Islam wordt overschat
Zowel door links, door islamcritici als door de islamieten zelf wordt de islam zwaar overschat. Laten we ons liever met echt belangrijke dingen bezig houden.
De islam, volgens islamhaters
Volgens islamcritici zoals Geert Wilders en hiervoor Pim Fortuijn, is de islam de grootste geopolitieke bedreiging van Nederland. Het gaat, stellen zij, om een totalitair geloof dat er naar streeft om de wereld te onderwerpen aan de islamitische wetten.
Zij wijzen op het relatief hoge percentage kinderen met een islamitische achtergrond, in 2003 ongeveer 15% van alle pasgeborenen. Een ander argument: de dwangmatige manier waarop de islam wordt opgelegd door en aan veel islamieten. Zij gaan er van uit dat er een vrijwel volmaakte groepsdwang bestaat binnen de islamitische gemeenschap en dat deze voldoende is om islamieten te dwingen zich binnen de groep te handhaven. Mensen die dat niet met hen eens zijn, zien ze als naïeve dwazen of landverraders.
De islam, volgens de ‘progressieven’
Volgens een tweede groep, die ruwweg samenvalt met de stemmers op zichzelf progressief noemende partijen, is er van islamisering geen sprake. Zij zien de islamieten vanwege hun politieke engagement en vaak anti-westerse gerichtheid als waardevolle bondgenoten in de strijd tegen het westerse imperialisme en de bekrompen conservatieven, vaak als ‘fascisten’ aangeduid, in eigen land. Ook zien ze de islamieten als de nieuwe joden, als de kanaries in de kolenmijn waarvan de behandeling laat zien of het fascisme weer opnieuw de kop op steekt.
De islam is in hun ogen in tegenstelling tot het christendom een niet-westerse godsdienst en hiermee een interessant ideologisch alternatief voor de neoconservatieven. De nogal conservatieve ideeën die veel islamieten er over vrouwen en homoseksualiteit op na houden, zien ze daarom doorgaans door de vingers. Zij beschouwen de islamieten als een kwetsbare groep die extra bescherming verdient.
Er bestaan veel gradaties tussen beide standpunten.

De islam, volgens de islamieten zelf
Binnen de islamitische gemeenschap bestaan enkele, vaak overdreven, verschillen van mening over de rol die de islam en theologische bronnen van de islam moeten spelen. Vrijwel alle islamieten achten hun islamitische identiteit belangrijker dan bijvoorbeeld hun afkomst: ze beschouwen zichzelf voor alles als ‘moslim’. Dat komt ook tot uiting in de naamgeving: vrijwel alle kinderen van islamitische ouders krijgen een islamitische naam, vaak afkomstig van een namenlijst uit het land van herkomst.
Dit patroon zien we terug in de meeste islamitische gemeenschappen. In de praktijk blijkt afkomst echter een belangrijke rol te spelen: de reden dat de samenwerking binnen islamitische organisaties uitgesproken lastig is. De mate van het praktiseren van godsdienstige leefregels verschilt enorm, variërend van burqa-dragende vrouwen en mannen met lange baard die geld inzamelen voor de heilige oorlog tot islamieten die alcohol drinken en varkensvlees eten.
Samengevat: ‘de islam’ is vooral belangrijk als identiteitsbepalende factor. De solidariteit en identificatie met de eigen groep is zeer groot. De mening over wat ‘de islam’ is, of wat een goede islamiet is, loopt ook ver uiteen.
De oplossing: schaf ‘de islam’ af
Er blijkt dus totale begripsverwarring te zijn over wat met ‘de islam’ bedoeld wordt. Soennieten, sji’ieten en meer verlichte islamieten, jihadisten, seculieren en soefi’s zijn het veel punten radicaal met elkaar oneens en laat ik het over de niet-islamieten maar niet eens hebben.
Ook is het pakket waar ‘men’ het meestal wel over eens is dat het bij ‘de islam’ hoort, een samenraapsel van dingen die verreweg de meeste islamieten weerzinwekkend en belachelijk vinden, denk aan het stenigen van overspeligen, het verbod op muziek en het ‘recht’ om krijgsgevangen vrouwen van een vijandelijk volk seksueel te misbruiken, tot dingen waar zelfs de meest fanatieke islam-hater zich in zal kunnen vinden, zoals het gebod in de koran dat iedereen moet wedijveren in goede daden en dat slaven vrijlaten goed is.
Kortom: door over ‘de islam’ te spreken wordt onnodig verwarring geschapen. Wil een islamiet zichzelf niet vereenzelvigd zien met de bebaarde taliban-terroristen, dan moet hij zich geen islamiet noemen. Wil een islamhater niet dat ‘fatsoenlijke’ islamieten de dupe worden van islamhaat, dan moet hij ook niet over ‘de islam’ spreken.
Schaf ‘de islam’ als identiteitsbepalende constructie af en behandel elkaar als mens. Geloof of godsdienst mag nooit een excuus zijn om dingen te doen die anders niet door de beugel kunnen of mensenrechten te schenden. ‘De islam’ bestaat niet, ‘moslims’ en ‘ongelovigen’ bestaan niet. Er bestaan alleen mensen. Laten we ons met de werkelijke problemen bezig houden.