energie

Enkele algensoorten vormen een overvloedige bron van biobrandstof.

Algen produceren biodiesel en zuiveren water

Waterzuivering en nog brandstof ook. Het klinkt te mooi om waar te zijn, maar toch is dat precies wat bereikt is met een proefinstallatie.Verandert de waterzuivering in een benzinepomp?

Een grote stad produceert onafzienbare hoeveelheden afvalwater, per inwoner al gauw honderdvijftig liter per dag. Het kost veel geld en moeite om deze te zuiveren. Het kost al evenveel geld en moeite om een gunstig substraat voor algen te produceren die biobrandstof produceren. Geen wonder dat er veel onderzoek wordt gedaan om dit op een slimmere manier te kunnen doen.
Eric Lannan en zijn collega’s van de technische universiteit van Rochester (in de buurt van New York) kwamen met het ei van Columbus. Ze zijn er in geslaagd met behulp van drie algensoorten: Scenedesmus, Chlorella en Chlamydomonas, een op afvalwater lijkende brij in drie dagen voor 99% te zuiveren van nitraten en fosfaten, gewoonlijk een ernstig probleem bij lozing op het oppervlaktewater. Hiermee is het water voldoende zuiver om zonder ecologische schade te kunnen lozen in rivieren. Ook kunnen van de algen biobrandstoffen worden vervaardigd.

Enkele algensoorten vormen een overvloedige bron van biobrandstof.
Enkele algensoorten vormen een overvloedige bron van biobrandstof.

Het proces vindt plaats in twee stappen. In de eerste stap wordt het (reeds eerder behandelde) rioolwater ingezaaid met algen. Deze slurpen in de eerste drie dagen een maximale hoeveelheid nitraten en fosfaten op en produceren in het proces lipiden – vetten dus die chemisch sterk lijken op de koolwaterstoffen in brandstof. In de volgende drie dagen produceren de uitgehongerde algen nog veel meer lipiden. Na afloop  worden de vetten uit ze geperst en omgezet in biobrandstof. De samengeperste koek die overblijft, verdwijnt in een methaantank om vergist te worden tot biogas of kan worden gebruikt om ethanol (alcohol) te maken, een andere biobrandstof.

De onderzoekers werken nu aan een vervolgproject waarbij de algen worden gekweekt in vierduizend liter vergist afvalwater. Naar verwachting kan het proces worden opgeschaald tot er duizenden kubieke meters per dag water worden verwerkt. New York ligt ter hoogte van Madrid, waardoor er ook in de winter nog redelijk veel zonlicht voor de algen is. Afvalwarmte die vrij komt bij het verbranden van biobrandstof om hiermee elektriciteit op te wekken, kan dienen om de algenvijvers in de winter op temperatuur te houden. Omdat de hoeveelheid zonlicht in Nederland in de winter te laag is, is deze vorm van afvalwaterzuivering hier helaas alleen in de zomer geschikt.

Deze toepassing is mede interessant omdat algen verschillende malen meer biobrandstof per vierkante meter opleveren dan traditionele gewassen: tussen de 6,6 en 9,4 liter per jaar. Kortom: op deze manier verandert een dure, ruimteverslindende rioolwaterzuiveringsinstallatie in een winstgevende groene benzinepomp.

Bron
New Scientist

Midden in het huis bevindt zich een grote kas waarin onder meer bananen groeien.

Bananen in hartje Rocky Mountains

En dat alles voor omgerekend minder dan vijf euro aan energie per maand. Energiepionier Amory Lovins ontwikkelde een energieneutraal huis waarin verschillende technieken samen komen. De toekomst van het wonen?

Een halve meter dikke muren. Een slimme configuratie van ramen, waardoor in de winter zonne-energie binnen komt en in de zomer wordt geweerd. Zonnepanelen, uiteraard, maar het is toch vooral de overvloedige toepassing van passieve-energie technieken die Lovins huis energieneutraal maakt. Hij heeft ook gedacht aan nuttige details als dikkere afvoerpijpen (waardoor minder energie nodig is voor pompen), een geïsoleerde deur, LED-lampjes en een warmtewisselaar om het huis te ventileren. Helaas is er in Nederland niet veel ruimte en ligt Nederland veel noordelijker dan Colorado, maar toch zijn veel ideeën van Lovin toe te passen in Nederland. Check ook deze infographic. Alles samen kostte de ombouw van zijn huis tot ecoparadijs iets meer dan een ton. Wel kreeg hij veel bowumaterialen en dergelijke gratis.

Het fusieproces, in het kort

Kernfusie met borium veel kansrijker dan gedacht

Onderzoekers naar de fusie van boor-11 met protonen (waterstofkernen) blijken al die tijd uitgegaan te zijn van een fout model. Het gevolg is dat deze vorm van kernfusie veel kansrijker is dan al die tijd gedacht.

Kernfusie is lastig
Kernfusie is veel lastiger dan kernsplijting, omdat je twee positief geladen deeltjes: de atoomkernen, met elkaar moet laten versmelten. De protonen moeten de atoomkern dan precies met de juiste energie raken. is de energie te laag, dan is de elektrische afstoting nog te hoog. Is de energie juist te hoog, dan kaatsen ze terug. Bij kernsplijting wordt gebruik gemaakt van neutronen, die niet worden afgestoten door de atoomkern. Je hebt dat probleem dan veel minder, alleen voldoende afremmen van neutronen (wat niet erg moeilijk is) is dan voldoende.

Boor-11 kernfusie
Het voordeel van aneutronische fusie (vormen van kernfusie waarbij vrijwel geen neutronen vrijkomen) is dat er veel minder radioactiviteit ontstaat (als neutronen een stabiele atoomkern raken, verandert deze vaak in een instabiele radioactieve kern, het principe van kernsplijting) en dat de deeltjes die vrijkomen elektrisch geladen zijn, dus dat je hun bewegingsenergie rechtstreeks kan aftappen.

Als boor-11 botst met een proton ontstaan drie alfadeeltjes (heliumkernen). Tot nu toe werd gedacht dat slechts één van deze drie heliumkernen een hoge snelheid kreeg. Reactoren werden dus zo gebouwd dat de elektrische energie die dit opleverde, werd afgetapt. De resultaten waren wat minder denderend, de reden dat er op dit moment maar weinig onderzoek wordt gedaan aan fusie met boor en veel onderzoekers deze vorm van fusie afschrijven als hopeloos.

Fout in model leidt tot verkeerd ontwerp reactor

Het fusieproces, in het kort
Het fusieproces, in het kort

Geen wonder. Nu blijkt uit onderzoek aan de Amerikaanse Duke Universiteit namelijk dat ze al die tijd uit zijn gegaan van een verkeerd model. Er komen bij de botsing van boor-11 en een proton niet één, zoals vanaf 1986 gedacht, maar twee snelle alfadeeltjes vrij. Als de configuratie van de reactor zo wordt veranderd dat rekening wordt gehouden met dit tweede deeltje, worden de resultaten van kernfusie met boor een stuk gunstiger. De onderzoekers hebben daardoor goede hoop dat via fusie met boor het break-even punt waarbij er meer nuttige energie uit de kernreactie wordt gehaald dan er in wordt gestopt, sneller bereikt wordt.

Opmerkelijk detail: dit was al in 1936 bekend in het Cavendish laboratorium van Rutherford. Latere generaties fysici hebben deze berekening foutief uitgevoerd, waardoor ze aan het verkeerde reactorontwerp kwamen.
Er zijn nog wel wat aanvullende “probleempjes” op te lossen. Zo moet een temperatuur van 1 miljard graden bereikt worden om boor en protonen met elkaar te laten fuseren.

Bronnen
Physorg
Physics Letters B

Toch maar doorgaan met kernenergie?

In deze verarmd-uranium granaat zit evenveel kernenergie als in duizenden vaten olie. Toch wordt dit gebruikt om oliebronnen mee te veroveren. Hoezo dom?
In deze verarmd-uranium granaat zit evenveel kernenergie als in duizenden vaten olie. Toch wordt dit gebruikt om oliebronnen mee te veroveren. Hoezo dom?


We staan op een tweesprong wat betreft kernenergie. Kerncentrales blijken ook kwetsbaar voor aardbevingen, overstromingen en stroomuitval. Hoe gaan we daarmee om?
We hebben een paar opties, met bijbehorende voor- en nadelen:

1. We gaan gewoon op dezelfde weg door. We blijven dezelfde kerncentrales bouwen. Dat wordt heel moeilijk want de omwonenden zijn geschrokken van Fukushima en eisen meer veiligheid en meer voorzorgsmaatregelen.

2. We gaan betere, superveilige kerncentrales bouwen, die nog beter bestand zijn tegen natuurrampen. Die centrales worden veel duurder. Het zal veel langer duren voordat de hoge kosten zijn terugverdiend.
En het wordt nooit helemaal veilig: dat vormt een politiek probleem.
Deze aanpak lost de problemen van de huidige centrales niet op.

3. We sluiten de oude, kwetsbare centrales. Het probleem is dat de stroom die nu nog in die centrales wordt opgewekt, gebruikt wordt.
De oude kerncentrales, die nu in Duitsland zijn stilgelegd, zijn misschien niet essentieel voor de Duitse energievoorziening, maar ze maken deel uit van een groot internationaal netwerk, waarin elektriciteit wordt verhandeld.
Een importeur van elektriciteit (Italië bijv.) kan nu moeilijker voldoende energie vinden.
Als Rusland oude, onveilige kerncentrales vervangt door gasgestookte centrales, dan komt de export van aardgas naar Europa in de knel.
Groot-Brittannië kampt al met een tekort aan aardgas: sluiten van de oude kerncentrales kan leiden tot elektriciteits-tekorten en stroomuitval.

4. Stoppen met de bouw van nieuwe kerncentrales en sluiten van oude onveilige centrales. Er zijn nu te weinig betrouwbare alternatieven. Slechts enkele landen kunnen zich deze veilige oplossing veroorloven.

Overige opmerkingen:
De uitgewerkte radioactieve splijtstof moeten worden opgeslagen in koelbassins, die ook veilig blijven bij aardbevingen en burgeroorlogen.

Een combinatie van optie 2 en 3 lijkt de aangewezen weg. Maar de gevolgen voor de elektriciteitsvoorziening zijn groot.

Daarom is het slimmer, toch kernenergie te blijven inzetten.

Er bestaat ook peak wind, zegt klimaatfysicus Axel Kleidan.

‘Windenergie en golfslag helemaal niet hernieuwbaar’

Aanhangers van alternatieve energiebronnen prijzen graag windenergie en golfslagenergie aan als DE oplossing van onze afhankelijkheid van fossiele, vervuilende energiebronnen. Maar hebben ze wel gelijk? Nee, zegt een natuurkundige. We putten zo namelijk de schaarse vrije energie op aarde uit.

Vrije energie en totale energie
Niet alle joules zijn gelijk geschapen. Alleen met bepaalde vormen van energie is nuttige arbeid te verrichten. De energieinhoud van een tropische oceaan is bijvoorbeeld enorm, maar kan pas afgetapt worden als er een koudereservoir in de buurt is. Vandaar dat natuur- en scheikundigen onderscheid maken tussen totale energie en vrije energie. Vrije energie is het deel van alle energie dat om te zetten is in een andere vorm van energie. Elektriciteit en beweging zijn een goede voorbeelden van pure vrije energie. Alle bewegingsenergie of elektrische energie is namelijk af te tappen zonder dat er warmte vrijkomt.

Windenergie en golfslagenergie tappen vrije energie af
De redenatie van Axel Kleidan van het Max Planck Instituut voor Biogeochemie in het Duitse Jena, is als volgt.

Er bestaat ook peak wind, zegt klimaatfysicus Axel Kleidan.
Er bestaat ook peak wind, zegt klimaatfysicus Axel Kleidan.

Wind ontstaat door luchtdrukverschillen. Deze op hun beurt worden weer veroorzaakt door ongelijkmatige verhitting van het aardoppervlak. Zo zal een watermassa de temperatuursschommelingen matigen een een onbegroeide woestijn sterk opwarmen en afkoelen. Golfslag is dan weer het gevolg van winden. Stel, we zouden alle wind- en golfslagenergie op aarde af gaan tappen. Dat zou namelijk nodig zijn, willen we ons fossiele energieverbruik (op dit moment 17 terawatt, TW) vervangen door wind en golfslagenergie. 17 TW is veel: meer vrije energie dan er bijvoorbeeld wereldwijd uit vulkanen en geisers vrijkomt.

Dan zou dit betekenen dat er minder vrije energie beaschikbaar is in de atmosfeer. Op dit moment wordt die vrije energie benut om lucht of water te mengen. Dit mengingsproces zal stil komen te liggen met als gevolg een deken van verstikkende, stilstaande lucht en een zee waarin onvoldoende menging plaatsvindt (met als mogelijk gevolg dode zones).Op dit moment wordt maar een kleine fractie van het potentieel aan windenergie (enkele tientallen TW) geoogst. Zou dit echter toenemen tot een aanzienlijk deel van de totale hoeveelheid wind, dan voorziet Kleidan moeilijkheden. De totale hoeveelheid wind zou afnemen, wat ook de efficiëntie van windmolens af zou doen laten nemen.

Zonne-energie: wel een oplossing
Kleidan ziet twee bronnen van alternatieve energie die wel op grote schaal toepasbaar zijn. Om te beginnen: zonne-energie. Vooral in de woestijnen worden grote hoeveelheden vrije energie (de zonnestraling) rechtstreeks omgezet in warmte. Het massaal plaatsen van zonnepanelen in de woestijn zou hiermee een goede manier zijn om vrije energie te onttrekken zonder dat dit klimaatconsequenties heeft. Wel zullen deze panelen efficiënter moeten zijn dan die nu worden gebruikt. Ook moeten we niet vergeten dat alle vrije energie uiteindelijk eindigt als warmte. We kunnen ook indirect zonne-energie benutten door de woestijnen vol te zetten met groene planten. Ook dit zou de hoeveelheid vrije energie vergroten zonder dat die wordt onttrokken aan de rest van hete ecosysteem, integendeel zelfs.

Een probleem is wel dat voor moderne zonnepanelen schaarse metalen nodig zijn als selenium, indium en tellurium. Zonne-energie onderzoekers moeten zich, stellen diverse onderzoekers, dan ook richten op zonnecelontwerpen waar veel voorkomende elementen zoals ijzer, koper of silicium in verwerkt worden.

Bronnen
New Scientist
Earth System Dynamics

De verkoop van de Jeep Wrangler, één van de grootste brandstofslurpers, is ingestort. Tijd voor de genadeslag.

Brandstofprijs veel te laag

Automobilisten klagen steen en been over de hoge benzineprijs, maar er rijden nog veel te veel brandstofslurpende PC Hooftstraat-tractoren op de weg. Tijd voor flink wat extra accijns op de benzine en diesel.

Aardolie: einde komt snel

De verkoop van de Jeep Wrangler, één van de grootste brandstofslurpers, is ingestort. Tijd voor de genadeslag.
De verkoop van de Jeep Wrangler, één van de grootste brandstofslurpers, is ingestort. Tijd voor de genadeslag.

Aardolie, zo wordt steeds meer duidelijk, wordt schaars. Niet dat alle aardolie ooit op zal zijn, maar op een gegeven moment kost het meer energie om de resterende aardolie uit de rots te persen dan het oplevert om de aardolie op te stoken: een EREOI kleiner dan 1. Vanaf dat punt (eigenlijk al eerder, denk aan bijkomende kosten) houdt aardolie effectief op een energiebron te zijn.
Voorspellingen over grenzen aan de olieproductie zijn niet nieuw. Na de lage olieprijzen in de jaren zestig kwam de eerste oliecrisis in 1973 als een schok. Voor het eerst werd toen duidelijk dat aardolie een schaarse en eindige hulpbron is. In feite kwam pas een einde aan de recessie toen in de jaren tachtig en negentig de aardolieproductie flink steeg. Dit suste de consumenten in slaap. Dit tijd is nu voorbij.De olieprijzen zijn nu hoog en dat zullen ze blijven, tot elektrisch vervoer of de waterstofeconomie echt doorbreekt.

Verborgen kosten van aardolie
Het gevaar van CO2 wordt sterk overdreven. Een veel belangrijker argument is dat aardoliewinning het milieu zwaar vervuilt en ons sterk afhankelijk maakt van dictatoriaal geregeerde landen. Dankzij een lage olieprijs was de Sovjetunie gedwongen te democratiseren. Op dit moment wordt er in Europa per jaar zeshonderdvijftig miljard euro per jaar uitgegeven aan olie. Dit geld komt terecht in landen als Saoedi-Arabië, Rusland en Iran, die met dit geld hun eigen bevolking onderdrukken en buurlanden terroriseren. De hoogstnoodzakelijke revolutie in deze landen wordt uitgesteld omdat het regime sociale rust kan kopen. Tegelijkertijd wordt de Europese economie leeggezogen.

Harde crash of zachte landing?
De vorige regering heeft de belasting op aanschaf van een extreem zuinige auto sterk verlaagd en de brandstofaccijns verhoogd – een van haar weinige echt verstandige beslissingen. Helaas is de benzine en diesel nog steeds veel te goedkoop. Een liter van deze kostbare, onvervangbare grondstof kost nu rond de € 1,60. Hiervan is 72 cent belasting. Toch zie je nog steeds veel auto’s op de weg met maar een bestuurder er in. Ook zie je nog steeds zware protserige SUV’s. Klaarblijkelijk kan het nog steeds uit om met deze blikken monsters rond te rijden. Tijd dus om de accijns te verdubbelen. Waarschijnlijk zal een benzineprijs van € 2,30 of meer leiden tot een verstandiger autoverbruik en een snelle overstap naar elektrische alternatieven. Zelfs de persluchtauto, wanneer gekoppeld aan wind en zon, zou een uitstekend alternatief vormen. Burgers worden zo op tijd gestimuleerd om zuinige rijgewoontes aan te leren en vaker samen te rijden. Ook zullen ze brandstofverslinders alleen als ze heel erg nodig een meisje willen versieren, de garage uit rijden. Als olie dan echt schaars gaat worden, zijn we in ieder geval op tijd voorbereid op het olieloze tijdperk.

Grenzen aan de groei: graanproduktie


De stijgende voedselprijzen worden niet alleen veroorzaakt door speculanten. Het aanbod aan voedsel kan niet langer de stijgende vraag bijbenen. De vraag stijgt door toegenomen welvaart in opkomende economieën en door het gebruik van biobrandstoffen.
Het aanbod blijft achter door een aantal oorzaken.

1. Misoogsten: je kunt de slechte Russische graanoogst in 2010 wijten aan klimaatverandering of aan een toevallige speling van de natuur. Maar feit is dat de oogst 35% lager was dan in 2009. Die oogst was al lager dan in 2008.

2. Tekorten aan grondwater voor irrigatie. In China, India, Saoedi-Arabië en andere landen daalt het grondwaterpeil. Men pompt meer water omhoog dan de natuur kan aanvullen. Wereldwijd wordt er zoveel water opgepompt dat dit zelfs een kwart van de zeespiegelstijging kan verklaren. Saoedi-Arabië moet binnenkort stoppen met de produktie van graan, omdat er te weinig grondwater is.
Het gebrek aan grondwater in China en Afrika leidt tot verdroging en versnelde erosie.

3. Opbrengsten kunnen niet verder worden verhoogd.
Door mechanisatie, irrigatie en toepassen van kunstmest en bestrijdingsmiddelen is de opbrengst tijdens de 20e eeuw sterk verbeterd. Maar deze Groen Revolutie loopt op zijn einde. De opbrengst per hectare kan niet verder worden verhoogd door nieuwe technologieën. Juist op het moment dat er meer graan verbruikt wordt voor biobrandstof en veeteelt, wordt de maximale opbrengst bereikt.

Lees verder op Cassandraclub

Natriumionen zijn rood, chloorionen blauw. In vier fases wordt het concentratieverschil tussen zoet water (fase 1) en zout water (fase 3) uitgebuit.

De entropiebatterij: energie uit zeewater

Veel lezers hebben al gehoord van blauwe energie: energie die vrijkomt door het mengen van zout en zoet water. Helaas vergt deze techniek dure en zeer snel dichtslibbende membranen. De entropiebatterij kent deze nadelen niet. Eindelijk een overvloedige hernieuwbare energiebron voor Nederland?

Blauwe energie: een welkome energiebron in de winter
Blauwe energie staat in onder meer Nederland sterk in de belangstelling. Geen wonder. Blauwe stroom genereert stroom door op een vernuftige manier zout met zoet water te mengen en zo het verschil in zoutconcentratie in energie om te zetten.

Natriumionen zijn rood, chloorionen blauw. In vier fases wordt het concentratieverschil tussen zoet water (fase 1) en zout water (fase 3) uitgebuit.
Natriumionen zijn rood, chloorionen blauw. In vier fases wordt het concentratieverschil tussen zoet water (fase 1) en zout water (fase 3) uitgebuit.

In theorie kan dit tot een kwart kilowattuur stroom per kubieke meter zoet water opleveren. Behoorlijk veel energie dus, want de grootste rivier van Nederland, de Rijn, levert per seconde al 2200 kubieke meter water. In theorie is dit (met de Maas en andere zoetwaterbronnen er bij gerekend) bij volledige benutting 3,3 gigawatt, een zesde van de totale capaciteit in Nederland. Wat deze energiebron extra interessant maakt is dat in de winter, als er zeer weinig zonne-energie is,  de wateraanvoer groter is dan in de zomer en dat het gaat om een redelijk constante bron van energie.

Ook een prettige bijkomstigheid is dat er doorgaans grote steden aan riviermondingen liggen. Erg ver hoeft de stroom dus niet getransporteerd te worden.

Geen wonder dus dat er in Nederland meerdere proefprojecten zijn gestart of in voorbereiding zijn, onder andere bij de Afsluitdijk en de Friese plaats Harlingen. Probleem is en blijft echter dat de huidige technieken gebruik maken van een filter dat snel vervuild raakt. Dit zware technische obstakel remt de ontwikkeling.

Entropiebatterij
De entropiebatterij die ontwikkeld is aan de de Amerikaanse universiteiten Stanford en Penn, werkt op een andere manier. De batterij bestaat uit twee elektrodes, één met een complex mangaanoxide (die alleen de positief geladen natriumionen aantrekt) en een zilverelektrode (die alleen de negatief geladen chloride-ionen aantrekt). Beide elektroden hangen in water.

De batterij doorloopt een cyclus van vier fases. In de eerste fase stroomt zoet water door de batterij. De natrium- en chloorionen maken zich los van de elektroden tot de elektroden vrijwel ‘leeg’ zijn. Dit kost energie maar gebeurt toch, omdat de ionen in het water veel meer bewegingsvrijheid hebben (de kans is veel groter dat een ion zich van de elektrode losmaakt dan dat één van de schaarse ionen in zoet water de elektrode weer vindt). Een klassiek voorbeeld van entropie.
In de tweede fase wordt het zoete water langzaam vervangen door zout water. De Cl- (chloorionen) stromen naar de zilverelektrode en de Na+-ionen naar de mangaanoxide-elektrode. Daardoor krijgt de zilverelektrode een negatieve lading en de mangaandioxide-elektrode een positieve lading.
In de derde fase bereikt het zoute water zijn maximale concentratie. De elektroden zijn nu verzadigd met ionen en sterk geladen, waardoor ze stroom leveren.  In de vierde fase, tenslotte, wordt het zeewater langzaam vervangen door zoetwater. Door deze cyclus wordt per saldo het verschil in concentratie tussen zoet en zout afgetapt.

Het water koelt iets af; de onttrokken warmte wordt omgezet in stroom. Thermodynamisch is in principe het omzetten van warmte in vrije energie (zoals elektriciteit) onmogelijk. Alleen omdat de wanorde (entropie) in het water toeneemt door het mengen van zout en zoet en de entropie (wanorde) dus toch nog stijgt, is dit mogelijk.

Dit systeem is met een half kilowattuur per kubieke meter water, 75% van het theoretisch maximale rendement ook aanmerkelijk efficiënter dan het systeem dat nu in o.m. Nederland wordt onderzocht, althans, beweren de onderzoekers. Ze denken de opbrengst zelfs te kunnen verhogen tot 85% van het potentieel. Kortom: dit systeem zou wel eens van doorslaggevend belang kunnen zijn voor de Nederlandse energievoorziening.

Bronnen
Stanford-Nano Letters
Physorg

De lichte, zoete Libische olie is voor Europa wat onversneden heroïne voor een junk is.

Laten we het eens over olie hebben

De lichte, zoete Libische olie is voor Europa wat onversneden heroïne voor een junk is.
De lichte, zoete Libische olie is voor Europa wat onversneden heroïne voor een junk is.

Meer dan driekwart van de Libische olie, ongeveer 1 miljoen vaten per dag, is bestemd voor de Europese markt. Het is dan ook begrijpelijk dat Europa heel snel de normale gang van zaken wil herstellen. Een langslepende burgeroorlog in Libië kan de Europese economie ernstig schaden. Europa kan niet maandenlang met 1 miljoen vaten olie minder toe. De snelle besluitvorming in de Veiligheidsraad is heel begrijpelijk.

Saoedi-Arabië heeft de produktie wel wat opgeschroefd, maar die zware Saoedische olie moet van verder komen en we kunnen er minder benzine en kerosine uithalen. We hebben er niet zoveel aan.

‘We’ hebben ervoor gekozen om de opstandelingen een handje te helpen om Khadaffi te verjagen. Daarmee hoopt Europa op de sympathie van de ‘toekomstige machthebbers’ in Libië. Als wij hen helpen in de burgeroorlog, dan zullen zij straks zo snel mogelijk de toevoer van de lichte zoete Libische olie aan Europa herstellen.

lees verder op Cassandraclub

In sommige SMES-systemen worden de spoelen in een ring geplaatst.

Energieopslag in een supergeleider

Duurzame energie, bijvoorbeeld wind en zon, is er genoeg. Het probleem is dat de aanvoer van energie heel ongelijkmatig is. Dit wordt op dit moment opgevangen met gascentrales. Supergeleiders slaan de energie in een magneetveld op. DE oplossing voor onze energie-opslagproblemen?

Wat zijn supergeleiders?
Supergeleiders, ontdekt door de Leidse natuurkundige Kamerlingh Onnes in 1911, zijn materialen die onder een bepaalde kritische temperatuur al hun weerstand voor elektrische stroom verliezen. In theorie kan een stroom in een supergeleidende ring dus letterlijk oneindig lang, tot het einde van het heelal in de huidige vorm, blijven doorcirkelen.Een andere bekende eigenschap is het Meissner-effect: supergeleiders drukken alle magneetvelden binnen de supergeleider weg. Een magneet blijft boven een supergeleider zweven. Immers elke verandering in magneetveld wekt een elektrische stroom op die de verandering tegenwerkt; door die nooit stoppende stroom, ontstaat er een tegen-magneetveld dat door nieuwe interacties (technisch gesproken kan een magnetisch veld geen arbeid  verrichten) zorgt voor de afstoting.

Alle bekende supergeleiders moeten hiervoor extreem worden gekoeld: het temperatuurrecord staat op bijna 130 kelvin, dat is 140 graden onder nul, voor hoge-temperatuur supergeleiders. Helaas kan er door deze groep materialen maar weinig stroom vloeien: voor echt hoge stroomsterktes, zoals nodig zijn voor energieopslag, moeten technici uitwijken naar conventionele supergeleidende materialen zoals niobium of kwik die pas ruim onder de twintig kelvin, het kookpunt van waterstof, supergeleidend worden (de uitzondering: magnesiumboride met 39 K, de vraag is alleen of dit wel een conventionele supergeleider is). De vervelende consequentie is dat schaars en duur vloeibaar helium nodig is om lage-temperatuur supergeleiders tot onder de twintig kelvin te koelen, hoewel er alternatieve methoden zijn, denk aan magneetkoeling. Uiteraard wordt er voortdurend gezocht naar supergeleiders die minder te lijden hebben van deze beperkingen. Inderdaad zijn er nu enkele bulk-hoge temperatuur supergeleiders bekend.

Wat veroorzaakt supergeleiding?
Onderzoekers denken dat elektronen zogeheten Cooperparen vormen die weerstandsloos door het metaal kunnen vloeien (de BCS-theorie). Boven de kritische temperatuur worden deze paren uiteengeslagen door warmtetrillingen. Enige twijfels aan deze theorie rezen toen Müller en Berdnoz een materiaal ontdekten dat boven de maximale kritische temperatuur van de BCS-theorie supergeleiding toonde en er steeds meer hoge-temperatuur supergeleiders werden ontdekt. De theorie is sindsdien aangepast.

Misschien is het beter de tegenovergestelde vraag te stellen: wat veroorzaakt weerstand in een materiaal? Dit zijn de ongelijkmatigheden in de invloeden die elektronen ondervinden als ze door het atoomrooster zwerven en waarop ze botsen. Al weten we nu meer dan Kamerlingh Onnes, precies honderd jaar na de ontdekking is supergeleiding nog steeds een raadsel.

SMES: energie opslaan in een magneetveld
Een ijzeren wet is: waar stroom loopt, ontstaat een magneetveld. Minder bekend is dat er energie opgeslagen kan worden in een magneetveld.

In sommige SMES-systemen worden de spoelen in een ring geplaatst.
In sommige SMES-systemen worden de spoelen in een ring geplaatst.

Elke keer als een zware elektromotor aan- of uit wordt geschakeld, ontstaat daarom een enorme vonk. Dit is de magnetische energie die vrij komt. Door een zeer sterke stroom op te wekken en die door te laten lopen, ontstaat een permanent magneetveld dat energie opslaat. Als de stroom vermindert, dumpt het magneetveld de energie weer voor een deel terug in de stroom. Dit is het principe van de SMES: de supergeleidende magnetische energieopslag. In een supergeleider zijn de verliezen nul, dus dit systeem is verreweg de efficiëntste accu die we hebben: in de praktijk (er zijn verliezen door de overige onderdelen en door radiostraling) kan 95% van alle ingaande energie er weer uit worden gehaald. Een SMES ziet er uit als een enorme platte spoel.

Hoeveel energie kan een SMES opslaan?
Drie factoren bepalen hoeveel energie de SMES opslaat: de stroomsterkte (kwadratisch, zelfs; een verdrievoudiging van de stroomsterkte betekent negen keer zoveel energie), het aantal windingen van de draad (ook een kwadratisch effect) en de oppervlakte van de spoel. Om een idee te geven: een SMES, bestaande uit één vierkante meter spoel met duizend wikkelingen waar één ampère stroom doorheen gaat, slaat ongeveer zestig joule op (je bewegingsenergie als je wandelt).

Helaas kan de stroomsterkte niet ongestraft extreem worden opgevoerd. Per supergeleidend materiaal is er een maximale stroomsterkte en maximale magneetveld-sterkte die het materiaal aankan zonder de supergeleidende eigenschappen te verliezen. Om een miljoen kilowattuur in een spoel op te slaan moet de spoel ongeveer honderdzestig kilometer omtrek hebben. Mede gezien de enorm sterke magnetische velden die een SMES genereert, wat minder geschikt voor dichtbevolkt gebied, maar in woestijngebieden of diep onder de grond of zeebodem zou dit goed kunnen. Helaas zijn de materialen waaruit het supergeleidende materiaal van de SMES wordt vervaardigd nogal schaars en duur, maar wordt een goedkope bulk-supergeleider ontdekt die boven het kookpunt van waterstof nog blijft werken, dan is dit probleem opgelost.