Buitenaards leven zou gebaseerd kunnen zijn op silicium in plaats van koolstof, al achten wetenschappers de kans erg klein: silicium is chemisch veel weerbarstiger dan koolstof.

Wat is leven?

Zou het in theorie mogelijk zijn dat er een levensvorm bestaat, bestaande uit iets anders dan materie? Een verkenning van de mogelijkheden.

Wat is leven?
De definitie van wat leven is, wordt steeds verder opgerekt. Een aantal kenmerken duiken echter steeds weer op. Levende organismen kennen een vorm van stofwisseling (het omzetten van het ene in het andere), houden zichzelf in dezelfde toestand, kunnen groeien, kunnen zich voortplanten en kunnen zich door natuurlijke selectie aanpassen aan hun omgeving in opeenvolgende generaties: evolutie.

Hier op aarde kennen we eencelligen als archeae en bacteriën tot sequoia’s, vinvissen en alles er tussenin. Al deze levensvormen hebben gemeen dat ze uit cellen bestaan en op dezelfde biochemie van eiwit, RNA en DNA zijn gebaseerd.

Niet-organisch leven
Toch zijn dit niet alle denkbare levensvormen. Mogelijk bestaan er levensvormen die niet op de aardse biochemie maar een ander principe zijn gebaseerd.

Buitenaards leven zou gebaseerd kunnen zijn op silicium in plaats van koolstof, al achten wetenschappers de kans erg klein: silicium is chemisch veel weerbarstiger dan koolstof.
Buitenaards leven zou gebaseerd kunnen zijn op silicium in plaats van koolstof, al achten wetenschappers de kans erg klein: silicium is chemisch veel weerbarstiger dan koolstof.

 Autokatalytische verschijnselen als vuur, tinpest en kristallen, ook RNA-strengen, prionen en andere moleculen  zijn in staat zich te vermenigvuldigen. Gooi een zeer klein kristalletje natriumsulfaat (glauberzout) in een verzadigde natriumsulfaatoplossing en er vormt zich snel een enorm kristal. Sommige kristallen splitsen zichzelf tijdens het groeien in stukken die ook weer uit kunnen groeien. Er is sprake van een structurele verandering, metabolisme dus, en vermenigvuldiging. In de meeste gevallen zijn deze structuren niet in staat om te evolueren omdat ze nauwelijks informatie bevatten. In enkele gevallen (zoals RNA maar ook bepaalde mineralen zoals kleiplaatjes) zijn wel ingewikkelder structuren mogelijk. Onderzoekers testen nu bijvoorbeeld uit of bepaalde typen metaaloxiden dergelijke evoluerende structuren kunnen vormen.

Leven dat niet uit vaste materie bestaat
Computervirussen leven in een niet-organisch ecosysteem. Ook de bewoners van digitale werelden zijn in staat tot evolutie (en worden daarom vaak om die reden voor evolutieonderzoek gebruikt). Het gat hier om kunstmatige leefomgevingen, maar in principe moet ieder natuurkundig systeem waarin er entropie bestaat en op de een of andere manier informatie op kan slaan en verwerken, in principe leven kunnen herbergen, denken sommigen. Leven zou dan kunnen bestaan in sterren, op de oppervlakte van neutronensterren, als wervelwinden in de atmosfeer van een gasreus, misschien zelfs als licht dat op de een of andere manier met elkaar verknoopt is. Of Efimov-ringen. Omgevingen die te chaotisch zijn komen vermoedelijk niet in aanmerking omdat levende structuren in een fractie van een seconde uit elkaar worden gerukt.

Omgekeerd: we weten nog maar heel weinig. Misschien dat zelfs de structuur van ruimte-tijd zelf ontastbare levensvormen bevat. We weten dat op het allerdiepste niveau enorm veel complexiteit zit. Er moeten kwantumatomen bestaan ter grootte van de constante van Planck. Ons eiland van kennis wordt omringd door een oceaan van onwetendheid, en al wordt ons eiland snel groter, de oceaan is nog steeds onafzienbaar groot.

President Medvedev kwam op een G-20 top met dit ontwerp voor een wereldmunt.

Een wereldmunt: de gevolgen

Al tientallen jaren doen hardnekkige geruchten de ronde dat de financiële wereld streeft naar één wereldmunt. In 2010 kwam een rapport uit waarin een organisatie van meer dan vierhonderd grote banken en valutahandelaars pleit voor een wereldmunt. Argumenten door voorstanders van dit idee zijn: geen vervelende politici meer die knoeien met de munt om zo kiezers te winnen, geen valutarisico’s en geen valutaoorlogen meer. Daarentegen zijn er een aantal zeer sinistere gevolgen die door de voorstanders worden doodgezwegen. Een overzicht.

Een wereldmunt, volgens de voorstanders
In de wereld bestaan er honderden valuta die onderling vaak sterk in wisselkoers schommelen. Dat is vervelend als je een multinational bent. Als je denkt dat je een scherpe prijs hebt aangeboden in een ander land, word je uit de markt geprijsd als jouw munteenheid stijgt.

President Medvedev kwam op een G-20 top met dit ontwerp voor een wereldmunt.
President Medvedev kwam op een G-20 top met dit ontwerp voor een wereldmunt.

Als je aanbieding in de munt van de klant is, loop je een al even vervelend risico: de scherpe prijs wordt een enorme verliespost als de valuta van de klant daalt. Ondernemers houden niet van risico, want ze moeten zich indekken om de gevolgen te kunnen beperken. Er bestaat daarom een levendige handel in valuta-futures: papieren waarbij een bepaalde valutakoers in de toekomst is gegarandeerd. Uiteraard zijn die garanties bepaald niet gratis.

Een ander voordeel is geldbesparing. Geld omwisselen is duur, wisselkantoren brengen enkele procenten in rekening. Ook scheelt één valuta veel administratie. Ook is een overkoepelende centrale bank minder gevoelig voor druk vanuit de politiek om de rente te verlagen (bijvoorbeeld vlak voor de verkiezingen) en zo op korte termijn meer banen te scheppen (de inflatie komt pas na de verkiezingen).

Een wereldmunt: de gevolgen voor u
Stalin heeft ooit gezegd: niet degene die stemt, maar degene die stemmen telt, bepaalt wie er wint. De reden overigens waarom stemmen worden geteld door een kiescommissie uit diverse partijen. Zo is ook degene die een wereldmunt controleert, niet degene die dat geld in bezit heeft, financieel heer en meester over de wereld. De centrale wereldbank kan immers zoveel geld bijdrukken als deze wil. Als deze dat geld uitleent tegen lage rente aan bepaalde banken, genieten deze banken een oneerlijk voordeel. Zij kunnen m.b.v. de lage rente dingen als onroerend goed, grondstoffen en aandelen opkopen.

Tegen de tijd dat de tsunami van goedkoop geld de consumenten bereikt in de vorm van inflatie, zit het geld  in deze goederen die veel meer waard zijn dan de lening die er voor is afgesloten. Die kunnen ze dus met woekerwinsten verkopen. Een spelletje dat erg geliefd is onder Wall Street bankiers.

Op dit moment is er nog de mogelijkheid het risico te verspreiden over meerdere valuta. Dat is met de invoering van een wereldmunt niet meer mogelijk. Degene die aan de knoppen zit van de wereldmunt kan dan veilige, risicoloze winsten maken. Omdat de banksector netto niets produceert, betekent dat dat die winst ten koste gaat van iemand anders. Dat is de consument en het productieve deel van de economie. De economie zal hierdoor niet alleen minder hard groeien (of zelfs krimpen), ook zal de parasitaire financiële sector toenemen in omvang.

Wereldwijde belastingheffing
Een verder nadeel is dat een wereldwijde munteenheid ook de gelegenheid biedt tot wereldwijde belastingheffing. Stel dat de centrale wereldbank de hoeveelheid geld met 10% vergroot en dit geld aan de VN ter beschikking stelt voor een ongetwijfeld zeer nobel doel, dan betaalt iedere houder van een spaarrekening, zelfs eigenaar van alles wat in geld wordt uitgedrukt mee aan dit kadootje: een eenmalige kapitaalheffing van tien procent dus. Sommige overheden, denk aan Zimbabwe of die van Duitsland in de jaren dertig, hebben zich hier flink schuldig aan gemaakt. Nu kijken overheden (kortzichtige dictators als Mugabe uitgezonderd) wel uit, want de internationale financiële markten straffen dat meteen af door de valuta in kwestie te dumpen in ruil voor andere: een wisselkoersdaling. Als die concurrentie verdwijnt kan dat niet meer.

Totale controle op het geldverkeer: wereldwijde dictatuur
Dit doemscenario verandert in een regelrechte nachtmerrie als een ander onzalig plan, het afschaffen van het contante geld, uit wordt gevoerd. Stel dat je nergens ter wereld meer met contant geld kan betalen. De  overheid krijgt dan een ijzeren greep op de mensheid. Nergens ter wereld kan je dan ontsnappen. Door een eenvoudige handeling kan je dan financieel dood worden verklaard. Niet alleen in Nederland of de eurozone, overal ter wereld. Een klokkenluider als Assange of zijn minder bekende collega’s kan nu nog overstappen naar een andere bank of contant geld bij zich hebben. Dat is straks domweg uitgesloten. De perfecte dictatuur dus.

De pigmenten (groen) hangen aan de rode oligonucleotiden (stukjes DNA) en vangen licht op, dat wordt omgezet in actieve elektronen (e-) die via het nanobuisje (zwart) elektriciteit leveren.

Zelfreparerende zonnecellen

Na de komst van zelfhelend beton zijn er nu ook zelfreparerende zonnecellen. Steeds meer materialen en apparaten worden zo ontworpen dat ze in staat zijn net als een levend wezen kleine beschadigingen zelf te repareren. Is dit een nieuwe evolutionaire stap? Hoeven we straks niet meer naar de garage of reparateur als er schade optreedt in apparaten?

Hoe werken de zelfreparerende zonnecellen?
Om ons heen zijn er al miljarden jaren zelfreparerende zonnecellen: algen.

Zo werkt de biologische zonnecel. Door licht (hv) worden elektronen opgepompt en geven hun energie in stapjes af.
Zo werkt de biologische zonnecel. Door licht (hv) worden elektronen opgepompt en geven hun energie in stapjes af.

Voortdurend worden de bladgroenpigmenten en eiwitten waarmee planten licht, water en kooldioxide omzetten in suiker en zuurstof afgebroken. Algen moeten dus voortdurend deze moleculen vervangen, anders gaan ze ten gronde.

Planten, zoals algen, moeten vrijwel alle chemicaliën de ze nodig hebben om in leven te  blijven zelf maken. Eiwitten worden gemaakt door ribosomen, kluitjes RNA, die een kopie van het DNA aflezen en vertalen in eiwit. Chlorofyl, het pigment dat licht opvangt, wordt gemaakt door enzymen: eiwitten met een specifieke taak. Algen doen dit voortdurend en met veel succes: er is in de zomer (in de tropen het hele jaar door) maar een gebied zo groot als een studentenkamer nodig om dagelijks drieduizend calorie aan eetbaar materiaal op te leveren (de dagelijkse behoefte van een volwassen man die zwaar lichamelijk werk doet).

Onderzoeker Jong Hyun Choi en zijn team van de Purdue universiteit doen onderzoek naar foto-elektrochemische cellen, cellen dus die licht door middel van een chemisch proces in elektriciteit omzetten.

De pigmenten (groen) hangen aan de rode oligonucleotiden (stukjes DNA) en vangen licht op, dat wordt omgezet in actieve elektronen (e-) die via het nanobuisje (zwart) elektriciteit leveren.
De pigmenten (groen) hangen aan de rode oligonucleotiden (stukjes DNA) en vangen licht op, dat wordt omgezet in actieve elektronen (e-) die via het nanobuisje (zwart) elektriciteit leveren.

In Choi’s zonnecellen vangen chromoforen (kleurstoffen die ongeveer net zo werken als chlorofyl) het zonlicht op en dragen het in de vorm van aangeslagen elektronen over aan koolstof nanobuisjes. De elektrische stroom die zo ontstaat wordt geoogst.

Het vervelende is dat chromoforen snel uit elkaar vallen onder invloed van zonlicht. Choi en zijn team hebben nu een nieuwe techniek ontwikkeld om chromoforen op natuurlijke wijze te repareren. Aan de koolstofnanobuisjes zijn korte stukken DNA gehecht waar de chromoforen zich aan hechten.

Zodra een chromofoor is beschadigd, laat deze los omdat de korte stukjes DNA (oligonucleotiden, in vakjargon)  zeer selectief zijn. Door een voortdurende vloeistofstroom worden zo de beschadigde chromoforen afgevoerd en vervangen door nieuwe. Het vervelende is dat de chromoforen waarmee Choi experimenteert van biologische oorsprong zijn en dus duur. Op dit moment doet zijn team onderzoek naar andere, ook synthetisch te produceren kleurstoffen.

Mogelijk zullen er in de verdere toekomst kunstmatige cellen worden ontwikkeld die in staat zijn het complete materiaal te regenereren. We kennen schelpdieren die in staat zijn om een schelp te produceren door het uitscheiden van kalk. Zouden er in de toekomst ook kunstmatige levensvormen kunnen worden ontwikkeld die dingen als huizen, wegen of rioolbuizen kunnen produceren en onderhouden?

Bronnen
New Solar Cell Self-Repairs Like Natural Plant Systems, ScienceDaily
Biomimetic light-harvesting optical nanomaterials, SPIE

‘De mens is toe aan nieuwe idealen’

(Van de website) Wat bepaalt het geluk van de mens? Wat is een goed en geslaagd leven? Heb je daar de huidige materiële welvaart voor nodig? Filosoof Herman Philipse geeft vanaf 7 februari een nieuwe collegereeks voor Studium Generale over vrijheid en verplichting. “Wij putten de aarde zo uit dat we op zoek moeten naar ander geluk, naar een nieuwe moraal.”

Herman Philipse

Prof. dr. mr. Herman Philipse behandelt in deze achtdelige lezingenreeks een selectie van grote westerse filosofen over ethiek, van Plato en Aristoteles tot Nietzsche, Levinas, en Peter Singer. Het overkoepelende onderwerp, vrijheid en morele verplichting, is ontleend aan de ethische theorie van Immanuel Kant. Een bijzonder actueel thema; het motto van het kabinet Rutte is niet voor niets vrijheid en verantwoordelijkheid.

De colleges die verzorgd worden door Studium Generale zijn door iedereen gratis en vrijblijvend te bezoeken, maar ook live en naderhand via de website te volgen. Klik voor deze collegereeks HIER. Zie de rest van dit inleidende artikel HIER.

Over tweehonderd miljoen jaar ontwikkelt zich op een supercontinent een enorme woestijn, denken sommigen.

De ruimte inzaaien met bacterien

Mensen op reis naar een andere ster sturen is lastig. De afstanden zijn werkelijk enorm, ter vergelijking: de dichtstbijzijnde ster, Alfa Centauri, staat ongeveer 266 000 maal zo ver van ons af als de zon. Dus laten we bacteriën op pad sturen om het leven een handje te helpen, stellen sommigen. Geniaal of een stommiteit van werkelijk kosmische omvang?

De wieg van het leven is in gevaar
De aarde, daar zijn we zo langzamerhand wel achter, is een gevaarlijke plaats. Nog niet zo heel lang geleden in kosmische termen, ongeveer 66 miljoen jaar geleden, vaagde een asteroïde vrijwel alle dinosauriërs weg. Zelfs al slaagt de aarde er in dergelijke kosmische rampen te voorkomen, zelfs dan heeft de aarde niet het eeuwige leven.

De zon ziet er in de verre toekomst ongeveer zo uit. Voor die tijd kunnen we maar beter maken dat we wegkomen.
De zon ziet er in de verre toekomst ongeveer zo uit. Voor die tijd kunnen we maar beter maken dat we wegkomen.

Over een tot twee miljard jaar wordt deze planeet drooggekookt en verandert ze in een tweede Venus. Zelfs de taaiste organismen, zoals rotsbacteriën, zullen dan weg worden gevaagd. Als de zon na nog eens vijf miljard jaar opzwelt tot rode reus, zal ze de geblakerde aarde opslokken. Kortom: willen we dat de mensheid, of iets minder chauvinistisch, het aardse leven overleeft, dan moeten we op tijd vertrekken uit het zonnestelsel. In ieder geval tussen nu en vijf miljard jaar in de toekomst.

Eencellige astronauten
Bacteriën zijn weinig veeleisend. Ze zijn uiterst licht – een uitgesproken voordeel als hoge snelheden bereikt moeten worden -, kunnen als spore in schijndood gaan, zijn bestand tegen hoge doses straling  en zijn vaak veel minder kieskeurig dan mensen als het om voedingsbronnen gaat.

Over tweehonderd miljoen jaar ontwikkelt zich op een supercontinent een enorme woestijn, denken sommigen.
Over tweehonderd miljoen jaar ontwikkelt zich op een supercontinent een enorme woestijn, denken sommigen.

Een ruimteschip voor een bacterie, fervente SF-griezelfilm kijkers weten het, hoeft niet groter te zijn dan een paardenbloemzaadje. Je versnelt ze met een laser en in enkele tienduizenden tot honderdduizenden jaren bereiken ze een naburig zonnestelsel of gaswolk.

De filosofie van de bedenkers van dit plan, Michael Mautner en anderen van de Panspermia Society, is dat als maar enorme aantallen van deze micro-ruimteschepjes worden gelanceerd – je praat dan over vele miljarden – er enkele terecht zullen komen op het oppervlak van een exoplaneet of -wanneer ze op een protoplanetaire stofwolk worden gericht – in een leefbare omgeving op een toekomstige planeet. Hopelijk zullen ze zich dan ontwikkelen tot wezens die net zo slim zijn als de bedenker van dit plan. Pers slot van rekening is dat op aarde ook gebeurd: onze verre voorouders waren eencelligen. Carl Sagan suggereerde in 1966 dat mogelijk een buitenaards ras de aarde miljarden jaren geleden heeft ingezaaid. Dit zou verklaren waarop er zo kort na het ontstaan van de aarde leven ontstond.

Invasie uit outer space
Uiteraard zullen we op tijd weg moeten zijn van onze knusse, doch onveilige aardkloot. En beter dat de aardse biosfeer als bacterie voortleeft, dan dat de kosmos levenloos achter blijft als een welgemikte gammaflits, uit de hand gelopen kernoorlog of rampzalige wetenschappelijke proef onze planeet verandert in Ground Zero. De vraag is alleen of het zo slim is dat door middel van eencelligen te doen. Het heeft per slot van rekening meer dan vier miljard jaar geduurd voor zich uit eencelligen een denkend wezen ontwikkelde (tenzij één van de natuurrampen uit het verleden het gevolg was van een dino-kernoorlog). Kortom: we doen dan heel veel mopeite om iets te verspreiden wat hoogstwaarschijnlijk niet verder zal komen dan een plasje slijm.

Omgekeerd: als het leven minder zeldzaam is dan Mautner denkt, dan zullen intelligente aliens ongeveer net zo blij zijn met ons genereuze bacteriebombardement als de indianen met het pokkenvirus. Misschien komen ze dan op de gedachte deze biospammers een leuke zichzelf vermenigvuldigende nanobot op het lijf te sturen om ons naar steentijdniveau terug te brengen. Bij wijze van verzekeringspolis, zeg maar, om zo van toekomstige kadootjes verschoond te blijven. Ook zullen deze bacteriën muteren tot vormen die wellicht gevaarlijk zijn voor toekomstige menselijke kolonisten. Dan liever maar even wachten tot we een echt goed vervoermiddel hebben naar verre sterren voor mensen of andere denkende wezens. Het goede nieuws: we hebben een paar miljard jaar de tijd om dat te verzinnen.

Bronnen
To boldly sow: why we should fertilize the galaxy, New Scientist
To boldly sow: seeding the galaxy with earthly life, ibid.

Volgens kwantumcomputer-pionier David Deutsch werken ontelbare parallelle heelallen samen in een kwantumcomputer.

Massale kwantumverstrengeling opent poort naar nieuwe natuurkunde

Voor het eerst zijn onderzoekers van de Engelse universiteit van Oxford er in geslaagd om tien miljard deeltjes tegelijkertijd met elkaar te verstrengelen. Dit is een belangrijke doorbraak voor kwantumcomputers, maar er zijn meer gevolgen. Veel meer. Zo komt het moment dichterbij dat we er eindelijk achter kunnen komen wat grote schaal kwantumverstrengeling voor fysische effecten heeft in het dagelijks leven.

Silicium in een extreem sterk magnetisch veld
Het experiment werd uitgevoerd in silicium, het materiaal waar op dit moment alle computerchips van vervaardigd worden. Het silicium werd geplaatst in een extreem sterk magnetisch veld. Het silicium bevatte (in vaktermen: was gedoopt met) een groot aantal fosforatomen. Alle elektronen vormen gewoonlijk paren waarbij elke partner een tegengestelde spin heeft. Fosfor heeft een oneven aantal elektronen dus is er een vrij, ongebonden elektron.

De onderzoekers slaagden er in van dat vrije elektron de elektronspin (spin is een kwantumeigenschap die je het beste kan vergelijken met draairichting, al zijn er in de kwantumwereld maar twee draairichtingen, omhoog en omlaag en dat ook nog in stappen van een half tot maximaal plus of min twee)  te verstrengelen met de spin van de atoomkern van fosfor. Draaiende elektrisch geladen dingen, dus ook deeltjes zoals de negatieve elektronen en de positieve atoomkernen, wekken een magneetveld op. Dit is ook de reden van het sterke magnetische veld, hiermee worden alle elektronen gedwongen in precies dezelfde richting te tollen, de atoomkernen in precies de omgekeerde richting.

Bij verstrengeling beïnvloeden deeltjes elkaar op spookachtige wijze. Dat wil zeggen: als een spin-meting aan het elektron werd uitgevoerd en dit blijkt omhoog te draaien, dan zal de atoomkern omlaag draaien (bij een omgekeerd meetresultaat uiteraard andersom). We kunnen niet voorspellen wat de uitkomst van de eerste meting is maar, zodra we die weten, wel wat de uitkomst is van de tweede meting. Kwantumsystemen zijn extreem gevoelig voor verstoringen – de reden dat kwantumverstrengeling gewoonlijk slechts miljardsten van secondes duurt. Daarom is het belangrijk een groot aantal deeltjes tegelijkertijd te kunnen kwantumverstrengelen, zodat geen fouten optreden bij berekeningen in een kwantumcomputer als er een kwantumverstrengeling wordt doorbroken.

Hoe werkt een kwantumcomputer?
Een “gewone” computer werkt met bits, nullen en enen. Schakelaars kunnen alleen op nul of een staan. Eén schakelaar vormt dus één bit. Kwantumcomputers zijn fundamenteel anders. Ze werken niet met bits, maar met qubits. Een qubit neemt door de kwantumonzekerheid alle mogelijke waarden tegelijkertijd aan.

Volgens kwantumcomputer-pionier David Deutsch werken ontelbare parallelle heelallen samen in een kwantumcomputer.
Volgens kwantumcomputer-pionier David Deutsch werken ontelbare parallelle heelallen samen in een kwantumcomputer.

Je weet niet of er nul of een uitkomt als je een qubit meet, alleen de kans dat de qubit nul of een wordt (bijvoorbeeld: driekwart kans op een nul).

Interessant aan kwantumcomputers is dat hun rekensnelheid (m.a.w. informatieinhoud) met elke extra qubit niet met één eenheid toeneemt, zoals bij een klassieke computer, maar exponentieel.

U leest het goed: een kwantumcomputer met acht qubits heeft niet twee keer zoveel, maar 24 is zestien maal zoveel rekencapaciteit als eentje met vier qubits. Probleem is wel dat de levensduur van de kwantumtoestand gedeeld wordt door het kwadraat van het aantal qubits. Tien verstrengelde qubits blijven dus honderd keer zo kort in de gewenste toestand als één qubit. Al rekent een quantumcomputer heel snel, je moet er dus wel heel snel mee klaar zijn.

David Deutsch, een pionier op het gebied van quantumcomputing en ook fervent aanhanger van de veel-werelden kwantuminterpretatie, denkt dat dit komt omdat er in parallelle heelallen kopieën van de kwantumcomputer staan die allen met elkaar samenwerken om tot de uitkomst te komen. Hoe meer qubits, hoe meer parallelle heelallen “af worden getapt”.

Massa-effecten van kwantumverstrengeling.
Op dit moment is er voor zover aan schrijver dezes bekend nog nooit theoretisch werk gedaan naar de statistische interpretatie van massale kwantumverstrengeling. Stel dat alle deeltjes in voorwerp A worden verstrengeld met alle deeltjes in voorwerp B. Beide voorwerpen zitten in een sterk magnetisch veld. Stel dat voorwerp A linksom gaat draaien. Dan zou de uitkomst van metingen aan de deeltjes in voorwerp B (in de praktijk: elke koppeling van de deeltjes aan de boze buitenwereld van voorwerp B) vaststaan en… beïnvloed worden. Op deze vraag zal in een vervolgartikel ingegaan worden. Misschien dat met kwantumverstrengeling namelijk één van de allergrootste raadsels in de natuurkunde opgelost kan worden…

Bronnen
Ultrafast Quantum Computer Closer: Ten Billion Bits of Entanglement Achieved in Silicon, Science Daily
Entanglement in a solid-state spin ensemble, Nature

Mercurius is iets groter dan de maan maar veel zwaarder.

Mercurius: verborgen schatten

Met temperaturen overdag van 427 graden Celsius en nachttemperaturen die dalen tot bijna tweehonderd graden onder nul kent de kleine planeet Mercurius de grootste temperatuursverschillen van het zonnestelsel. Desondanks kent Mercurius enkele interessante voordelen. Bijna de helft van de aardse zwaartekracht, mogelijk waterijs in kraters op de polen, een zwak beschermend magnetisch veld, overvloedige zonne-energie en waarschijnlijk veel metalen.

Mercurius is iets groter dan de maan maar veel zwaarder.
Mercurius is iets groter dan de maan maar veel zwaarder.

Mercurius factsheet

Grootte: 4900 km doorsnede (38% van de aarde)

Zwaartekracht: 0,38 maal die van de aarde

Atmosfeer: sporen

Temperaturen: +437 graden tot -190 graden

Daglengte: 176 dagen: 2 Mercuriusjaren

Lengte jaar: 88 aardse dagen

Waardevolle grondstoffen: metalen (mogelijk)

Pluspunten: redelijke nabijheid aarde, de helft van de aardse zwaartekracht, op de polen waarschijnlijk enig waterijs, zwak beschermend magnetisch veld, zonne-energie

Gevaren: afremmen is zeer lastig, enorme temperatuursverschillen maken alleen de poolstreken bewoonbaar, magnetisch veld vaak lek

De omgeving
Een oppervlakte waarop overdag lood smelt en ’s nachts zelfs kooldioxide vastvriest. Het goede nieuws is dat Mercurius een zuurstofatmosfeer heeft met maar liefst 40% zuurstof. Het slechte nieuws: deze atmosfeer is extreem dun: 10-14 bar en verdwijnt continu.

Er is geen atmosfeer die meteorieten tegenhoudt. Mercurius heeft daarom net als de maan een pokdalig oppervlak.
Er is geen atmosfeer die meteorieten tegenhoudt. Mercurius heeft daarom net als de maan een pokdalig oppervlak.

Kortom: Mercurius is een weinig gastvrije plaats voor organische levensvormen zoals mensen.

Vrijwel de gehele oppervlakte is bezaaid met inslagkraters, af en toe afgewisseld door lavavlaktes, de gevolgen van vulkanische uitbarstingen miljarden jaren geleden. Omdat Mercurius geen atmosfeer heeft was en is de planeet een schietschijf voor meteorieten.

Radarverkenningen van de oppervlakte van Mercurius wezen uit dat de poolstreken extreem veel radarstraling weerkaatsen, vermoedelijk omdat er waterijs op de polen van de planeet aanwezig is, naar schatting honderd miljard ton, de inhoud van een groot meer.

Hoe reis je naar Mercurius?
Reizen naar Mercurius is extreem lastig. De planeet bevindt zich diep in de zwaartekrachtsput van de zon en omdat de planeet zo klein is, is de zwaartekracht ook zwak. Een ruimteschip vanaf de aarde moet daarom heel veel snelheid dumpen. Dat kan alleen door veel reactiemassa (brandstof) mee te nemen. Mogelijk kan magneetveldremming worden gebruikt.

Hoe bewoonbaar is Mercurius?
Alleen de poolstreken, in de eeuwige schaduw van de kraters, komen voor kolonisatie in aanmerking. De rest van de planeet is te heet. Worden de radarreflecties in de poolkraters inderdaad veroorzaakt door waterijs, dan wordt Mercurius hiermee meteen een van de gastvrijer plekken in het zonnestelsel.

Een zonsopkomst op Mercurius wil je liever niet meemaken.
Een zonsopkomst op Mercurius wil je liever niet meemaken.

Voordelen van een kolonie op Mercurius
Mercurius is extreem rijk aan metalen en zonne-energie. Met andere woorden: het is niet erg moeilijk om brokken metaal door middel van zonne-energie richting aarde te schieten. Een voor de hand liggende methode is hiervoor een railgun, een elektrostatische versneller op zonne-energie te gebruiken.

Per vierkante meter komt er op Mercurius meer dan zes keer zoveel zonne-energie binnen als op aarde – en dan is de absorptie door de aardse atmosfeer nog niet eens meegeteld.

Reizen vanaf Mercurius is, gesteld dat je over voldoende energie beschikt, niet erg moeilijk. De enorme zwaartekracht van de zon zorgt voor voldoende afremming om alle andere bestemmingen in het zonnestelsel zonder problemen te kunnen bereiken.

Gevaren op Mercurius
Mercurius kent geen atmosfeer en enorme temperatuursverschillen. Het oppervlak is alleen tijdens de nacht begaanbaar. De rest van de tijd moeten kolonisten zich terugtrekken in de kraters op de polen. Het magnetische veld biedt weliswaar een (zwakke) bescherming, maar geregeld breken magnetische tornado’s door het veld heen. De zonnewind kan dan het oppervlak van de planeet bereiken. Dit effect zal vermoedelijk in de poolstreken minder een rol spreken, omdat hier minder of zelfs geen zonnestraling is.

Hoe zou een kolonie op Mercurius er uit zien?
Een kleine kolonie zal vermoedelijk in de noord- of zuidpoolregio gevestigd zijn en voor een belangrijk deel ondergronds zijn. De metaalrijke bodem van Mercurius biedt een goede bescherming tegen kosmische straling. De kolonie moet luchtdicht zijn en goed geïsoleerd.
Kolonisten kunnen gebruik maken van de ijsvoorraden om hun kolonie mee te bevoorraden.

Een grotere kolonie kan bestaan uit een koepel over een krater of een nog groter gebied. Hiervoor kan carbonia van Venus worden geïmporteerd of een doorzichtig materiaal worden gefabriceerd van lokale grondstoffen. Energie hiervoor is op Mercurius overvloedig aanwezig.

Een krater kan overdekt worden met een drukkoepel.
Een krater kan overdekt worden met een drukkoepel.

Hoe is Mercurius tot leefbare wereld om te bouwen?
Mercurius is veel te klein en staat veel te dicht bij de zon om een leefbare atmosfeer vast te houden.
In theorie zou je het planeetje kunnen voorzien van een stevig zonnescherm (of overdekken met een planeetbreed schild).

Meer vandalistische plannen houden in het hele planeetje uit elkaar te slopen: immers minstens 42% van de planeet bestaat uit massief metaal. Met de grondstoffen op Mercurius zijn letterlijk miljarden ruimtekolonies te bouwen die als een zwerm om de zon draaien en de rijke zonne-energievloed kunnen oogsten.

Een zwerfplaneet verandert al binnen korte tijd in een ijsbal.

Zwerfplaneet zonder zon kan leven herbergen

Iedereen die wel eens met een simulatieprogramma van een zonnestelsel heeft gespeeld, weet dat het als een zonnestelsel nog niet in evenwicht is, het geregeld voorkomt dat planeten het zonnestelsel uit worden geschoten. Wij hoeven ons voorlopig geen zorgen te maken, de eerstkomende miljarden jaren is de omloopbaan van de aarde en die van de andere planeten in het zonnestelsel stabiel. Toch zijn er astronomen die nadenken over de vraag hoe het met de aarde of een vergelijkbare planeet af zou lopen als deze door een bijna-botsing de leegte van de interstellaire ruimte in wou worden geslingerd.

Miljarden jaren onder de grond

Een zwerfplaneet verandert al binnen korte tijd in een ijsbal.
Een zwerfplaneet verandert al binnen korte tijd in een ijsbal.

Op aarde levert de zon achtennegentig procent van alle energie. Zonder zon zou de aarde binnen enkele maanden veranderen in een ijsbal met uiteindelijk aan de oppervlakte vastgevroren zuurstof- en stikstofijs. Toch zou niet alle leven op aarde uitsterven. We weten nu dat er diep onder de grond heel veel bacteriën en archaeae leven die niet op zonlicht, maar op de vervalproducten van radioactiviteit of van het omzetten van gesteente gedijen. Zelfs al de rest van de aarde veranderd zou zijn in een ijsbal, zouden diep onder de aardoppervlakte bacteriekolonies nog betere tijden afwachten.

Oceaan diep onder het ijs
Onderzoekers hebben nu berekend, dat niet alleen onderaards leven, maar zelfs primitief oceanisch leven een miljarden jaren durende reis door de interstellaire ruimte zou kunnen overleven. Bij hun berekeningen gingen ze uit van een superaarde met een massa van ongeveer drietiende maal aarde tot enkele aardmassa’s. Allesbepalend is hierbij de hoeveelheid water. Een planeet met een oceaan van vier kilometer diep (zoals op aarde) zou meer dan 3,5 maal zo zwaar als de aarde moeten zijn. Is sprake van een ijslaag of kooldioxidelaag van honderden kilometers dik zoals bijvoorbeeld op de Jupitermanen Ganymedes en Europa , dan zouden zich op een planeet van drietiende aardmasa of meer al oceanen kunnen vormen die miljarden jaren vloeibaar blijven.

Bacteriekwekende wormen

Levensvormen zoals deze twee meter lange buiswormen zijn waarschijnlijk de hoogste levensvorm op een zwerfplaneet.
Levensvormen zoals deze twee meter lange buiswormen zijn waarschijnlijk de hoogste levensvorm op een zwerfplaneet.
Dit leven zou waarschijnlijk veel lijken op het leven zoals dat zich op aarde rond onderzeese vulkanische bronnen ontwikkelt. Grote wormen zouden in symbiose met bacteriën de laatste resten chemische energie uit de vulkanische bronnen proberen te halen.

Voor intelligent leven is er waarschijnlijk te weinig energie. Onze hersenen slokken een vijfde van alle energie die we gebruiken op, dit voor een orgaan dat misschien een procent of drie van ons totale gewicht uitmaakt. Vergisten, het zonder zuurstof afbreken van organische stoffen, brengt twintig keer zo weinig energie op als aerobe afbraak, de manier waarop het menselijk lichaam energie opwekt.

Zou zich toch intelligent leven ontwikkeld hebben, de natuur is veel vindingrijker dan we vaak denken, dan zouden de levensprocessen waarschijnlijk zeer traag verlopen. Kortom: ze vormen waarschijnlijk geen aangenaam gezelschap voor actieve zuurstofademers als wij. Gelukkig kennen zwerfplaneten weinig bezoekers…

Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen...

Nederlandse rechters hun eigen ergste vijand

Het Nederlandse justitiële apparaat, dat zichzelf graag op de borst klopt als lichtend voorbeeld voor de rest van de wereld, ligt door enkele ernstige justitiële dwalingen en het politiek geladen proces-Wilders onder vuur. De reacties van zegslieden voor het justitiële wereldje lijken op die van de gevestigde politiek op partijen als SP en PVV: het volk zou verdommen en zich mee laten slepen door de waan van de dag. Een analyse.

Waarom zijn er rechters?
Het beantwoorden van deze simpele vraag is nodig om de problemen die zich nu met de rechterlijke macht voordoen, te analyseren.

Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen...
Om te bewijzen dat niemand kon morrelen aan zijn wetten, liet Hammurabi ze in een stuk steen beitelen zodat iedereen ze kon lezen. Helaas kon bijna niemand lezen…

Waar mensen samenleven ontstaan conflicten. Als beide partijen koste wat kost hun zin willen krijgen, zal de onenigheid worden beslecht op het hoogste gemeenschappelijke niveau waar men het over eens is.

In het uiterste geval is dit de fysieke realiteit, dus betekent dat wraak: gevecht, een moord of vete. De dagelijkse praktijk in veel weinig ontwikkelde samenlevingen. Om voortdurend bloedvergieten te vermijden moeten beide partijen hetzij een zeer ontwikkeld systeem ontwikkelen dat gebaseerd is op het vermijden van conflicten door sociale conventies, denk aan het taboe-systeem van de Polynesiërs, of bereid zijn zich te onderwerpen aan een hogere autoriteit of bemiddelaar (de hoofdman, uiterst zelden een hoofdvrouw) die uitspraak doet.

Met de komst van een ingewikkelder maatschappij (in de praktijk ontstaat deze als je duizenden mensen op één plek bij elkaar brengt, wat mogelijk werd door de neolithische landbouwrevolutie) werd het nodig de onderlinge geschillen op een gestroomlijnder wijze te regelen. Hiertoe werden universele wetten ingevoerd (de beroemde codex van Hammurabi was voorzover bekend de eerste in zijn soort) die voor iedereen zonder aanzien des persoon geldig waren. Mensen “speelden niet voor eigen rechter”, maar vertrouwden hun veiligheid toe aan de wet en degenen die de wet handhaafden: rechters (in de praktijk: de koning) en zijn gewapende dienaren. Voor het gezag van de rechterlijke macht is het essentieel dat de bevolking vertrouwen heeft in de effectiviteit van rechters en politie, de rechtsorde. Dit ligt ten grondslag aan het sociaal contract tussen burgers en justitie.

Hoe werkt het Nederlandse rechtssysteem?
Het Nederlandse strafrechtssysteem komt voort uit het Romeinse recht, waarbij een aanklager (de officier van justitie die het openbaar ministerie en hiermee de rechtsorde vertegenwoordigt) de belangen van de rechtsorde behartigt en een vertegenwoordiger van de aangeklaagde, de ad-vocatus (er bij geroepene) die van de aangeklaagde.

Iemand doet aangifte wegens een strafbaar feit. De officier van justitie beslist of de aangifte geseponeerd wordt (ongegrond wordt verklaard) of niet, zo nee, dan wordt een aanklacht voorbereid. In de rechtszaal leest de officier van justitie de aanklacht voor. (In het burgerlijk recht is er niet het openbaar ministerie, maar  de eiser). De verdedigende partij moet op elk punt van de aanklacht reageren. Beide partijen kunnen getuigen oproepen en bewijsstukken inbrengen. De rechter moet de geldigheid van de aanklacht valideren, ingaan op het verweer van de verdediger en afhankelijk van het resultaat, vrijspraak toekennen of indien één of meerdere punten van de aanklacht bewezen worden geacht, een schuldigverklaring en doorgaans een straf opleggen.

Is het openbaar ministerie of de aangeklaagde het niet eens met de uitspraak, dan kan deze in hoger beroep bij een hogere rechtbank. Achtereenvolgens zijn dit achtereenvolgens de kantonrechters, de (arrondissements)rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. De hoogste rechtbank is het Europese Hof in Straatsburg. In theorie zijn het openbaar ministerie, de advocatuur en de magistratuur (de rechters) die gescheiden werelden. In de praktijk, Nederland is maar klein, lopen deze werelden in elkaar over omdat maar een select groepje over een juridische opleiding op universitair niveau beschikt, zeker voor specialistische gebieden als octrooirecht. Kortom: een ons-kent-ons wereldje, de Haagse kaasstolp waardig.

Dat blijkt ook wel uit het feit dat vaak advocaten als hulprechters worden ingehuurd. Commerciële advocaten worden veel beter betaald dan officieren van justitie of rechters, waardoor getalenteerde juristen voor een loopbaan als advocaat kiezen en vaak de zwakkere broeders van het openbaar ministerie overklassen. Rechters genieten een geprivilegieerde positie. Een benoeming als rechter geldt in principe voor het leven. Deze maatregel wordt met een beroep op Montesquieu’s trias politica, de scheiding der wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht, gerechtvaardigd genoemd omdat zo de onafhankelijke positie van de rechter zou zijn gewaarborgd.  In de praktijk zijn daarom incompetente rechters (vooral bij kantonrechtbanken, maar ook bij sommige hogere rechtbanken is het hiervan vergeven), nauwelijks te lozen.

Waarom rechters hun legitimiteit verliezen
Om effectief te zijn, moet de bevolking er vertrouwen in hebben dat de rechterlijke macht haar werk, de bevolking beschermen en conflicten oplossen, doet, met andere woorden haar deel van het sociale contract nakomt. Meer abstract geformuleerd: de rechterlijke macht moet de rechtsorde, de geabstraheerde ‘hogere’ normen en waarden van de bevolking handhaven, het über-ich van de Nederlandse bevolking zo ge wilt, handhaven: mensen zullen zich alleen aan een hoger gezag onderwerpen als dit hogere gezag samenvalt met hun gewetensovertuigingen.

Rechtspraak komt sociale contract niet na
Het probleem met de rechtsspraak in Nederland is dat zowel rechters als openbaar ministerie dit uit het oog verloren lijken te zijn. Rechters laten zich in hun uitspraken niet leiden door de realiteit in de samenleving, maar de realiteit (of liever gezegd: het schaakspel) in de rechtszaal.

Het verlof aan de gewelddadige crimineel Saban Baran deed het vertrouwen in de rechtsspraak geen goed.
Het verlof aan de gewelddadige crimineel Saban Baran deed het vertrouwen in de rechtsspraak geen goed.

De mening van leken wordt vaak terzijde geschoven met de naziterm ‘gesundes Volksempfinden’, m.a.w. verwerpelijk populistische retoriek die uiteindelijk leidt tot openbare lynchpartijen. Dit verklaart waarom een rechter of een juridisch medewerker de vermeende rechten van bijvoorbeeld de veroordeelde vrouwen(mis)handelaar Saban Baran om het door hem verwekte kind te zien, belangrijker acht dan de fysieke veiligheid van Barans tientallen slachtoffers die met gevaar voor eigen leven hebben getuigd tegen hem en zijn bendeleden. Barans slachtoffers moeten nu voor hun leven vrezen. Voor een deel komt dit door een weeffout in het strafrecht:  deze slachtoffers zijn geen partij in een strafzaak, dus wordt er geen rekening met ze gehouden.Voor het overige deel komt dit door de toenemende wereldvreemdheid van rechtsprekenden.

Rechters bemoeien zich met politiek
De oprukkende juridisering bedreigt ook de democratie. Al vaker zijn wetten naar de prullenbak verwezen omdat ze in strijd zouden zijn met (niet democratisch tot stand gekomen) internationale verdragen. Daarentegen worden wetten niet getoetst tegen de (democratisch tot stand gekomen) grondwet. De laatste uitwas is de rechtszaak tegen de politicus Geert Wilders. Hij is aangeklaagd voor wat in de praktijk neerkomt op belediging van een niet-bestaande entiteit, “de islam”, omdat hij stelt dat teksten uit de islamitische heilige boeken, de koran en de hadith, aanzetten tot wat hij noemt “fascisme” en het toenemende aantal islamieten  een bedreiging noemt voor de Nederlandse rechtsorde.

Je kan denken over Wilders’ politieke ideeën wat je wilt. Schrijver dezes denkt persoonlijk dat hij aan symptoombestrijding doet. Het werkelijke probleem is postmodernisme en cultuurrelativisme, waardoor de heersende klasse op de knieën gaat voor vanuit rationeel opzicht bezien, patriarchale, logisch inconsistente en in strijd met wetenschappelijke inzichten zijnde mythologie. Ook is er een toenemende vervreemding van de kosmopolitische bovenste klassen ten opzichte van de kansarme onderklasse.

Feit is dat rechters zich bemoeien met de wetgevende macht. Dit is niet de eerste keer: zo werd de voormalige politicus Janmaat wegens anti-immigranten uitspraken die naar hedendaagse normen vrij mild waren, veroordeeld tot een boete. Als gevolg voelen burgers zich geregeerd door een kaste die niet is te verwijderen of weg te stemmen. Een Moebarak in de rechtszaal dus. Een gevaarlijke situatie die het ergste doet vrezen voor het voortbestaan van de rechtsstaat als hier niet ingegrepen of hervormd wordt.

Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.

Het nieuwe communisme

Het is nu (en wordt in de toekomst) makkelijker dan ooit om mensen in ieder geval een minimum bestaansniveau te verschaffen. Waren Karl Marx en Friedrich Engels hun tijd domweg te ver vooruit?

Deze stelling lijkt vreemd. Het gaat op dit moment al decennia bergafwaarts met het communisme. In 1989 stortte de ene na de andere communistische dictatuur uiteen. Communistische partijen zijn splinterpartijtjes geworden.  De overgebleven communistische landen China en Vietnam lijken steeds meer kapitalistische eenpartijstaten te worden. Cuba wordt in een trager tempo kapitalistischer. Alleen Noord-Korea blijft een ouderwetse stalinistische dictatuur, al vertoont de Juche-ideologie veel trekken van een godsdienst en zou het land beter met fundamentalistische dictaturen als Iran of Saoedi-Arabië vergeleken kunnen worden.

Dictatuur van de voorhoede van het proletariaat
In zijn beroemde boek Das Kapital, gepubliceerd in 1848, stelde Karl Marx, de grondlegger van het marxisme, dat de geschiedenis niet wordt bepaald door ideeën of grote leiders, maar door economische ontwikkelingen. Volgens de marxistische leer gaan maatschappijen door opeenvolgende fases.

Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.
Het communisme slaagde vooral in het vestigen van de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat.

Vanuit de primitieve jager-verzamelaar maatschappij waarin een soort communisme heerst (in de praktijk zijn bezittingen als vrouwen erg belangrijk bij jager-verzamelaars)  ontstaat opeenvolgend slavenmaatschappij (de klassieke oudheid en islamitische rijken), feodale maatschappij (gekenmerkt door een adel die ook krijgerskaste is en een achtergestelde horige bevolking) die zich ontwikkelt tot een kapitalistische industriële maatschappij met een duidelijke arbeidersklasse (het stadium waarin Europa zich bevond toen Karl Marx zijn boek schreef). Volgens Marx en zijn volgelingen zou er in dit stadium een zogeheten klassenstrijd uitbreken tussen de arbeidersklasse, oftewel proletariërs en de bourgeois, de gegoede burgerij. Het volgende stadium zou de dictatuur van het proletariaat worden: het proletariaat grijpt de macht en bepaalt wat er in de maatschappij gebeurt. Ondertussen wordt door vooruitgang van wetenschap en techniek de productie steeds efficiënter en grootschaliger en de bevolking verandert in verlichte, verbeterde mensen. De staat sterft af. Het eindresultaat is een maatschappij waarin de productiemiddelen evenwichtig verdeeld zijn over de bevolking en het geld afgeschaft wordt. Iedereen krijgt wat hij of zij nodig heeft. Het droombeeld van Marx.

De geschiedenis verliep anders dan Marx had verwacht. Niet industriële landen zoals Duitsland of Groot-Brittannië veranderden in socialistische republieken, maar juist feodale staten als Rusland en China waar nauwelijks arbeiders aanwezig waren. De revolutie werd hier gedragen door boeren. In de enkele industriële staten waar het communisme werd ingevoerd, gebeurde dat van buitenaf, doorgaans onder groot verzet van de lokale bevolking. Kortom: de communistische leiding was genoodzaakt om de communistische theorie aan de afwijkende situatie aan te passen. Vandaar het ontstaan van maoïsme (waarin boeren een grote rol spelen), leninisme (de dictatuur van de voorhoede van het proletariaat, die de communistische partij natuurlijk erg goed uitkwam) en dergelijke.

Waarom faalde het communisme?
Voor zeker drie decennia sidderden en beefden de kapitalistische landen voor het goed georganiseerde en militaristische communistische blok. Ironisch genoeg werd het communisme om uitgerekend economische redenen achterhaald. Toen de economie nog eenvoudig van aard was, zoals vlak na de Tweede Wereldoorlog, was het voor het centrale planningsbureau makkelijk bij te benen. De planning faalde echter steeds meer. Innovatie van begaafde uitvinders was er genoeg, vooral op militair gebied, maar er bestond geen systeem om inefficiënte producenten uit te schakelen. Niet competentie, maar vriendjespolitiek leverde het meeste op, de reden dat de Russische maffia zich kon ontwikkelen. Sommige Sovjetfabrieken produceerden producten die minder waard waren dan de grondstoffen die ze aangeleverd kregen. Er was weinig vraag naar de verouderde producten van de Sovjetindustrie, het land bleef alleen overeind door grondstoffenexport waarmee de voor het voortbestaan van het regime essentiële tarwe kon worden geïmporteerd (want ook de landbouw stortte om vergelijkbare redenen ineen: er was voor arbeiders geen prikkel om te presteren. Op 1% van de landbouwoppervlakte produceerden privé-boeren 23% van alle landbouwproducten).

Waar zijn neurotische voorganger Carter faalde met zijn graanembargo, pakte de Amerikaanse president Ronald Reagan, door progressief Nederland onterecht afgeschilderd als een domme cowboy, het doortastender aan. Hij legde de inkomstenstroom van de Sovjet-Unie droog door Saoedi-Arabië te dwingen gedurende enkele jaren de olieprijs flink te verlagen. Uiteraard pakte dit voor de VS met zijn aardolie slurpende economie juist zeer gunstig uit. De druppel was de Amerikaanse bewapeningswedloop met de Sovjet-Unie die dat land nog verder uitputte en uiteindelijk tot het faillisement bracht. China overleefde door de economie geleidelijk te privatiseren en tegelijkertijd de politieke controle in stand te houden.

Kortom: het communisme faalde door een gebrek aan zelfsturend vermogen.

Kapitalisme werkt steeds slechter
Het fundamentele probleem dat elk economisch systeem moet oplossen is het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod. In een kapitalistisch systeem gebeurt dat door het lenigen van de vraag te belonen met kapitaal(want zo kan je geld noemen). Mensen die het beste in staat zijn de vraag te lenigen, verdienen het meeste en kunnen ook het meeste uitgeven (en hebben daardoor de meeste koopkrachtige vraag).  Daar bestaat dus ook een stevige prikkel voor.

Het probleem met het kapitalistische systeem is dat het zwaar “loaded”  is voor mensen die in het begin al beschikken over kapitaal. Ook al heb je een veel beter besturingssysteem gebouwd dan Windows, Microsoft kan er zoveel marketinggeld tegenaan gooien en zoveel programmeurs inhuren (of desnoods je kapot procederen wegens zogenaamde patentbreuk) dat alternatieven nauwelijks een kans maken. Het hele software-patentsysteem wordt geteisterd door patent-trollen en dient op dit moment vooral om concurrenten te kunnen chanteren (als jij niet klaagt over mijn patentbreuk die ik dat bij jou ook niet) en kleinere of open-source concurrenten buiten de deur te houden. Zelfs voor een simpel programma lap je waarschijnlijk al meerdere softwarepatenten aan je laars. Vandaar dat libertariërs stevige vragen stellen bij het patentsysteem.

Ook in andere industrietakken speelt dit probleem. Zelfs een zeer kleine fabriek (garage met wat zware machines) kost al tienduizenden euro’s. Geld dat de meesten pas bij elkaar hebben bij hun pensionering. In Nederland merk je al dat alleen mensen met rijke ouders, zelf ook een huis kunnen kopen. Kortom: de SP heeft op dit punt domweg gelijk: een tweedeling dreigt tussen een uitkeringen genietende onderklasse en een rijke bovenklasse, terwijl de middenklasse, de backbone van een stabiele maatschappij, steeds verder wordt uitgehold. Dit is een recept voor onheil en moet niet onderschat worden.

Kan het open-source model  leiden tot het nieuwe communisme?
Marxisten stellen terecht dat de ware communistische maatschappij nooit bestaan heeft. Zelfs in marxistische terminologie waren zelfs de meest communistische landen in feite socialistische volksrepublieken en dictaturen van de voorhoede van het proletariaat. Het einddoel van het marxisme, een menswaardig bestaan voor iedereen met niet al te veel materiële ongelijkheid, is nog steeds even lovenswaardig. De manier waarop het klassieke marxisme dit wil bereiken met klassenstrijd en dictatuur is dat uiteraard niet. Gelukkig is er ook een andere oplossing.

De RepRap, een fabriekje dat zichzelf kopieert. Het proletariaat kan nu zijn eigen fabriek downloaden en uitprinten.
De RepRap, een fabriekje dat zichzelf kopieert. Het proletariaat kan nu zijn eigen fabriek downloaden en uitprinten.

Steeds meer goederen krijgen een de-facto kostprijs nul. Goede open-source computerprogramma’s als Linux, diverse C++ compilers en Open Office zijn vrijwel gratis. Ze zijn ook bewust met dit oogmerk in elkaar gezet. Dankzij open-source software ontstaat een level playing field. Begaafde programmeurs kunnen nu in principe producten vervaardigen die in kwaliteit nauwelijks onderdoen voor commerciële alternatieven. De rol voor kapitaal verdwijnt. Tegelijkertijd wordt ook steeds meer arbeid overbodig door de toenemende automatisering. De laatste bouwsteen die kan leiden tot het nieuwe communisme zijn apparaten die in staat zijn om ideeën en ontwerpen, rechtstreeks om te zetten in fysieke realiteit. Als het goed is, heeft u waarde lezer, al zo’n ding met de geinige naam printer naast de computer staan. Dit hoeft slechts gevuld te worden met papier en (peperdure) inkt om welke afbeelding ook te vervaardigen. De 3D-equivalenten, 3D-printers, worden steeds goedkoper, rond de duizend euro voor een zelfbouw-reprap. Leuk ontwerpje voor een pennenbak (of iets praktischers) downloaden en hij komt uit je printer rollen.

Grondstoffen en energie zijn nog een bottleneck. Nog wel. In principe bevinden zich in de ruimte hier extreem grote hoeveelheden van, dus we komen in een maatschappij te leven waarin er nog maar één resource is waar echt om gevochten zal worden: aandacht. Liefde, zo ge wilt. Vandaar ook dat het verderfelijke bedrijf Goldman Sachs nu massaal investeert in sociale netwerksites als Facebook. Maar wat let ons om dit walgelijke bedrijf met één druk op de knop buitenspel te zetten? Een open-source sociale netwerk platform? Dit is met Wikipedia ook gelukt.