Zoekresultaten voor: TED

In de vijftiger jaren kostte het onderwijs veel minder dan nu. Toch was het per saldo even goed zo niet beter dan nu.

Onderwijs: steeds grotere slokop, steeds minder resultaten

Op dit moment zijn er tienduizenden ambtenaren en allerlei overbetaalde onderwijsconsulenten bezig om te bepalen wat het beste is voor de leerlingen en het bedrijfsleven. Allemaal roepen ze om het hardst dat er meer geld naar het onderwijs moet. Is dat wel zo?

Onderwijs: steeds grotere slokop, steeds minder resultaten

In de vijftiger jaren kostte het onderwijs veel minder dan nu. Toch was het per saldo even goed zo niet beter dan nu.
In de vijftiger jaren kostte het onderwijs veel minder dan nu. Toch was het per saldo even goed zo niet beter dan nu.

In de jaren vijftig behoorde het Nederlandse onderwijs tot het beste ter wereld. Dat vertaalde zich ook in een flinke technologische voorsprong op veel andere landen en een grote hoeveelheid wetenschappelijke eerbewijzen zoals Nobelprijzen. Nederlandse Nobelprijslaureaten zijn in deze tijd of eerder naar school of universiteit gegaan.

Opmerkelijk genoeg waren de onderwijsuitgaven in deze periode laag. Nederland gaf in 1955 ongeveer dertien procent van de overheidsinkomsten uit aan onderwijs. In 1955 was de overheidssector ongeveer een kwart van het nationale inkomen. Dit bij een grote hoeveelheid kinderen, de geboortegolfgeneratie. In 2010 is dat veel meer: 36 miljard euro (op een overheidsbudget van 272 miljard, bijna de helft van het Nederlandse BNP), ongeveer dertien procent van een vele malen groter overheidsbudget. Ook omgerekend naar koopkracht. Ondertussen merken we dat kinderen steeds minder weten terwijl de aansluiting met de arbeidsmarkt ook allerbelabberdst is.

Oorzaak: veel te veel beleidsambtenaren
Er werkt op dit moment veel meer personeel in het onderwijs dan in 1955 terwijl het aantal leerlingen lager is. Klaarblijkelijk slagen we er in om met meer mensen, minder tot stand te brengen. Kenners van de wet van Parkinson vermoeden uiteraard al, dat de oorzaak wel eens met een explosie van allerlei chefjes met modieuze namen als onderwijsmanager of leerplanconsulent te maken kan hebben. Deze lieden creëren enorm veel werk door het voortdurend uitspuwen van grote hoeveelheden, voortdurend veranderende  richtlijnen en rapporten. Als gevolg ontstaat er een sterke vergadercultuur in het onderwijs waardoor nog meer productieve uren verloren gaan.

Te veel verschillen tussen leerlingen
Een ander rampzalig plan van Nieuw Links was het bijeen zetten van leerlingen met verschillende capaciteiten: de middenschool-gedachte. Er zijn leerlingen die aanleg hebben om met hun handen te werken, maar een broertje dood hebben aan theorie. Anderen zijn dol op theorie, maar hebben twee linkerhanden. Er zijn analytische denkers, associatieve denkers, druktemakers en stille leerlingen. Elk type leerling heeft een andere manier van lesgeven nodig. Een beelddenker is vermoedelijk niet erg geholpen met een ellenlang theoretisch verhaal. In de jaren vijftig gingen praktische beelddenkers naar de ambachtsschool of huishoudschool. Begaafde theoretici gingen naar de MMS, HBS of het gymnasium. Nu krijgt ook iedere MBO-leerling heel veel theorie, ook theorie waar de leerling later niets aan heeft, de oorzaak van veel schooluitval. HAVO en VWO lijken sterk op de vroegere MMS en HBS, dus hier zijn de problemen beperkter.

Door de massale immigratie van buitenlanders met veel kinderen ontstond er nog meer variatie. In Nederland zijn er bepaalde ongeschreven culturele regels. Deze zijn in de rest van de wereld vaak sterk afwijkend. Dit levert in de klas voortdurend culturele misverstanden op.Vooral als de manier van lesgeven complexer wordt dan deze in klassiek klassikaal onderwijs is.

Oplossing: schaf beleidsambtenaren af; verminder vergaderuren
Theoretisch gezien is er op het gebied van de bètavakken of Nederlands opmerkelijk weinig verschil tussen de middelbare-schoolkennis die leerlingen in de jaren vijftig moesten opdoen en nu. Uiteraard kent elk tijdperk zijn idioterieën (zo kende het vak Nederlands in de jaren vijftig een lachwekkende geometrische analyse van de Vos Reynaarde-legende en worden leerlingen in de jaren tachtig overladen met sociaal-maatschappelijke agitprop; ik heb geen kinderen maar ik neem aan dat anno nu er wel een ander ongetwijfeld uiterst nuttig tijdverdrijf is opgenomen in de lesstof), maar de echt relevante kennis verschilt niet veel. Leerlingen leren nog steeds ongeveer dezelfde wiskunde, natuurkunde en dergelijke op school als vijftig jaar geleden. Er is sindsdien wel veel veranderd, maar niet op middelbare-school niveau kennis. Ook munten beleidsambtenaren niet echt uit in natuurwetenschappelijke kennis, doorgaans zijn ze zelfs te stom voor simpele breuken. Kortom: laat het hele departement onderwijs sluiten en het gebouw veranderen in een sociale werkplaats voor die ambtenaren. Zo kan het aantal vergaderuren ook flink omlaag. En laat leraren die vergaderuren besteden aan echt leuk, spannend onderwijs.

Eend of konijn? Het hangt er vanaf wat voor theorie je over dit plaatje in je hoofd hebt.

“We missen het grootste deel in de Large Hadron Collider”

Van de miljarden botsingen in de Large Hadron Collider, de enorme versnellingsring van het CERN op de grens van Frankrijk en Zwitserland waarmee protonen tegen elkaar worden gebeukt, worden er maar enkelen geanalyseerd. De rest wordt gezien als niet-interessant of “vervuild” omdat er onregelmatigheden in voorkomen. Dat is niet zo slim, stelt een groep onderzoekers. Deze onregelmatigheden zouden wel eens een goudmijn aan experimentele gegevens voor afwijkende natuurkundige theorieën kunnen opleveren.

Theoriegeladenheid van de waarneming
Wellicht herinnert u de stelling nog van een college wetenschapsfilosofie. Waarneming is theoriegeladen. Stel, je ziet een groot plantaardig ding ergens staan.

Eend of konijn? Het hangt er vanaf wat voor theorie je over dit plaatje in je hoofd hebt.
Eend of konijn? Het hangt er vanaf wat voor theorie je over dit plaatje in je hoofd hebt.

Een stedeling zal zeggen: een boom. Een plattelandsbewoner met meer natuurkennis zal hetzelfde groeisel aanduiden als een esdoorn. Een boomkweker kan misschien zelfs de cultivar herkennen. Een kind ziet een spannend ding om in te klauteren. Een ambtenaar ziet een stuk natuurwaarde (of, vaker, een lastig obstakel voor het nieuwe winkelcentrum dat voor de realisatie van de vierde doelstelling van het vijfjarenplan absoluut noodzakelijk is).

Alle zien ze hetzelfde object, maar door hun verschillende kennis en wereldbeeld interpreteren ze deze anders. Kortom: je kennis en de ideeën waarin je gelooft bepaalt heel sterk wat je ziet. Voor wetenschappers geldt dit nog sterker omdat ze met vaak zeer ingewikkelde wetenschappelijk instrumenten werken. Achter die instrumenten zit vaak een ingewikkelde theorie. Alles wat buiten deze theorieën valt, is in principe niet met het instrument waar te nemen of wordt gezien als een meetfout. Bij de natuurkundeopleiding leer je om al te afwijkende meetpunten weg te gooien. In landbouw- of biologisch onderzoek is dit een wetenschappelijke doodzonde als je daar geen heel goede reden voor hebt (bijvoorbeeld omdat je constateert dat een konijn de maïszaailingen in plot C3 heeft opgegeten), want daarmee verpest je de statistische eigenschappen van de proef.

Monomanie op de LHC?
De Large Hadron Collider is één van de duurste wetenschappelijke instrumenten ooit gebouwd. Onderzoekstijd op de LHC is schaars. Op dit moment wordt het meeste onderzoek gedaan om slechts één vraag te beantwoorden: bestaat het Higgsdeeltje? Het Higgsdeeltje is een door het Standaardmodel (het natuurkundige model dat het gedrag van alle tot nu toe ontdekte deeltjes geheel verklaart) verondersteld deeltje dat moet verklaren waarom sommige elementaire deeltjes zoals quarks en elektronen massa hebben. De LHC doet niets anders dan miljarden malen achter elkaar protonen opzwepen tot iets minder dan de lichtsnelheid en vervolgens op elkaar laten beuken. De bedoeling is dat er in ieder geval in enkele van die botsingen Higgsdeeltjes aan te treffen. Andere vragen, afkomstig van minder populaire theorieën, blijven daarentegen onderbelicht. Logisch: er is maar een beperkte tijd beschikbaar om te meten en er komt werkelijk een onvoorstelbare hoeveelheid data uit de LHC: per jaar vijftienduizend harde schijven. Alle botsingen waar niet precies iets uitkomt wat lijkt op een Higgsdeeltje, wordt weggegooid. Mogelijk zitten hier uiterst interessante dingen tussen.

Anomale botsingspaden
Deeltjesfysici Patrick Meade, Michele Papucci en Tomer Volansky vinden dat laatste niet erg slim. Ze stellen nu voor om ook te letten op andere “anomale botsingspaden”: gedrag van deeltjes die zich zeer afwijkend gedragen.

In een bellenkamer laten geladen deeltjes een spoor na van bellen. Zo werd het positron ontdekt.
In een bellenkamer laten geladen deeltjes een spoor na van bellen. Zo werd het positron ontdekt.

In tegenstelling tot de extreem nauwkeurige kwantumelektrodynamica, de theorie die elektromagnetisme op kwantumschaal beschrijft (dertien decimalen precies; de nauwkeurigste theorie ooit) is kwantumchromodynamica niet erg. Op zich is dat ook logisch: kerndeeltjes, vooral quarks: de bestanddelen van protonen en neutronen, zijn veel lastiger te meten dan de veel handelbaarder elektronen. Tot overmaat van ramp reageren gluonen, de deeltjes waarmee quarks op elkaar reageren, ook nog met elkaar, wat betekent dat zelfs het gedrag van een enkel proton of neutron al een wiskundige nachtmerrie wordt. Laat staan een complete atoomkern van, zeg, goud of uranium. Het betekent echter ook dat QCD wel eens niet kan kloppen en er zich allerlei nog onbekende deeltjes met afwijkend gedrag schuilhouden in de zee van gevormde deeltjes.

Op deeltjessafari
Afwijkend gedrag van deeltjes die in alternatieve theorieën voorkomen kan onder andere bestaan uit kinks: sporen die plotseling van richting lijken te veranderen zonder een tweede knooppunt, sporen die uit het niets lijken op te duiken, afwijkende relaties tussen energie en afstand, afwijkingen in timing, ‘normale’ sporen die minder hits (‘bubbels’) dan normaal opleveren, afwijkende krommingen en sporen die oplossen in het niets. Opmerkelijk genoeg stellen de drie dit soort verschijnselen al waar te hebben genomen in diverse botsingsproeven.
Het drietal stelt als echte experimenteel natuurkundigen voor om gewoon op deeltjessafari te gaan, afwijkende verschijnselen er uit te pikken en ons domweg te laten verrassen door wat Moeder Natuur ons voorschotelt. Gezien de niet bijster indrukwekkende resultaten van veertig jaar snaartheorie, klinkt dat als een zeer aantrekkelijk voorstel. We weten niet alles. Dat maakt wetenschap nou juist zo leuk.

Bron
ArXiv

Windmolens zijn overblijfsels van de eerste Nederlandse industriéle revolutie.

Waarom is Nederland zo rijk?

Nederland is zeer welvarend. Onder andere komt dat omdat we hier één van de grootste gasbellen ter wereld onder de grond hebben, maar er is meer. Zo heeft Nederland behoorlijk wat profijt van bepaalde geografische omstandigheden…

Het gemopper van de Nederlanders niettegenstaande, is Nederland een van de rijkste landen ter wereld. Voor een belangrijk deel komt dat door voor de hand liggende redenen als de ligging tussen andere welvarende gebieden. Maar dat is lang niet alles.

Vruchtbare bodem, mild regenachtig zeeklimaat

Windmolens zijn overblijfsels van de eerste Nederlandse industriéle revolutie.
Windmolens zijn overblijfsels van de eerste Nederlandse industriéle revolutie.

Nederland ligt voor het grootste deel op voormalige zeebodem of rivierbedding. Dit betekent dat dikke pakketten zeeklei en rivierklei op de oppervlakte liggen. Kleibodems kunnen veel mineralen en vocht vasthouden, waardoor de meeste gewassen op kleigrond veel meer opbrengst geven dan op zandgrond.

Dit is de reden dat Nederland, vooral het westelijk deel, al sinds de Middeleeuwen een veel dichtere bevolking kon onderhouden dan de meeste andere landen.

De toenemende bevolkingsdruk leidde tot het inpolderen van meertjes en stukken zee, waardoor nog meer vruchtbare landbouwgrond beschikbaar kwam.

De regenval in Nederland is veel regelmatiger dan in landen met een landklimaat. Als gevolg hiervan mislukken oogsten in Nederland een stuk minder snel dan in veel andere landen.

Geografie dwingt tot organisatie en samenwerking
Een groot deel van Nederland ligt onder water. De Nederlanders kwamen al diverse malen op onzachte wijze in aanraking met de kracht van het water. De laatste grote overstroming was de ramp in 1953, naar aanleiding waarvan de Deltawerken zijn gebouwd.
Alleen door samenwerking zijn landerijen te beschermen tegen het water (de door de individualistische Friezen gebouwde terpen beschermden slechts één boerderij). Niet voor niets waren de eerste bestuursorganen in Nederland de waterschappen, die de waterhuishouding en dijken controleerden.

Een sterke sociale controle en organisatiegraad is essentieel om een dijk in stand te houden. In tegenstelling tot landen met een grootschalig irrigatiesysteem zoals Egypte en Irak, is een dijk niet door één potentaat die aan het begin van de waterbron zit te controleren. Een dijk is een ‘common good’ waarvan het nut niet afhangt van iemands positie. Als de polder onderloopt betekent dat schade voor iedere boer. Dat bevordert een democratische regeringsvorm. Kortom: de Nederlanders werden door de natuur gedwongen op democratische wijze samen te werken.

Natuurlijke transportwegen naar Zwitserland en Noord-Frankrijk
Nederland ligt op het snijpunt van twee belangrijke stroomgebieden: dat van de Maas en de Rijn. Nederland beheerst ook de monding van de Schelde, de levensader voor Antwerpen, de grote concurrent van de Rotterdamse haven. De verleiding is voor de Nederlanders dan vaak ook groot om deze af te knijpen, wat de Belgen geregeld tot razernij brengt.

Transport was in Nederland nooit een erg groot probleem. Ook zeer zware ladingen kunnen met gemak met grote schepen door de enorme, brede rivieren worden vervoerd.

Dit voordeel is veel groter dan het beperkte nadeel dat de hinder door de obstakels die rivieren voor wegen vormen, oplevert. Steden op waterknooppunten zoals Rotterdam konden hier al snel van profiteren. Ook nu nog is de Rotterdamse haven de economische motor van Nederland met via Rijn en Maas een benijdenswaardige toegang tot bijna heel West-Europa. Grote ladingen goederen worden daarom meestal in Rotterdam overgeslagen.

Slochteren: zegen of vloek?
De ontdekking van een van de grootste aardgasvoorraden ter wereld in het Groningse plaatsje Slochteren (3000 miljard kuub aardgas) verschafte de Nederlandse regering een enorme hoeveelheid inkomsten. Tweeduizend miljard kubieke meter is al verkocht, vaak tegen lachwekkend lage prijzen. Dit leverde de Nederlandse schatkist enkele honderden miljarden euro’s op, die voornamelijk werden besteed aan het meest riante sociale-zekerheidsstelsel van West-Europa en het uitbouwen van een enorme overheidsbureaucratie. Het gevolg: grote groepen inactieven. Wel konden door de hoge gasinkomsten de belastingen in Nederland lager blijven dan in buurland België.

Een lot uit de loterij?
De gunstige geografische ligging maakte Nederland uiteraard een geliefd doelwit voor buitenlandse machten. De Nederlanders behielden hun onafhankelijkheid door als onafhankelijk land nuttiger te zijn dan als bezet gebied. Ook stelde de efficiënte sociale organisatie de Nederlanders in staat voorop te lopen op technologisch gebied, ook op militair terrein.
Dit ging in de vier eeuwen dat Nederland een onafhankelijke staat is over het algemeen goed. In twee gevallen – de Napoleontische bezetting en de nazitijd – werd heel Europa beheerst door één continentale macht, waardoor de traditionele strategie niet meer werkte en Nederland toch onder de voet werd gelopen.

Nederlanders als vredesduiven
Nederland bestaat van de handel tussen Europese landen en van Europa met de rest van de wereld. Oorlogen tussen Europese landen zijn niet in het belang van Nederland. Dat vermindert immers hun onderlinge handel.

Ook worden conflicten in Nederland meestal met de mantel der liefde bedekt en is het bereiken van een consensus heel belangrijk. In de Nederlandse mindset is het vreedzaam regelen van conflicten daarom ingebakken.

De laatste keer dat Nederland Europese supermachtallures had – in 1673 – werd het aangevallen door vier landen tegelijkertijd. De Hollandse Waterlinie – het onder water zetten van de polders die het Hollandse hartland omringen – is een nogal destructieve verdedigingstactiek die bij de moderne oorlogsvoering – denk aan Hitlers parachutisten – niet meer werkt. Vandaar dat de Nederlanders nu hun heil zoeken in internationale samenwerking. Alleen door te voorkomen dat er weer een overheersende Europese macht komt, kan Nederland haar onafhankelijkheid bewaren. De Britten hebben een soortgelijk belang – de reden dat Nederlanders en Britten het op Europees niveau gewoonlijk goed met elkaar kunnen vinden.

Panoramafoto van de Melkweg. Hier verschuilt zich de enorme 'Australische kosmische dipool'.

Scheuren in Einsteins algemene relativiteitstheorie?

Australische astronomen hebben definitief aangetoond dat tien miljard jaar geleden een fundamentele natuurconstante, de fijnstructuurconstante alfa, anders was ten noorden van de galactische equator dan ten zuiden hiervan. Een probleem: dat kan helemaal niet volgens Einsteins algemene relativiteitstheorie…

Wat is de fijnstructuurconstante?
De fijnstructuurconstante, alfa, geeft de sterkte aan van de elektromagnetische kracht ten opzichte van twee andere natuurconstanten, de lichtsnelheid (c) en de constante van Planck (h), die fundamenteel is in de kwantummechanica. In formulevorm: [latex]\alpha = \frac{k_\mathrm{e} e^2}{\hbar c}[/latex]. Alfa is ongeveer gelijk aan 1/137. Het is een dimensieloos getal, dus zonder eenheden er achter. Daarom wordt alfa gezien als fundamenteler dan andere natuurconstantes.

Volgens de algemene relativiteitstheorie zijn de natuurwetten overal gelijk, waar je ook bent en hoe snel je ook beweegt. Dat geldt dus ook voor fundamentele natuurconstanten als alfa, die in die natuurwetten gebruikt worden. Met andere woorden: als er veranderingen in deze verhouding worden gemeten, moeten de natuurwetten anders zijn op die andere plaats en gaat Einsteins relativiteitsprincipe niet overal op. De fijnstructuurconstante is te meten door te kijken naar het gedrag van licht. De golflengte van licht wordt namelijk bepaald door de energie, c en h. Lichtdeeltjes worden uitgezonden door de elektrisch geladen elektronen als ze in een andere ‘baan’ springen. Hoeveel energie dat kost, hangt af van hoe sterk de elektronen en de atoomkern elkaar aantrekken. Verandert er iets in de verhouding tussen de kracht die op elektronen werkt en de lichtsnelheid of de constante van Planck, dan merk je dat meteen aan het licht dat elektronen in bijvoorbeeld waterstofatomen uitzenden.

Wrede schok
Het nieuws uit Australië vervulde natuurkundigen en kosmologen met ongeloof. Alfa is misschien wel de meest onaantastbare natuurconstante, bekend tot op dertien decimalen precies.

Panoramafoto van de Melkweg. Hier verschuilt zich de enorme 'Australische kosmische dipool'.
Panoramafoto van de Melkweg. Hier verschuilt zich de enorme 'Australische kosmische dipool'.

Toch bleek alfa bij enkele verre quasars een honderdduizendste kleiner te zijn dan normaal. Naar goed wetenschappelijk gebruik werden de brengers van het slechte nieuws, John Webb, Victor Flambaum en hun collega’s van de Australische universiteit van New South Wales, in 1998 aanvankelijk aan de schandpaal genageld (1). Nu blijkt uit nieuwe metingen van Webb en de zijnen aan verre quasars, dat ook aan de andere kant van de hemel alfa een honderdduizendste afwijkt, deze keer groter dan hier op aarde. We lijken hier op aarde in het midden van deze twee waarden te liggen, iets dat sommige onderzoekers al heeft doen speculeren dat de Melkweg en onze buurstelsels om die reden uniek geschikt zijn voor leven.

Er kunnen verschillende redenen zijn voor deze variatie. Sommigen denken dat deze het bestaan van extra dimensies aantoont. Andere onderzoekers plaatsen vraagtekens bij de accuratesse van de metingen. Zo is weliswaar het effect statistisch significant, er is ongeveer 1:15 000 kans dat de resultaten van Webb op toeval berusten, maar er blijkt een behoorlijke correlatie te zijn tussen de uitkomsten van metingen en het instrument dat gebruikt is, stelt collega Orzel.

Is niet alleen de ruimtelijke locatie, maar ook de tijd waarin we nu leven, uniek geschikt voor leven?
Er kunnen ook in het verleden verandering op zijn getreden in alfa. Als dit zo is, dan moeten kernreacties anders zijn verlopen dan nu. Twee miljard jaar geleden was er op aarde een natuurlijke kernreactor actief op de plaats waar nu de Gabonese plaats Oklo ligt. Als de splijtingsproducten in een andere verhouding voorkomen dan verwacht wordt bij de tegenwoordige alfa, bewijst dat dat alfa afweek in het verleden (2).

Bronnen
1. Arxiv.org (Evidence for spatial variation of the fine structure constant)
2. Arxiv.org (Manifestations of a spatial variation of fundamental constants on atomic clocks, Oklo, meteorites, and cosmological phenomena)
3. physicsworld.com, Changes spotted in fundamental constant

Leven we in de projectie van een platte wereld?

Boodschap uit Platland ontvangen?

Volgens sommige natuurkundigen leven we in een heelal met minder dan drie dimensies. Het feit dat we toch drie ruimtelijke en één tijdsdimensie waarnemen, komt volgens hen door het effect van een grotere schaal en lage energie.

Minkowski-metriek
Er zijn theorieën, zoals de diverse incarnaties van de snaartheorie, die aannemen dat we in een elf- of nog meer-dimensionale braanwereld leven. Volgens Einsteins algemene relativiteitstheorie leven we in een vierdimensionale ruimte, bestaande uit drie ruimtedimensies en één tijddimensie. In de wiskundige beschrijving van ruimtetijd volgens Einstein, de Minkovski-ruimte, worden de drie ruimtedimensies als positieve getallen (enen) weergegeven en de tijddimensie als een negatief getal. Dat beschrijft het bekende relativistische effect, dat de tijd langzamer lijkt te gaan voor waarnemers die versnellen en daarna weer afremmen.
Er komt echter steeds meer experimenteel bewijs dat in ieder geval bij zeer hoge energieën, dit niet meer opgaat en we het met één, of misschien zelfs wel twee dimensies minder moeten doen…

Warme, tweedimensionale zwarte gaten
De eerste scheuren in ons vierdimensionale wereldbeeld ontstonden door theoretisch werk aan  zwarte gaten. Het principe van een zwart gat is simpel. Volgens Einsteins algemene relativiteitstheorie kan niets sneller bewegen dan het licht. Hoe zwaarder iets is, hoe hoger de ontsnappingssnelheid – je kan bijvoorbeeld van een zwevend rotsblok van een kubieke kilometer al ontsnappen door een flinke sprong te nemen. Op aarde moet je dan meer dan elf kilometer per seconde reizen, vijf keer sneller dan een kogel. Sommige objecten – ingestorte sterren zwaarder dan vijf keer de zon, bijvoorbeeld – zijn zo zwaar en dicht dat zelfs een voorwerp dat met de lichtsnelheid beweegt, zoals een lichtdeeltje, niet meer kan ontsnappen. Er ontstaat dan iets dat alles, zelfs licht, opslokt: een zwart gat.

Theoretisch natuurkundigen gingen stoeien met de wiskundige beschrijving van ruimte-tijd rond een zwart gat, waar onder meer de Schwarzschild-radius uit is afgeleid. En kwamen met opmerkelijke uitkomsten, toen ze deze met kwantummechanica gingen combineren. Zo ontdekte mediaberoemdheid Stephen Hawking dat zwarte gaten Hawkingstraling uitzenden, omdat als in het vacuüm virtuele deeltjes worden opgeslokt door het zwarte gat, het andere deeltje daardoor positieve energie krijgt en zo kan ontsnappen. Met andere woorden: zwarte gaten hebben een temperatuur! Nu is er een ijzeren thermodynamische wet in de natuurkunde: alles wat temperatuur heeft, heeft entropie, dus een informatieinhoud. Jacob Bekenstein berekende dat de hoeveelheid entropie van een zwart gat afhangt van… de oppervlakte van de waarnemingshorizon. Elke bit informatie komt overeen met [latex]\hbar G/c^3[/latex], de oppervlakte van Planck. Zowel [latex]\hbar[/latex] als G zijn erg klein en de lichtsnelheid c is heel erg groot, waardoor hier een absurd kleine waarde uit rolt: 2,6 * 10-70 vierkante meter (zeventig nullen achter de komma dus) per kwantumbit. De waarnemingshorizon van een zwart gat is ideaal om je illegale downloads op te dumpen, dus. Ook interessant is dat volgens de algemene relativiteitstheorie de diameter van een zwart gat evenredig is aan zijn massa: elke zonsmassa extra betekent dat het gat zes kilometer doorsnede er bij krijgt. Is massa informatie, dus entropie? En komt informatieinhoud overeen met oppervlak? Dit is wat het combineren van de algemene relativiteitstheorie met kwantummechanica lijkt te impliceren…

Leven we in een plat vlak?
Waarnemingen aan extreem krachtige kosmische straling (het krachtigste kosmische deeltje ooit waargenomen had evenveel punch als een weggemepte honkbal, let wel, één enkel deeltje) tonen aan dat de ruimte voor deze deeltjes er heel anders uitziet dan voor ons. Erg plat, namelijk.

Leven we in de projectie van een platte wereld?
Leven we in de projectie van een platte wereld?

Dit komt uitstekend overeen met theorieën waarin het heelal vlak na de Big Bang, toen het veel heter was dan nu (de deeltjes hadden in die tijd een energie van boven de 100 biljoen elektron-volt of eV), maar één ruimte- en een tijdsdimensie heeft. Een lijn die door de tijd beweegt, dus. Iets later, de energie per deeltje daalde tot 1 biljoen eV, zou zich een tweede dimensie hebben gevormd, waaronder ons bekende heelal met drie dimensies zou zijn ontstaan. Nu heeft de achtergrondstraling een temperatuur van drie kelvin, dit is een duizendste eV. Misschien dat ons heelal als het heel sterk af is gekoeld, nog veel meer dimensies zal tellen. Mureika en Stojkovic veronderstellen dat bij zeer lage temperaturen mogelijk het vacuüm uit elkaar zal vallen in vier ruimtedimensies en een tijdsdimensie.

Boodschappers van Platland?
De statistische verdeling van de energie van kosmische deeltjes toont aan dat ze uit een ruimte komen, die meer weg heeft van een plat vlak dan van onze driedimensionale ruimte.  In hun nieuwe studie bedachten natuurkundigen Jonas Mureika en Dejan Stojkovic een nieuwe methode om uit te vinden of deze waarneming inderdaad klopt en bij zeer hoge deeltjesenergieën de ruimte inderdaad plat wordt. Deze methode gaat er vanuit dat in een tweedimensionaal, plat heelal de ruimte geen mogelijkheden voor zwaartekrachtswerking heeft, dus ook geen zwaartekrachtsgolven voorkomen. Als de gevoelige zwaartekrachtsdetectoren die nu gepland worden merken dat zwaartekrachtsgolven voorbij een bepaalde frequentiegrens niet meer voorkomen, zou dat een concreet bewijs zijn voor een tweedimensionale voorloper van ons heelal.

Eendimensionale wereld in de LHC?
In sommige varianten van de theorie worden al sporen zichtbaar van de eendimensionale wereld boven tien biljoen eV, wat binnen bereik ligt van de Large Hadron Collider. Beide onderzoekers denken dat het daarom mogelijk kan zijn in botsingen sporen te ontdekken van de wereld vlak na de Big Bang.

Bronnen
Physorg
Physical Review Letters
Arxiv

Islamieten geloven dat een pelgrimstocht naar Mekka alle zonden vergeeft.

Hoe overleef je als dictator de eenentwintigste eeuw?

De gebeurtenissen van begin maart 2011 hebben dictators over de hele wereld duidelijk gemaakt dat het inzetten van het leger tegen de eigen bevolking ongestraft kan. Ze hoeven slechts aan een aantal simpele basisregels te voldoen om tot in lengte van dagen van hun heerschappij te kunnen genieten.

De lessen uit Bahrein, Libië en Jemen
In het eilandstaatje Bahrein maakte, gesteund door troepen uit buurland Saoedi-Arabië, het leger met grof geweld een einde aan het protest van de sji’ietische meerderheid tegen de achterstelling door het soennitische bewind. Boven Libië werd geen no-flyzone afgekondigd, alhoewel Gadaffi’s troepen burgers bombarderen en zich volgens talrijke rapporten schuldig maken aan ernstige mensenrechtenschendingen. Ook in Jemen kan de dictator Saleh de ongewapende protesten met grof geweld neerslaan, zonder dat luide internationale kritiek klinkt. Hoe komt het dat dictator Ben Ali uit Tunesië en collega Hosni Mubarak uit Egypte het veld moesten ruimen, terwijl Gadaffi, Saleh en de Khalifa’s in Bahrein ongemoeid werden gelaten? De verklaring lijkt internationale geopolitieke belangen te zijn.

Tunesië en Egypte: democratie kan vrij risicoloos

Tunesië
In westerse ogen had het Tunesische regime slechts één nut: het voorkomen van enorme immigrantenstromen naar Europa (Tunesië ligt zeer dicht bij Malta en Sicilië) en eventueel het voorkomen dat er een islamistisch regime of een soort Somalisch piratennest aan de Middellandse Zeekust ontstaat. Daartegenover staat dat dictatoriale regimes uiterst corrupt zijn en rampzalig voor de economische ontwikkeling boven een bepaald niveau. Het blijven steunen van dictator Ben Ali zou maar weinig hebben opgeleverd. De immigrantenstroom is ook niet het probleem van Frankrijk maar dat van buurland Italië – waarmee Tunesië nauwelijks banden onderhoudt.

Egypte
In Egypte houdt het leger de touwtjes in handen.

De legertop heeft enorme economische belangen in Egypte – in feite vervult het leger de rol die in het oude Egypte de diverse tempelorganisaties vervulden – dus hiermee is het in het belang van het leger om Egypte rustig te houden, wat ook betekent: het Suezkanaal openhouden en geen oorlog met Israël te beginnen (wat rampzalige gevolgen zou hebben voor zowel het Suezkanaal als stabiliteit van de olietoevoer). Zolang het leger effectief de touwtjes in handen houdt hoeven de internationale grootmachten zich weinig zorgen te maken. Het vervangen van Mubarak door een ander is vrij risicoloos, zolang het leger zijn greep op Egypte houdt. Als het volk de illusie koestert dat het enige inspraak heeft, betekent dat zelfs een grotere stabiliteit voor het Egyptische regime.

Libië: verdeelde belangen
In Libië is de geopolitieke situatie daarentegen compleet anders. Het land is schaars bevolkt en met 1,5 miljoen vaten per dag een belangrijke olieleverancier. Libië is ook een gewilde afzetmarkt, omdat Libiërs zoals de meeste nomadische Arabieren neerkijken op handenarbeid en er nauwelijks een Libische industrie is (de paar fabrieken draaien op gastarbeiders uit Egypte en andere landen). Omdat Libië een corrupte dictatuur is, gaat er veel geld naar landen waar de dictator economische belangen heeft – doorgaans ook de landen die hem politiek steunen. Kortom: het steunen van een dictator is uiterst lucratief.  Uiteraard zou Libië veel rijker worden als er minder corruptie zou zijn omdat het volk meer te vertellen had (waar de wereld als geheel veel beter mee af zou zijn), maar de voordelen daarvan worden verdeeld over de hele wereld.

Het politieke isolement van dictators duurt nooit erg lang.
Het politieke isolement van dictators duurt nooit erg lang.

Traditioneel heeft Italië een grote rol in Libië, maar andere landen zoals China, India, Frankrijk en Groot-Brittannië azen op de lucratieve oliedeals. Europa wordt door de Chinezen en Indiërs gezien als een decadent werelddeel dat niet in staat is voor zijn belangen op te komen. Ze zijn er dus als de kippen bij om de rol van Italië over te nemen en het steunen van de eenzame Gadaffi biedt hiervoor een uitgelezen kans. Dit verklaart ook waarom China tegen het vliegverbod is. Nu de dankbare Gadaffi de opstandelingen (zo goed als) heeft verpletterd, ligt de buit voor China voor het oprapen. In feite gebeurt nu wat economisch gezien tien jaar geleden al zou zijn gebeurd, had Italië niet over zeer goede contacten met het regime-Gadaffi beschikt.

De Russen waren tegen een no-fly zone om zowel persoonlijke als geopolitieke redenen. Poetin is niet vergeten dat, tegen de afspraken in, Kosovo van broedervolk Servië werd afgepakt en toebedeeld aan de Albanezen. Door een no-fly zone tegen te houden, krijgen de westerlingen nu een koekje van eigen deeg. Ook beseffen de Russen beter dan de westerlingen wat het zou betekenen als er een islamistische superstaat zou ontstaan in het Midden-Oosten. Het Libië van Gadaffi blokkeert dat. Tot slot betekent het verliezen van Libië als olieleverancier, dat Rusland nog onmisbaarder wordt voor Europa.

Jemen: de nuttige dictator Saleh
Jemen is een zeer chaotisch, straatarm land dat wordt verscheurd door etnische en religieuze tegenstellingen. Jemen verenigt het vruchtbare, overbevolkte Arabia Felix (vroeger: Noord-Jemen) met het woestijnachtige Hadramaut (vroeger: Zuid-Jemen), bewoond door nomadenstammen. Alleen een brute dictator als Saleh kan dit land met bruut geweld bij elkaar houden. Een Somalië aan de overkant van de Rode Zee, vlak bij de grootste olieproducenten ter wereld is wel het allerlaatste waar het westen of de andere grootmachten op zitten te wachten. Saleh vervult zijn twee in internationale ogen belangrijkste taken – voorkomen dat het land een uitvalsbasis wordt voor islamistische terroristen of een bron van miljoenen vluchtelingen – uitstekend. Het is geostrategisch gezien niet verstandig Saleh te laten vallen en zo Saoedi-Arabië te destabiliseren.

Uiteraard is dit een nogal kortzichtige politiek: Jemen is een tijdbom die op het punt staat te ontploffen zolang de elementaire oorzaken – overbevolking en onderdrukking door de overheersende rol van traditie en godsdienst – niet worden aangepakt. Waarschijnlijk gaan de Amerikanen er van uit dat tegen de tijd dat Jemen ontploft, Saoedi-Arabië geen grote olieleverancier meer is en niet zij, maar de Europeanen met de brokken zullen zitten.

Bahrein: bruggenhoofd tegen Iran
Iran, een industrieel redelijk ontwikkeld land met tachtig miljoen, voor een groot deel hoog opgeleide mensen, is geopolitiek gezien de overheersende macht in de Perzische Golf. Zou de VS niet militair ingrijpen, dan zou Iran in minder dan geen tijd Irak, Saoedi-Arabië en de Golfstaatjes controleren of onder de voet lopen, wat vervelende gevolgen zou hebben voor de olietoevoer. Iran zou vervolgens de olieprijs opschroeven als een monopolist: zo hoog, dat de maximale hoeveelheid olie-euro’s (geen dollars) in de koffers van Teheran zouden verdwijnen en olie als machtig chantagemiddel kunnen gebruiken. Bahrein, net als Iran met een sji’ietische meerderheid, ligt uiterst strategisch voor de kust van Saoedi-Arabië en het woestijnstaatje Qatar dat werkelijk uit zijn voegen barst van de olie en gas. Als Iran Bahrein in handen krijgt, beschikt het over een enorme springplank om in ieder geval het regime van de al-Saoeds af te kunnen persen. Vandaar dat ook wat betreft, behalve Iran, niemand, zeker India, China en Japan niet, zit te wachten op een machtsovername door de sji’ietische oppositie.

Hoe overleef je als dictator de eenentwintigste eeuw?
Het is uiterst belangrijk dat je wordt gezien als nuttig instrument in het geopolitieke schaakspel. Je land middelpunt maken van een geopolitiek conflict is dus uiterst essentieel. Je moet beschikken over olie, gas of een andere gewilde grondstof. Beschik je daar niet over, creëer door corruptie dan een verarmde bevolking die rijke buurlanden dreigt te overspoelen en verander je rijk in een instabiel land waarin jouw ijzeren vuist de boel bij elkaar houdt (kopjes thee worden er in de Arabische wereld alleen op de souk gedronken). De middenklasse is je vijand: zorg dat je land bestaat uit een kleine, intens gehate elite en een grote, arme, onopgeleide massa. Speel de grootmachten tegen elkaar uit. Maak het lucratiever om je te vriend te houden dan om je omver te werpen voor alle partijen.

Islamieten geloven dat een pelgrimstocht naar Mekka alle zonden vergeeft.
Islamieten geloven dat een pelgrimstocht naar Mekka alle zonden vergeeft.

Ben je de dictator van een islamitisch land, dan bof je als potentaat. Ga zodra de binnenlandse politieke situatie het toelaat, op bedevaart naar Mekka (Ben Ali deed dat toen hij de macht had gegrepen, leer van deze grote meester) en doe dat om de paar jaar. Je zal je vermoedelijk bespottelijk voelen terwijl je je in een voortschuifelende kudde in de snikhete zon voortbeweegt en een meteoriet kust, maar je onderdanen geloven nu dat je helemaal van zonden witgewassen bent. Herhaal de bedevaart als je orde op zaken hebt gesteld – zie hierna. De grote fout van Ben Ali is dat hij deze meesterzet niet heeft herhaald. Ook meesters verliezen hun scherpte als ze oud worden. Bouw een grote moskee en voer sjaria-bepalingen in. De sjaria is geschreven door illustere voorgangers die precies met jouw problemen zaten, doe daarmee dus je voordeel.

Brul geregeld oorlogszuchtige taal tegen Israël en andere verderfelijke ongelovige honden. In je door corruptie straatarme, overbevolkte politiestaat is weinig te doen, dus organiseer geregeld anti-Israël demonstraties om de grote hoeveelheden werkloze, ongehuwde jonge mannen bezig te houden. Koester je religieuze minderheden: ze zijn een bruikbare zondebok om de volkswoede zich op te laten richten.

Beloon je leger rijkelijk, maar zorg dat het niet te machtig wordt: de fout van Mubarak. Je kan alleen vertrouwen op je eigen clan (Gadaffi, de Al-Saoeds en andere Golfpotentaatjes) of mensen van je eigen zwakke religieuze minderheid (Assad van Syrië). Geld is je grote vriend: met een vuist euro’s of dollars kan je voldoende huurlingen werven om met grof geweld af te rekenen. Pak de islamistische fundamentalisten niet te hard aan: weliswaar willen ze je het liefst vermoorden, maar ze vormen een welkom excuus om je volk te onderdrukken, zoals Saleh uitstekend doorheeft. Wil je eens even op ouderwets-Arabische wijze bloedig afrekenen met je vijanden, een absolute must om respect te houden in de Arabische cultuur, zorg dan dat er geen pottenkijkers in de buurt zijn.

De Syrische dictator Hafez al-Assad, de vader van de huidige dictator,  bewees dat in 1982 door een groot deel van de steden Homs en Hama van de aardbodem weg te vagen. Helaas zijn er tegenwoordig van die vervelende mobiele telefoontjes met camera, maar die zijn toch alleen maar te betalen voor de elite. Leg als je je zaken wilt regelen dus het mobiele netwerk en internet voor een paar dagen plat en kies een gunstig moment. Als ooggetuigenverslagen van de bloedbaden naar buiten komen, is het al een paar weken later en dan is iedereen je misdaden al weer vergeten.

De oudste mens ooit, Jeanne Calment, hier 22 jaar oud, leidde een regelnmatig, maar actief leven.

Wilskracht en lang doorwerken verlengt leven

De AOW een paar jaar opschuiven is goed voor de gezondheid: rust roest. Ook overleven wilskrachtige doeners het langst. Zo blijkt uit het Longevity onderzoek dat al vanaf 1921 wordt uitgevoerd onder vijftienhonderd slimme kinderen, aangevuld met andere bronnen. Redt een actief leven levens?

Kleine onderzoeken geven vaak foute uitkomsten
Hoe kleiner het onderzoek, des te groter de kans dat er foutieve dingen uit komen, dus hoe scherper de waarnemingsgrenzen gesteld moeten worden. Vaak wordt in statistische onderzoeken een overschrijdingskans p van 0,05 gehanteerd.

Met andere woorden: er is vijf procent kans dat een onderzoek er stevig naast zit. Als er maar genoeg onderzoeken worden uitgevoerd, zal er in minstens één op de twintig gevallen wat significants uit rollen. Minstens, want ook wetenschappers is niets menselijk vreemds en het dokteren aan onderzoeksgegevens, vooral als er snel een publicatie gescoord moet worden, komt helaas af en toe voor. Een groot onderzoek is beter dan een klein onderzoek in staat om statistische ruis te elimineren. Onderzoekers kunnen dan ook genoegen nemen met een veel kleinere overschrijdingskans.

Veel mythes over lang leven sneuvelen
Het zeer uitgebreide Longevity Project onderzoek, ooit opgezet door de psycholoog Terman om er achter te komen wat er gebeurt met intelligente kinderen, maakt een einde aan een aantal tot nu toe geliefde mythes over wat leidt tot een lang leven.

De oudste mens ooit, Jeanne Calment, hier 22 jaar oud, leidde een regelnmatig, maar actief leven.
De oudste mens ooit, Jeanne Calment, hier 22 jaar oud, leidde een regelnmatig, maar actief leven.

In dit project, dat in 1920 begon, werden (en worden nog steeds) vijftienhonderd hoogbegaafde kinderen hun hele leven gevolgd. Al eerder bleek, hel verrassend, dat maar een klein deel van hen de hoge posities bereikte die hen werden toegedicht. Zaken als religiositeit, pessimisme en dergelijke blijken niet uit te maken. Zo blijkt weliswaar dat getrouwde mannen langer leven, maar dat geldt niet voor getrouwde vrouwen. Ook geluk duurt niet lang. Gelukkige mensen met veel gevoel voor humor overlijden zelfs iets eerder dan wat minder gelukkige mensen, vermoedelijk omdat ze meer risico’s nemen. Ook workaholics plegen minder roofbouw op hun gezondheid dan vaak wordt gedacht, integendeel: juist de in hun werk meest gedreven mensen leven veel langer dan mensen die de kantjes er vanaf lopen. Gescheiden vrouwen leven vrijwel even lang als hun getrouwde zusters.

Vroeg naar school gaan is al evenmin een verstandig idee, althans om een lange levensduur te bereiken. Kinderen moeten voldoende kunnen spelen. Niet alle oorlogsveteranen leven korter. Alleen als ze er niet in slagen hun stress te overwinnen en daardoor ongezonde leefgewoontes ontwikkelen, verkort hun levensduur. Christenen zullen het prettig vinden te lezen dat anderen helpen goed voor je is: vooral mensen die betrokken zijn bij anderen en ze helpen leven lang.

De aanhouder wint
Opmerkelijk genoeg blijkt er vooral één eigenschap te zijn die langlevende mensen van jongs af aan gemeen hebben: wilskracht, levenswijsheid en zelfdiscipline, ‘prudence’. Er zit dus een kern van waarheid in de vele religieuze teksten, denk aan het bijbelboek Spreuken, de Bhagavad Gita en het boeddhistische wijsheidsboek Tripitaka, die deze aanbevelen. Dit zet langlevenden er toe aan om gezonde leefgewoontes te ontwijken en gaat ook samen met een sterke levenslust.
Slecht nieuws dus voor visionairen, die sterker zijn in bedenken en dromen dan doen? Niet perse. Ook visionaire overtuigingen kunnen voortkomen uit wilskracht en wijsheid. In feite waren sommigen van de grootste visionairen uit de geschiedenis zulke mensen. Je idealen in praktijk brengen maakt in ieder geval zeker gelukkig en zal ook je levensverwachting sterk naar boven bijstellen.

Bronnen
Science Daily

De zon gaat steeds meer onder voor de olie-gebaseerde economie.

Saoedi-Arabië: oliekliek krijgt verdiende loon

Al meer dan tachtig jaar werd één van de meest achterlijke en kwaadaardige regimes ooit in het zadel geholpen en sindsdien gehouden door de Britten en Amerikanen: het huis Saoed, dat hun land Saoedi-Arabië runt als hun privé-eigendom. In een monsterverbond kregen de Amerikanen olie – en de ondersteuning voor de dollar omdat de olie in Amerikaanse dollars wordt afgerekend – en de Saoedi’s grote hoeveelheden geld en de mogelijkheid het extremistische wahhabisme te verspreiden.

Saoedi-Arabië, een overzicht
Het land dat we nu kennen als Saoedi-Arabië is in feite een etnisch en geografisch zeer divers gebied. In de westelijke kuststrook, de Hejaz, leeft een multi-etnische bevolking de nakomelingen van islamitische pelgrims die zich na hun pelgrimstocht naar de voor islamieten heilige steden Mekka en Medina in het gebied vestigden. In de vruchtbare provincie Asir wonen Jemenieten die zich meer verwant voelen met hun volksgenoten aan de andere kant van de grens dan met de Arabieren uit het noorden. In de oostelijke kuststrook, waar vrijwel alle Saoedische olievoorraden zich bevinden, woont een aanzienlijke sji’ietische minderheid die stelselmatig wordt onderdrukt, de zuidoosthoek van het land is de Rub al-Khali, het Lege Kwartier, een onbewoonde zandwoestijn zo groot als Frankrijk. In het centrum van het land en het noorden ligt tenslotte de Nejd, de enorme hoogvlakte en woestijn waar de Al Saoeds vandaan komen.

Apartheid
Joden en christenen, om niet te spreken van heidenen, wonen in Saoedi-Arabië niet meer, want de in Saoedi-Arabië overheersende hanbalitische rechtsschool verbiedt niet-islamieten om in islamitische landen te wonen anders dan als tijdelijke gast. Joden komen het land helemaal niet in (visa-aanvragers moesten tot voor kort een niet-jood verklaring invullen), christenen en andere niet-islamieten genieten alleen tijdelijk verblijfsstatus. Vrouwen genieten minder rechten dan mannen, ongelovigen genieten nog veel minder rechten. Het doden van een hindoevrouw is bijvoorbeeld volgens de Saoedische wet zesendertig keer minder erg dan het doden van een islamitische man. Kortom: in Saoedi-Arabië heerst een apartheidsbewind dat erger is dan zelfs dat in Zuid-Afrika of veel Amerikaanse staten in de vijftiger jaren.

De invoering van de wahhabitische terreur
Na de ineenstorting van het Ottomaanse Rijk na de Eerste Wereldoorlog ontstond er op het Arabische schiereiland een machtsvacuüm. Abdul Aziz ibn Saoed, de leider van de uiterst agressieve wahhabitische nomadenstam van de Al Saoeds, die in de achttiende en negentiende eeuw al twee keer eerder een rijk had gesticht in het grootste deel van het huidige Saoedi-Arabië en nu nog steeds de Nejd en de oostkust beheerste, greep zijn kans en liep met een aantal  campagnes de rest van het land, waaronder de Hejaz en de vruchtbare provincie Asir onder de voet. De Engelsen waren blij dat er nu eindelijk een georganiseerde staat bestond in het onrustige Arabische schiereiland en lieten de heerser daarom met rust. De sjerief (sleutelbewaarder, vermoedelijk de herkomst van het Engelse woord sheriff) van Mekka werd geparkeerd als vorst Abdullah in Oost-Palestina, dat later tot (Trans)-Jordanië werd omgedoopt. Vanzelfsprekend koestert het Jordaanse koningshuis nog steeds een diepgewortelde haat jegens de al-Saoeds.

De heethoofdige Ikhwan wilden ook het Britse mandaatgebied Transjordanië onder de voet lopen, maar Abdul Aziz schatte terecht in dat dat de vernietiging van zijn rijk door de Britten zou hebben betekend. Hij pakte de Ikhwan hardhandig aan, die om die reden in 1979 wraak namen: de bloedige bezetting van de Grote Moskee in Mekka.

Zoals voor alle islamitische leiders geldt, is legitimiteit voor de Al Saoeds een voortdurend probleem. Alleen door zich voortdurend te manifesteren als beschermer van de islam kunnen ze rekenen op de loyaliteit van hun onderdanen. Wat de meeste Saoedi’s onder “islam” verstaan, is het uiterst agressieve en onverdraagzame wahhabisme, ook bekend als salafisme. Het vorstenhuis koopt rust in het eigen land door de ergste heethoofden als missionarissen voor het wahhabisme te exporteren naar vooral Afrikaanse landen en grote sommen geld te steken in de verfraaiing van de islamitische heiligdommen in Mekka en Medina. Ook de draconische sjaria-wetten helpen om voor de bevolking het image van “goede moslim” in stand te houden. Erg gezegend qua intellectuele ontwikkeling of kosmopolitische kijk op de buitenwereld zijn de meeste Saoedi’s niet, maar steeds minder Saoedi’s trappen hier nog in. Vooral nu de bevolking explodeert en er dus steeds minder oliedollars over steeds meer mensen verdeeld moeten worden.

Het monsterverbond om olie
In de dertiger jaren werden enorme olievoorraden ontdekt in het tot dan toe straatarme (vergelijk Jemen) koninkrijk. In 1945 sloten de Amerikanen een verdrag met de Saoeds, waarbij Amerikaanse oliemaatschappijen deze olievoorraden exclusief uit de woestijn konden halen. Toen de Saoedi’s doorkregen hoeveel geld ze konden verdienen met de olie, wisten ze door gewiekste onderhandelingen het percentage van de oliewinsten dat in hun handen kwam flink te vergroten. Omdat de olie in dollars wordt afgerekend, kon olie de rol van goud overnemen als dekking voor de dollar. De sterke stijging van de olieprijs bood hiervoor de ruimte. Omgekeerd: de hoge olieprijzen leidden tot veel onderzoek in het westen naar alternatieven voor aardolie. De lepe Saoeds lieten daarom de prijs weer wat zakken, zodat het  niet interessant werd om alternatieven voor aardolie te zoeken. De Amerikaansde presidenten Reagan en Bush draaiden vermoedelijk als wederdienst (en de enorme oliebelangen van de familie Bush) onderzoek naar alternatieve energie de nek om. Doordat de Saoedis onder Amerikaanse druk de olieprijs een paar jaar flink lieten zakken, ging de Sovjet-Unie failliet terwijl de energieslurpende economie van de VS boomde.

Saoedisch sociaal contract staat op springen
De enorme Saoedische koninklijke familie, ondertussen uitgedijd tot de bevolking van een middelgrote provinciestad, krijgt uitkeringen van de staat. De gewone man (vrouwen hebben in Saoedi-Arabië alleen thuis uiterst beperkte invloed) wordt rustig gehouden met wat subsidies op allerlei goederen en baantjes als ambtenaar, godsdienstgeleerde of, voor de meest incompetente lieden, de beruchte religieuze politie. Echter: de olieinkomsten blijven gelijk, maar de bevolking neemt snel toe: Saoedi-Arabië kent met 3% per jaar bijna de hoogste bevolkingsgroei ter wereld.

De zon gaat steeds meer onder voor de olie-gebaseerde economie.
De zon gaat steeds meer onder voor de olie-gebaseerde economie.

Onder de beter opgeleide Saoedi’s komt er steeds meer kritiek op de opulente levensstijl van de koninklijke familie en de enorme bedragen die deze aan het verspreiden van de islam besteedt. De nakomelingen van de Ikhwan zijn nog steeds niet vergeten wat de Saoeds hen hebben aangedaan en ook de andere etnische en religieuze minderheden koesteren grote en gerechtvaardigde grieven. Voedsel wordt nu ook in Saoedi-Arabië steeds duurder: alles moet worden geïmporteerd en de grondwatervoorraden van het land worden nu in hoog tempo leeggezogen. Geen wonder dat de nu om zich heen grijpende opstanden in de Arabische wereld vooral in het oosten, waar de arme en onderdrukte sji’ieten wonen die bijzonder weinig hebben geprofiteerd van de duizenden miljarden dollars die de Saoeds in hun provincie hebben verdiend, uiterst aanlokkelijk overkomen. Of het sji’ietische Iran hierachter zit is niet bekend, maar het zou niets verrassen.

Oliekliek krijgt verdiende loon
Al zeventig jaar heeft het westen deze meedogenloze, fundamentalistische dictatuur gesteund.  In ruil voor goedkope olietoevoer is het Saoedische volk, vooral het vrouwelijk deel, vrijheid en ontplooiingskansen ontzegd en veroordeeld tot één van de meest brute regimes in de geschiedenis van de mensheid. In ruil voor futiele strategische voordelen hebben de Amerikanen hun principes verkocht en gemene zaak gemaakt met een regime dat qua mensenrechtenschendingen er naar streeft dat van het door de VS zo gehate Iran te overtreffen. Godsdienst en olie bleken voor zeventig jaar de opium te zijn waarmee de Saoedi’s hun volk dom en geknecht hielden. Die tijd lijkt nu voorbij te zijn. Als gevolg van de onrust zullen de olieprijzen nog meer gaan stijgen.

Gelukkig staan we er nu aanmerkelijk beter voor dan in de zeventiger jaren. We beschikken nu over een aantal goede alternatieven voor olie, die steeds interessanter gaan worden als de prijzen nog verder gaan stijgen. Als  de olieprijzen stijgen tot boven de honderdvijftig dollar, betekent dit dat biodiesel uit afvalstoffen van de landbouw interessant wordt. Ook zal de overschakeling naar elektrisch aangedreven auto’s een enorme prikkel krijgen.

Deze muurschildering is geïnspireerd door Picasso's Guernica, waarin hij de verschrikkingen van de Spaanse burgeroorlog in beeld bracht.

Eeuwige vrede, kan het?

De Joodse profeet Jesaja sprak al over een tijd waarin zwaarden tot ploegscharen omgesmeed zouden worden. Ook Jezus voorzag een tijd waarin alle oorlogen voorbij zouden zijn. Waren dit onrealistische dromers, of zal er op een dag echt een tijd zijn dat er geen oorlogen meer zijn?

Waarom zijn er oorlogen?
Oorlogen zijn gewapende conflicten waarbij de betrokken partijen door middel van geweld proberen hun doel te bereiken. Oorlogen komen dus niet uit de lucht vallen. Er moeten vijandelijke partijen zijn die iets willen wat met elkaar in strijd is (bijvoorbeeld macht over een groep mensen of een waardevolle hulpbron zoals aardolie), ze moeten wapens hebben en minstens één partij moet bereid zijn die te gebruiken. Je zou dit de oorlogsdriehoek kunnen noemen, zoals hitte, zuurstof en brandstof de vuurdriehoek vormen. In de praktijk zullen de vijandelijke partijen alleen bereid zijn hun wapens te gebruiken als ze een redelijke kans zien om hun zin te krijgen zonder dat de gevolgen al te ongunstig zijn.

Wapens, samenwerking en de wil om te doden en te sterven
Om in een oorlog kans van slagen te hebben moet een groep ten eerste over wapens te beschikken. Deze hoeven niet veel voor te stellen, ze hoeven slechts beter te zijn dan die van de tegenstanders op het moment dat de aanval plaatsvindt. De reden van het succes van slechtbewapende terroristen: ze vallen ongewapende burgers van een vijandelijke groep aan.

Deze muurschildering is geïnspireerd door Picasso's Guernica, waarin hij de verschrikkingen van de Spaanse burgeroorlog in beeld bracht.
Deze muurschildering is geïnspireerd door Picasso's Guernica, waarin hij de verschrikkingen van de Spaanse burgeroorlog in beeld bracht.

Moderne legers beschikken over zeer zware wapens, tot atoombommen toe. Daarom zijn confrontaties tussen twee moderne, tot de tanden bewapende legers erg verwoestend.

Oorlog is er op gericht de vijand te vernietigen. Ook de vijand probeert de aanvallers te vernietigen. Om oorlog kans van slagen te geven, moeten zowel de strijders als degene die de strijders bevelen heeft bereid zijn om te (laten) doden en gedood te worden (of kanonnenvlees op te offeren). Van nature doodt de mens niet: hier zit gelukkig een sterke biologische remming op. Psychopaten, zoals de mythische Griekse strijder Achilles uit de Odyssee,  missen deze remming, vandaar de oververtegenwoordiging van psychopaten in legers. Militaire training komt er dus op neer de vijand te leren zien als onmenselijke monsters (dehumanisering) of moordzuchtige reflexen aan te leren, zodat de soldaat een moord heeft gepleegd voordat hij er bij stilstaat. Tegenwoordig is er zoveel afstand tussen vijandelijke strijders, dat het moorden door bijvoorbeeld van tien kilometer hoogte met een bommenwerper een haast klinische handeling is geworden.

Zowel het moorden als het voortdurende levensgevaar is psychisch slopend. Vooral kindsoldaten, maar ook volwassenen zijn ernstig getraumatiseerd na een oorlog. Vandaar dat de meeste mensen en staten in principe tegen het voeren van oorlogen zijn.

Macht over de bevolking steeds belangrijker
Op dit moment zijn de meeste gebieden rijk niet door grondstoffen waarover ze beschikken, maar door hun netwerkfunctie. Waarschijnlijk zouden veel bewapende partijen een Silicon Valley, Brussel of de Londense City in hun bezit willen hebben, maar deze door grof geweld veroveren zou ze vernietigen, omdat hun waarde bestaat uit een netwerk van mensen. Een oliebron of goudmijn zal nog redelijk intact een oorlog overleven, een stad of handelsnetwerk niet. Vandaar dat veroveringsoorlogen  voornamelijk op plattelandsgebieden of in grondstofrijke gebieden plaatsvinden.De meeste burgeroorlogen vinden plaats in landen met een onevenwichtige verdeling van grondstoffen.

Robotwapens
Er worden nu steeds meer robotwapens (bekend uit onder meer de Terminator films) ontwikkeld, variërend van vliegende drones, de schrik van de taliban, tot rijdende (en wellicht al snel lopende) infanterierobots. Robots hebben voor een leger als voordeel dat ze geen gewetensbezwaren, angst of vermoeidheid kennen. De voornaamste kostenpost ligt in het bouwen, ze inzetten kost maar weinig. Het is daarom voor een groep met een robotleger al snel aantrekkelijk om een oorlog te beginnen. De inzet van gevechtsrobots heeft een guerilla-oorlog in steden voor een ‘standaard’ leger ook veel minder afschrikwekkend gemaakt. Echter: ook met een robotleger zal een goed bewapende tegenstander terugslaan met bijvoorbeeld atoomwapens. Robotlegers zullen dus gebruikt worden voor oorlogen tegen een guerillaleger. Landen als Iran en Noord-Korea weten dat ze alleen kunnen overleven door atoomwapens. Robotlegers werken dus sterk escalerend.

Maar… wordt het nu nooit meer vrede?
De twee grootste militaire machten, de Verenigde Staten en China, zijn ook elkaars grootste handelspartners. Met een oorlog zouden beide landen hun economie enorme schade berokkenen. Het winnen van grondstoffen wordt steeds meer een kwestie van energie. Met voldoende energie is uit rots en zeewater zo ongeveer iedere denkbare grondstof te winnen. Grondstoffen als casus belli verdwijnen hiermee. Vinden we daarentegen geen alternatief voor aardolie, dan zouden in de eenentwintigste eeuw wel eens de meest vernietigende oorlogen ooit om de schaarse oliebronnen kunnen uitbreken. Kortom: goedkope energie is het elixir van eeuwige vrede.

De oude London Bridge kende huizen die over de brug heen waren gebouwd.

Land kraken

Met het wettelijke verbod op op kraken is de kraakbeweging stevig in de problemen gekomen. Toch is woningactivisme hard nodig: woningbouwverenigingen besteden hun grote hoeveelheid geld aan directeurssalarissen en prestigeprojecten en laten hun woningbestand verkrotten en de huren (en koopwoningprijzen) rijzen in Amsterdam de pan uit. Wat zijn de oplossingen?

De rampzalige hypotheekrenteaftrek
In de Randstad geven gezinnen vaak meer dan de helft van hun inkomen uit aan woonlasten.

De mobiele eenheid klopt aan bij een kraakpand.
De mobiele eenheid klopt aan bij een kraakpand.

Bij alleenstaanden die zelfstandig wonen is dat soms zelfs nog meer. De hypotheekrenteaftrek, vaak gezien als een “sociale” maatregel die voorkomt dat armlastige woningbezitters geen huis meer kunnen betalen, is in werkelijkheid een prijsopdrijvend mechanisme dat vooral de hoge inkomens bevoordeelt. Ook de huren stijgen op die manier: hoe meer een huis waard is, hoe meer huur een woningeigenaar moet vragen om er wat aan te verdienen. PvdA, D’66 en Groen Links hebben dus domweg gelijk, als ze constateren dat de woningmarkt in Nederland grondig verziekt is.

De werkelijke oorzaak voor hoge woonlasten in de Randstad: schaarste aan woningen
Vooral in Amsterdam , maar in mindere mate ook in andere steden in Noord- en Zuid-Holland is er domweg meer vraag naar woningen dan er bestaan. Woningbouwcorporaties vertikken het goedkope woningen te bouwen omdat ze daar te weinig aan verdienen. Deze woningen moeten door allerlei onnodige ambtelijke bouweisen zo luxe uit worden gevoerd dat de bouwkosten de pan uit rijzen. Bij treinstations wordt nauwelijks gebouwd terwijl dit logische verkeersknooppunten zijn voor reizigers.

Ruimte genoeg
Toch is er ruimte genoeg. Zo kunnen er woningen onder (snel)wegen (20% van de oppervlakte) gebouwd worden, als daglicht via lichtkoepels of lichtbuizen aan wordt gevoerd. Ook boven wegen is nog ruimte genoeg. Bovengrondse bouw levert gezichtshinder op, maar ondergrondse bouw niet. Ook hier geldt: mensen willen wel, maar ambtelijke regels waar niemand om heeft gevraagd verbieden het.

De oude London Bridge kende huizen die over de brug heen waren gebouwd.
De oude London Bridge kende huizen die over de brug heen waren gebouwd.

In feite hoeven ‘slechts’ 30.000 woningen te worden gebouwd om de wachtlijsten in geheel Noord-Holland weg te werken. Kortom: wat ontbreekt zijn niet de mogelijkheden, maar de politieke wil. Zowel links als rechts zal het een rotzorg zijn wat er met woningzoekers gebeurt.

‘Links’ en ‘rechts’ vinden elkaar hier in een pervers monsterverbond. Links “beschermt” de groene ruimte, terwijl rechts verzekerd krijgt dat de particuliere woningmarkt niet instort. Linkse politici zijn niet geïnteresseerd in de middenklasse die op zoek is naar een goedkope koopwoning. Ze zijn niet zielig genoeg. Rechts ook niet, want het aantal eigen-woningzoekers is kleiner dan de gevestigde orde, die graag ziet dat hun huizen duur blijven.

De duivelse scheefwoners
In deze titanenclash komen ook huurders er bekaaid af. Voor mensen op het sociaal minimum zijn er woningen – met een wachtlijst van meer dan tien jaar.  Wee het gebeente van de huurder die het waagt meer te verdienen dan de norm, hij wordt gedwongen te verhuizen. Er is een ware jihad uitgeroepen tegen de “misdadige” scheefwoner. Links ziet deze mensen als schandelijke profiteurs en rechts als uitschot dat de woningmarkt verpest. Beide partijen vinden klaarblijkelijk: gij zult u blauw betalen voor een dak boven uw hoofd.

Politiek zit muurvast, tijd voor harde actie
Het wordt tijd om de volkomen vastgeroeste politieke orde eens even grondig op te schrikken. Het recept hiervoor is als volgt. Koop een lapje grond van minstens zes bij drie meter op een gewenste locatie. Zet hier een omgebouwde zeecontainer neer met zonnepanelen, regenwateropvang en een composttoilet, kortom energieneutraal, zowel gewenst wegens PR als praktische overwegingen. Stal hierin een ongehuwde moeder met jonge bloedjes van kinderen – nog beter: een gepensioneerd paartje – en maak haar de trotse eigenaar. Kleed het huisje een beetje knus aan, geraniums, klompjes aan de voordeur, trapgeveltje voor de hoogstnoodzakelijke couleur locale. Installeer flink wat webcams om het huisje heen.

Zowel links – wegens het zieligheidsgehalte – als rechts -iemand wordt van haar eigendom afgeslagen door zwakzinnige ME-gorilla’s – zal nu zwaar in diskrediet worden gebracht.

Viva la revolución.