energie

De Perzische Golf bevat meer dan de helft van alle bekende olievoorraden in de wereld.

Sinister schaakspel in de Perzische Golf

De bezetting van de overwegend sji’ietische eilandstaat Bahrein door het Saoedische leger is de laatste zet in een zich al langer ontwikkelend geopolitiek schaakspel. Voorlopig is Iran aan de winnende hand. Het land kan alleen overleven als het greep krijgt op de immense olievoorraden in buurland Irak. Escalatie dreigt.

Enorme olie- en gasvoorraden
De grootste olievoorraden ter wereld bevinden zich in een hoefijzervormig gebied dat rond de Perzische Golf ligt.

De Perzische Golf bevat meer dan de helft van alle bekende olievoorraden in de wereld.
De Perzische Golf bevat meer dan de helft van alle bekende olievoorraden in de wereld.

De ene punt van het hoefijzer begint bij de grens van Oman en de Verenigde Arabische Emiraten en strekt zich via de oostkust van de fundamentalistische dictatuur Saoedi-Arabië, Koeweit en Irak tot het aangrenzende Iraanse gebied: Khoezestan. Ten noorden van Qatar ligt een gigantisch gasveld, het grootste ter wereld. De Perzische Golf is daarom voor de wereldolietoevoer van levensbelang: ongeveer een derde van alle aardolie komt hier vandaan. Meer dan de helft van alle aardoliereserves – voor zover we weten – bevinden zich in dit gebied. De directe oorzaak voor de intense Amerikaanse bemoeienis met dit gebied.

Soennieten en sji’ieten
De Perzische Golf scheidt ook soennieten en sji’ieten, de twee voornaamste sektes binnen de islam die elkaar doorgaans vijandig gezind zijn. Aan de zuidelijke, Arabische kant beheersen soennieten de politiek, aan de noordelijke kant ligt het sji’ietische hartland, Iran. Buitenbeentje is Oman, het enige islamitische land waar ibadieten (een minder irrationele islamitische sekte) de meerderheid vormen. De reden dat dit land minder slecht bestuurd wordt dan de overige Arabische landen. In de eilandstaat Bahrein vormen sji’ieten de meerderheid, maar er heerst een soennitisch vorstenhuis. In Irak bestaat zestig procent van de bevolking uit sji’ieten. In de overige landen vormen gastarbeiders en soennieten de meerderheid, al zijn er grote sji’ietische minderheden die worden gediscrimineerd en onderdrukt.

Sji’ieten vormen hefboom
De Iraniërs zijn niet erg dol op Saoedi-Arabië, beheerst door extremistische soennieten, en hun bondgenoot, de Verenigde Staten. Iran wordt vrijwel geheel omringd door vijandige landen, al heeft het land veel  invloed in noorderbuur Azerbeidzjan en staat het op vriendschappelijke voet met buurland Turkije. In de overige landen bevinden zich overal Amerikaanse legerbases.
Iran beschikt over een hefboom om de Amerikaanse greep op de Perzische Golf te verminderen: de sji’ietische minderheden (in Bahrein en Irak meerderheden). De onrust onder deze mensen komt Iran dus erg goed uit.

Geostrategische doelen van Iran
Een probleem voor Iran is dat de olievoorraden liggen in de grensstreek met Irak, Khuzestan. Hier wonen sji’ietische Arabieren, geen Perzen en de Amerikanen doen hier vermoedelijk hun best hier de etnische onrust op te stoken. De hoofdprijs voor Iran is daarom buurland Irak, want zo wordt de westgrens en Khuzestan veilig. De meerderheid van de Irakezen is sji’iet. Ook bevat Irak enorme olievoorraden, veel meer dan in Iran zelf.

De voornaamste bondgenoot voor de Iraakse soennieten is Saoedi-Arabië. Dit land verzwakken of vernietigen is voor Iran dan ook erg belangrijk, want zo kan het land de soennitische minderheid uitschakelen (de Koerden hebben Iran nodig als tegenwicht tegen Turkije en hebben, gezien de uiterst wrede behandeling door de Arabische soennieten, weinig sympathie voor deze groep). Als Iran er in slaagt Bahrein in handen te krijgen, is het land in staat om Saoedi-Arabië totaal af te knellen. Vanaf Bahrein, dat over een grote haven beschikt, kan het land in recordtijd de belangrijkste Saoedische olievelden, waaronder het reuzenveld Ghawar, onder de voet lopen. Hier is een goed excuus voor: in al deze gebieden wonen onderdrukte sji’ieten. Vermoedelijk zal Iran dan niet doen, maar de dreiging is al voldoende om de al-Saoeds tot flinke concessies te bewegen, bijvoorbeeld het opgeven van Irak.
Daartegenover staat dat in de haven van Bahrein de Amerikaanse Vijfde Vloot ligt. Een directe aanval op Bahrein zal het Iraanse leger dus niet snel proberen

Window of opportunity
In de islamitische wereld wordt de Amerikaanse president Obama gezien als zwak en incompetent en bestaat de indruk dat er nu meer speelruimte is dan onder de vorige president. De Amerikanen zitten diep in de schulden en kunnen zich niet niet nog een oorlog zoals in Irak veroorloven. Zeker niet als daardoor de prijzen van aardolie exploderen en een nieuwe recessie ontstaat.Voor de Amerikanen is de goedkoopste en effectiefste oplossing dat de lokale despoten hun lastige onderdanen (of die van buurstaten, zoals nu gebeurt door het Saoedische leger in Bahrein) met grof geweld onder de voet lopen. Uiteraard vergezeld van diplomatieke berispingen, maar met stilzwijgende aanmoediging. Hoe gerechtvaardigd de eisen van de onderdrukte bevolking ook zijn. Dit is uiteraard niet goed voor de geloofwaardigheid in eigen land of die in de rest van de wereld als hoeder van de democratie en de mensenrechten, maar stelt wel de toevoer van aardolie veilig.
Geopolitiek is uiteraard de beste oplossing voor de Verenigde Staten en de rest van de niet-olieproducerende wereld om onder de afhankelijkheid van aardolie zien uit te komen en af te rekenen met de mensonterende regimes in dit gebied, maar helaas heeft de gevestigde orde te veel belangen in de olie-industrie.

Nanogeheugen bespaart tot 99% stroom. Stroomstootjes veranderen het materiaal tussen de twee nanobuisjes.

Computergeheugen bespaart 99% energie

Met een opmerkelijke doorbraak wordt computergeheugen nu honderd keer zo zuinig. Hiermee worden laptops zo energiezuinig dat ze in principe nooit meer opgeladen hoeven te worden. Nu nog wat slimmers bedenken voor de energieslurpende processoren en het beeldscherm vervangen door elektronisch papier.

Iedere gefrustreerde bezitter van een laptop weet het uit bittere ondervinding. Na twee tot misschien tien uur is het einde oefening voor de uitgeputte batterij van het apparaat. Deze moet snel aan het stroominfuus, wil je  ongestoord verder wilt werken aan je verslag, topwebsite of magistrale roman.
Helaas zijn oplaadpunten schaars en onhandig. De voor de hand liggende oplossing van dit probleem is dus het stroomverbruik van de laptop of mobieltje verminderen. Traditioneel vereisen de processors en het beeldscherm veel stroom, maar nu deze steeds energiezuiniger worden en de computers steeds sneller,  slokt het geheugen een steeds groter aandeel van het stroomverbruik op. En loopt veel kans op doorbranden.

Zuiniger, kleiner en stabieler
Met een opmerkelijke doorbraak zijn een viertal onderzoekers, Feng Xiong, Albert Liao, David Estrada en Eric Pop er nu in geslaagd het stroomverbruik van het geheugen tot één procent van het standaard verbruik terug te brengen.

Nanogeheugen bespaart tot 99% stroom. Stroomstootjes veranderen het materiaal tussen de twee nanobuisjes.
Nanogeheugen bespaart tot 99% stroom. Stroomstootjes veranderen het materiaal tussen de twee nanobuisjes.

Het geheim: de geheugenopslageenheden kleiner maken. De onderzoekers deden dit door gebruik te maken van koolstofnanobuisjes, waartussen kleine blokjes phase-change materials (PCM) hangen. PCM’s zijn een soort warmtebatterijen die smelten als ze warmte opnemen en vast worden als ze die weer afstaan – nadat ze een signaal hebben gekregen. U kent ze wellicht als die handige zakjes die je door een metalen ring te knikken kan laten stollen en zo warm laat worden. Je kan ze weer laten smelten, ‘opladen’, door ze in een pan met heet water te leggen.
De weerstand van de PCM die de onderzoekers kozen, verandert door hoge spanningspieken. Deze zeer kleine elementjes verbruiken maar een procent van de hoeveelheid stroom van een standaard geheugenelement omdat ze veel kleiner zijn. Dat is nog niet eens alle goede nieuws. Ze zijn ook nog eens veel stabieler dan  standaard geheugenelementen omdat ze hun informatie niet opslaan als elektrische of magnetische lading, maar door de atomen onderling van positie te veranderen. Ook ideaal voor gebruik in fabrieksomgevingen en de ruimte dus, waar kosmische straling en sterke magneetvelden schering en inslag zijn.

Laptop hoeft nooit meer opgeladen te worden
Als ook het verbruik van de processor en het beeldscherm flink omlaag kan, komt de tijd dichterbij dat laptops helemaal niet meer opgeladen hoeven te worden. In de buurt van het apparaat is er dan voldoende energie beschikbaar. Denk aan licht, temperatuursverschillen en dergelijke. Als het verbruik van een laptop onder een watt komt te liggen – minder dan een fietslampje gebruikt – kan dat ook. Je zou zelfs de energie van het typen of het heen en weer schudden van de laptop tijdens het dragen, kunnen gebruiken om de laptop mee op te laden.  Ongeveer zoals kinematische horloges zichzelf voeden door het voortdurende lopen en schudden van de trotse bezitter. Volgens het enthousiaste viertal hebben ze nog lang niet de bodem van de mogelijkheden bereikt. Ze denken dat het verbruik nog eens met factor tien omlaag kan. Dit systeem is uiteraard ook uiterst interessant voor de enorme computer – en datacentra. Naar schatting zijn computersystemen nu al verantwoordelijk voor enkele procenten van het totale energiegebruik in landen met intensief computergebruik zoals Nederland en de VS en dit percentage stijgt gestaag.

Bronnen:
Science Daily
Science Magazine

Enceladus zoals gefotografeerd van Voyager is maar klein, maar herbergt nog veel geheimen.

‘Enceladus onverklaarbaar heet’

Het kleine ijsmaantje Enceladus is veel actiever op de zuidpool dan volgens berekeningen kan. Wat is er aan de hand op deze verre satelliet van Saturnus?

Enceladus: niet voor zonliefhebbers
Enceladus is een extreem koude ijsbal van ongeveer vijfhonderd kilometer in doorsnede. Maximumtemperatuur in hartje zomer: tweehonderd graden onder nul.  De zwaartekracht is bijna microscopisch laag. Omdat het maantje voor een groot deel uit ijs bestaat – en vermoedelijk veel water onder de dikke ijskap bevat – achten onderzoekers Enceladus een interessante kandidaat voor buitenaards leven. Het zuidpoolgebied bevat een aantal raadselachtige lijnen, waar geisers vloeibaar water de ruimte in sproeien.

Enceladus zoals gefotografeerd van Voyager is maar klein, maar herbergt nog veel geheimen.
Enceladus, hier gefotografeerd door Voyager, is maar klein, maar herbergt nog veel geheimen.

Metingen van de infraroodmeter van satelliet Cassini laten zien dat er in het zuidpoolgebied veel meer warmte vrij komt dan voorspeld uit berekeningen: 15,8 miljard watt, twintig maal zoveel als alle hete bronnen in Yellowstone National Park (in feite de krater van een slapende reuzenvulkaan) produceren of tweederde van het vermogen van alle elektriciteitscentrales in Nederland samen. Saturnus (en dus ook Enceladus) staat zeer ver van de zon: de zon heeft op Saturnus maar één procent van de kracht hier op aarde. Op grond van deze metingen zijn ook de grootste sceptici nu overtuigd dat er echt een oceaan van vloeibaar water bestaat in Enceladus.

Geheimzinnige hittebron
Kortom: iets moet deze extreem grote warmteproductie veroorzaken. Getijde-effecten  zijn uitgesloten, deze leveren hooguit anderhalf miljard watt. Radioactief verval (op aarde de drijvende kracht van vulkanen en aardwarmte) maximaal 0,3 miljard watt. Onderzoekers geloven niet in een nulpuntsenergiecentrale van aliens, maar denken nu dat Enceladus een ingewikkelde driehoeksrelatie heeft met buurmaan Dione en Saturnus. Door ingewikkelde zwaartekrachtsinteracties tussen deze drie hemellichamen, waardoor Enceladus geregeld wordt gekneed, zou de huidige sterke activiteit verklaard worden en afgewisseld worden door langere perioden inactiviteit. Dat we Enceladus net in een actieve fase aantreffen zou dan toeval zijn.

Metingen van Cassini aan de waterpluimen die Enceladus uitstoot wezen uit dat ze veel opgeloste zouten en organische stoffen bevatten. Sommige exobiologen willen daarom dat een satelliet monsters neemt van zo’n pluim om uit te zoeken of Enceladus buitenaards leven bevat. Diep graven, zoals op Jupiters ijsmaan Europa moet, is dan niet nodig.

Bron: Physorg

Honderd ordes van grootte: de energie van quantum tot quasar.

De energie van (bijna) alles

Energie speelt een allesoverheersende rol in ons leven, wat heet, in het hele universum. Energie komt voor in hoeveelheden die zo klein zijn dat we ze alleen met extreem gevoelige apparatuur kunnen waarnemen, tot energieuitbarstingen die een compleet heelal uit het niets kunnen toveren.

Hieronder een plaatje met de energie van alles, variërend van een stilstaand foton tot het universum (klik voor de volledige vergroting).

Honderd ordes van grootte: de energie van quantum tot quasar.
Honderd ordes van grootte: de energie van quantum tot quasar. Klik voor volledige grootte.
Cerenkovstraling rond een reactorkern. Deze straling, veroorzaakt door subatomaire deeltjes doe sneller reizen dan het licht in (hier) water, komt vaak vrij bij de opwekking van kernenergie.

Kernenergie: redder uit de energie-nood?

Fossiele brandstoffen raken nu in hoog tempo op. Vooral op hogere breedtes, wil het nog niet erg opschieten met zonne-energie. Kan kernenergie ons redden uit de nood?

Wat is het principe van kernenergie?

Kernenergie maakt gebruik van de energie in atoomkernen.
De kracht waarmee deeltjes in de atoomkern elkaar aantrekken en afstoten is de sterke kernkracht. Deze kracht is vele ordes van grootte groter, dan de krachten die verantwoordelijk zijn voor chemische reacties. Daarom komt er miljoenen malen meer energie vrij als een kilo uranium wordt gesplitst, dan als een kilo uranium wordt verbrand tot uraniumoxide.

IJzerkernen, die met bijna zestig kerndeeltjes middelzwaar zijn, zijn energetisch gezien het gunstigst.

Cerenkovstraling rond een reactorkern. Deze straling, veroorzaakt door subatomaire deeltjes doe sneller reizen dan het licht in (hier) water, komt vaak vrij bij de opwekking van kernenergie.
Cerenkovstraling rond een reactorkern. Deze straling, veroorzaakt door subatomaire deeltjes die sneller reizen dan het licht in (hier) water, komt vaak vrij bij de opwekking van kernenergie. Bron

Er komt dus energie vrij als grote kernen (zoals die van uranium met 235 of 238 kerndeeltjes) gesplitst worden in kleinere (kernsplijting). Of als kleine kernen (zoals die van waterstof met maar één of twee kerndeeltjes)  samensmelten tot grotere (kernfusie). In beide gevallen komen de nieuwe kernen dichter in de buurt van ijzer. Kernfusie is zeer lastig onder controle te brengen. Zestig jaren van intensief onderzoek hebben nog steeds geen werkende kernfusiecentrale opgeleverd. In de praktijk is kernsplijting de enige vorm van kernenergie die we kunnen gebruiken. Als je waterstofbommen niet meerekent, dan.

Instabiele kernen

Van sommige zware atoomsoorten (zoals uranium-235) zijn de kernen metastabiel. Als er een extra kerndeeltje zoals een neutron bij komt, dan valt de kern snel uit elkaar. Namelijk, in kleinere kernen en in neutronen, die de reactie op gang houden. Hierbij komt veel energie vrij. Dit gebeurt in kerncentrales en, in een kettingreactie, in atoombommen.

Kerncentrales moeten dus de hoeveelheid neutronen indammen om te voorkomen dat de centrale verandert in een atoombom. Bijvoorbeeld, door neutronen absorberende cadmiumstaven in de kern te laten zakken. Daarom zijn moderne kerncentrales passief ontworpen. Namelijk, als de stroom om elke reden dan ook uitvalt, zakken de staven direct. Deze staven vegen alle vrijkomende neutronen op. En stoppen zo de kernreacties.

Naar schatting is de EREOI tien. Er komt namelijk ongeveer tien keer zoveel energie uit een kerncentrale als het kost om de centrale te bouwen en de uranium te winnen. Dit is te vergelijken met een kolencentrale.

Kerncentrales en hergebruik van uranium

Kerncentrales zijn oorspronkelijk door de Amerikanen ontworpen om kernwapens mee te kunnen maken. Daarom wordt een lastig, energievretend proces gebruikt om uranium te verrijken tot een splijtbare 3-5% (van nature bevat uranium maar 0,72% uranium-235). Want dat proces is handig om uranium geschikt te maken voor gebruik in atoombommen, denk dan aan 70-80% U-235. Met het verarmde uranium  (dat vrijwel zuiver U-238 is) maken Amerikaanse wapenfabrikanten mooie dingen voor het Amerikaanse leger. Denk aan sterke tankpantsers en alles doordringende kogels. Wat niet alleen de vijand, maar ook de eigen soldaten en Iraakse kindertjes erg ziek maakt. Want uranium is naast zwak radioactief, ook extreem giftig.

Niet alleen erg wreed, ook erg dom

Dit is niet erg mensvriendelijk, zacht uitgedrukt. Maar ook nogal dom. Want als je een kilo uranium helemaal zou splijten, komt er 80 terajoule (22 miljoen kilowattuur) aan energie vrij. Een gram uranium is dus in theorie genoeg om een Nederlands huishouden tien jaar (!) van elektriciteit te voorzien. In Irak is in de oorlogen van 1991 en 2003 in totaal 440 000 kg verarmd uranium gedumpt. Met andere woorden: 11 biljoen kilowattuur. Een rekensommetje leert dat dit, bij 100 procent efficiëntie, voldoende is om de Amerikaanse bevolking, die niet bekend staat om haar energiezuinige levensstijl, bijna vier jaar volledig van elektriciteit te voorzien.

Uiteraard is net als in bijvoorbeeld kolencentrales maar een fractie van deze energie uiteindelijk in elektriciteit om te zetten. Kerncentrales werken met een stoomturbine. De hitte die vrijkomt bij de kernreactie verdampt water of een andere vloeistof, waarvan de damp een dynamo aandrijft. Kerncentrales bereiken ongeveer 30% rendement.

CANDU: kernenergie zonder atoombommen

De Canadese noorderburen hadden niet zoveel geld en ook geen behoefte aan atoombommen. Ze vonden daarom de energiezuiniger, en veel veiliger, CANDU-reactor uit. Deze werkt op niet-verrijkt, natuurlijk uranium. CANDU, een aanmerkelijk slimmer concept, is 30-40% zuiniger dan bijvoorbeeld Borssele. Sterker nog: het afval van Borssele kan in een CANDU opgestookt worden. Een CANDU kan ook thorium (dat drie keer zo veel voorkomt als uranium) opstoken. Reken er alleen niet op dat er een CANDU in Nederland komt. We hebben hier één van de grootste uraniumverrijkende fabrieken ter wereld, Urenco, die zoals bekend veel aan ontwikkelingssamenwerking deed.

Kweekreactoren: meer lol van je uranium

Van nature wordt een paar procent van het U-238 in een reactor ook getroffen door neutronen.

In deze verarmd-uranium granaat zit evenveel kernenergie als in duizenden vaten olie. Toch wordt dit gebruikt om oliebronnen mee te veroveren. Hoezo dom?
In deze verarmd-uranium granaat zit evenveel kernenergie als in duizenden vaten olie. Toch wordt dit gebruikt om oliebronnen mee te veroveren. Een beetje dom.

Dit verandert dan in plutonium (Pu-239), dat net zo makkelijk splijt als uranium-235. Ook met plutonium kan je dus atoombommen maken. En, omdat dit chemisch verschilt van uranium, is het makkelijker uit het kernafval te halen. Stel, je bent in staat om alle U-238 in een reactor om te zetten in Pu-239. Dan zou dat de opbrengst in energie meer dan 100x groter maken.

Dat kan met een kweekreactor. Dat is een kernreactor, die meer splijtbaar materiaal produceert dan deze consumeert. Een kweekreactor verwerkt eerst een beginlading van verrijkt uranium of plutonium, Dit om de reactie op gang te brengen. Daarna volgt een vulling met uranium-238 en/of thorium. Nadeel van kweekreactoren is dat de kernreactie lastiger te beheersen is. Er zijn hoge neutron dichtheden nodig om veel nieuwe kernbrandstof te produceren. Dat brengt het systeem dichter bij een snel uit de hand lopende kettingreactie. Dit maakt kweekreactoren ingewikkeld, duur en storingsgevoelig.

Thoriumreactoren

India beschikt over ongeveer een derde van de thoriumvoorraad in de wereld. Thorium, een zwaar, hard grijswit metaal, komt drie keer zo veel voor als uranium. Geen wonder dat vooral India onderzoek doet naar kernreactoren waarin thorium een belangrijke rol speelt. Een andere prettige kant aan thorium is dat vrijwel alles reageert en dat thorium vrijwel geheel voorkomt als thorium-232, de splijtbare vorm. Een thoriumreactor is dus in feite al een kweekreactor. Op dit moment wordt door de Indiërs veel onderzoek gedaan naar thorium. India onderzoek de mogelijkheden om thorium-gebaseerde reactoren werkend en winstgevend te krijgen. Als dit lukt, zal er voor vele honderden jaren voldoende energie zijn voor de gehele wereld. Tijd genoeg dus om nieuwe energiebronnen zoals fusie te ontwikkelen.

Een Kardashev-1 beschaving kan in principe het weer controleren. Over twee eeuwen zijn er dus mogelijk nooit meer orkanen.

Kardashev – de vijf Trappen van Kardashev

De menselijke beschaving is nog steeds niet de wieg die de aarde is, ontgroeid. Dat heeft denkers als astrofysicus Nikolai Kardashev er niet van weerhouden om na te denken hoe onze beschaving zich in de verre toekomst zal ontwikkelen. Hij onderscheidde vijf Trappen van Kardashev. Zullen we de vijfde trap van Kardashev bereiken voor we onszelf vernietigen?

Alles is energie

Hoe een toekomstige beschaving er uit komt te zien, weten we niet. Zal er een manier gevonden worden om sneller dan het licht te reizen? Zullen we wonen in enorme zwevende ruimtekolonies zo groot als de maan? Of zal de mens worden vervangen door intelligente machines? Zal het toekomstige economische systeem nog steeds kapitalisme zijn of een volkomen nieuw systeem? Een ding is in ieder geval zeker: elke beschaving wordt gekenmerkt door de mate waarin deze energie gebruikt.

Meer dan tien keer zo veel energie als de oude Romeinen

We hebben onze welvaart bereikt omdat we veel meer energie kunnen gebruiken dan bijvoorbeeld de oude Romeinen. Pper persoon meer dan tweeduizend watt. Ter vergelijking: de Romeinen of de middeleeuwers, moeten het met minder dan honderd watt doen. Tweehonderd watt is de maximale arbeid die het menselijk lichaam gedurende langere tijd kan leveren. Economische groei is vrij nauw verbonden met de mate waarin we energie kunnen gebruiken. Zo lag door de economische recessie rond 1982 het wereldenergiegebruik lager dan twee jaar eerder. Er zal geen economische groei (of zelfs maar de huidige welvaart) zijn als we geen vervanger vinden voor de nu snel uitgeput rakende fossiele brandstoffen.

Als we het energieprobleem hebben opgelost is het daarom te verwachten  dat toekomstige beschavingen veel meer energie zullen gebruiken dan wijzelf. We kunnen zelfs vrij nauwkeurig voorspellen welke technologische doorbraken behaald kunnen worden aan de hand van de benodigde energie. Om die reden heeft Nikolai Kardashev zijn classificatiesysteem van beschavingen gebaseerd op energie. En wel door deze te rangschikken naar energieverbruik. Het heelal om ons heen beschikt over enkele duidelijke mijlpalen die hiervoor gebruikt kunnen worden. Dat zijn de beschikbare energie op de aarde, in het zonnestelsel, de melkweg en het universum.

De formule van Sagan
Astronoom Carl Sagan bedacht een vrij simpele formule om het Kardashevniveau van een beschaving te meten. Deze is afgeleid van het energieverbruik als volgt: [latex]K = \frac{\log_{10}{W}-6} {10}[/latex]. Dit benadert vrij mooi de opeenvolgende stappen in de Kardashev-schalen die rond de tien miljard, tien tot de macht tien, liggen.  De hele aarde (Kardashev-1) krijgt maar een tienmiljardste van de energie van de zon (Kardashev-2) etcetera. Daarom wordt gedeeld door tien: de logaritme van een getal geeft bij benadering het aantal nullen. Log duizend is drie, log miljoen is zes, log tien miljard is tien. Een megawatt, het vermogen van een kleine windmolen, is dus Kardashev-nul. De spierkracht van alle mensen samen heeft een vermogen van Kardashev 0,6. Het Romeinse Rijk met al zijn slaven haalde een schamele 0,4. Als we in deze formule het energieverbruik van de aarde in 2020 invullen, 15 terawatt (=1,5 x 1013 watt), scoren we nu dus 0,718.

Kardashev één: de wereld is niet genoeg

Onze beschaving verbruikt met vijftien terawatt veel energie. Maar deze energie vormt maar een kleine fractie van alle energie die op aarde beschikbaar is.

Kardashev
Een Kardashev-1 beschaving kan in principe het weer controleren. Over twee eeuwen zijn er dus mogelijk nooit meer orkanen.

We staan op de Kardashev-schaal dan ook nog maar rond de 0,7. Alle zonne-energie die op het aardopppervlak neerstraalt vertegenwoordigt 120.000 TW, achtduizend keer zoveel.

Hoe stompzinnig de mensheid bezig is wordt pas echt duidelijk als je je bedenkt dat we maar zeven procent van al ons energieverbruik uit directe en indirecte zonne-energie (waterkracht en wind) halen. De rest bestaat uit fossiele brandstoffen (85%)  en de enigszins duurzame kernenergie. Dat is zes procent, al moet dan wel worden overgeschakeld op kweekreactoren.

1% van het aardoppervlak bedekken met zonnepanelen is reeds voldoende om alle energie te leveren die de mens nu nodig heeft. Met een geschat groeipercentage van 3% per jaar duurt het bijna een eeuw voor de woestijnen vol staan.

Ondertussen zullen uiteraard al zwevende zonnecentrales actief zijn. De zon schijnt in de ruimte altijd en er is geen hinderlijke atmosfeer. Kortom: Kardashev-één ligt tussen de honderd en tweehonderd jaar na nu, als we huidige trends mogen doortrekken.

Kardashev twee: de zon melken

Hoewel de hoeveelheid zonlicht die op de aarde valt enorm is, is het maar een tien miljardste van alle energie die de zon uitstraalt: 3,8 * 1026 watt.

Wetenschapper Dyson bedacht een enorme schil die we om de zon kunnen bouwen om zo alle energie van de zon te benutten.
Wetenschapper Dyson bedacht een enorme schil die we om de zon kunnen bouwen om zo alle energie van de zon te benutten.

Een vergevorderde beschaving kan alle zonlicht dat nu de ruimte in straalt opvangen met zwevende zonnecentrales en verwerken tot bijvoorbeeld antimaterie of het gebruiken om sterrenschepen naar andere sterren te sturen.

Om voldoende zonnecentrales te bouwen zouden planeten als Mercurius en Venus uit elkaar gesloopt moeten worden. Of we moeten de benodigde constructiematerialen van de enorme gasreuzen Jupiter en Saturnus of de twee kleinere ijsreuzen Uranus en Neptunus halen. Een zinniger plan, want er zijn aanwijzingen dat Mercurius en Venus de omloopbaan van de aarde in evenwicht houden)

Kardashev drie: een heel melkwegstelsel aftappen

De gehele zon is nu omgeven door een donkere wolk van dof gloeiende energiecentrales, die een indrukwekkende bevolking (of gigantische machines) kunnen ondersteunen. Echter: de zon is maar een miezerig sterretje vergeleken met de energie die honderden miljard andere sterren uitstralen. Om het maar niet te hebben over de hoofdprijs. Namelijk het enorme zwarte gat in het centrum van het melkwegstelsel. Zwarte gaten kunnen, weten we uit astronomische waarnemingen van quasars, werkelijk ongehoord grote hoeveelheden energie kan opwekken, meer dan alle sterren bij elkaar.

Kortom: het volgende agendapunt voor onze verre nazaten is het ombouwen van het hele melkwegstelsel tot een enorme energiecentrale. Alle honderden miljarden sterren zullen voorzien worden van zwevende zonnepanelen. Het altijd hongerige zwarte gat in het centrum van de melkweg zal mogelijk een centrale worden waar waardeloze uitgebrande sterren heen gesleept worden om opgestookt te worden. Objecten die in zwarte gaten vallen, leveren namelijk tot tientallen procenten van hun massa op in energie. De donkere materie als energiebron aftappen – als dat zou lukken – zou nog veel meer energie opleveren. De totale hoeveelheid energie in het melkwegstelsel ligt vermoedelijk rond de 4 x 1037 W, honderd miljard maal meer dan die van de zon.

Kardashev Vier: het universum ombouwen

Ons melkwegstelsel is niet uniek, maar heeft biljoenen soortgenoten.  Een echt vergevorderde beschaving zou zijn begerige ogen laten gaan over de onafzienbare hoeveelheid andere melkwegstelsels. Afstanden worden nu een enorm probleem. Immers, zelfs het licht doet een miljoen lichtjaar over de reis naar onze buur, het Andromedastelsel. Maar een beschaving met voldoende hulpbronnen kan uiteraard zelfvermenigvuldigende ruimteschepen met snelheden in de buurt van de lichtsnelheid op weg sturen naar andere sterrenstelsels.

Sommige uitvinders geloven dat we de enorme nulpuntenergie kunnen aftappen.
Sommige uitvinders geloven dat we de enorme nulpuntenergie kunnen aftappen.

Volgens de laatste inzichten zet het heelal nu zo snel uit dat het niet zal lukken om de rest van het waarneembare heelal te bereiken. Dit betekent dat alleen de Lokale Groep en de Virgocluster, waar de Lokale groep deel van uitmaakt, in aanmerking komen.

Alle gas in melkwegstelsels is maar een deel van de totale hoeveelheid materie in het universum. Er is veel meer gas in de intergalactische ruimte, zij het zeer dun verspreid. Megalomane beschavingen zullen ook deze willen oogsten. Alle licht van de sterren in het zichtbare universum samen heeft een vermogen van 2 x 1049 W, een miljard maal meer dan die van het melkwegstelsel.

Mogelijk kunnen we ook de donkere energie temmen. Er is nog maar één natuurkundige constante die hier boven ligt: het Planck-vermogen van 3,63 x 1052 W, bijna tweeduizend keer zoveel. Is dit een maat voor de werkelijke hoeveelheid energie die ons universum verbruikt en die werd omgezet tijdens de Big Bang? Niemand weet het. We weten wel dat voor bepaalde kosmologische theorieën het erg makkelijk rekenen is met dit Vermogen van Planck.

 

Kardashev Vijf: parallelle heelallen aftappen

Tot voor kort was deze gedachte science fiction, maar uit de recente ontdekking van enorme ringen in de kosmische achtergrondstraling weten we dat er in het prille begin van het heelal waarschijnlijk andere heelallen met het onze zijn gebotst. De (overigens uiterst speculatieve) snaartheorie stelt dat er miljarden parallelle heelallen bestaan. Volgens de veel-werelden interpretatie van de kwantummechanica splitst ons heelal zich voortdurend in dochterheelallen.

Er zijn aanwijzingen gevonden dat ons heelal niet uniek is en in botsing is gekomen met andere heelallen.
Er zijn aanwijzingen gevonden dat ons heelal niet uniek is en in botsing is gekomen met andere heelallen.

Ons heelal zal na vele miljarden jaren uitgebrand zijn. Zelfs de allerzuinigste rode dwergen doven langzaam na duizend miljard jaar. Kortom het zou wel eens een erg verstandig idee kunnen zijn om te proberen op tijd weg te komen uit dit universum. Een verder gaand plan is zelf nieuwe universa uit het niets scheppen en de energie aftappen die vrij komt door met universums te spelen.

Misschien kunnen we de hoger dimensionale equivalent van ruimtetijd, zoiets als ylem, zo manipuleren dat hier onvoorstelbare hoeveelheden energie uit vrij komen. Er is geen religie, de hindoeïstische uitgezonderd, die aan deze mogelijkheid heeft durven denken. Hier begeven we ons op compleet onbekend terrein. Als wetenschappers een manier ontdekt om naar een ander universum te reizen, hebben we in één klap al Kardashev Vijf bereikt. De vermogens van de mens zullen dan ongekend zijn. Laten we hopen dat we tegen die tijd de ergste stommiteiten verleerd hebben.

De pigmenten (groen) hangen aan de rode oligonucleotiden (stukjes DNA) en vangen licht op, dat wordt omgezet in actieve elektronen (e-) die via het nanobuisje (zwart) elektriciteit leveren.

Zelfreparerende zonnecellen

Na de komst van zelfhelend beton zijn er nu ook zelfreparerende zonnecellen. Steeds meer materialen en apparaten worden zo ontworpen dat ze in staat zijn net als een levend wezen kleine beschadigingen zelf te repareren. Is dit een nieuwe evolutionaire stap? Hoeven we straks niet meer naar de garage of reparateur als er schade optreedt in apparaten?

Hoe werken de zelfreparerende zonnecellen?
Om ons heen zijn er al miljarden jaren zelfreparerende zonnecellen: algen.

Zo werkt de biologische zonnecel. Door licht (hv) worden elektronen opgepompt en geven hun energie in stapjes af.
Zo werkt de biologische zonnecel. Door licht (hv) worden elektronen opgepompt en geven hun energie in stapjes af.

Voortdurend worden de bladgroenpigmenten en eiwitten waarmee planten licht, water en kooldioxide omzetten in suiker en zuurstof afgebroken. Algen moeten dus voortdurend deze moleculen vervangen, anders gaan ze ten gronde.

Planten, zoals algen, moeten vrijwel alle chemicaliën de ze nodig hebben om in leven te  blijven zelf maken. Eiwitten worden gemaakt door ribosomen, kluitjes RNA, die een kopie van het DNA aflezen en vertalen in eiwit. Chlorofyl, het pigment dat licht opvangt, wordt gemaakt door enzymen: eiwitten met een specifieke taak. Algen doen dit voortdurend en met veel succes: er is in de zomer (in de tropen het hele jaar door) maar een gebied zo groot als een studentenkamer nodig om dagelijks drieduizend calorie aan eetbaar materiaal op te leveren (de dagelijkse behoefte van een volwassen man die zwaar lichamelijk werk doet).

Onderzoeker Jong Hyun Choi en zijn team van de Purdue universiteit doen onderzoek naar foto-elektrochemische cellen, cellen dus die licht door middel van een chemisch proces in elektriciteit omzetten.

De pigmenten (groen) hangen aan de rode oligonucleotiden (stukjes DNA) en vangen licht op, dat wordt omgezet in actieve elektronen (e-) die via het nanobuisje (zwart) elektriciteit leveren.
De pigmenten (groen) hangen aan de rode oligonucleotiden (stukjes DNA) en vangen licht op, dat wordt omgezet in actieve elektronen (e-) die via het nanobuisje (zwart) elektriciteit leveren.

In Choi’s zonnecellen vangen chromoforen (kleurstoffen die ongeveer net zo werken als chlorofyl) het zonlicht op en dragen het in de vorm van aangeslagen elektronen over aan koolstof nanobuisjes. De elektrische stroom die zo ontstaat wordt geoogst.

Het vervelende is dat chromoforen snel uit elkaar vallen onder invloed van zonlicht. Choi en zijn team hebben nu een nieuwe techniek ontwikkeld om chromoforen op natuurlijke wijze te repareren. Aan de koolstofnanobuisjes zijn korte stukken DNA gehecht waar de chromoforen zich aan hechten.

Zodra een chromofoor is beschadigd, laat deze los omdat de korte stukjes DNA (oligonucleotiden, in vakjargon)  zeer selectief zijn. Door een voortdurende vloeistofstroom worden zo de beschadigde chromoforen afgevoerd en vervangen door nieuwe. Het vervelende is dat de chromoforen waarmee Choi experimenteert van biologische oorsprong zijn en dus duur. Op dit moment doet zijn team onderzoek naar andere, ook synthetisch te produceren kleurstoffen.

Mogelijk zullen er in de verdere toekomst kunstmatige cellen worden ontwikkeld die in staat zijn het complete materiaal te regenereren. We kennen schelpdieren die in staat zijn om een schelp te produceren door het uitscheiden van kalk. Zouden er in de toekomst ook kunstmatige levensvormen kunnen worden ontwikkeld die dingen als huizen, wegen of rioolbuizen kunnen produceren en onderhouden?

Bronnen
New Solar Cell Self-Repairs Like Natural Plant Systems, ScienceDaily
Biomimetic light-harvesting optical nanomaterials, SPIE

98% van alle energie op aarde wordt geleverd door de zon, de centrale energiebank van het zonnestelsel.

Energie als geld

Betalen met kilowatturen of megajoules? Een plan dat minder gek is dan het lijkt. Energie is namelijk de motor waarop de economie, zelfs het leven draait.

Het probleem met bestaande geldsystemen
Tot nog niet zo lang geleden bestond geld uit edelmetalen, zoals goud en zilver. Goud kent enkele grote voordelen. Goud is makkelijk mee te nemen; met een paar kilo goud kan je al een huis kopen (de duurste aankoop in hun leven voor de meeste mensen).

Yuan-geldpers met bankbiljet uit 1287
Yuan-geldpers met bankbiljet uit 1287

Goud is niet bij te drukken en door zijn unieke eigenschappen (edelmetaal, hoge soortelijke massa, kleur) nauwelijks te vervalsen.

Nadeel is dat geld wordt gekoppeld aan een grondstof. Wordt er veel goud gevonden, dan ontstaat inflatie. Omdat een tekort aan goud ontstond en bankiers en overheden meer greep wilden op geld, werden na een paar decennia waarin bankbiljetten gedekt waren door goud, in verreweg de meeste landen zogeheten fiat currencies of fiduciair geld ingevoerd.

Overheden, vaak bestaande uit aanhangers van de econoom Keynes, beschouwden dit als vrijbrief om maar veel geld bij te gaan drukken. Het gevolg: enorme inflatie. De bittere ervaring leert dat dit met vrijwel alle fiatsystemen in het verleden is gebeurd.

Het allereerste fiatsysteem, dat van de Chinese Song-dynastie en de door Koeblai Khan (kleinzoon van de Mongoolse veroveraar Dzjenghis Khan; in het westen bekend door Marco Polo) gestichtte Yuan-dynastie gingen ten onder aan hyperinflatie. De verleiding om maar geld bij te blijven drukken was domweg te groot. Geen wonder dus dat de latere, inheemse Ming-dynastie besloot geen fiatgeld meer uit te geven. Er is geen voorbeeld bekend van een fiatsysteem dat het langer dan twee eeuwen uit heeft gehouden.

Kortom: we hebben behoefte aan een geldsysteem dat universeel toepasbaar is en niet in de problemen kan komen door inflatie.

Wat is vrije energie?
Energie (uitgedrukt in joule, een kilowattuur is 3,6 miljoen joule) kan in twee vormen voorkomen: vrije of Gibbsenergie en afvalwarmte. Alleen vrije energie kan worden gebruikt om nuttige arbeid (energieomzetting) te verrichten. Warmte-energie is niet te benutten als er geen kouder reservoir is waar de energie in gedumpt kan worden. In theorie bevat bijvoorbeeld een kuub water op kamertemperatuur zo’n 93 kilowattuur aan warmte-energie. Het probleem: die energie zit rotsvast opgesloten in het water. Pas als je een koud reservoir hebt rond het absolute nulpunt kan je alle energie in het water nuttig gebruiken (bijvoorbeeld door er een Stirlingmotor op te laten draaien).

Vrije energie als universele valuta
In feite kent de natuur al een dergelijke valuta: vrije energie. Alle levensvormen werken op vrije energie. Planten vangen de vrije energie in zonlicht op en zetten die om in chemische energie. De vrije energie hierin wordt weer door dieren en bacteriën benut. Ook bestaat er een vrij nauwkeurige relatie tussen welvaart en energieverbruik. De meeste gevechten in de natuur draaien om hulpbronnen voor vrije energie, of het nu om zonlicht of voedsel gaat.

Goud kan niet bijgedrukt worden. Daarentegen is er wel heel veel goud aanwezig in metaalasteroïden.
Goud kan niet bijgedrukt worden. Daarentegen is er wel heel veel goud aanwezig in metaalasteroïden.

Als wij bijvoorbeeld over een bijna oneindige hoeveelheid vrije energie zouden beschikken, zouden we, om een voorbeeld te noemen, alle goudatomen uit de zee kunnen halen: vier kilo per aardbewoner. In alle rotsen samen zit nog duizend keer meer. En dan zwijgen we nog over de fantastische hoeveelheden die mijnbouw in de ruimte zouden opleveren, in ruimteaardappel Eros, laat staan in echt metaalrijke planetoïden als Psyche.

Alle woestijnen, samen een vijfde van het landoppervlak, veranderen in geïrrigeerde lustoorden (wat onze voedselproblemen geheel zou oplossen), of, wat dat betreft, de nu nog dorre werelden elders in het zonnestelsel in nieuwe aardes veranderen is slechts een kwestie van energie, want alles wat we hoeven te doen is een ontziltingsfabriek met een grote pijpleiding neer te zetten en die op de energie te laten lopen.

De snelle beschikbaarheid van goedkope energie voor een technisch ontwikkeld bedrijfsleven, leidt onveranderlijk tot een sterke economische opbloei, denk aan de booming jaren vijftig en zestig. Het dichtdraaien van energiebronnen leidt daarentegen al snel tot een economische recessie. De oliecrisis van 1973 was een bekend voorbeeld. Ook nu is de directe oorzaak van de kredietcrisis de schaarste aan fossiele energiebronnen.

Goldrush versus energierush
De goudkoorts uit de negentiende eeuw werd veroorzaakt doordat goud het betaalmiddel was. Het gevolg: tienduizenden mensenlevens (en laat ik het over de natuur maar niet eens hebben) werden verwoest, oorspronkelijke bewoners werden verjaagd van hun land. Het voordeel van energie is dat het alomtegenwoordig is.

98% van alle energie op aarde wordt geleverd door de zon, de centrale energiebank van het zonnestelsel.
98% van alle energie op aarde wordt geleverd door de zon, de centrale energiebank van het zonnestelsel.

Een energiekoorts betekent dat er een stimulans komt om zuinig met energie om te springen en zo veel mogelijk energie zelf op te wekken.

We praten dan niet meer over de legendarische ontdekkers van de Klondike goudvelden maar van de uitvinders van een fusiereactor of een donkere-energie centrale. Kortom: niet meer het verwoesten van de natuur, of, zoals nu, het vermogen om te rotzooien met ondoorzichtige waardepapieren, maar productieve activiteiten, slimheid en creativiteit worden beloond.

Een nadeel is dat we geen goede opslagmogelijkheid hebben voor energie. Waterstof komt tot we beschikken over echt goede accu’s, waarschijnlijk nog het beste in aanmerking voor grootschalige opslag van energie, want een centrale bank verandert dan in een centrale energiebank.

In de veelwereldeninterpretatie splitst ons heelal zich bij elke meting in kopieën. Dus overleeft Schrödingers kat in sommige universa.

Energie uit een ander universum

Is het mogelijk om energie af te tappen uit en ander universum? Enkele interpretaties van de kwantummechanica bieden hier inderdaad de ruimte voor. Een verkenning.

Een absurd verhaal?
Op een website die penny stocks op de markt brengt, las ik een verhaal over een speciale coating op glazen ruiten die in staat zou zijn om meer energie uit licht te halen dan er binnen komt. Dit verhaal bleek niet te kloppen: het werkelijke rendement ligt volgens het bedrijf zelf rond een ook al zeer behoorlijke dertig tot veertig procent, wat op zich onze energievoorziening zou revolutionariseren, maar toch is het een interessante gedachte. Hoe zou een systeem meer energie kunnen  produceren dan er binnen komt i.e. zijn perpetuüm mobile’s mogelijk?

Kwantumteleportatie van energie

Mischien is in een parallel heelal de zon al een rode reus en de aarde veranderd in gesmolten lava.
Mischien is in een parallel heelal de zon al een rode reus en de aarde veranderd in gesmolten lava.
Het antwoord lijkt te zijn: ja, althans: als het systeem energie kan onttrekken aan een ander systeem dat kwantumverstrengeld is met het systeem in kwestie. Kwantumtheoreticus Masahiro Hotta van de Japanse universiteit van Tohoku, toonde aan dat het in principe mogelijk is om energie te teleporteren. Als twee deeltjes met elkaar kwantumverstrengeld zijn, zijn de uitkomsten van de meting aan het ene deeltje bepalend voor het andere deeltje.

Hotta ontdekte dat door een meting aan een deeltje ook energie in het deeltje is te injecteren. Omdat kwantumverstrengelde deeltjes een gedeelde identiteit hebben, betekent dat dat het andere deeltje ook over die energie beschikt – die vervolgens weer afgetapt kan worden, ook al is het deeltje lichtjaren ver weg van zijn kwantumverstrengelde tweeling. Voorwaarde is helaas wel dat tegelijkertijd met de verstrengeling een ‘klassiek’ deeltje mee wordt gestuurd om de informatie over te brengen.

De maximale hoeveelheid energie die overgestuurd kan worden is evenredig aan de mate van kwantumverstrengeling die verdwijnt, stelt Hotta: kwantumverstrengeling is dus een hulpbron die verbruikt wordt om energie over te dragen. Dus erg lang heb je niet plezier van je kwantum-energietransport.

Veelwereldeninterpretatie
Naast verstrengeling kent de kwantummechanica het waarnemingsprobleem: elke meting levert een onvoorspelbare uitkomst op. Er zijn verschillende theorieën (of liever gezegd interpretaties) bedacht om hiermee om te gaan.

In de veelwereldeninterpretatie splitst ons heelal zich bij elke meting in kopieën. Dus overleeft Schrödingers kat in sommige universa.
In de veelwereldeninterpretatie splitst ons heelal zich bij elke meting in kopieën. Dus overleeft Schrödingers kat in sommige universa.

De populairste, omdat het zo makkelijk rekenen is, is de veel-werelden interpretatie: bij elke meting splitst een kwantumdeeltje zich in verschillende meetuitkomsten.

Wordt bijvoorbeeld het sadistische gedachtenexperiment van Schrödinger uitgevoerd, waarbij er, zeg, driekwart kans is dat een atoomkern niet uit elkaar valt en de kat overleeft, dan wordt volgens de veel-werelden interpretatie het heelal gesplitst in voor drie kwart heelallen waarin de kat nog leeft en één kwart heelallen waarin de kat dood is.

Zon uit parallel universum aftappen
Nu komt het. Stel dat twee deeltjes met elkaar kwantumverstrengeld zijn. Het heelal splitst voortdurend in parallelle heelallen. Dus komen er parallelle heelallen waarin elk een kopie van dit verstrengelde paar bestaan. Echter: de kopieën zijn mogelijk ook nog met kopieën in parallelle universums verstrengeld (of dit zo is is onzeker; immers de deeltjes worden geacht niet meet met elkaar in contact te staan zodra het heelal afgesplitst is).

Stel, je verricht een meting aan een deeltjespaar dat vijf miljard jaar geleden, toen het zonnestelsel nog een chaotische gaswolk was, met elkaar verstrengeld is geweest. Ongeveer 99,85% procent van alle atomen in het zonnestelsel maakt nu (en naar we kunnen aannemen, ook in het parallelle universum) deel uit van de zon, dus zijn miljoenen graden heet.

Bijna alle materie in het zonnestelsel bevindt zich binnen de zon.
Bijna alle materie in het zonnestelsel bevindt zich binnen de zon.

Met andere woorden: de kans is 99,85% dat een partner van een deeltje dat in dit universum zich op aarde bevindt, zich in het parallelle universum in de zon bevindt.

Je zou dus in principe, gesteld dat de kwantumverstrengeling nog zou bestaan (in de praktijk duurt deze zeer kort omdat andere deeltjes deze verbreken), dat kwantumverstrengeling ook tussen afgesplitste universums bestaat (dat is twijfelachtig) en dat de gassen van de interstellaire stofwolk redelijk homogeen gemengd zijn geweest, energie kunnen aftappen van de zon in een parallel universum.

Wel moet je dan het kwantumdeeltje opsporen dat de informatie van het ene deeltje naar het andere deeltje draagt. En kan dat wel volgens de Veel-Werelden interpretatie?

Dit futuristische voertuigje rijdt op perslucht.

Rijden op lucht

Het is al een paar jaar stil rond één van de innovatiefste technieken rond voertuigvoortstuwing: de auto op perslucht. Hoe gaat het met uitvinder Guy Nègre’s geesteskind?

Perslucht in plaats van een batterij
Ieder voertuig heeft een energiebron nodig. Met de uitzondering van op zonne-energie rijdende voertuigen als de Nuna 5 in het zonovergoten Australië  is dat doorgaans een opslagtank met een fossiele brandstof (benzine, diesel of LPG) of een elektrische accu.

Dit futuristische voertuigje rijdt op perslucht.
Dit futuristische voertuigje rijdt op perslucht.

Fossiele brandstof heeft een hoge energiedichtheid (46 MJ/kg) maar wordt steeds schaarser en duurder. De beste elektrische accu’s, lithium-ion, halen per kilo maar rond 1,3 megajoule, maar maken dit voor een deel goed omdat elektromotoren vergeleken met een dieselmotor of ottomotor (benzine) extreem efficiënt zijn: 90% vergeleken met 30-40%. Ook kunnen ze energie terugwinnen bij het remmen.

Wel zijn lithium ion batterijen peperduur en slijten ze snel, zoals laptopbezitters weten.

Een zeer grote tank perslucht van driehonderd bar slaat per kilo maximaal 0,5 MJ energie op. Volgens één fabrikant bereikt zijn persluchtmotor negentig procent efficiëntie. Hoewel de energiedichtheid dus klein is, kan een tank met perslucht zeer snel, in ongeveer anderhalve minuut, bijgevuld worden en is een stevige persluchttank veel goedkoper (en gaat deze veel langer mee) dan lithium-ion batterijen. Ook bij persluchtsystemen kan remenergie terugggewonnen worden.

Na overeenkomsten met India’s megaconcern Tata en diverse andere bedrijven in 2007 bleef het stil. Een belangrijke doorbraak was eind 2010 toen de AirPod, een vijfenveertig-kilometer voertuigje, werd toegelaten op de Franse weg. Voor Frankrijk zijn elektrische voertuigen strategisch zeer gunstig: het land produceert zijn energie voor 80% uit kerncentrales. De eerste AirPods zijn nu op het vliegveld van Parijs in gebruik bij KLM en Air France om bagage te transporteren. Het maximale bereik van de voertuigjes is laag: rond de tweehonderd kilometer. Een hybride model, waarbij de voorraad perslucht wordt aangevuld door een benzinemotor, heeft een veel hoger bereik.

Het grote voordeel van deze modellen is dat geen schaarse en dus dure grondstoffen nodig zijn om ze te produceren. Een persluchtmotor lijkt veel op een benzinemotor zonder verbrandingskamer. Er zijn geen grote permanente magneten (zoals in veel elektromotoren) of dure, slijtende lithium-ion accu’s nodig. Druktanks kunnen van koolstofvezels worden vervaardigd.
Wel is het bereik maar klein. Als tijdelijke oplossing tot we over betere energie-opslagtechnieken beschikken zijn ze toch nuttig.

Video: de AirPod in actie