. De voederconversie van insecten is erg gunstig: voor één  kilo insekt is bij sommige soorten slechts 1,3 kilo voer nodig en tachtig procent van de mensen eet nu al insekten. Toegegeven: er is geen speld tussen te krijgen.

Ook interessant is van zoogdieren over te stappen op koudbloedige vegetarische dieren als woestijnschildpadden. Schildpadden leveren smakelijk vlees (de reden dat ze met uitsterven worden bedreigd), groeien vooral in de eerste jaren snel en woestijnen hebben we in overvloed. Wellicht geven sommigen dan toch maar de voorkeur aan een vegetarisch dieet. Nog beter uiteraard, al moet je opletten wat betreft essentiële aminozuren die in planten vaak ongelijkmatig voorkomen.

Rellen in Arabische wereld voor een groot deel het gevolg van voedselschaarste
Er is een vrij simpele correlatie tussen politieke onrust en voedselprijzen in landen waar mensen een groot deel van hun inkomen aan voedsel uitgeven. Hier in Nederland geven mensen misschien een vijfde van hun inkomen aan voedsel uit. In zeer arme landen als Bangladesh en Egypte is dat meer dan de helft. Elke verhoging komt hier dus zeer hard aan: het betekent domweg dat deze mensen minder kunnen eten.

In landen waarin het politiek bewustzijn sterk is – islamitische en Latijns-Amerikaanse landen bijvoorbeeld – heeft dat vervelende gevolgen voor het regime. Vandaar dat regimes als dat van Saoedi-Arabië (waar de aardolie volgens Wikileaks nu akelig snel aan het opraken is) als razenden graanvoorraden aan het aanleggen zijn. Uiteraard zal het nieuwe regime geen onderaardse zoetwaterzee of bergen voedsel uit het niets tevoorschijn kunnen toveren. Door de revolutie en chaos wordt de productie zelfs nog lager. De hongersnood zal dus verergeren.  De wereldgeschiedenis leert dat hongersnoden altijd leidden tot grote volksverhuizingen en oorlogen. Dat geldt zeker nu. Door satelliet-TV weet zelfs de armste dorpsbewoner waar er wel genoeg voedsel is. Hier. En door dezelfde TV zal het lijden in deze gebieden ook onze huiskamers binnenkomen. Dus willen we een catastrofe voorkomen, dan zullen we moeten ingrijpen. Deze waterbesparende woestijnkassen snel uitrollen bijvoorbeeld. Ideeën welkom.

Bron
‘Food bubble about to burst’ – New Scientist

Buitenaards leven zou gebaseerd kunnen zijn op silicium in plaats van koolstof, al achten wetenschappers de kans erg klein: silicium is chemisch veel weerbarstiger dan koolstof.

Wat is leven?

Zou het in theorie mogelijk zijn dat er een levensvorm bestaat, bestaande uit iets anders dan materie? Een verkenning van de mogelijkheden.

Wat is leven?
De definitie van wat leven is, wordt steeds verder opgerekt. Een aantal kenmerken duiken echter steeds weer op. Levende organismen kennen een vorm van stofwisseling (het omzetten van het ene in het andere), houden zichzelf in dezelfde toestand, kunnen groeien, kunnen zich voortplanten en kunnen zich door natuurlijke selectie aanpassen aan hun omgeving in opeenvolgende generaties: evolutie.

Hier op aarde kennen we eencelligen als archeae en bacteriën tot sequoia’s, vinvissen en alles er tussenin. Al deze levensvormen hebben gemeen dat ze uit cellen bestaan en op dezelfde biochemie van eiwit, RNA en DNA zijn gebaseerd.

Niet-organisch leven
Toch zijn dit niet alle denkbare levensvormen. Mogelijk bestaan er levensvormen die niet op de aardse biochemie maar een ander principe zijn gebaseerd.

Buitenaards leven zou gebaseerd kunnen zijn op silicium in plaats van koolstof, al achten wetenschappers de kans erg klein: silicium is chemisch veel weerbarstiger dan koolstof.
Buitenaards leven zou gebaseerd kunnen zijn op silicium in plaats van koolstof, al achten wetenschappers de kans erg klein: silicium is chemisch veel weerbarstiger dan koolstof.

 Autokatalytische verschijnselen als vuur, tinpest en kristallen, ook RNA-strengen, prionen en andere moleculen  zijn in staat zich te vermenigvuldigen. Gooi een zeer klein kristalletje natriumsulfaat (glauberzout) in een verzadigde natriumsulfaatoplossing en er vormt zich snel een enorm kristal. Sommige kristallen splitsen zichzelf tijdens het groeien in stukken die ook weer uit kunnen groeien. Er is sprake van een structurele verandering, metabolisme dus, en vermenigvuldiging. In de meeste gevallen zijn deze structuren niet in staat om te evolueren omdat ze nauwelijks informatie bevatten. In enkele gevallen (zoals RNA maar ook bepaalde mineralen zoals kleiplaatjes) zijn wel ingewikkelder structuren mogelijk. Onderzoekers testen nu bijvoorbeeld uit of bepaalde typen metaaloxiden dergelijke evoluerende structuren kunnen vormen.

Leven dat niet uit vaste materie bestaat
Computervirussen leven in een niet-organisch ecosysteem. Ook de bewoners van digitale werelden zijn in staat tot evolutie (en worden daarom vaak om die reden voor evolutieonderzoek gebruikt). Het gat hier om kunstmatige leefomgevingen, maar in principe moet ieder natuurkundig systeem waarin er entropie bestaat en op de een of andere manier informatie op kan slaan en verwerken, in principe leven kunnen herbergen, denken sommigen. Leven zou dan kunnen bestaan in sterren, op de oppervlakte van neutronensterren, als wervelwinden in de atmosfeer van een gasreus, misschien zelfs als licht dat op de een of andere manier met elkaar verknoopt is. Of Efimov-ringen. Omgevingen die te chaotisch zijn komen vermoedelijk niet in aanmerking omdat levende structuren in een fractie van een seconde uit elkaar worden gerukt.

Omgekeerd: we weten nog maar heel weinig. Misschien dat zelfs de structuur van ruimte-tijd zelf ontastbare levensvormen bevat. We weten dat op het allerdiepste niveau enorm veel complexiteit zit. Er moeten kwantumatomen bestaan ter grootte van de constante van Planck. Ons eiland van kennis wordt omringd door een oceaan van onwetendheid, en al wordt ons eiland snel groter, de oceaan is nog steeds onafzienbaar groot.

Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen...

Nederlandse rechters hun eigen ergste vijand

Het Nederlandse justitiële apparaat, dat zichzelf graag op de borst klopt als lichtend voorbeeld voor de rest van de wereld, ligt door enkele ernstige justitiële dwalingen en het politiek geladen proces-Wilders onder vuur. De reacties van zegslieden voor het justitiële wereldje lijken op die van de gevestigde politiek op partijen als SP en PVV: het volk zou verdommen en zich mee laten slepen door de waan van de dag. Een analyse.

Waarom zijn er rechters?
Het beantwoorden van deze simpele vraag is nodig om de problemen die zich nu met de rechterlijke macht voordoen, te analyseren.

Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen...
Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen…

Waar mensen samenleven ontstaan conflicten. Als beide partijen koste wat kost hun zin willen krijgen, zal de onenigheid worden beslecht op het hoogste gemeenschappelijke niveau waar men het over eens is.

In het uiterste geval is dit de fysieke realiteit, dus betekent dat wraak: gevecht, een moord of vete. De dagelijkse praktijk in veel weinig ontwikkelde samenlevingen. Om voortdurend bloedvergieten te vermijden moeten beide partijen hetzij een zeer ontwikkeld systeem ontwikkelen dat gebaseerd is op het vermijden van conflicten door sociale conventies, denk aan het taboe-systeem van de Polynesiërs, of bereid zijn zich te onderwerpen aan een hogere autoriteit of bemiddelaar (de hoofdman, uiterst zelden een hoofdvrouw) die uitspraak doet.

Met de komst van een ingewikkelder maatschappij (in de praktijk ontstaat deze als je duizenden mensen op één plek bij elkaar brengt, wat mogelijk werd door de neolithische landbouwrevolutie) werd het nodig de onderlinge geschillen op een gestroomlijnder wijze te regelen. Hiertoe werden universele wetten ingevoerd (de beroemde codex van Hammurabi was voorzover bekend de eerste in zijn soort) die voor iedereen zonder aanzien des persoon geldig waren. Mensen “speelden niet voor eigen rechter”, maar vertrouwden hun veiligheid toe aan de wet en degenen die de wet handhaafden: rechters (in de praktijk: de koning) en zijn gewapende dienaren. Voor het gezag van de rechterlijke macht is het essentieel dat de bevolking vertrouwen heeft in de effectiviteit van rechters en politie, de rechtsorde. Dit ligt ten grondslag aan het sociaal contract tussen burgers en justitie.

Hoe werkt het Nederlandse rechtssysteem?
Het Nederlandse strafrechtssysteem komt voort uit het Romeinse recht, waarbij een aanklager (de officier van justitie die het openbaar ministerie en hiermee de rechtsorde vertegenwoordigt) de belangen van de rechtsorde behartigt en een vertegenwoordiger van de aangeklaagde, de ad-vocatus (er bij geroepene) die van de aangeklaagde.

Iemand doet aangifte wegens een strafbaar feit. De officier van justitie beslist of de aangifte geseponeerd wordt (ongegrond wordt verklaard) of niet, zo nee, dan wordt een aanklacht voorbereid. In de rechtszaal leest de officier van justitie de aanklacht voor. (In het burgerlijk recht is er niet het openbaar ministerie, maar  de eiser). De verdedigende partij moet op elk punt van de aanklacht reageren. Beide partijen kunnen getuigen oproepen en bewijsstukken inbrengen. De rechter moet de geldigheid van de aanklacht valideren, ingaan op het verweer van de verdediger en afhankelijk van het resultaat, vrijspraak toekennen of indien één of meerdere punten van de aanklacht bewezen worden geacht, een schuldigverklaring en doorgaans een straf opleggen.

Is het openbaar ministerie of de aangeklaagde het niet eens met de uitspraak, dan kan deze in hoger beroep bij een hogere rechtbank. Achtereenvolgens zijn dit achtereenvolgens de kantonrechters, de (arrondissements)rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. De hoogste rechtbank is het Europese Hof in Straatsburg. In theorie zijn het openbaar ministerie, de advocatuur en de magistratuur (de rechters) die gescheiden werelden. In de praktijk, Nederland is maar klein, lopen deze werelden in elkaar over omdat maar een select groepje over een juridische opleiding op universitair niveau beschikt, zeker voor specialistische gebieden als octrooirecht. Kortom: een ons-kent-ons wereldje, de Haagse kaasstolp waardig.

Dat blijkt ook wel uit het feit dat vaak advocaten als hulprechters worden ingehuurd. Commerciële advocaten worden veel beter betaald dan officieren van justitie of rechters, waardoor getalenteerde juristen voor een loopbaan als advocaat kiezen en vaak de zwakkere broeders van het openbaar ministerie overklassen. Rechters genieten een geprivilegieerde positie. Een benoeming als rechter geldt in principe voor het leven. Deze maatregel wordt met een beroep op Montesquieu’s trias politica, de scheiding der wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht, gerechtvaardigd genoemd omdat zo de onafhankelijke positie van de rechter zou zijn gewaarborgd.  In de praktijk zijn daarom incompetente rechters (vooral bij kantonrechtbanken, maar ook bij sommige hogere rechtbanken is het hiervan vergeven), nauwelijks te lozen.

Waarom rechters hun legitimiteit verliezen
Om effectief te zijn, moet de bevolking er vertrouwen in hebben dat de rechterlijke macht haar werk, de bevolking beschermen en conflicten oplossen, doet, met andere woorden haar deel van het sociale contract nakomt. Meer abstract geformuleerd: de rechterlijke macht moet de rechtsorde, de geabstraheerde ‘hogere’ normen en waarden van de bevolking handhaven, het über-ich van de Nederlandse bevolking zo ge wilt, handhaven: mensen zullen zich alleen aan een hoger gezag onderwerpen als dit hogere gezag samenvalt met hun gewetensovertuigingen.

Rechtspraak komt sociale contract niet na
Het probleem met de rechtsspraak in Nederland is dat zowel rechters als openbaar ministerie dit uit het oog verloren lijken te zijn. Rechters laten zich in hun uitspraken niet leiden door de realiteit in de samenleving, maar de realiteit (of liever gezegd: het schaakspel) in de rechtszaal.

Het verlof aan de gewelddadige crimineel Saban Baran deed het vertrouwen in de rechtsspraak geen goed.
Het verlof aan de gewelddadige crimineel Saban Baran deed het vertrouwen in de rechtsspraak geen goed.

De mening van leken wordt vaak terzijde geschoven met de naziterm ‘gesundes Volksempfinden’, m.a.w. verwerpelijk populistische retoriek die uiteindelijk leidt tot openbare lynchpartijen. Dit verklaart waarom een rechter of een juridisch medewerker de vermeende rechten van bijvoorbeeld de veroordeelde vrouwen(mis)handelaar Saban Baran om het door hem verwekte kind te zien, belangrijker acht dan de fysieke veiligheid van Barans tientallen slachtoffers die met gevaar voor eigen leven hebben getuigd tegen hem en zijn bendeleden. Barans slachtoffers moeten nu voor hun leven vrezen. Voor een deel komt dit door een weeffout in het strafrecht:  deze slachtoffers zijn geen partij in een strafzaak, dus wordt er geen rekening met ze gehouden.Voor het overige deel komt dit door de toenemende wereldvreemdheid van rechtsprekenden.

Rechters bemoeien zich met politiek
De oprukkende juridisering bedreigt ook de democratie. Al vaker zijn wetten naar de prullenbak verwezen omdat ze in strijd zouden zijn met (niet democratisch tot stand gekomen) internationale verdragen. Daarentegen worden wetten niet getoetst tegen de (democratisch tot stand gekomen) grondwet. De laatste uitwas is de rechtszaak tegen de politicus Geert Wilders. Hij is aangeklaagd voor wat in de praktijk neerkomt op belediging van een niet-bestaande entiteit, “de islam”, omdat hij stelt dat teksten uit de islamitische heilige boeken, de koran en de hadith, aanzetten tot wat hij noemt “fascisme” en het toenemende aantal islamieten  een bedreiging noemt voor de Nederlandse rechtsorde.

Je kan denken over Wilders’ politieke ideeën wat je wilt. Schrijver dezes denkt persoonlijk dat hij aan symptoombestrijding doet. Het werkelijke probleem is postmodernisme en cultuurrelativisme, waardoor de heersende klasse op de knieën gaat voor vanuit rationeel opzicht bezien, patriarchale, logisch inconsistente en in strijd met wetenschappelijke inzichten zijnde mythologie. Ook is er een toenemende vervreemding van de kosmopolitische bovenste klassen ten opzichte van de kansarme onderklasse.

Feit is dat rechters zich bemoeien met de wetgevende macht. Dit is niet de eerste keer: zo werd de voormalige politicus Janmaat wegens anti-immigranten uitspraken die naar hedendaagse normen vrij mild waren, veroordeeld tot een boete. Als gevolg voelen burgers zich geregeerd door een kaste die niet is te verwijderen of weg te stemmen. Een Moebarak in de rechtszaal dus. Een gevaarlijke situatie die het ergste doet vrezen voor het voortbestaan van de rechtsstaat als hier niet ingegrepen of hervormd wordt.

Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.

Het nieuwe communisme

Het is nu (en wordt in de toekomst) makkelijker dan ooit om mensen in ieder geval een minimum bestaansniveau te verschaffen. Waren Karl Marx en Friedrich Engels hun tijd domweg te ver vooruit?

Deze stelling lijkt vreemd. Het gaat op dit moment al decennia bergafwaarts met het communisme. In 1989 stortte de ene na de andere communistische dictatuur uiteen. Communistische partijen zijn splinterpartijtjes geworden.  De overgebleven communistische landen China en Vietnam lijken steeds meer kapitalistische eenpartijstaten te worden. Cuba wordt in een trager tempo kapitalistischer. Alleen Noord-Korea blijft een ouderwetse stalinistische dictatuur, al vertoont de Juche-ideologie veel trekken van een godsdienst en zou het land beter met fundamentalistische dictaturen als Iran of Saoedi-Arabië vergeleken kunnen worden.

Dictatuur van de voorhoede van het proletariaat
In zijn beroemde boek Das Kapital, gepubliceerd in 1848, stelde Karl Marx, de grondlegger van het marxisme, dat de geschiedenis niet wordt bepaald door ideeën of grote leiders, maar door economische ontwikkelingen. Volgens de marxistische leer gaan maatschappijen door opeenvolgende fases.

Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.
Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.

Vanuit de primitieve jager-verzamelaar maatschappij waarin een soort communisme heerst (in de praktijk zijn bezittingen als vrouwen erg belangrijk bij jager-verzamelaars)  ontstaat opeenvolgend slavenmaatschappij (de klassieke oudheid en islamitische rijken), feodale maatschappij (gekenmerkt door een adel die ook krijgerskaste is en een achtergestelde horige bevolking) die zich ontwikkelt tot een kapitalistische industriële maatschappij met een duidelijke arbeidersklasse (het stadium waarin Europa zich bevond toen Karl Marx zijn boek schreef). Volgens Marx en zijn volgelingen zou er in dit stadium een zogeheten klassenstrijd uitbreken tussen de arbeidersklasse, oftewel proletariërs en de bourgeois, de gegoede burgerij. Het volgende stadium zou de dictatuur van het proletariaat worden: het proletariaat grijpt de macht en bepaalt wat er in de maatschappij gebeurt. Ondertussen wordt door vooruitgang van wetenschap en techniek de productie steeds efficiënter en grootschaliger en de bevolking verandert in verlichte, verbeterde mensen. De staat sterft af. Het eindresultaat is een maatschappij waarin de productiemiddelen evenwichtig verdeeld zijn over de bevolking en het geld afgeschaft wordt. Iedereen krijgt wat hij of zij nodig heeft. Het droombeeld van Marx.

De geschiedenis verliep anders dan Marx had verwacht. Niet industriële landen zoals Duitsland of Groot-Brittannië veranderden in socialistische republieken, maar juist feodale staten als Rusland en China waar nauwelijks arbeiders aanwezig waren. De revolutie werd hier gedragen door boeren. In de enkele industriële staten waar het communisme werd ingevoerd, gebeurde dat van buitenaf, doorgaans onder groot verzet van de lokale bevolking. Kortom: de communistische leiding was genoodzaakt om de communistische theorie aan de afwijkende situatie aan te passen. Vandaar het ontstaan van maoïsme (waarin boeren een grote rol spelen), leninisme (de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat, die de communistische partij natuurlijk erg goed uitkwam) en dergelijke.

Waarom faalde het communisme?
Voor zeker drie decennia sidderden en beefden de kapitalistische landen voor het goed georganiseerde en militaristische communistische blok. Ironisch genoeg werd het communisme om uitgerekend economische redenen achterhaald. Toen de economie nog eenvoudig van aard was, zoals vlak na de Tweede Wereldoorlog, was het voor het centrale planningsbureau makkelijk bij te benen. De planning faalde echter steeds meer. Innovatie van begaafde uitvinders was er genoeg, vooral op militair gebied, maar er bestond geen systeem om inefficiënte producenten uit te schakelen. Niet competentie, maar vriendjespolitiek leverde het meeste op, de reden dat de Russische maffia zich kon ontwikkelen. Sommige Sovjetfabrieken produceerden producten die minder waard waren dan de grondstoffen die ze aangeleverd kregen. Er was weinig vraag naar de verouderde producten van de Sovjetindustrie, het land bleef alleen overeind door grondstoffenexport waarmee de voor het voortbestaan van het regime essentiële tarwe kon worden geïmporteerd (want ook de landbouw stortte om vergelijkbare redenen ineen: er was voor arbeiders geen prikkel om te presteren. Op 1% van de landbouwoppervlakte produceerden privé-boeren 23% van alle landbouwproducten).

Waar zijn neurotische voorganger Carter faalde met zijn graanembargo, pakte de Amerikaanse president Ronald Reagan, door progressief Nederland onterecht afgeschilderd als een domme cowboy, het doortastender aan. Hij legde de inkomstenstroom van de Sovjet-Unie droog door Saoedi-Arabië te dwingen gedurende enkele jaren de olieprijs flink te verlagen. Uiteraard pakte dit voor de VS met zijn aardolie slurpende economie juist zeer gunstig uit. De druppel was de Amerikaanse bewapeningswedloop met de Sovjet-Unie die dat land nog verder uitputte en uiteindelijk tot het faillisement bracht. China overleefde door de economie geleidelijk te privatiseren en tegelijkertijd de politieke controle in stand te houden.

Kortom: het communisme faalde door een gebrek aan zelfsturend vermogen.

Kapitalisme werkt steeds slechter
Het fundamentele probleem dat elk economisch systeem moet oplossen is het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod. In een kapitalistisch systeem gebeurt dat door het lenigen van de vraag te belonen met kapitaal(want zo kan je geld noemen). Mensen die het beste in staat zijn de vraag te lenigen, verdienen het meeste en kunnen ook het meeste uitgeven (en hebben daardoor de meeste koopkrachtige vraag).  Daar bestaat dus ook een stevige prikkel voor.

Het probleem met het kapitalistische systeem is dat het zwaar “loaded”  is voor mensen die in het begin al beschikken over kapitaal. Ook al heb je een veel beter besturingssysteem gebouwd dan Windows, Microsoft kan er zoveel marketinggeld tegenaan gooien en zoveel programmeurs inhuren (of desnoods je kapot procederen wegens zogenaamde patentbreuk) dat alternatieven nauwelijks een kans maken. Het hele software-patentsysteem wordt geteisterd door patent-trollen en dient op dit moment vooral om concurrenten te kunnen chanteren (als jij niet klaagt over mijn patentbreuk die ik dat bij jou ook niet) en kleinere of open-source concurrenten buiten de deur te houden. Zelfs voor een simpel programma lap je waarschijnlijk al meerdere softwarepatenten aan je laars. Vandaar dat libertariërs stevige vragen stellen bij het patentsysteem.

Ook in andere industrietakken speelt dit probleem. Zelfs een zeer kleine fabriek (garage met wat zware machines) kost al tienduizenden euro’s. Geld dat de meesten pas bij elkaar hebben bij hun pensionering. In Nederland merk je al dat alleen mensen met rijke ouders, zelf ook een huis kunnen kopen. Kortom: de SP heeft op dit punt domweg gelijk: een tweedeling dreigt tussen een uitkeringen genietende onderklasse en een rijke bovenklasse, terwijl de middenklasse, de backbone van een stabiele maatschappij, steeds verder wordt uitgehold. Dit is een recept voor onheil en moet niet onderschat worden.

Kan het open-source model  leiden tot het nieuwe communisme?
Marxisten stellen terecht dat de ware communistische maatschappij nooit bestaan heeft. Zelfs in marxistische terminologie waren zelfs de meest communistische landen in feite socialistische volksrepublieken en dictaturen van de voorhoede van het proletariaat. Het einddoel van het marxisme, een menswaardig bestaan voor iedereen met niet al te veel materiële ongelijkheid, is nog steeds even lovenswaardig. De manier waarop het klassieke marxisme dit wil bereiken met klassenstrijd en dictatuur is dat uiteraard niet. Gelukkig is er ook een andere oplossing.

De RepRap, een fabriekje dat zichzelf kopieert. Het proletariaat kan nu zijn eigen fabriek downloaden en uitprinten.
De RepRap, een fabriekje dat zichzelf kopieert. Het proletariaat kan nu zijn eigen fabriek downloaden en uitprinten.

Steeds meer goederen krijgen een de-facto kostprijs nul. Goede open-source computerprogramma’s als Linux, diverse C++ compilers en Open Office zijn vrijwel gratis. Ze zijn ook bewust met dit oogmerk in elkaar gezet. Dankzij open-source software ontstaat een level playing field. Begaafde programmeurs kunnen nu in principe producten vervaardigen die in kwaliteit nauwelijks onderdoen voor commerciële alternatieven. De rol voor kapitaal verdwijnt. Tegelijkertijd wordt ook steeds meer arbeid overbodig door de toenemende automatisering. De laatste bouwsteen die kan leiden tot het nieuwe communisme zijn apparaten die in staat zijn om ideeën en ontwerpen, rechtstreeks om te zetten in fysieke realiteit. Als het goed is, heeft u waarde lezer, al zo’n ding met de geinige naam printer naast de computer staan. Dit hoeft slechts gevuld te worden met papier en (peperdure) inkt om welke afbeelding ook te vervaardigen. De 3D-equivalenten, 3D-printers, worden steeds goedkoper, rond de duizend euro voor een zelfbouw-reprap. Leuk ontwerpje voor een pennenbak (of iets praktischers) downloaden en hij komt uit je printer rollen.

Grondstoffen en energie zijn nog een bottleneck. Nog wel. In principe bevinden zich in de ruimte hier extreem grote hoeveelheden van, dus we komen in een maatschappij te leven waarin er nog maar één resource is waar echt om gevochten zal worden: aandacht. Liefde, zo ge wilt. Vandaar ook dat het verderfelijke bedrijf Goldman Sachs nu massaal investeert in sociale netwerksites als Facebook. Maar wat let ons om dit walgelijke bedrijf met één druk op de knop buitenspel te zetten? Een open-source sociale netwerk platform? Dit is met Wikipedia ook gelukt.