Temple Grandin is een beroemd Amerikaans zoöloge met een boeiend levensverhaal. Grandin is gediagnosticeerd met autisme en heeft ondanks deze ‘handicap’ een succesvolle carrière als wetenschapper opgebouwd. In 2010 is er een film over haar levensloop verschenen.
In onderstaande TEDx Talk legt Temple Grandin uit waarom volgens haar de wereld allerlei soorten breinen nodig heeft. Hierbij maakt ze gebruik van haar eigen ervaringen en inzichten om dit te illustreren.
Temple Grandin werd als kind ‘autistisch’ bevonden. Ze legt uit hoe haar brein functioneert, hoe zij ‘denkt in beelden’ en hoe dat haar toelaat problemen op te lossen die ‘gewone’ breinen moeilijk vinden. Daarmee ondersteunt ze haar visie dat de wereld behoefte heeft aan mensen uit het ganse autistische spectrum: visuele denkers, patroon denkers, verbale denkers en allerlei andere soorten slimme kinderen.
Na Zwarte Piet moet ook Sinterklaas er aan geloven, vindt de filosoof, woordkunstenaar en schrijver Jan Warndorff[1] [2] [3]. Het feest hangt van leugens aan elkaar en dat wil de 59-jarige vader zijn jonge bloedje van een kind niet aandoen. Maar is dat nu juist niet een goede reden om het níet af te schaffen?
‘Sinterklaasfeest een grote leugen’
Zoals de meeste Nederlanders koestert Warnsdorff warme herinneringen aan het mysterie van Sinterklaas. Toch wringt er iets. “Maar weegt dat op tegen het liegen, tegen het bedrog en tegen de onvermijdelijke teleurstelling, of zelfs schok, wanneer je ontdekt dat Sinterklaas helemaal niet bestaat en dat jouw ouders je zo voor de gek hebben gehouden?”, aldus de filosoof. Hij vindt het schadelijk dat kinderen via zeer autoritatief overkomende bronnen als een Sinterklaasjournaal en lespakketten op school, worden overgehaald om in het sprookje te geloven. Zo worden ze al op jonge leeftijd geconfronteerd met nepnieuws. Ook weten ze dat volwassenen kunnen liegen.
Sinterklaas leert kritisch denken
Je kan het ook van de andere kant bekijken. De ontnuchterende ervaring van het ploffen van het sinterklaasgeloof (bij mij gebeurde dat omdat ik als kind de doos met kadootjes ontdekte die de hulpsinterklaas – dacht ze – veilig ergens hoog in de kast had opgeborgen), is juist erg leerzaam en een belangrijke levensles. Omdat kinderen op jonge leeftijd al leren dat wat als vaststaande waarheid wordt verkondigd door ouders, school en televisie niet altijd klopt, leren ze kritisch denken en niet alles klakkeloos te geloven.
We zien geregeld de akelige gevolgen van klakkeloos geloven wat ouders en autoriteiten beweren. In Rusland storten duizenden jonge Russen zich in de dood om de machtsdromen van een gevoelsarme megalomaan te verwezenlijken. In Gaza worden kinderen opgehitst op UNRWA-scholen om als martelaar voor de herovering van Al Quds (Jeruzalem) te sterven, waarna ze in het hiernamaals rijkelijk beloond zullen worden. Dat zal in Nederland niet zo snel gebeuren. Want het Sinterklaasfeest is een krachtige ontgroening, een einde aan de goedgelovigheid. Als diezelfde autoriteiten je wijsmaken dat een oude bisschop met een voornaam geklede page pakjes door de schoorsteen gooit, kunnen ze je ook wijsmaken dat het goed en zoet is om voor het vaderland te sterven. Nederland kende door de eeuwen heen een unieke vrijheid van meningsuiting en denken. We hebben hier nooit een dictator gehad als Oliver Cromwell, Hitler of Napoleon. Het is heel goed mogelijk, dat dat juist door Sinterklaas komt. Sinterklaas als vaccinatie tegen gezagsgetrouwheid en goedgelovigheid.
Het belang van fantasie en mooie sprookjes
Het sinterklaasfeest leert kinderen nog iets anders. Het belang van traditie en mooie verhalen. Dat er zoiets als fantasie bestaat. Hier op visionair.nl zijn we grote fans van het fenomeen fantasie. Want door een gebrek aan fantasie, peak fantasy, zijn we opgescheept met oplossingen die niet werken, of gebrekkig werken. Dit punt wordt welsprekend gemaakt. Het intellectuele debat in Nederland is zo armoedig, dat deze zelfde zwamneus met zijn dunne verhaal in verschillende massamedia aan het woord komt. En waarschijnlijk aan deze gratis publiciteit een rijkgevulde portemonnee voor sinterklaascadeautjes overhoudt.
Bronnen
Opinie: Het Sinterklaasfeest exploiteert de kinderlijke goedgelovigheid, voor een inmiddels compleet onhelder doel, Volkskrant, 2024 (in zijn geheel terug te vinden via archive.is)
Opinie: Dat Sinterklaasjournaal moeten we maar eens grondig evalueren, Trouw, 2024 (idem)
De meeste evolutionair biologen geloven dat het leven zich lijkt te ontwikkelen tot ingewikkelder levensvormen, omdat er domweg meer mogelijkheden zijn voor een plantensoort of diersoort om ingewikkelder te worden dan om eenvoudiger te worden. Maar is dat de enige reden? Steeds meer gegevens pleiten voor het tegendeel.
Traditionele kijk: we zijn het product van toeval Volgens de vooraanstaande paleontoloog wijlen Stephen J. Gould is evolutie een geheel door toeval gestuurd proces. Als een ander dier dan de voorouder van de dino’s de vernietigende ramp aan het einde van het Perm had overleefd, hadden zich nooit dino’s en dus ook nooit vogels ontwikkeld. De wereld zou er heel anders uit zien en mensen zouden waarschijnlijk niet voorkomen. De processen die ten grondslag liggen aan evolutie, het recombineren van genen, mutaties en veranderingen in de leefomgeving (waarvan extinction level event natuurrampen een extreem voorbeeld zijn), worden geheel door toeval gestuurd. We maken onszelf wijs dat we het toppunt van evolutie zijn, maar dat is onzin, aldus Gould. Onze voorouders hebben domweg meer geluk gehad dan uitgestorven soorten. Er zijn meer manieren om iets toe te voegen dan om iets weg te halen, daarom lijkt het alsof het leven steeds ingewikkelder wordt. De meeste evolutionair-biologen delen deze kijk. Maar klopt dat wel?
Evolutionaire vooruitgang duidelijk waarneembaar Als we als buitenstaander naar de ontwikkeling van leven kijken zien we een duidelijke ontwikkeling, een toename in complexiteit en verbetering in biologische functies. Ooit was alle leven eencellig. Nu bevatten de grootste organismen tientallen biljoenen cellen. Ook zijn er nu veel meer celtypen in een organisme, van één in een bacterie tot 120 in een zoogdier. De gemiddelde hersengrootte in hogere dieren is nu hoger dan ooit in de geschiedenis van de aarde. Een van de slimste dieren aan het einde van het tijdperk van de dino’s, de roofdino Troodon, had hersens zo groot als een duivenei. Er zijn nu meerdere soorten uit heel verschillende ordes, variërend van octopussen tot papegaaien, die een indrukwekkende intelligentie hebben ontwikkeld. Met als voorlopige hoogtepunt onze eigen soort, de voor zover we weten eerste soort die in staat is om een technisch geavanceerde samenleving op te bouwen.
Een klein groepje dissidente evolutiedeskundigen denkt daarom dat evolutionaire vooruitgang wel degelijk bestaat en formuleren het proces in theoretische termen. Ze hopen aan te kunnen tonen dat Gould er naast zat en dat bepaalde vormen van vooruitgang niet op toeval of illusie berusten, maar een logische en noodzakelijke ontwikkeling vormen. Slagen ze in hun opzet, dan betekent dit een ingrijpende wijziging in de bekende evolutietheorie. Hiervoor geven ze vier argumenten.
Wat is vooruitgang? Het eerste argument is: we moeten op een andere manier naar vooruitgang kijken. Niet alle vooruitgang is een toename in complexiteit. Vaak zelfs integendeel – veel parasieten zijn succesvol omdat ze lichaamsfuncties verliezen. Astrofysicus Eric Chaisson van Harvard denkt dat we uit moeten gaan van energiestroomdichtheid als maat voor progressie. Een ster als de zon produceert per gram bijvoorbeeld 0,2 microjoule per seconde, een kamerplant 300 tot 600 microjoule, meer dan duizend maal zoveel. Alleen omdat sterren zo groot zijn, schijnen ze zo helder. Het menselijk lichaam produceert 2000 microjoule per gram per seconde, jagers-verzamelaars 4000 microjoule per gram per seconde en onze moderne maatschappij 200 000 microjoule per gram per seconde (Complexity, vol 16, p 27). Op een logaritmische schaal zie je een duidelijk stijgende lijn.
Thermodynamica: complexiteit onvermijdelijk Het tweede argument heeft betrekking op thermodynamica. De algemene teneur van de Tweede Hoofdwet van de thermodynamica is erg pessimistisch: elk gesloten systeem (zoals ons heelal) streeft naar maximale wanorde, dus wordt op den duur onleefbaar. Geen wonder dat veel mensen zich afvragen waarom er überhaupt leven is ontstaan. Immers, leven creëert orde waar eerst wanorde is. Het antwoord is: er zijn plaatsen in het heelal, zoals ons zonnestelsel, waar er een energiegradiënt is: de oppervlakte van de zon is veel heter dan het aardoppervlak (dat weer veel heter is dan de temperatuur van de ruimte). Dit vormt een bron van vrije energie die omgezet kan worden in complexiteit en orde.
Vleugels en intelligentie onvermijdelijk Argument drie is convergente evolutie. Zowel octopussen, gewervelde dieren als vier andere diergroepen beschikken over vrijwel dezelfde cameraogen maar behoren tot totaal verschillende diergroepen. Zowel de nu uitgestorven pterodactylen, vleermuizen als vogels ontwikkelden vleugels. Klassieke voorbeelden van convergente evolutie: verschillende organismen in een vergelijkbare omgeving zullen zich toch op vergelijkbare wijze ontwikkelen. Klaarblijkelijk zijn veel evolutionaire uitkomsten niet toevallig maar onvermijdelijk en geldt dat ook voor dingen als gedachten, maatschappijen en technologieën. Al eerder genoemd is de ontwikkeling van opmerkelijk hoge intelligentie in sterk verschillende diersoorten. Kraaiachtigen en primaten behoren tot totaal verschillende diergroepen en kunnen gereedschappen gebruiken, bedrog plegen en ingewikkelde sociale groepen vormen. Kortom: waren wij mensen ze niet voor geweest, dan hadden heel goed geëvolueerde kraaien of papegaaien in plaats van mensen dit onderwerp kunnen bespreken.
‘Catastrofes niet allesbepalend’ Argument vier is het weerleggen van catastrofisme, een geliefd argument van de school van Gould. Vernietigende natuurrampen als een asteroïdeinslag of een gammaflits die de aarde treft, laten maar enkele individuen in leven. Uiteraard zet dit de evolutie behoorlijk en onvoorspelbaar op zijn kop. Was de asteroïde die de dino’s wegvaagde niet neergekomen, dan waren er geen niches vrijgekomen voor zoogdieren en hadden zich geen slimme, gereedschap gebruikende aapachtigen kunnen ontwikkelen. Simon Conway Morris, paleontoloog van de Universiteit van Cambridge, weerlegt dit met een beroep op convergente evolutie. En inderdaad: de zoogdieren aan het einde van het Trias waren ongeveer even slim als Troodon. Intelligente dino’s zijn dus verre van onmogelijk – kraaien en papegaaien bewijzen dit.
Morris gaat verder. Stel, de rampasteroïde van Chicxulub had ons gemist. Dan, 30 miljoen jaar later, was alsnog het tijdperk van ijstijden begonnen en had het koude klimaat de dino’s teruggedrongen tot de tropen. Dit had alsnog ruimte opengelaten voor zoogdieren en vogels. Het gevolg: deze hadden zich alsnog kunnen ontwikkelen tot gereedschapsontwikkelde soorten en met de dino’s zou het net zo afgelopen zijn als met de mammoet, aldus hem. Overigens waren dino’s wel degelijk warmbloedig en zijn grote dieren in een koud klimaat juist in het voordeel.
Toch de kroon op de schepping? Als deze vier argumenten overeind blijven, zou dit betekenen dat de evolutietheorie een stuk uitgebreider wordt. Vooruitgang wordt zo onvermijdelijk. Hoewel de einduitkomst niet te voorspellen is, zal deze toch in grote lijnen lijken op de wereld van nu. Een dergelijke nieuwe evolutietheorie zou ook korte metten maken met creationisme en intelligent design. Immers, er is nu een logische en natuurlijke verklaring voor de ontwikkeling van complexiteit zonder dat een beroep hoeft ter worden gedaan op een hogere of buitenaardse macht. Ook maakt dit onze rol anders. We zijn dan wel degelijk het onvermijdelijke hoogtepunt van een evolutionaire ontwikkeling.
De reuzenschorpioenen, roofnautilussen met meterslange schelp en andere dieren van het reeds lang vervlogen Ordovicium hadden bepaald niet een hoog knuffelgehalte. Toch kan de ramp die hen in het verleden wegvaagde, ook korte metten maken met ons, als een astronomische theorie klopt.
Verwoestende gevolgen gammaflits Als een felle gammaflits de aarde raakt,wordt de ozonlaag voor een groot deel weggevaagd. Naast de gammastraling zelf kan de ultraviolette straling die hierna volgt, ongehinderd het aardoppervlak bereiken. Ook gaan de zuurstof en de stikstof in de atmosfeer met elkaar reageren tot het verstikkende bruine gas stikstofoxide, dat salpeterzuur vormt zodra het met water in aanraking komt. Door de verstikkende bruine smog ontstaat ook een ijstijd. In 2003 suggereerde het team van astronoom Adrian Melott van de Amerikaanse universiteit van Kansas dat één van de grootste uitstervingsgolven ooit, die tussen het Ordovicium en Siluur, 440 miljoen jaar geleden, werd veroorzaakt toen een gammaflits op enkele duizenden lichtjaren afstand de aarde raakte. Erg veel bewijs is er niet meer[1].
Lopen we gevaar? Toch is er een manier om er achter te komen of deze theorie klopt, danwel de weg van de flogistontheorie op moet gaan. Astrofysicus Wilfried Domainko van het Max Planck Institut voor Kernfysica in het Duitse Heidelberg heeft het aantal gemeten gammaflitsen afkomstig van bolvormige sterhopen en hun aantal gebruikt om uit te rekenen hoe groot de kans is dat de aarde door een verwoestende vloed gammastraling wordt getroffen, afkomstig van een bron binnen 1-3,4 kiloparsec (enkele duizenden lichtjaren). Het antwoord: waarschijnlijk minimaal één keer in de miljard jaar[2].
Welke bolvormige sterrenhoop vernietigde Orthoceras? De Gaia star Mapper van de European Space Agency ESA, die in 2013 wordt gelanceerd, kan vermoedelijk het verantwoordelijke cluster vaststellen. Gaia stelt namelijk de positie en snelheid van de bolvormige sterrenhopen vast, waardoor m.b.v. terugrekenen is vast te stellen waar dit ministerrenstelsel zich bevond ten opzichte van het zonnestelsel op die noodlottige datum in het verre verleden[1]. En vinden we geen cluster? Dan is dat in ieder geval een hele kopzorg minder.
We kunnen ons ook de vraag stellen wat er was gebeurd als deze ramp niet was opgetreden. Wellicht hadden dan niet de gewervelden, maar de inktvisachtigen het land gekoloniseerd en zich tot intelligente wezens ontwikkeld…
Voor een onbekende eind negentiende-eeuwse koekjes- of sigarenfabrikant vervaardigde een Franse kunstenaar een reeks prenten. So far, so good. Dat gebeurde we vaker in die tijd. Bijzonder was alleen dat deze prenten over de toekomst moesten gaan en wel het mythische jaar 2000. Dat was einde negentiende eeuw ver in de toekomst, dus de kunstenaar kon, geïnspireerd door zijn visionaire landgenoot Jules Verne, los gaan. Hier is het vaak opmerkelijk accurate resultaat.
Het propellorvliegtuig was net uitgevonden door de gebroeders Wright, dus een postbode op een vliegtuig was een voor de hand liggend idee. Anno 2016 zijn de eerste postdrones reeds in gebruik. Er is dan geen postbode meer nodig, maar de vliegende postbezorging is dan inderdaad een feit.
Geen woonboot maar een woonvliegtuig. Het uitzicht is fenomenaal en verhuizen is geen probleem meer. Met een (erg) grote zeppelin kan het in principe. Erg groot, want elke kilogram hefvermogen kost je met waterstof of helium een kubieke meter. Dat wordt voor je optrekje dus al gauw een draagballon van vele tientallen meters doorsnede. Op dit moment zijn er alleen nog wilde plannen, bijvoorbeeld van de Russische zakenman Pasternak.
Al einde negentiende eeuw bedacht men dat het prettig zou zijn om door middel van beeld en geluid met elkaar te kunne spreken. De telefoon was al gemeengoed. Met deze uitvinding kwam hier beeld bij. Op dit moment vinden mensen het meestal prettiger om zonder beeld met elkaar te kunnen spreken.
Duikers bezig met een onderwaterrace. Voor de gehaaste eenentwintigste eeuwer is dit vermaak toch te saai. Vandaar dat wij toch eerder kiezen voor jetski’s of surfen.
Bouwrobots nemen het zware bouwvakkersmétier over van mensen. Wij toekomstbewoners hebben voor andere oplossingen gekozen, zoals prefab en 3D-geprinte huizen. Technieken waar einde negentiende eeuw nog niet aan gedacht werd. Toch komen elementen uit deze tekening anno 2016 voor. Denk aan de metselrobot.
Volkomen geautomatiseerde oogstmachines. Pas nu begint dit op te komen, onder meer in kassen, waar plukrobots en wiedrobots dit tijdrovende werkje overnemen.
Microscopen met beeldscherm zijn nu gemeengoed en worden veel in klassen en onderzoeksinstellingen gebruikt.
Moleculair koken was tien jaar geleden een trend en wordt nog steeds veel toegepast.
Kappen gebeurt nog steeds met de hand. Wel zijn er hulpmiddelen bijgekomen voor tijdrovende handelingen als permanent. In theorie zou je met een laser of ander robotisch snijapparaat een groot deel van het bijknippen kunnen automatiseren.
Een automatische schoonheidssalon. Veel van de taken die hier door robots worden verricht, verrichten wij met instrumenten als föhns en dergelijke.
Een concert door robotmusici. Eind negentiende eeuw had je veel van dit soort mechanische muziekapparaten, zoals speeldoosjes, pianola’s en serinettes. De tekenaar kon niet bevroeden dat muziek als elektrische signalen opgeslagen zou worden en iedereen nu muziek kan beluisteren op orkestkwaliteit. Dat is wel jammer van die speeldozen, die qua techniek veel interessanter in elkaar zitten.
Een robotische kleermaker. Na een eeuw van confectiekleding wordt er nu door tientallen uitvinders gewerkt aan methoden om robotisch kleding op maat te produceren voor klanten.
Eind negentiende eeuw was leren een intensief proces. Ook nu nog zijn onze hersenen grotendeels terra incognita. Kennis uploaden gaat dus niet zomaar. Wel is er baanbrekend onderzoek verricht naar het stimuleren van de hippocampus (waardoor herinneringen in het lange-termijn geheugen opgeslagen worden) en is het gelukt om het leerproces te versnellen.
OpenScholar lost een probleem op dat wie geregeld met een generieke AI zoals OpenAI ChatGPT werkt, kent. Op het deelterrein van het toegankelijk maken van wetenschappelijk onderzoek doet Ai2 OpenScholar het veel beter dan bijvoorbeeld ChatGPT.
Wat is OpenScholar?
OpenScholar is een gratis toegankelijke AI, die met ruim 2 miljoen vrij toegankelijke wetenschappelijke artikelen is getraind. Helaas zitten bijna alle relevante wetenschappelijke publicaties achter een betaalmuur. Hiervoor is bij de belangrijkste tijdschriften overigens een oplossing ontwikkeld: Sci-hub. Op het Russische domein (.ru) is deze vrij toegankelijk en kan je op titel of publicatiecode zoeken. Het goede nieuws is dat bijna elke wetenschapper een preprint publiceert op de gratis toegankelijke preprint-site Arxiv.org, voordat de definitieve versie verdwijnt achter een paywall van een duur tijdschrift. De makers van OpenScholar maken hier, en van de Amerikaanse open source database PubMed, dan ook uitgebreid gebruik van om hun model te trainen. Ai2 OpenScholar is non-profit en vrij toegankelijk.
Wat kan je met OpenScholar?
Voor studenten, gesalarieerde wetenschappers en burgeronderzoekers, of gewoon voor nieuwsgierige mensen die het naadje van de kous willen weten en een beetje wetenschappelijk jargon niet schuwen, is OpenScholar een zeer nuttige bookmark. Zo kan je op zoek naar relevante vakartikelen voor je onderzoeksvraag, ook als je niet exact de term weet van het onderwerp waarop je wilt zoeken. Vooral voor literatuuronderzoek bespaart dat uren zoekwerk. Maar je kan ook vragen stellen over een specifiek paper, iets wat met ChatGPT veel lastiger is. Een functie waar onderzoekers zeer blij mee zullen zijn is de catalogus met beschikbare open source datasets.
Beperkingen
Zoals bij alle large language models (LLM) is er altijd een risico op “hallucineren”, het lukraak verzinnen van gegevens. Controleer dus altijd zorgvuldig wat een LLM, zoals OpenScholar, beweert. Twee advocaten uit New York vielen lelijk door de mand toen de rechter ontdekte dat hun met ChatGPT bijeengerakelde pleidooi verwijzingen naar niet-bestaande vonnissen bevatte. Dat kwam ze op een verloren zaak en een ernstige berisping te staan. Ook is de demoversie die je onlne kan raadplegen, vooral gericht op computerwetenschappen. Er zijn andere vakgebieden vertegenwoordigd, maar slechts in beperkte mate en minder diepgravend dan computerwetenschappen. Als je doorvraagt op een specifiek deelgebied binnen bijvoorbeeld landbouwwetenschappen, waar ik persoonlijk wat meer van af weet, merk ik dat enkele keren de AI hallucineert of wartaal produceert. Op dit terrein doet ChatGPT het duidelijk beter.
Dat gezegd hebbende, is deze tool voor literatuuronderzoek en voor vooronderzoek toch erg nuttig.
Processen als kusterosie gaan te sluipend en te langzaam om met het blote oog waar te nemen. Daarom houden we er minder rekening mee dan met snelle gebeurtenissen, die eigenlijk veel minder belangrijk zijn. Hoe zou het er voor ons uitzien als een maand in enkele seconden voorbij gaat? Dan verandert het perspectief totaal en wordt dramatisch duidelijk hoe verwoestend kusterosie is. Check deze video, om jezelf te trainen op visionaire tijdschaal te denken.
Deze timelapse dateert van 2019 en is afkomstig van een onbemande camera van de Amerikaanse geologische dienst USGS. Gedurende de korte zomer op Alaska erodeert dit klif van het eiland. Elk beeldje heeft een uur tussenpoos, waardoor een dag ongeveer twee seconden duurt. De opname eindigt als de winter toeslaat.
Robots zijn sterker dan ons, reageren veel sneller en zullen binnen enkele jaren ook beter kunnen vechten op een slagveld. Hoe kunnen we ons verdedigen tegen een robotleger?
Robots op het slagveld In feite bestaan er al tientallen jaren robots op het slagveld. Kruisraketten, torpedo’s en intercontinentale raketten zijn in feite vliegende robots. Drones, door de nu al in conspiracykringen ‘Dronebama’ genaamde Amerikaanse president overvloedig ingezet tegen echte en vermeende terroristen, zijn in feite vliegende robots. Ook in landlegers rukken op afstand bediende robots snel op. Deze robots worden ook steeds slimmer. Het Terminator-nachtmerriescenario van een oorlog tussen mensen en robots komt steeds dichterbij.
Robots als ordehandhavers Geen zichzelf respecterende elite kan zonder een legertje gehoorzame meppers, in Nederland ME gedoopt. Door de ME in te zetten, kunnen lastige demonstranten of oproerkraaiers worden gestopt. Echter: de elite kan niet onvoorwaardelijk op de loyaliteit van menselijke dienaren rekenen. Bij een impopulaire regering zullen ook veel ME’ers de kant van de demonstranten kiezen. Dit zagen we onder meer in veel Arabische landen en is ook in de westerse landen, waar veel regeringen uitermate impopulair zijn bij de bevolking, niet denkbeeldig. Kortom: het is voor de elite erg interessant om te kiezen voor robot-ordehandhavers. De kans is dus terdege aanwezig dat we deze in het straatbeeld zien verschijnen, waarschijnlijk met als argument dat het kosten bespaart.
Wat zijn de sterke en zwakke punten van robots? Robots beschikken, zoals gezegd, over enkele grote voordelen ten opzichte van mensen. Ze zijn sterker, sneller en op bepaalde gebieden ‘slimmer’ dan mensen. Toch kennen ook robots hun zwakke punten, waar burgeractivisten gebruik van kunnen maken.
Robots zoals die nu door defensiebedrijven worden ontwikkeld, lopen op een batterij en worden aangedreven door elektromotoren, hoewel grotere modellen soms van een verbrandingsmotor zijn voorzien. Dit beperkt hun actieradius. Bijladen gaat traag. Verder zijn robots in verhouding tot hun grootte zwaar. Dit door de belangrijke rol die metalen in de constructie en batterij spelen. Voor robots is externe communicatie en besturing essentieel.
Hoe schakelen we robots uit, als ze tegen de burgerbevolking in worden gezet? Robots hebben dus meerdere zwakke punten, die door menselijke tegenstanders kunnen worden geëxploiteerd. Wel sluit het raam met mogelijkheden voor effectief verzet zich met de dag, omdat robotontwerpers uiteraard niet achterlijk zijn. Om te beginnen kan gebruik worden gemaakt van hun beperkte actieradius. Een geïsoleerde robot is binnen enkele uren dood, maar een energiespaarstand kan deze werkduur verlengen. Met bijvoorbeeld metaalfoliedekens of ijzerpoeder kan de communicatie met de robot worden verbroken. De robot zelf kan worden uitgeschakeld met een elektromagnetische puls. Ook verzetsstrijders kunnen machines inzetten om hen te helpen. eenvoudige machines zonder kunstmatige intelligentie, die in staat zijn om de bliksemsnelle reflexen van robots te pareren.
Centrale banken worden aan alle kanten bedreigd. Door crypto, maar ook door concurrerende aanbieders van geld en zelfs door de liefhebbers van contant geld. Hun antwoord: digitaal geld, waar wij dan weinig over te zeggen krijgen. De digitale euro is volledig te controleren door een centrale bank. Dus deze is in principe in staat om niet toe te staan dat digitale euro’s worden uitgegeven aan dingen die de centrale bank, of een overheid, niet zint. Ook kan een bank een negatieve rente heffen. Dan maar over naar contant geld? Helaas, ook daar hebben de bedenkers van digitaal geld wat op gevonden. Econoom Edin Mujagic van BNR Nieuwsradio doet de plannen van centrale banken uit de doeken. Erg vrolijk zullen vrijheidslievende mensen daar niet van worden.
Er komen, als het aan de bedenkers van het systeem ligt, straks twee prijzen. De prijs in digitale euro’s en de prijs in contante euro’s. Wil de bank een negatieve rente heffen van bijvoorbeeld -5%, dan daalt de wisselkoers van de contante euro ook 5%. Zo kan de bank ook de waarde van papiergeld af laten nemen. Hier is aan te ontsnappen door aandelen te kopen, in feite zijn dit ook een soort valuta, waardevaste activa als goud of crypto. Ervaringen ut het verleden leren, dat centrale banken en politici erg ver kunnen gaan om hun monopolie te beschermen. Zo werd in de dertiger jaren het bezit van goud in de VS strafbaar.
Volgens de klassieke geopolitieke theorie van Harold MacKinder (1903) en anderen vormt Eurazië het Wereldeiland en is Amerika de periferie. In de praktijk is Eurazië zwak en verdeeld en deelt de Verenigde Staten, een Amerikaanse grootmacht, de lakens uit op de wereld. Kunnen ambitieuze Russische en Chinese infrastructurele plannen dit veranderen? Het eerste artikel in een tweeluik.
De Hartland-theorie Volgens MacKinder’s Hartland-theorie vormt Europees Rusland met Siberië, het Hartland, een ‘pivot area’, scharnierpunt, waarmee de vruchtbare, welvarende Europese Laagvlakte en de andere grote vruchtbare laagvlakte, Han-China, met elkaar verbonden kunnen worden. Het grootste wereldrijk ooit, dat van de Mongolen, bereikte precies dat. Volgens de theorie van MacKinder is degene die Oost-Europa beheerst, degene die het Hartland beheerst en degene die het Hartland beheerst, beheerst de wereld. Als Duitsland en Rusland samen gaan werken, is dat volgens MacKinder dus een reden voor bijvoorbeeld de Amerikanen om te sidderen en beven.
Geen infrastructuur Wel stelde MacKinder enkele voorwaarden. Zo moest de infrastructuur in Rusland voldoende goed zijn. Op dit moment is dat, mild uitgedrukt, niet het geval. Als je je autootje vollaadt met benzine, een Russisch visum kan bemachtigen en koers richting oosten zet, strand je iets ten oosten van de voormalige dwangarbeidersstad Magadan, aan de barre Zee van Ochotsk. Deze leeglopende stad bereik je na een tocht over de beruchte pokdalige Bottenweg, zo genoemd omdat de botten van de tienduizenden dwangarbeiders die bij het aanleggen van de weg in de Stalin-tijd omkwamen, door de Sovjets in de weg zijn verwerkt. Alleen onverschrokken pioniers die beschikken over een krachtige SUV met vierwielige aandrijving durven de expeditie verder naar het oosten, richting het eskimodorp Uelen dat de verste plaats richting oosten is, aan. Ga je in de winter, wanneer de weg beter begaanbaar is, bereid je dan voor op temperaturen van onder de -70 graden. De gemiddelde temperatuur op Mars. Neem een grote jerrycan mee en mis het benzinestation niet. De volgende is er pas na 600 km.
Zee geschikter voor transport dan land Het kost veel minder energie om goederen over zee te transporteren dan over land, laat staan door de lucht. Dit is de reden dat de welvarendste streken de kuststreken zijn en het wereldhandelsnetwerk wordt gedomineerd door waterwegen. Wat dat betreft is het misschien interessant om een grafiekje te laten volgen, gebaseerd op data van de Amerikaanse transportautoriteit, dat de energiekosten per ton laat zien van vervoer over zee, trein, vrachtwagen en vrachtvliegtuig.
Transportwijze
Energieverbruik
vgl. binnenvaart
kJ per ton-kilometer
Binnenvaart
1
160
Spoorwegen
1,3
209
Vrachtvervoer
15
2.426
Luchttransport
43
6.900
Geen wonder dus, dat de meeste handel over water plaatsvindt. In de praktijk bestaat Eurazië daarom uit een aantal dichtbevolkte grote eilanden: Europa, de Gangesvlakte, de Chinese Laagvlakte, Japan en Zuid-Oost-Azië, die alleen door middel van zee en lucht met elkaar verbonden zijn. En, zoals bekend, is de Verenigde Staten heer en meester over de zee, wat de Russen en Chinezen een doorn in het oog is.