Ideeën

Constructortheorie kan natuurkunde herschrijven

Einstein slaagde er in om met zijn unieke kijk, de relativiteitstheorie te ontwikkelen. Kan de constructortheorie de natuurkunde uit het slop halen?

De natuurkunde zit in het slop. Met de ontdekking van het Higgs-deeltje zijn alle volgens het Standaardmodel voorspelde elementaire deeltjes gevonden. En gedraagt zich alles, nou ja, bijna alles, precies volgens de voorspellingen van het Standaardmodel. Het netelige probleem waar Einstein en tal van anderen zich het hoofd over braken, de unificatie van de zwaartekracht en de overige natuurkrachten, bestaat nog steeds. Dit, na bijna honderd jaar noeste natuurkundige arbeid en supercomputers.

Constructortheorie

Maar misschien kijken we verkeerd, denkt een groeiend aantal natuurkundigen. Het tweetal Chiara Maretto en David Deutsch, bijvoorbeeld. Deutsch is de bedenker van het eerste algoritme waarmee een kwantumcomputer sneller kan rekenen dan een klassieke computer. Hij bedacht met zijn promovenda Maretto, de Constructortheorie. Wat houdt deze theorie in? En kunnen we hiermee experimenteel toetsbare natuurwetten ontdekken?

Constructortheorie, of paradigma?

De constructortheorie is niet zozeer een theorie, maar een nieuw paradigma voor beoefening van natuurkunde en wetenschap in het algemeen. Er bestaan in de natuurkunde verboden omzettingen. Dingen die natuurkundig gezien onmogelijk zijn. Zo zegt de Tweede Hoofdwet van de Thermodynamica, dat het onmogelijk is om uit afvalwarmte nuttige energie te halen, zonder temperatuurverschil dat je af kan tappen. De constructortheorie zegt: deze verboden zijn geen randverschijnselen, maar juist het fundament van de natuurkunde.

Wat is een constructor?

Een constructor is een ding (een taak in de constructortheorie) die iets meerdere keren achter elkaar kan doen met hetzelfde resultaat. Bijvoorbeeld: een hittemotor, zoals een Stirlingmotor is een constructor. Deze zet een warmteverschil om in vrije energie. Deze constructoren kunnen ook abstract zijn. Zo is de valversnelling, die van een grote hoogte vallende appels in appelmoes verandert, ook een constructor. Nu komen we op het domein van de theologie. Want het ultieme einddoel is om de opperconstructor te vinden. De onbewogen beweger. God, zou een gelovige vinden.

Kan de constructortheorie ons uit het slop halen?
Kan de constructortheorie ons uit het slop halen? Bron: David Dayag in Wikimedia Commons

Contrafeitelijk

Heel belangrijk in de constructortheorie zijn counterfactuals, contrafeitelijke beweringen. Een voorbeeld van een dergelijke bewering is: stel dat er wel een machine had bestaan die energie uit warmte kan onttrekken, dan zou je de tijd om kunnen keren. Daaruit kan je dus een verbod afleiden. Immers, tijdreizen zou het heelal zoals we dat kennen ontwrichten.

Chip implanteren met injectiespuit nu mogelijk

Aanhangers van complottheorieën geloven dat een vaccinatie, een chip implanteren betekent. Nu is dat ook daadwerkelijk technisch mogelijk. Met een domme chip. Nog wel.

Chip implanteren wordt steeds makkelijker

Met de nieuwste EUV-machines van ASML is het nu mogelijk om microtransistoren met een diameter van 3 nanometer te ontwerpen. Ter vergelijking: een atoom is circa 0,032 (helium) tot 0,265 (cesium) nanometer in diameter. De atomen in de schakeling zijn gemiddeld rond de 100 nm groot. Dit betekent, dat structuren nog maar enkele tientallen atomen breed zijn, en dat er een volwaardig (Turing-compleet) computertje op zeer kleine oppervlaktes kan worden gerealiseerd.

In microscopische computers uit werk van de universiteit van Michigan uit 2018, zijn de transistoren nog relatief groot, rond de 50 nm. In principe zouden deze computertjes dus nog tien maal zo klein in diameter kunnen worden. En hiermee erg gemakkelijk om te implanteren. Het zendbereik ligt rond de 15 cm. [1] Dat is wat weinig voor communicatie met de sinistere 5G-masten van de Illuminati (of een andere groep engerds), maar mogelijk zou je het zendbereik kunnen opvoeren door een antenne toe te voegen.

Injecteerbare chip

In deze nieuwe, nog kleinere en daardoor injecteerbare chips van 2021 lijkt de grootte inderdaad nog verder te zijn teruggebracht. Columbia University bereikte minder dan ongeveer 0,2 mm. [2] Hiermee zijn deze chips ongeveer zo groot als een menselijke eicel, of grote eencellige. Voorlopig is er nog geen reden tot ongerustheid. Althans: met deze chips niet. De chips zijn namelijk “dom”. Ze bevatten alleen ‘klassieke’ elektronica, geen computer. De temperatuurmetingen worden door een passief elektronisch circuit omgezet in ultrageluid[2].

Chip implanteren met een hypodermische injectienaald.
Chip implanteren met een hypodermische injectienaald. Bron: engineering.columbia.edu, persberichten

Geluid in plaats van radiogolven

Deze chips zijn zo klein, dat ze geen radiogolven meer kunnen produceren, althans niet op de gebruikelijke manier met een zendantenne. Vandaar dat de onderzoekers gebruik hebben gemaakt van pulsen ultrageluid voor communicatie en om het apparaatje van energie te voorzien. [2] De chip is ontwikkeld om nauwkeurige metingen te kunnen uitvoeren van de temperatuur in kankergezwellen. Tumoren springen namelijk nogal verkwistend met voedingsstoffen om en zijn erg actief. Daarom zijn ze doorgaans wat warmer dan gezond weefsel. Het toestelletje is, met een andere sensor en elektronica, ook geschikt voor andere metingen, bijvoorbeeld pH en druk. [3]

Bronnen

1. A 0.04mm316nW Wireless and Batteryless Sensor System with Integrated Cortex-M0+ Processor and Optical Communication for Cellular Temperature Measurement, symposium VSLI Circuits, 2018
2. Chen Shi et al., Application of a sub–0.1-mm3 implantable mote for in vivo real-time wireless temperature sensing, Science Advances  07 May 2021: Vol. 7, no. 19, eabf6312, DOI: 10.1126/sciadv.abf6312
3. Universiteit van Columbia, persbericht

Communiceren met aliens: wat zijn de mogelijkheden?

Stel, er landt een buitenaards ruimteschip op aarde. Dan komt de volgende vraag. Hoe kunnen we communiceren met aliens? Hun biologie verschilt namelijk totaal van die van ons.

Communicatiesystemen

Wij mensen communiceren vooral met geluid. Dit vullen we aan met lichaamstaal. In de loop van de menselijke geschiedenis zijn we deze geluiden en de abstracte ideeën waar ze voor staan, op gaan schrijven. Pas in de laatste twee eeuwen gebruiken we ook elektronische methoden om te communiceren.

Hoe zouden aliens communiceren?

Via welk medium aliens communiceren, hangt heel erg af van hun biologie en hun natuurlijke leefomgeving. Andere dieren maken gebruik van geluid, maar ook van andere middelen om te communiceren. Denk zijn felle kleuren, lichaamsbewegingen en geuren. Boodschappen in kleuren en vormen kennen we natuurlijk als schrift. Lichaamsbewegingen als gebarentaal. Hiermee is informatie vrij snel over te dragen. Geuren zijn hiervoor veel te langzaam.

Onder water zijn geluiden veel belangrijker. Enkele onderwaterdieren kunnen hun kleur veranderen en zo communiceren. In theorie is onder water ook communicatie met elektriciteit mogelijk. Sommige vissoorten kunnen zeer zwakke elektromagnetische velden van prooien waarnemen.

Een alien van een planeet met een dichte atmosfeer zal veel meer gebruik maken van geluid om te communiceren. Onderwater aliens (al zijn deze niet erg waarschijnlijk), zullen dat waarschijnlijk ook doen, of gebruik maken van pigmentvlekken of lichaamstaal. Bij echt afwijkende aliens, bijvoorbeeld intelligente interstellaire gaswolken zoals voorgesteld in de SF-roman The Cloud van astronoom Fred Hoyle, kunnen we ook elektromagnetische communicatie en dergelijke verwachten.

Uit vrijgegeven radarbeelden van de marine en luchtmacht van Usa blijkt, dat het leger van dit land serieus onderzoek doet naar onverklaarbare ufo-achtige verschijnselen. Het is goed mogelijk dat aliens ons al bezoeken. Bron: US Marine

Communiceren met aardse “aliens”

We delen onze planeet met een groot aantal niet-menselijke soorten, waarvan er sommige behoorlijk intelligent zijn. Denk aan walvisachtigen, papegaaien en octopussen. Veel van deze soorten (primaten, walvisachtigen, olifanten) zijn net als wij zoogdieren. Dat betekent dat hun hersenen vrij veel op die van ons lijken. En dus, dat we ons redelijk goed kunnen inleven in ze.

De uitdaging die het dichtste in de buurt komt van communiceren met aliens, is proberen te “praten” met intelligente dieren die biologisch gezien, ver van ons af staan. Octopussen, bijvoorbeeld. Deze horen tot een totaal andere diergroep dan wij en hun hersens hebben zich helemaal onafhankelijk van die van ons ontwikkeld. Zouden we er in slagen om met octopussen te communiceren, dan hebben we een uitdaging voltooid die dicht in de buurt komt van communiceren met aliens.

Helaas leven octopussen maar kort. Zelfs de grootste octopus haalt met moeite de vijf jaar, waardoor gesprekken waarschijnlijk het niveau van die van een peuter niet zullen overstijgen. Uit onderzoek weten we dat octopussen weliswaar onderling communiceren, maar vooral elkaar proberen te imponeren[1] en niet echt iets van een cultuur of materiële beschaving hebben. Waarschijnlijk zijn aliens die slim genoeg zijn om de aarde te bereiken, een stuk verder ontwikkeld.

METI, instituut voor een alien taal

Sommigen denken dat taal net zoiets is als wiskunde. Dat elke taal fundamentele eigenschappen deelt – ook de taal van niet-menselijke wezens die zelfs een heel andere biologie hebben dan aardse wezens. Inderdaad zijn er universele begrippen die elke spreker kent en die ook in elke bekende menselijke taal voorkomen. Een verwijzing naar zichzelf, ik. Een verwijzing naar degene met wie je spreekt, jij. Een verwijzing naar een andere persoon, hij of zij. Namen lijken in de communicatie van dolfijnen ook voor te komen. Getallen. Voedsel. Het instituut METI (Messaging Extraterrestrial Intelligence) probeert dit soort universele wetmatigheden op te sporen die hopelijk ook van pas komen wanneer we daadwerkelijk met aliens gaan communiceren.

Bronnen
1. David Scheel et al., Signal Use by Octopuses in Agonistic Interactions, Cell Current Biology, 2016, DOI: https://doi.org/10.1016/j.cub.2015.12.033
2. METI International

Duizend jaar oude organisaties hebben enkele opvallende kenmerken. Bron: Wikimedia Commons

Duizend jaar oude organisaties, hun geheimen

De RK kerk, de Genda Shigyō Papiermakerij en de Staffelter Hof zijn alle meer dan duizend jaar oude organisaties. Wat is hun geheim?

De rooms-katholieke kerk bestaat al bijna tweeduizend jaar. Wat is het geheim van een meer dan duizend jaar oude organisaties?
De rooms-katholieke kerk bestaat al bijna tweeduizend jaar. Wat is het geheim van meer dan duizend jaar oude organisaties? Bron: Wikimedia Commons

Instituten waren en zijn essentieel voor het functioneren van de menselijke beschaving. Het waren kloosters die als centra van kennis de Europeanen door de donkere Middeleeuwen loodsten. Willen we een toekomstige periode van barbarij enigszins heelhuids doorkomen, dan is het nuttig om een organisatie achter de hand te hebben die duizenden jaren kan blijven functioneren zonder dat deze uiteenvalt. En voor de Long Now Clock, die zo’n tienduizend jaar lang de tijd aangeeft, is het natuurlijk wel handig als er generaties van klokkenmakers zijn die de klok netjes onderhouden. Bijvoorbeeld, omdat ze deel uit maken van een duizend jaar oude organisatie.

Duizend jaar oude organisaties

Dit verklaart de interesse van de Long Now Foundation voor de geheimen van meer dan duizend jaar oude organisaties. Zouden we net als Hari Seldon in de Foundation-SF reeks van Isaac Asimov, een organisatie op kunnen richten die over het voortbestaan van de aarde en de mensheid waakt? Die als een soort modern klooster de kennis van nu beschermen tegen verlies, zonder uit elkaar te vallen?

Uit het eerste onderzoek van de Foundation blijken al enkele gemeenschappelijke patronen. Zo zijn de organisaties vrijwel altijd klein. Er werken niet meer dan driehonderd mensen. Vaak richten ze zich op een niche-activiteit, dikwijls het produceren van alcoholische dranken als wijn of whiskey. Tradities spelen een belangrijke rol en vormen de voornaamste bestaansreden van de organisatie. Winst maken is vooral nodig om te overleven.

In onderstaande lange verkenning gaat de Long Now Foundation dieper in op deze vraag.

Bronnen

The data of long lived organisations – Long Now Foundation blog, 2021

Atoombommen, een voorbeeld van rampzalige techniek.

Staat techniek los van goed en kwaad?

Volgens veel mensen is techniek een middel dat ten goede of ten kwade aangewend kan worden, maar zelf moreel neutraal. In de handen van verstandige, gewetensvolle mensen geldt voor elke techniek, dat deze beter wel kan bestaan dan niet. Maar… klopt dit wel? Of bestaat er inherent weldadige en kwaadaardige techniek? En zo ja, is er dan een bepaalde mentale houding waarmee je als uitvinder dit soort technieken vermijdt en alleen “goede” techniek gaat ontwikkelen?

Moordzuchtige en rampzalige techniek

Atoombommen, een voorbeeld van rampzalige techniek.
Atoombommen, een voorbeeld van rampzalige techniek.

Mensen zijn niet altijd even aardig voor elkaar. Tot de komst van moderne techniek vielen de gevolgen  mee, alhoewel de burgeroorlog in Rwanda bewees dat ook met primitieve wapens de meest afgrijselijke slachtpartijen zijn te begaan. Met de komst van vuurwapens en massavernietigingswapens als atoombommen en gifgas zijn de gevolgen van menselijke haat en agressie veel erger geworden.

Het is vrijwel onmogelijk om een nuttige toepassing voor gifgas of atoombommen te bedenken. De Sovjets gebruikten atoombommen om seismisch onderzoek mee te doen, maar ook dit leverde enorme vervuiling op. Ook om plaagdieren te bestrijden zijn er veel effectievere methoden dan een ruimte vol te pompen met gifgas.

Er zijn ook technieken die weliswaar op zich geen kwaadaardig doel hebben, maar wel uitermate vervelende gevolgen hebben. De chemicus Thomas Midgley veroorzaakte met twee rampzalige uitvindingen enkele van de ergste milieuproblemen ooit: de ozonlaagvernietigende CFK’s en tetra-ethyllood om benzine mee te “verrijken”, waardoor honderdduizenden kinderen over de hele wereld hersenschade op hebben gelopen. Overigens strafte het noodlot hem later alsnog: hij overleed toen hij zichzelf had verstrikt in een vernuftig toestel om zich uit bed te laten takelen. Het is waarschijnlijk geen toeval dat een en dezelfde persoon verantwoordelijk was voor meerdere rampzalige technieken.

Wat maakte Thomas Midgley een rampzalig uitvinder?
Uit zijn biografie is af te leiden dat Midgley koste wat kost succes wilde hebben, zijn vader Thomas Midgley senior wilde overtreffen. Hierbij was hij bereid zeer ver te gaan en beschikte over een monomane gedrevenheid. Zo procedeerde hij een concurrent die waarschuwde tegen de gezondheidsklachten die ontstonden door tetra-ethyllood kapot. Ook bagatelliseerde hij de gevallen van krankzinnigheid van personeel dat in een proeffabriek, waar het dodelijk giftige goedje werd geproduceerd, werkte en goot bij een publieke demonstratie het middel over zijn handen. Dat laatste leverde hem een ernstige loodvergiftiging op, wat hij uiteraard stil hield.

We kunnen dus concluderen dat het de combinatie van vindingrijkheid, monomanie en een genadeloze winnaarsmentaliteit, is die Midgley bracht tot het veroorzaken van hersenafwijkingen bij honderdduizenden kinderen.

Is er een manier om uitvindingen te ontwikkelen die alleen gunstige effecten hebben?

Uitvindingen vergroten onze mogelijkheden. Mogelijkheden kunnen gebruikt worden voor  weldadige, of juist verwoestende dingen.  Een 3D-printer kan worden gebruikt om een reactor voor medicijnen te printen, of voor het printen van wapens. Algemeen toepasbare “enabling” uitvindingen zijn een tweesnijdend zwaard, maar pakken overwegend positief uit.  Over het algemeen pakken symptoombestrijdende uitvindingen negatief uit. Zowel Midgley’s tetraethyllood als CFK’s vallen in deze categorie.

Met een beter apparaatontwerp zijn deze twee uitvindingen niet nodig. Diesel werkt zonder enig anti-klopmiddel, laat staan het dodelijk giftige tetra-ethyllood. Sterker nog, de explosie van een dieselmengsel is precies wat gewenst is.  Koelkasten kunnen nog beter gekoeld worden met ammoniak dan met CFK’s. Ammoniak ruikt weliswaar niet erg fris, maar is een natuurlijke stof. En heeft door de hogere verdampingswarmte waarschijnlijk zelfs nog betere koeleigenschappen dan CFK’s. Niet voor niets worden ijsbanen zoals Thialf in Heerenveen gekoeld met ammoniak. Dus achteraf gezien, waren zowel CFK’s als tetra-ethyllood niet nodig geweest, als we hadden gekozen voor ammoniak resp. dieselmotoren. Wat denken jullie?

Vantablack, een kleurstof zwarter dan zwart

Wat krijg je als je een voorwerp verft met een kleurstof, die zoveel licht absorbeert dat er werkelijk bijna geen foton meer teruggekaatst wordt? Maak kennis met Vantablack. Maar zijn er nog zwartere kleurstoffen denkbaar?

Wat is zwart?

Natuurkundig gezien is zwart de afwezigheid van welk licht dan ook. Volmaakt zwart betekent: geen enkel licht meer. Zwart heeft ook een keerzijde. Namelijk, de zwarte straler. Dat is een oppervlak, dat precies volgens de (onder natuurkundigen) wereldberoemde wet van Boltzmann straling uitzendt. Zo is een zwarte straler op kamertemperatuur totaal zwart, maar zendt deze wel infraroodstraling uit. Bereikt de zwarte straler temperaturen boven de duizend graden, dan gaat deze rood, wit en vervolgens blauw gloeien. Daarom koelen zwarte stralers ook snel af, een oppervlak dat warmte weerkaatst, minder snel.

Bestaat er volmaakt zwart?

Volmaakt zwart bereiken is tot nu toe nog geen enkele wetenschapper of uitvinder gelukt. Het totale percentage zonlicht dat een voorwerp weerkaatst, wordt weergegeven als albedo. Een volmaakt zwart voorwerp heeft dus een albedo van nul procent. Een spiegel of volmaakt wit oppervlak heeft een albedo van honderd procent. Het albedo van bekende zwarte voorwerpen is enkele procenten. Houtskool en vers asfalt 4 procent, zwart fluweel 1 tot 4 procent. Opmerkelijk genoeg is ook de maan behoorlijk donker met een albedo van 12 procent. Dit is te vergelijken met dat van ouder asfalt. In theorie heeft een zwart gat een albedo van bijna nul, het geeft alleen de doorgaans zeer zwakke Hawkingstraling af.

Vantablack nadert de nul

Het blijkt opmerkelijk lastig om werkelijk alle invallende fotonen in te vangen, zonder dat deze weerkaatsen. Zelfs Vantablack is niet volmaakt zwart: het heeft een albedo van 0,04 procent. Dat wil zeggen dat het honderd maal zo weinig licht weerkaatst als houtskool of vers asfalt; slechts één op de 2500 lichtdeeltjes wordt weerkaatst. In de praktijk is dit genoeg om met Vantablack ingesmeerde voorwerpen te veranderen in een blob Niets.

Beide maskers zijn identiek. Het linker masker is met Vantablack behandeld, waardoor het verandert in een zwarte blob Niets. Bron: Surrey Nanosystems, voorlichtingsmateriaal
Beide maskers zijn identiek. Het linker masker is met Vantablack behandeld, waardoor het verandert in een zwarte blob Niets. Bron: Surrey Nanosystems, voorlichtingsmateriaal

De recordbrekende oorspronkelijke Vantablack bestaat uit een “bos” van lange koolstofnanobuisjes, waartussen de fotonen meerdere keren weerkaatsen en zo geabsorbeerd worden. Dit “nano-bos” is erg teer en daarom eigenlijk alleen interessant voor kunstprojecten. Het “bos” op een oppervlak produceren is ook extreem lastig en daarmee oninteressant voor grootschaliger toepassingen. Het bedrijf Surrey Nano Systems, waarvan werknemers Vantablack hebben ontwikkeld, brengt daarom nu een hele reeks lakken, sprays en andere van Vantablack afgeleide verfmiddelen uit, die veel minder zwart zijn. Al zit het albedo bij elk product ruim onder de 1%.

Wat heb je aan Vantablack?

Extreem zwarte oppervlakten hebben twee grote voordelen. Het eerste voordeel is dat ze voorkómen, dat strooilicht gevoelige detectoren, bijvoorbeeld telescopen, bereikt. Hier is de dure oorspronkelijke Vantablack dus zeer interessant. Ook voor in massa geproduceerde apparatuur is een VantaBlack coating erg interessant om alle strooilicht weg te vangen. Het tweede voordeel is dat ze snel warmte kwijt raken. Verder zijn er esthetische redenen. Zwart heeft een luxe, gezaghebbende reputatie. Een laag Vantablack op je dure auto, die deze in een opvallende vlek Niets verandert, is daarmee voor iemand die graag met zijn rijkdom imponeert, erg aantrekkelijk.

Bron

Fabrikant, Surrey NanoSystems

Iedere Zimbabwaan was op een gegeven moment multibiljonair. Erg veel plezier haddne ze er niet van, met dit biljet konden ze nauwelijks voedsel kopen.

Hyperinflatie, onzin of mogelijk al onderweg?

Veel kleine beleggers, crypto-bezitters en huizenbezitters kloppen zichzelf op de schouders vanwege hun sprookjesachtige rendementen. De werkelijkheid is wat minder florissant. Volgens sommigen dreigt hyperinflatie.

Economische relativiteitstheorie

We zijn gewend om de waarde van alles in geld uit te drukken. Euro’s, in ons geval, of Usaanse dollars aan de overkant van de grote plas. Dus als de prijs van iets in euro’s uitgedrukt stijgt, is dat een waardestijging. De vraag is, of dat terecht is. Zimbabwanen kunnen daar over meepraten. Zo is, uitgedrukt in Zimbabwaanse dollars, in 2008 de economie van Zimbabwe fabelachtig hard gegroeid. Een brood kostte een paar biljoen Zimbabwaanse dollars.

Was het slim om een bakkerij te beginnen in Harare in 2008? Niet bepaald. Met dit geld kon je als Zimbabwaan namelijk niet veel meer dan een sigaret rollen, of het vuurtje onder je kookpot met een armoedige maaltijd aanmaken. Alhoewel dit hoogste biljet ooit uitgegeven, nu curiositeitswaarde heeft en gewild is onder verzamelaars. Dit verschijnsel noemen economen hyperinflatie. De oorzaak van hyperinflatie is altijd de uitgever van het geld, meestal de overheid of centrale bank. Zo devalueerde de sestertie in het Romeinse Rijk, omdat de keizer steeds meer zilver verving door koper.

Iedere Zimbabwaan was op een gegeven moment multibiljonair. Erg veel plezier hadden ze niet van deze hyperinflatie, met dit biljet konden ze nauwelijks voedsel kopen.
Op een gegeven moment was elke Zimbabwaan multimiljardair met dit biljet van 100 biljoen. Erg blij waren ze niet met deze hyperinflatie. Copyright: Reserve Bank of Zimbabwe/Munthandel Oost Brabant. Bron

Geld: geen erts maar vertrouwen

Geld is niet meer dan een ruilmiddel, een rekenformule. Zoals het voorbeeld van Zimbabwe (en Duitsland in de twintiger jaren, en Hongarije vlak na de oorlog, China vlak voor de communistische machtsovername, enzovoort, enzovoort) laat zien, is de waarde van geld niet absoluut. En is het voor een overheid in nood erg verleidelijk om de binnenlandse geldkraan flink open te draaien. Om geld bij te drukken hoef je namelijk geen belasting te heffen. Geld bijdrukken is een sluipende vorm van belastingheffing. Immers, hoe meer geld er is in verhouding, hoe minder het waard wordt. Dus met jouw bankbiljet kan je dan minder kopen. Met inflatie belast je iedereen, ook de vrek die zijn spaarcentjes onder zijn hoofdkussen heeft verstopt.

Gaan de Eurozone en de USA de hyperinflatie van Zimbabwe volgen?

Het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank is roekeloos. Op dit moment kent de ECB een negatieve rente. Dat wil zeggen, dat je geld toe krijgt als je euro’s leent van de ECB. Zakenbanken doen dat dan ook grif, en kopen daarmee aandelen en grondstoffen. En onroerend goed, vooral woonhuizen. Door de toenemende vraag wegens dit goedkope geld, stijgen hiervan de prijzen. Wat superwinsten voor de rijken oplevert. Immers, ze verdienen zowel aan de koerswinst, als aan de negatieve rente. Kassa!

Dit verklaart ook, waarom aandelenkoersen en de vermogens van multimiljardairs pijlsnel stijgen. Dit ging een tijdje goed. Maar begin 2021 is deze inflatie nu ook de reële economie aan het bereiken. Zo zijn de Nederlandse huizenprijzen in 2020 11,6 procent gestegen in het coronajaar 2020. Let wel, in een jaar waarin de economie fors kromp met 3,8 procent. Ook het voedsel en andere basisbehoeften worden nu duurder als gevolg van de gestegen grondstofprijzen. De energierekening was al enkele jaren aan het stijgen.

Hyperinflatie?

Van steeds meer goederen worden de reële kosten flink hoger. Op zich is het niet erg als de prijzen van luxe-goederen stijgen. In veel opzichten hebben we al meer rijkdom dan goed voor ons is. Vervelend wordt het als eerste levensbehoeften snel duurder worden. Een skivakantie minder, of een paar jaar langer met je meubels doen, is geen ramp. Met een hongerige maag of rillend van de kou naar bed moeten gaan, wel. Laat staan, dat je de ziekenhuisrekeningen van je familie niet meer kan betalen. Helaas is dit het meest waarschijnlijke scenario. Inflatie heeft namelijk de vervelende eigenschap, van de top naar beneden te sijpelen. Uiteindelijk komt de zwarte piet bij de armsten terecht.

Terugkeer naar de maan in het komende decennium

Het is al een halve eeuw stil op de maan. Dat gaat in de jaren ’20 veranderen. Diverse ruimtegrootmachten hebben plannen aangekondigd voor een terugkeer naar de maan.

Zo hebben Rusland en China al aangekondigd samen een maanbasis te bouwen. Anderen, zoals de VS, Europa, India en Japan, zitten ook niet stil.

Astronaut Eugene A. Cernan van de Apollo-17 missie is één van de laatste drie mensen die op de maan rond hebben gelopen en -gereden.  Na een halve eeuw is er nu eindelijk een terugkeer naar de maan.
Astronaut Eugene A. Cernan van de Apollo-17 missie is één van de laatste drie mensen die op de maan rond hebben gelopen en -gereden. Na een halve eeuw is er nu eindelijk een terugkeer naar de maan. Bron: NASA

Terugkeer naar de maan in dit decennium

De maan is het dichtstbijzijnde hemellichaam en ook het enige hemellichaam, waarop mensen rond hebben gelopen. Het lijkt ongelofelijk, maar met de primitieve techniek van een halve eeuw geleden, met boordcomputers die minder konden dan die in een bankpasje nu, landden en wandelden er mensen op de maan. Dit had vooral te maken met de toen veel grotere risicobereidheid. Een bemanning, van de Apollo 13 missie, heeft het niet overleefd. Bij enkele andere missies was het kantje boord. Mede hierom, en de enorme kosten, is het sinds de laatste Apollo-astronaut opsteeg bijna een halve eeuw stil geweest op onze dorre satelliet.

Dat gaat in de jaren ’20 veranderen. Diverse machten hebben plannen aangekondigd voor een terugkeer naar de maan. Isaac Arthur deelt hier de plannen van de Amerikanen.

De maan is vooral interessant als overstappunt, en voor mijnbouw. De zwaartekracht van de maan is laag, waardoor ruimteschepen met in verhouding weinig brandstof kunnen vertrekken en landen. Ook prettig is dat de maan dicht bij de aarde ligt. Met een reis van hooguit enkele dagen is de maan te bereiken. Alle andere bestemmingen, denk dan bijvoorbeeld aan Mars, Mercurius of de buitenplaneten, vereisen maanden of zelfs jaren met de techniek van nu. Hoewel er op de maan minder te halen valt dan op verder weg gelegen bestemmingen, en de daglengte en zwaartekracht voor de mens ongunstig zijn, wegen deze voordelen toch op tegen de nadelen van een terugkeer naar de maan.

Vastgoedbeleggers: dwing een tijdelijke halvering van de huur af

De grote winnaars van de coronacrisis zijn vastgoedbeleggers. Ze liepen geen enkele risico, terwijl hun huurders failliet gaan. Tijd ze flink te laten meebetalen.

Enorme winsten voor vastgoedbeleggers

Steeds meer horeca- en winkelbedrijven staan op omvallen door de covid-19 gerelateerde winkel- en horecasluitingen. De bijdrage die door de overheid wordt verleend, is bij lange na niet voldoende. Ondertussen verdienen vastgoedbeleggers goud geld. Dit omdat ze door de lage rentes goedkoop geld kunnen lenen.

Dat we geen enkele medelijden hoeven te hebben met de bezitters van onroerend goed blijkt ook wel uit de prijzen voor vastgoed. De ene winkel na de andere moet door de lockdowns definitief sluiten, terwijl de prijzen voor huizen en beleggingspanden het ene record na het andere breken. Is het terecht, dat de ene ondernemer met hangen en wurgen moet zien te overleven – en vaak kopje onder gaat – , terwijl de andere ondernemer, die zich verrijkt met speculeren, de winsten kan blijven plukken op kosten van de belastingbetaler?

Het water staat de meeste horeca-ondernemers, zoals Kaya Pastanesi in Rotterdam, aan de lippen. Waarom betalen de vastgoedbeleggers niet mee? Bron: Facebookpagina Kaya Pastanesi Rotterdam
Het water staat de meeste horeca-ondernemers, zoals Kaya Pastanesi in Rotterdam, aan de lippen. Waarom betalen de vastgoedbeleggers niet mee? Bron: Facebookpagina Kaya Pastanesi Rotterdam

Hoe zou deze heffing er uit kunnen zien?

Een groot probleem voor ondernemers in de horeca en de middenstand is dat ze de forse huren van hun panden door moeten blijven betalen terwijl er geen omzet is. De overheid is bijgesprongen met overbruggingssteun, maar hiermee is het probleem alleen verplaatst. Namelijk, van de ondernemers naar de schatkist. Nog steeds verdwijnt er veel geld uit het productieve deel van de economie naar beleggers.

Er zou een wet kunnen worden doorgevoerd, waarin zolang de coronacrisis voortduurt, winkeliers het recht krijgen om hun huurafdracht met 50 procent te verminderen. Zo is er minder overheidsgeld nodig om bedrijven overeind te houden. Dit zou de staatsschuld binnen de perken houden.

Waarom alleen populisme links kan redden

Populisme wordt door linkse partijen gehaat. Met de opmars van populistische partijen zakt links als een kaartenhuis in elkaar. Hebben beide verschijnselen iets met elkaar te maken?

Wat is populisme precies?

Een onder politicologen populaire onderverdeling in politieke richtingen is populisme, elitarisme en overige richtingen (bijvoorbeeld liberalisme, religieuze of groene politiek) die zich buiten het populistische versus elitaristische discours houdt. Populisme is een politieke visie, waarbij een elite verantwoordelijk wordt gehouden voor het uitbuiten van de bevolking, of een deel van de bevolking. Bekende populistische partijen in Nederland zijn de PVV en de SP.

Een populistisch lied, de Socialistische Internationale. Bron: Norzartonk.org

Ontwaakt, verworpenen der aarde

De meest populistische boodschap ooit uit de negentiende eeuw kwam van onversneden linkse hoek: de schrijver en filosoof Karl Marx. Hij ontwikkelde de marxistische ideologie van een klassenstrijd. Dit discours is in wezen populistisch. Immers, de klasse van de kapitalisten buit de klasse van de proletariërs uit. De oproep van Marx, dat de proletariërs wereldwijd zich moeten verenigen om een klasseloze maatschappij tot stand te brengen, is in wezen een populistisch discours. Namelijk: roept op tot het ten val brengen van de bourgeois-kapitalistische elite, die de proletariërs uitbuit. Ook de mildere linkse variant van het socialisme is in wezen populistisch.

Anders dan moderne rechts-populisten is het klassiek linkse populisme internationalistisch. Het marxisme ziet roofkapitalisme als wereldwijd probleem, waarbij zowel de inheemse arbeiders, als gekoloniseerde volkeren in de rest van de wereld worden uitgebuit.

De incoherentie van modern links

Kernwaarden van links zijn gelijkwaardigheid, broederschap en emancipatie van onderdrukten. Een zuiver denkend links persoon zal dus onverkort altijd partij trekken voor de onderdrukte mens, voor zelfontplooiing en voor solidariteit. En, hiermee, alle ideologie die verdeeldheid zaait tussen mensen verwerpen.

Op dit moment is het onder linkse partijen zoals Groen Links en de PvdA bon ton om de islam te verdedigen als slachtoffer van onderdrukking door de heersende cultuur, terwijl de islam een uitermate patriarchaal, homofoob en seksistisch geloof is.

Linkse partijen zijn eveneens voorstander van een vleestaks, van energiebelastingen en van strenge milieueisen. Deze treffen vooral de armen. Uitgaven aan voedsel vormen een grote hap uit het budget van minima. Door een vleestaks is vlees alleen nog maar betaalbaar voor de rijken. Met hun energiebelastingen bekostigen de armen gesubsidieerde zonneparken en windmolens van grote internationale beleggers. Buitenlandse giganten als Microsoft en Google maken graag gebruik van de gesubsidieerde groene stroom voor hun datacentra en parkeren de gemaakte miljoenenwinsten in een belastingparadijs. Op plaatsen waar mooie, milieuvriendelijke en vooral betaalbare woningen voor mensen met een laag en middeninkomen in het groen hadden kunnen worden gebouwd, met zonnepanelen op het dak, verrijzen lelijke grote zonneparken waar de rijken nog rijker van worden.

Mede door zich links noemende milieuactivisten, is de sociale woningbouw gestopt. De schaarse sociale woningen worden steeds schaarser vanwege de massale immigratie. De verworvenheden waar de arbeidersbeweging hard voor geknokt heeft, zoals de studiebeurs, zijn verdwenen. Door de neoliberalen, zeker, maar ook door het verraad van links aan de verworpenen in Nederland en de rest van de aarde.

Hoe kan links weer haar kracht terugwinnen?

Alle echt succesvolle linkse bewegingen waren in enige mate nationalistisch. Denk aan de Vietcong en andere linkse bevrijdingsbewegingen. Verschil tussen fascisme en links is dat het nationalisme van linkse bewegingen inclusief is en geen onderscheid maakt tussen verschillende etnische groepen. Populistisch links ziet de gehele bevolking als slachtoffer van de uitbuitpraktijken van de internationale kolonisator of hun opvolgers, de internationale roofkapitalisten. Niet alleen de etnische minderheden, zoals identitair links. Niet alleen de grootste etnische groep, zoals rechts-populisten. Iedereen.

Op dit moment is de elite neoliberaal en globalistisch. De Europese Unie en de neoliberale wereldorde pakt goed uit voor multinationale bedrijven en de hoogopgeleiden die daarvoor werken. Zij importeren voor weinig geld producten uit lagelonenlanden en verkopen die voor veel geld aan de lokale bevolking. De winst sluizen ze door naar een belastingparadijs. Ze sluiten fabrieken in Nederland en heropenen die in Oost-Europa of China. Andere bedrijven huren onderbetaalde Oost-Europese arbeiders in om ze gevaarlijk en onaangenaam werk te laten verrichten. Globalisering pakt daarmee goed uit voor de elite, terwijl de onderklasse voor de gevolgen opdraait in de vorm van onbetaalbare huizen, lage lonen, werkloosheid en slechte werkomstandigheden.

Populistisch links

Er is één linkse partij die het zowel voor de uitgebuite onderklasse, als voor de uitgebuite Oost-Europeanen opneemt. Dat is de Socialistische Partij. De SP ziet in dat in de huidige vorm de Europese Unie vooral een neoliberaal feestje is, maar slecht uitpakt voor de eigen werknemers. Het veelgebruikte argument dat goedkope arbeiders de internationale concurrentiepositie versterken, is onjuist. Keer op keer blijkt dat het vooral een hoge arbeidsproductiviteit is, die de lokale economie versterkt. En die bereik je door ervaren, goed opgeleide werknemers, die onlosmakelijk onderdeel zijn van het bedrijf. Waarbij het bedrijf en de werknemers voor elkaar door het vuur gaan en er keihard voor gaan om de beste producten ter wereld te maken. Niet door uitgebuite flexwerkers.

We helpen de armen in de rest van de wereld niet door de asielzoekers met bosjes tegelijk binnen te laten. We helpen ze wél met visionaire ontwikkelingshulp en door oneerlijke handelsbarrières en belastingverdragen op te heffen.

Een ondernemer die alleen kan overleven door lagelonium, is geen knip voor de neus waard en kan het beste zo snel mogelijk failliet gaan.