SilkRoad

Online drugsmarktplaats vermindert aantal slachtoffers misdaad

Silk Road-oprichter Ross Ulbricht liep door een FBI-actie tegen de lamp. Sindsdien doen de internationale misdaadbestrijders er alles aan om de opvolgers van Silk Road lam te leggen. Maar is dat wel verstandig?

Het oprollen van drugsmarktplaats Silk Road

2013. De drugsmarktplaats Silk Road, die in 2011 opgericht was, wordt steeds populairder onder drugshandelaars en gebruikers. Betalen kunnen gebrukers met bitcoin, een cryptocurrrency die onafhankelijk van een bank functioneert. Silk Road is de grootste online drugsmarkt ter wereld. Drugsgebruik is een victimless crime, maar Silk Road verkoopt ook wapens en de diensten van huurmoordenaars. De FBI is hier niet blij mee. De oprichter van Silk Road, met het pseudoniem Dread Pirate Roberts, wordt de grote vis waarachter de digitale rechercheurs aan gaan.

Door een beveiligingslek in de Silk Road server (de captcha) ontdekken de rechercheurs de fysieke locatie van het ding: het Thor datacentrum in Reykjavik, IJsland. Zo slagen de FBI-rechercheurs erin “Dread Pirate Roberts” op te sporen. 1 of 2 oktober 2013 (de bronnen verschillen hierover) wordt de vis gevangen in een bibliotheek in San Francisco. Het blijkt te gaan om de Texaanse student materiaalkunde Ross William Ulbricht, die onder vele valse namen  opereert. Eerdere beschuldigingen van het inschakelen van huurmoordenaars, naar alle gangbare maatstaven een zeer ernstig misdrijf, worden onder duistere omstandigheden ingetrokken, maar de grootschalige drugshandel, zoals gezegd een misdrijf zonder slachtoffers, komt Ulbricht op levenslang te staan.

Drugshandel op straat

SilkRoad
SilkRoad, de eerste grote online drugsmarktplaats, werd in 2014 opgerold. Niet dat het de FBI veel hielp.

Op dit moment wordt er in Nederland op grote schaal in cocaïne, marihuana en hasj, heroïne, speed (amfetamine) en MDMA, beter bekend als XTC gehandeld. Op kleinere schaal is er handel in designer drugs en de ‘date rape drug’ GHB. Als we de gezondheidsschade buiten beschouwing laten, ontstaat de meeste criminele overlast door criminele junks, die hun verslaving bekostigen met grote autoinbraken en liquidaties door grote criminelen. Een aparte positie neemt de hennepteelt in. Hennepkwekers tappen illegaal stroom af en zetten soms slaven in om de henneptoppen te oogsten.

Criminelen handelen in drugs om er veel geld mee te verdienen. Vooral vormen van drugshandel waarbij grote hoeveelheden zijn betrokken, zoals de smokkel van cocaïne uit Latijns Amerika of heroïne uit het Midden Oosten, trekken niet al te slimme,  gewetenloze schurken aan die voor moord niet terugdeinzen. Het maken van MDMA of andere synthetische drugs vereist veel chemische vakkennis en geduld, waardoor toch de wat slimmere criminelen worden aangetrokken.

Het probleem met drugshandel nu is verder dat dealers, de detailhandelaars van de drugsmarkt, een sterke prikkel hebben om niet-drugsgebruikende mensen over te halen tot drugsgebruik. Dealers en de handelaren die dealers bevoorraden, vechten om gebied. Daarbij vallen ook veel doden.

Drugshandel via internet

Drugshandel via internet verwijdert de contacten tussen drugshandelaars en gebruikers. Ook verdwijnt de geografische barrière. Een drugshandelaar in Australië kan drugs versturen aan een klant in Denemarken, Omdat de drugsmarkt de gehele wereld omvat, heeft het weinig zin een concurrerende handelaar te vermoorden, als er tientallen concurrenten zijn. Het is ook onuitvoerbaar als deze zich op een ander continent bevindt.

Verder wordt het voor globale handelaren minder interessant om niet-drugsgebruikers over te halen tot drugsgebruik. De drugsgebruiker kan immers vrij gemakkelijk via een concurrent online zijn drugs bestellen. Ook vereist het gebruik van het Tor-netwerk en bitcoin de nodige computervaardigheid bij gebruikers. Daarom zullen vooral de slimmere mensen, die de gevaren het beste kennen, drugs via internet bestellen en niet de zwakke groepen die nu door dealers gepushed worden.

Kortom: de online drugsmarktplaatsen lossen een aantal vervelende criminologische problemen op. Is het wel verstandig deze zo hard aan te pakken?

Gerecyclede lithiumion accu verslaat nieuwe

Een opmerkelijke ontdekking van Yan Wang van het Worcester Polytechnic Institute in Massachusetts. Batterijen met kathodes van gerecycled materiaal deden het ongeveer 50% beter dan normale batterijen. Lost de gerecyclede lithiumion accu het recycleprobleem bij elektrische auto’s op?

Gerecyclede lithiumion accu blijkt upcycling te hebben ondergaan

Lithiumion accu’s waarvan de kathodes uit gerecycled materiaal bestaan, blijken duizenden extra oplaadcycli mee te gaan, wat overeenkomt met 50% extra levensduur. Dat is erg goed nieuws, want op dit moment is dat een heel groot probleem. Lithiumion batterijen, die je bijvoorbeeld in elektrische fietsen vindt, slijten snel waardoor ze om de paar jaar vervangen moeten worden. Wat een enorm milieuprobleem is.

Ook een groot probleem is dat bepaalde schaarse grondstoffen, zoals kobalt en natuurlijk lithium, steeds moeilijker te winnen worden omdat de natuurlijke mineraalvoorraden uitgeput raken. Het kost daardoor steeds meer energie om deze zeldzame metalen te winnen, wat ze duurder maakt en wat de milieubelasting ook vergroot.

Recycling lost grondstoffentekort op

Gerecyclede lithiumion accu
Lithiumion accu’s zijn licht en krachtig, maar de grondstoffen zijn schaars. Bron: Klaus Ableiter, CC BY-SA 4.0

De oplossing ligt natuurlijk voor de hand. De oude batterijen recyclen tot nieuwe. Maar fabrikanten maken zich zorgen dat de nieuwe batterijen die gemaakt zijn van gerecyclede materialen niet zo goed zijn als de oude batterijen. Uit het opmerkelijke onderzoek van materiaalwetenschapper prof. dr. Yan Wang lijkt juist het omgekeerde. Batterijen die gemaakt zijn van gerecyclede materialen blijken zelfs even goed tot beter te presteren dan nieuwe materialen, aldus Wang.

Met behulp van versnipperde gebruikte lithiumion accu’s, haalden Wang en collega’s de elektroden eruit en losten de metalen uit die blokjes accu op in een zure oplossing. Door de pH van de oplossing precies de juiste waarde te geven, verwijderde het team onzuiverheden zoals ijzer en koper uit de oplossing en won meer dan 90 procent terug van de drie belangrijkste metalen: nikkel, mangaan en kobalt. Deze teruggewonnen metalen vormden de basis voor het kathodemateriaal van het team.

Tot 50% langere levensduur

Vervolgens legden Wang en zijn mensen hun gerecyclede lithiumion accu’s op de pijnbank. In tests om te testen hoe goed accu’s hun capaciteit behouden om energie op te slaan na herhaaldelijk gebruik en opladen, blijken de batterijen met gerecyclede kathoden het opmerkelijk genoeg beter te doen dan commerciële materialen met dezelfde samenstelling. Het kostte de batterijen met gerecyclede kathoden 11.600 laadcycli om 30 procent van hun oorspronkelijke capaciteit te verliezen. Dat is ongeveer 50 procent beter dan de toch al respectabele 7.600 cycli voor de batterijen met nieuwe kathoden, meldt het team op 15 oktober in Joule. Die duizenden extra cycli kunnen zich vertalen in jaren van betere batterijprestaties, zegt Wang.

Gerecyclede lithiumion accu heeft grotere poriën

Toen de onderzoekers het gerecyclede materiaal onder een elektronenmicroscoop legden, werd duidelijk waarom de gerecyclede batterijen het beter deden. De gerecyclede brokjes bleken namelijk grotere gaten te bevatten, waardoor lithiumionen makkelijker door het kathodemateriaal konden stromen. Ook maakte de grotere porositeit de materialen beter bestand tegen barsten, waardoor ze langer meegingen.

Bron

  1. Yan Wang et al., Recycled cathode materials enabled superior performance for lithium-ion batteries, Joule, 2021, DOI: https://doi.org/10.1016/j.joule.2021.09.005
  2. Yan Wang in Joule: Recycled Materials from Used Lithium-ion Batteries Outperform New Materials, Worcester Polytechnic University News, 2021

Ruimtewervelstorm van donkere materie komt op ons af

Het ruimteweerbericht voorspelt een ruimtewervelstorm. De overblijfselen van een dwergsterrenstelsel dat miljarden jaren geleden door de Melkweg in stukken is getrokken zullen door het zonnestelsel heen trekken. Moeten we ons zorgen maken?

Elk sterrenstelsel waaronder dat van onszelf, de Melkweg, wordt omringd door een halo van onzichtbare donkere materie. Enige manier waarop we deze om donkere materie kunnen waarnemen is door het zwaartekrachteffect dat deze heeft op zichtbare materie zoals sterren. Zo weten we dat er donkere materie in de Melkweg aanwezig is omdat sterren in het centrum veel minder snel draaien dan je zou kunnen verwachten als alle massa van het melkwegstelsel uit sterren, stof en gas bestond. Dit verschijnsel treedt niet alleen op in de Melkweg maar ook alle andere sterrenstelsels die we kennen.

Ruimtewervelstorm spookachtig overblijfsel van een door de Melkweg opgeslokt sterrenstelsel

Aan de hand van de verstoring van sterren ligt dat wordt afgebogen door de zwaartekracht donkere materie, weten we dat we in een stroom van donkere materie liggen, de zogenoemde S1 stroom. De S1-stroom is een overblijfsel van een dwergsterrenstelsel dat miljarden jaren geleden door de Melkweg in stukken is getrokken en opgeslokt.

ruimtewervelstorm
De Grote Magellaanse Wolk, een dwergsterrenstelsel. De ruimtewervelstorm die op ons afkomt, is het spookachtige overblijfsel van een dergelijk stelsel.

De S1-stroom werd in 2017 ontdekt door de Gaia satelliet. Er zijn al 30 andere van deze stromen ontdekt in ons melkwegstelsel. Dus deze ontdekking was niet geheel nieuw maar wat deze stroom natuurlijk bijzonder maakt is dat wij deze kruisen. Het zonnestelsel ligt namelijk in het centrum van deze stroom. De materie beweegt zeer snel, rond de 500 km/s.

Toch hoeven we ons weinig zorgen te maken. Donkere materie is immers heel erg spookachtig, dus behalve de zwaartekracht merken we er weinig van. En deze stroom is ook erg dun en, relatief ten opzichte van het zonnestelsel, erg gelijkmatig verspreid, waardoor het zwaartekrachtsveld de omloopbanen van de planeten in het zonnestelsel niet zal verstoren. Ons zorgen om deze ruimtewervelstorm maken hoeven we dus niet.

Donkere materiestroom detecteren door de richting waarin deze plaatsvindt

En omdat we in het centrum van deze stroom liggen betekent dat dat de kans ook groter is dat wij donkere materie waar gaan nemen. En dat we met de verschillende donkere materiedetector op aarde kunnen proberen deze donkere materie waar te nemen. Omdat de donkere materie zo snel beweegt, heeft deze een duidelijke richting. Vinden wij een overmaat aan detectie-evenementen in precies die richting, dan hebben we waarschijnlijk met een signaal van donkere materie te maken.

Op dit moment zijn er verschillende donkere materie experimenten actief. Zo zijn er detectie-experimenten die probeerden WIMPs, weak interactive massive particles te detecteren. Maar we zijn ook experimenten die proberen axionen te detecteren. Axionen zijn kleine, zeer lichte deeltjes die volgens sommige theorieën verantwoordelijk zouden zijn voor donkere materie. Dat zou helemaal goed nieuws zijn want volgens de experimentatoren zijn vooral de axion experimenten zeer gevoelig voor het detecteren van een gerichte stroom donkere materiedeeltjes als dit axionen zijn [1].

Tweede ruimtewervelstorm

Sinds de publicatie van dit artikel in 2018 heeft de Gaia satelliet nog een tweede stroom ontdekt, die de onderzoekers S2 hebben genoemd. Ook deze S2-stroom trekt door het zonnestelsel en maakt waarschijnlijk dat donkere materiesignalen asymmetrisch worden. Dat wil zeggen dat uit sommige richtingen meer signalen zullen kopen dan uit andere richtingen. Het optreden van deze tweede ruimtewervelstorm zou weer een extra sterk bewijs zijn dat het hier werkelijk om donkere materie gaat, omdat deze richting gelijk is aan die van de S1 en S2-stromen. [2]

Bronnen

1.Ciaran A. J. O’Hare et al., Dark matter hurricane: Measuring the S1 stream with dark matter detectors, Phys. Rev. D 98, 103006 , DOI: https://doi.org/10.1103/PhysRevD.98.103006

2. Ciaran A. J. O’Hare, N. Wyn Evans, Christopher McCabe, GyuChul Myeong, and Vasily Belokurov, Velocity substructure from Gaia and direct searches for dark matter, Phys. Rev. D 101, 023006 (2020), DOI: https://doi.org/10.1103/PhysRevD.101.023006

Paris Hilton op een politiefoto. De erfgename van een miljardenvermogen is berucht wegens haar spilzuchtige levensstijl.

Geef ieder mens een werelderfdeel

Kinderen van rijke ouders hebben een grote, vaak beslissende, voorsprong op kinderen van arme ouders. Kan een werelderfdeel dit rechttrekken?

Meritocratische oplossing: 100% erfbelasting
Al eerder kwam op Visionair de oplossing ter sprake van hen die zich meritocraten noemen.  Zij stellen voor een volledige erfbelasting in te voeren, d.w.z. dat alle erfenissen in beslag worden genomen en ten goede komen aan de schatkist, m.a.w. aan politici. Zoals bekend zijn politici niet erg goed in het zorgvuldig omgaan met andermans geld. De enige Nederlandse partij waar schrijver dezes wat dat betreft enig  vertrouwen in heeft, de Socialistische Partij, kent strenge regels wat betreft bijverdiensten en trekt hierdoor een ander slag mensen aan. Alleen als alle politici het ethische niveau van SP-politici zouden evenaren of overtreffen, is dit een haalbare kaart.

Paris Hilton op een politiefoto. De erfgename van een miljardenvermogen is berucht wegens haar spilzuchtige levensstijl.
Paris Hilton op een politiefoto. De erfgename van een miljardenvermogen is berucht wegens haar spilzuchtige levensstijl.

Erfrecht kan eerlijker

In een groep dieren erft een jong alleen -tot op zekere hoogte- de sociale status van de moeder en – als het om een sedentaire groep dieren, zoals termieten, prairiehonden,  of molratten, gaat, een plaatsje in de kolonie. Bij mensen is de sociale omgeving veel en veel belangrijker. Ongeveer 99% van de wereldbevolking zou het niet langer dan enkele dagen tot weken uithouden als ze zonder ‘de beschaving’ ergens in een natuurgebied aan hun lot over zouden worden gelaten. Mensen hebben inderdaad veel van termieten: in hun eentje naakt, hulpeloos en weerloos, maar als groep vrijwel onverslaanbaar. Een belangrijk onderdeel van deze sociale omgeving is familie en afkomst, en bezittingen. In een complexe samenleving als de westerse, bestaat er een ingewikkeld stelsel van eigendomsrechten. Zelfs zaken als een bepaalde radiogolflengte, gestileerde tekeningen en bepaalde technieken zijn eigendom van iemand. Deze eigendomsrechten vervallen niet als iemand overlijdt, maar worden geërfd door de erfgenamen. Een erfgenaam van een rijke familie, bijvoorbeeld de verwende telg Paris van de Hilton-hoteldynastie, krijgt zonder er wat voor te doen miljarden in de schoot geworpen, terwijl een intelligente jongedame uit een Amerikaans arbeidersmilieu, of erger nog, uit een van de vele getto’s die de Verenigde Staten rijk zijn, het doorgaans – na jaren keihard werken – hooguit schopt tot filiaalleidster van een hamburgerrestaurant. Als ze een fidele baas heeft. Hier in Nederland is de sociale mobiliteit iets groter, maar ook hier, met dank aan jarenlang visieloos afbraakbeleid, hebben kinderen van rijke ouders minder problemen om een peperdure mastertitel te halen dan een arbeiderszoon.

2100 vierkante meter per Nederlander

We leven op een, naar menselijke maatstaven, enorme planeet. Echter, er zijn veel mensen om deze planeet mee te delen. Per mens is er ongeveer twee hectare landoppervlak. Dit land is echter niet evenredig verdeeld. Zo beschikt iedere Nederlander slechts over gemiddeld 0,21 hectare land en een Mongoliër over bijna een halve vierkante kilometer. Daar staat tegenover dat onze 2100 vierkante meter land wel tot de vruchtbaarste grond ter wereld behoort.  Ook heeft het voordelen om met een kluitje op elkaar te wonen. Transport is veel makkelijker bijvoorbeeld. Een Mongoliër moet een paar dagen rijden om de hoofdstad te bereiken. Zo jaloers hoeven we dus niet te zijn om de Mongolen. Doordat we op een kluitje op elkaar wonen, en in een welvarend continent liggen, zijn we (nog) zo rijk dat de gemiddelde Nederlander makkelijker op vakantie kan naar Mongolië dan een Mongoliër naar Nederland.

Deze kindertjes doen hun best, maar zijn hoogstwaarschijnlijk veroordeeld tot een kort leven vol armoede en ziekte.
Deze kindertjes doen hun best, maar zijn hoogstwaarschijnlijk veroordeeld tot een kort leven vol armoede en ziekte. Bron: lawaonline.com

Een werelderfdeel

Wat als we iedere burger van Nederland een werelderfdeel geven? Dat wil zeggen: een deel van alle erfenissen. Op dit moment valt er in Nederland per jaar ongeveer tien miljard euro per jaar onder erfgenamen te verdelen, afkomstig van rond de 120.000 gestorven mensen[1]. We zouden bijvoorbeeld een deel van deze erfenis kunnen innen en uitkeren, in de vorm van een studiebeurs of een andere ‘kickstarter’ voor jonge mensen. Het innen gebeurt nu al, in de vorm van erfbelasting.
Je zou hierbij kunnen denken aan bijvoorbeeld tienduizend euro. Dit is tien procent van al het geërfde vermogen. Hiermee zouden jongeren hun masterdiploma kunnen halen zonder zich diep in de schulden te hoeven steken. In een later stadium kan dit systeem worden uitgerold over de hele wereld.

Lees ook
Is een meritocratie haalbaar?

Bron
1. J.M. Wildeboer Schut, Nalatenschappen, SCP (2005)

Het Noorse dwergsatellietje Ncube2, met aan boord een radiostation.

Cubesat: Satelliet van een kilo

Groot hoeft niet altijd beter te zijn. Een dwergsatelliet kan vaak dezelfde wetenschappelijke experimenten uitvoeren als een honderden kilo’s wegend monster, maart is veel goedkoper te lanceren en te bouwen. Ook voor kleinere landen en organisaties komt ruimtevaart zo dichtbij. Geen wonder dat CubeSat en vergelijkbare dwergsatellieten een doorslaand succes zijn.

cubesat
Het Noorse dwergsatellietje Ncube2, met aan boord een radiostation.

Het voordeel van minisatellieten

Ruimtevaart is duur en kost erg veel brandstof. Een kilogram massa in een baan om de aarde brengen kost al gauw tientallen kilogram brandstof en rakettrappen. Gewichtsbesparing is daarom extreem belangrijk in de ruimtevaart. Een ander gevolg is dat een enkele lancering heel veel geld kost, tussen de veertig en de vierhonderd miljoen euro.
Geen wonder dat na wordt gedacht over manieren om slimmer met beperkte hulpbronnen om te gaan. In plaats van jarenlang te lobbyen bij een politieke suikeroom (die door nog veel meer lobbygroepen met meer geld en invloed dan jijzelf wordt bewerkt) is het uiteraard productiever om je experiment zo op te zetten dat het ook an boord van en zeer kleine compacte satelliet uitgevoerd kan worden, dachten enkele studenten aan de technische universiteit van Californië en de universiteit Stanford. Ze bedachten de ruimtevaartequivalent van de zeecontainer: de CubeSat, een kubus van 10x10x10 cm met een inhoud van precies een liter en een maximale massa van 1,33 kg.

Lancering Cubesat voor onder de zestigduizend euro


Arianespace verkoopt bijvoorbeeld lanceerslots voor de Ariane V raket voor rond de honderd miljoen euro. Hiervoor kan er acht ton gewicht in een baan om de aarde worden gebracht. Stel dat die acht ton in wordt genomen door zesduizend minisatellietjes, dan dalen de lanceerkosten per satelliet tot nog geen zeventienduizend euro.  Wil je geen grafsteen, maar is je laatste wens dat een dwergsatelliet op zonne-energie alle hits van, zeg, Marco Borsato ten gehore brengt tot hij door een stukje ruimtepuin weg wordt gegraasd of onderzoeken hoe de geraniumstek van je tante zich ontwikkelt onder gewichtloze omstandigheden? Het is nu mogelijk. Er zijn ook grotere slots leverbaar voor experimenten die niet genoeg hebben aan tien centimeter: 2U en 3U, die respectievelijk 20x10x10 cm en 30x10x10 cm groot zijn.

Wat de kosten nog meer drukt is dat CubeSats gebruik maken van standaard leverbare onderdelen en geen gebruik hoeven te maken van de spreekwoordelijk dure ruimtevaarttechniek van bedrijven als Boeing en McDonnell Douglas. Dit brengt ruimtevaart ook voor kleine of arme landen en kleinere organisaties binnen bereik. Diverse universiteiten, waaronder die van Delft,  en diverse groepen studenten van over de hele wereld hebben al kleine onderzoekssatellieten gelanceerd.De Delftse Delfi-4 satelliet is de vierde Nederlandse satelliet in de ruimte.

Hopelijk komt er nu ook een dergelijk systeem om microsatellieten af te leveren op de maan of Mars. Een op afstand bestuurbaar robotje dat met levensgrote letters in het maanstof “Marie, wil je met me trouwen?” schrijft is natuurlijk het unieke huwelijksaanzoek…

flexschool

De voordelen van een flexschool

Op dit moment is het onderwijs in Nederland en België op een negentiende-eeuwse manier geregeld. Waarom het tijd wordt voor een nieuw schooltype, de flexschool.

Waarvoor is een school nuttig?
Een school is er om op te leren, zullen de meeste mensen zeggen. Echter, er zijn nog enkele andere heel belangrijke functies van scholen. Zo is de school in feite gratis kinderopvang. Verder vormt de school een sociale ontmoetingsplaats, waar kinderen vriendschappen kunnen sluiten. Ook socialiseren kinderen op scholen: ze leren sociale omgangsvormen op school. Of het gebrek daaraan. De basisschool is een van de weinige plaatsen waar kinderen uit verschillende sociale milieus elkaar ontmoeten. Tenzij je natuurlijk een witte school hebt.

flexschool
Een flexschool zou het leven voor veel ouders een stuk plezieriger maken.

Vervelende kanten aan scholen
Alle scholen in Nederland en België houden zich aan de regels wat betreft schoolvakanties. Dat betekent dat gezinnen met schoolgaande kinderen gedwongen zijn om in het hoogseizoen op vakantie te gaan. Het gevolg: op kantoor is het qua reserveren van vakantie altijd dringen in de schoolvakantieperiode. Op de wegen is het niet veel beter (de beruchte Zwarte Zaterdag) en vakantie-accommodaties zijn overvol en peperduur.
Een ander vervelend punt is dat schooltijden niet overeenkomen met werktijden. Werkende ouders moeten de kinderen naar school brengen, waardoor ze vaak te laat zijn op hun werk, of op een onmogelijk vroeg tijdstip moeten opstaan. Ook gaan scholen vaak vroeg uit, waardoor ouders moeten zorgen present te zijn. Dit betekent, vooral voor moeders en een enkele vader, parttime werk. Het alternatief is dure kinderopvang.

De oplossing: de flexschool
Als scholen niet van negen tot vijf, maar van acht tot bijvoorbeeld acht uur ’s avonds open zouden zijn, zou dit heel veel problemen oplossen. Ouders kunnen, als ze dat willen, hun kinderen de hele dag naar school sturen. Bij kinderen die slecht zijn in leren, kan dit een uitkomst zijn. Die hoeven dan niet meer naar het speciaal onderwijs. Ouders kunnen hun kinderen later, of juist eerder naar school brengen. Vooral voor alleenstaande ouders zou dat een uitkomst zijn.

Op vakantie wanneer je wilt
Ook voor vakantieperiodes is de flexschool slimmer. Als de school de hele zomer open blijft, kunnen ouders met hun kinderen buiten het hoogseizoen op vakantie. Dat scheelt honderden euro’s. Ook is het klimaat in veel landen en streken, denk bijvoorbeeld aan woestijnlanden, buiten de zomer lekkerder. In bijvoorbeeld de winter is het klimaat in Griekenland in ieder geval een stuk lekkerder dan in Nederland.

School inhalen op een andere plek
Een ander probleem is dat gezinnen met kinderen gekluisterd zijn aan één plaats. Een weekje er tussen uit in Nederland of Vlaanderen is er dus niet bij, zonder dat de kinderen een achterstand oplopen. Het zou mogelijk moeten zijn, dat kinderen op een andere school in het Nederlands taalgebied (of misschien zelfs daarbuiten) naar school gaan, terwijl de ouders vakantie vieren of aan een klus werken.

Wat doet het Technium met ons?

De techniek waar we tussen leven heeft veel weg van een levend organisme (of een ecologie van levende organismen). Techniek evolueert, verspreidt zich, concurreert en neemt andere technieken in zich op om steeds tot een beter resultaat te komen. Vandaar dat denker Kevin Kelly de laatste stap maakt en de verzameling van alle techniek in de wereld een organisme met een eigen dynamiek, het technium noemt. Wat staat ons te wachten?

Het technium

In Kelly’s optiek vormt de techniek zoals we die nu ontwikkeld hebben een vorm van ecologie. Immers, technische vindingen werken met elkaar samen, beïnvloeden elkaar en roepen voortdurend om verbeteringen. Weliswaar is de mens de bedenker en uitvoerder van nieuwe technologie, maar steeds meer ligt de controle bij de dynamiek die door de technologie in het leven is geroepen. Er komen steeds betere chips omdat de concurrenten ook steeds betere en snellere chips ontwikkelen. Marktwerking is niets anders dan de smeerolie die deze dynamiek laat lopen.

Efficiency en noviteit als drijvende kracht
Het grootste deel van de ontwikkeling van nieuwe techniek gebeurt door grote corporaties met aandeelhouders. In de meeste westerse landen (w.o. de VS) bestaat er wetgeving die managers verplicht share holders value te maximaliseren. Met andere woorden: grote corporaties zijn in feite machines geworden met als doel zo veel mogelijk winst te maken. In de praktijk wordt dat bereikt door zo veel mogelijk te verkopen tegen zo laag mogelijke kosten.

Veel verkopen lukt alleen als je iets produceert dat in de ogen van klanten veel beter is dan dat van concurrenten. De effectiefste manier is, naast geslepen marketing,  hiervoor voortdurend met technische innovaties komen. Het grootste deel van de techniek wordt gebruikt door bedrijven om andere techniek te fabriceren; hierbij is efficiency en enabling (het in staat stellen om nieuwe dingen te doen) allesoverheersend. Het netto resultaat van dit alles is dat bedrijven een groot deel van hun bruto winst steken in techniek en innovatie.

Wat staat ons te wachten?
Tot nu toe heeft de ontwikkeling van het technium per saldo gunstig voor mensen uitgepakt. Dit komt omdat de meeste technische innovatie in enigszins democratisch geregeerde landen plaatsvindt, waardoor er vooral vraag is naar techniek die de individuele mogelijkheden en welvaart vergroot.

Het technium: sterker dan de consument

Uiteindelijk maken consumenten een steeds kleiner deel uit van de economische ecologie. De business-to-business markt, het deel dat bedrijven als zodanig consumeren in bijvoorbeeld Nederland is groter dan wat consumenten netto uitgeven. In de woorden van Jan Marijnissen: in Nederland wordt meer verdiend met beleggen dan met werken. Kortom: alle reden dus om de technologie als zodanig, het technium, te zien als een zelfstandige kracht die onder controle staat van niemand.

Grotere ongelijkheid en verarming van de modale westerling
De laatste jaren vindt echter een zorgelijke trend plaats, vooral in de VS. Hoewel de economie daar enorm is gegroeid is de modale Amerikaan (gecorrigeerd voor inflatie) qua welvaart stil blijven staan. Het gevolg zal zijn dat de drijvende kracht achter het technium steeds meer de kleine groep superrijken zal zijn. Het is in hun belang een zo groot mogelijk deel van de welvaart en hulpbronnen naar zichzelf toe te trekken (en zullen dus voornamelijk R&D doen naar technieken die dat doel bereiken). Het gaat hier in het algemeen over grootschalige technieken. Geen zonnepanelen dus maar enorme zonnefarms, geen pc’s maar enorme serverparken met domme clients.

We zullen dus iets moeten verzinnen om het technium weer meer mensgericht te laten worden. Mijns inziens kan dat alleen als er meer research en development door citizen scientists, publieke organisaties en open source groepen plaatsvindt. Er zal een sterk open-source technium moeten komen. Kleine bedrijfjes moeten weer de drijvende kracht achter vernieuwing worden.

Meer lezen

CO2 op de maan erg waarschijnlijk: NASA

Hier op aarde hebben we de nodige problemen doet veel kooldioxide, maar CO2 op de maan is meer dan welkom. Kooldioxide is namelijk niet alleen lastig maar het is ook erg nuttig. Vandaar dat mensen die dromen van een toekomst voor de mensheid op de maan erg blij zijn met deze nieuwe ontdekking van NASA. Het blijkt namelijk dat op plekken waar het zonlicht nooit komt er grote voorraden kooldioxide liggen. De maan heeft geen atmosfeer zoals de aarde. Dat betekent dat als de zon een bepaalde plek op het maanoppervlak niet kan bereiken, deze altijd extreem koud blijft. Dat is de reden dat er in de Shackleton krater op de zuidpool van de maan enorm veel ijs ligt. Daar komt de zon namelijk nooit, waardoor het ijs daar ongestoord kon blijven liggen.

Een dergelijke plaats wordt een koudeval oftewel cold trap genoemd. Het is een soort diep gaat of spleet in de korst van de maan, waar het zonlicht nooit komt. Er waar vluchtige stoffen zoals water of kooldioxide veilig zijn voor het genadeloze zonlicht overdag. Dan bereiken de temperaturen op de oppervlakte van de maan meer dan 100 graden.

Koudevallen bevatten CO2 op de maan

Ook deze koude vallen bevinden zich in de buurt van de zuidpool van de maan. De temperaturen daar zijn zelfs lager dan die op de koudste plaatsen op Pluto. Dus zelfs als we op de maan hoogzomer is, blijven deze plaatsen stijf bevroren omdat ze al hun warmte uitstralen in de gapende diepte van het heelal.

Dat komt omdat er geregeld meteorieten en asteroïden inslaan op de maan die vaak kooldioxide bevatten. Een belangrijk deel van deze kooldioxide komt dan op deze extreem koude plekken terecht. Ook vonden er op de maan heel af en toe vulkanische uitbarstingen plaats, de laatste zelfs slechts enkele tientallen miljoenen jaren geleden. Volgens berekeningen van de onderzoekers komen er in extreme gevallen zelfs tot 100 kg kooldioxide per vierkante meter per miljard jaar neer als kooldioxide-ijs.

Het zuidpoolgebied van de maan, vanaf 80 graden ZB. Op de blauwe plekken – kan – veel CO2 zitten. Bron: Norbert Schorghofer et al.

Om deze extreem koude plekken te vinden hebben de onderzoekers elfjarige waarnemingen verzameld en geanalyseerd van een infraroodcamera aan boord van de satelliet Lunar Reconaissance orbiter. In de buurt van de Amundsen krater blijken de temperaturen dermate laag te zijn dat zich hier waarschijnlijk kooldioxide bevindt.

Het gaat om kleine plekjes in de kraters Amundsen, Haworth en De Gerlache. De grootste koude trap bevindt zich in de Amundsen krater en is ongeveer 100 km² groot. Dit is iets minder dan de helft van een kleine driehonderd vierkante kilometer koudevallen. Het is dus niet helemaal zeker dat zich daarop echt kooldioxide bevindt, maar de kans daarop is wel heel erg groot.

Ook kleine hoeveelheid CO2 op de maan erg waardevol

Niet een heel overvloedige hulpbron dus, zelfs als de meest optimistische schatting uitkomt. Maar op de levenloze maan zijn zelfs kleine hoeveelheden kooldioxide zeer waardevol omdat je die voor verschillende toepassingen kan gebruiken. Bijvoorbeeld in kassen en andere biologische toepassingen, maar je kan het ook gebruiken om staal mee te maken.

Kortom, dankzij deze ontdekking is de kans een stuk groter geworden dat er levensvatbare koloniën op de maan kunnen worden gesticht. En dat betekent weer een mandje extra waarbij de eieren van de mensheid in kunnen leggen.

Bron

Norbert Schorghofer, Jean-Pierre Williams, Jose Martinez-Camacho, David A. Paige, Matthew A. Siegler, Carbon dioxide cold traps on the moon, Geophysical Research Letters, 2021, https://doi.org/10.1029/2021GL095533

De leugen regeert in Nederland

De leugen regeert in Nederland en dat blijft niet zonder gevolgen. De weerstand tegen vaccinatie met het Pfizerpreparaat en andere vaccins tegen het SARS-CoV-2 coronavirus is geheel te wijten aan de machiavellistische en ondoorzichtige manier waarop overheid in Nederland dacht de epidemie te kunnen managen. Continu is door middel van leugens en bedrog geprobeerd om zowel de verantwoordelijkheid voor het eigen falen te kunnen ontlopen, als om bepaalde maatregelen te kunnen gebruiken om de virusuitbraak te stoppen.

Een uitstekend voorbeeld is bijvoorbeeld de gehate coronapas. De verantwoordelijke bewindspersoon Hugo de Jonge wist heel goed dat ook na vaccinatie het virus nog steeds verspreid kan worden, dus dat een beroep doen op de volksgezondheid om de corona pas verplicht stellen een leugen is. De werkelijke reden was om niet gevaccineerden te pesten en zo te dwingen om alsnog een vaccinatie te nemen, waardoor de druk op de intensive care af zou nemen.

Dit soort machiavellistische beleidsmaatregelen zijn eerder genomen. Zo zijn ook maandenlang mondkapjes tegengehouden om daarmee te voorkomen dat de bevolking mondkapjes zou gaan hamsteren. Uiteraard had de regering heel goed ondernemers in Nederland kunnen inschakelen om lokaal massaal mondkapjes te produceren. Dat is bijvoorbeeld in China ook gebeurd. Maar dat was in strijd geweest met de vrije markt ideologie van Rutte en Hoekstra.

Breuk in het sociale contract tussen de regering en de kiezers

De coronapas is ingevoerd onder het mom van het voorkomen van besmettingen. De werkelijke reden is dat de regering zo niet-gevaccineerden wil dwingen om zich te laten vaccineren. De leugen regeert. Foto: Ad Valvas, studentenblad Vrije Universiteit

Dat dit is gebeurd is buitengewoon ernstig. Het is niet alleen een vertrouwensbreuk in het sociale contract tussen de bevolking en de regering, het betekent ook dat de regering in Nederland werkelijk lak heeft aan de basisbeginselen van de democratie. Het basisprincipe van de democratie is dat het volk regeert maar vol kan alleen regeren en juiste beslissingen nemen als het volk op de hoogte is van alle relevante informatie.

Dit doet ook vermoeden dat dit al veel langer aan de gang is en dat het hanteren van leugens en bedrog om te regeren geen incident is maar een structurele gewoonte van de regeringen onder meneer Rutte.

Niet alleen is sprake van een ernstige ondermijning van de rechtsstaat zoals al vastgesteld is door de parlementariërs Omtzigt en Leijten. Er is sprake van een ziekelijke gewoonte om zich meer door de b’s’s eeldvorming te laten leiden in de communicatie met de bevolking dan door een democratie goed te laten werken.

Schoolmeester en geschiedenisleraar als regeringsleiders, de leugen regeert

Het vigerende regime ziet de Nederlandse kiezer als onmondige kinderen. De regering zal wel bepalen wat goed voor ze is en schuwt daarbij grove leugens en misleiding niet. We zijn als land en als Europese statenbond aan het infantiliseren en steeds meer los aan het raken van de nuchtere harde werkelijkheid. Buiten onze poorten op de Middellandse Zee en aan het nieuwe IJzeren gordijn tussen Polen en Wit-Rusland, heerst de harde werkelijkheid van machtspolitiek, harde leefomstandigheden en realpolitik. Binnen de ivoren toren van de Europese Unie heerst een krampachtige deugen, een overmatige nadruk op details als trans genderkwesties waar een visie op het grote geheel geheel ontbreekt.

Een discussie over grote idealen is niet mogelijk in de hedendaagse Nederlandse politiek of het politieke discours. De houding ten opzichte van de burgers is exploitatief en leugenachtig. Waar opvoeders aan hun kinderen proberen aan te leren om niet te liegen, regeert de leugen in Nederland. Waar Nederlandse burgers zwaar gestraft worden als zij een fout in de belastingaangifte doen of een paar tientjes per maand die zij van familieleden krijgen terwijl zij een bijstandsuitkering genieten niet opgeven, komen deze bewindspersonen zo ongeveer overal mee weg.

Wanbestuur en leugens blijven zonder gevolgen

Daarom denk ik dat los van politieke kleur, domweg integere, nieuwe mensen aan de macht moeten komen in Nederland. Dit kunnen heel goed SP mensen, PVV’ers of mensen van de dierenpartij zijn. Of apolitieke mensen. Politici die zich laten leiden door idealen, maar ook door gezond verstand en door de beloftes die ze hebben gedaan aan de kiezers. En die geen compromissen sluiten maar die een synthese bereiken door de these en antithese op legalisatiewijze te sublimeren. Die op die manier kunnen laten zien dat ze werkelijk een probleem begrijpen en de wijsheid en de visie hebben om naar een verbindende oplossing te zoeken. Helaas hebben wij dergelijke leiders niet. Dit ongelukkige volk is opgescheept met een roddelaars en prutsers zonder ook maar enige integriteit. Nederland verdient beter. Het wordt tijd dat niet meer de leugen regeert maar dat de onaangename waarheid regeert.

Grote bedrijven bedreiging voor werkgelegenheid en innovatie

Door de overheid worden grote bedrijven in de watten gelegd, daar waar middelgrote en kleine bedrijven de volle mep moeten betalen. Is dat terecht, of zou de overheid, als deze werkelijk voor de belangen van de Nederlandse bevolking opkomt, de prioriteiten anders moeten leggen?

Waarom zijn grote bedrijven slecht in sprongsgewijze innovatie?

Grote bedrijven zijn over het algemeen erg slecht in radicale innovatie. De reden is dat om een groot bedrijf te laten functioneren, de samenwerking en taakverdeling tussen de duizenden werknemers strak geregeld moet worden. Bij een groot bedrijf is daarom precies vastgelegd aan welk functieprofiel de ideale werknemer moet voldoen.
Dit heeft twee effecten die beide fataal uitpakken voor het innovatievermogen.

Paradijs voor ambtenaren

Grote bedrijven bedreiging innovatie
Kantoortuin Nederlands Schriftelijk Studiecentrum Culemborg. Wikimedia Commons

Ten eerste moedigt het aannamebeleid conformisten aan, die erg goed zijn in kunstjes nadoen maar erg slecht in nieuwe dingen bedenken. Om personeel in een strak georganiseerd bedrijf te laten functioneren, heb je gehoorzame, procedureel correcte en plichtsgetrouwe werknemers nodig.  Deze eigenschappen komen dan ook in functieprofielen te staan.

Ook zullen conformisten en risicomijders er alles aan doen om in een ‘veilig’ groot bedrijf aan het werk te kunnen. Het gevolg is dat jabroers en ambtelijke types oververtegenwoordigd zijn in grote bedrijven; creatievelingen overleven het functioneringsgesprek niet. De dorknopers bepalen de bedrijfscultuur. Op dit moment is creativiteit een gewilde eigenschap. Wat we dus nu zien zijn conformistische napraters, die zich vermommen als creatieveling.

Grote bedrijven zijn daarom doorgaans alleen in staat tot het gradueel verbeteren van bestaande producten (incrementele innovatie). Verwacht dus geen elektrische auto van een groot bedrijf; wel een maar liefst 2,9 % zuiniger benzinemotor. Ook zullen geiote bedrijven er voor terugschrikken om zichzelf uit de markt te prijzen. Een mooi voorbeeld is de digitale camera. Deze is uitgevonden door nota bene Kodak, de ooit toonaangevende fabrikant van fotocamera’s die uiteindelijk ten onder ging aan het negeren van de eigen uitvinding.

Tenzij een groot bedrijf een skunkworks of een vergelijkbare kleine taakgroep aanwijst die vrijheid van handelen krijgt. En bereid is met het hele bedrijf voor verandering te gaan en desnoods het bestaande verdienmodel op het spel te zetten. Dit gebeurt eigenlijk vrij zelden. Netflix is een mooi voorbeeld. En alleen bij grote bedrijven waar de oprichters nog aan het bewind staan. Zelfs dan is de kans groot dat het middenmanagement deze pootje gaat lichten.

Afbakeningen tussen functies

Ten tweede kennen grote bedrijven sterke afbakeningen tussen functies. Iemand die bijvoorbeeld in de afdeling Kwaliteitsbewaking werkt en een briljant verkoopidee heeft, zal zich wel driemaal bedenken voordat hij het ook maar waagt Marketing in te lichten. De kans is namelijk groot dat deze afdeling zich beledigd zal voelen en daarom een klacht gaat indienen bij het hoofdmanagement.

De meeste innovatie vindt nu net plaats op deze randgebieden (interdisciplinair). Bij een klein bedrijf is dat een stuk minder erg. Het gebrek aan resources wordt hier meer dan goed gemaakt door de grotere vrijheid en het gevoel van kameraadschap tussen het kleine groepje personeelsleden, waardoor een veilige omgeving ontstaat voor het uiten en uitvoeren van echte doorbraken.  Tenzij ze door de juridische afdeling van een groot bedrijf worden kapotgeproduceerd wegens het schenden van een blanket patent natuurlijk.

Uit het eerder genoemde rapport blijkt overigens nog meer: juist de bedrijven waar het meeste wordt geïnnoveerd, hebben het minste last van de economische crisis. Voor een jaar of tien alle patenten opschorten zou de economische crisis dan ook onmiddellijk beëindigen.

Waarom grote bedrijven het dan toch volhouden? 

Dit heeft enkele belangrijke oorzaken. Ten eerste het schaalvoordeel. Een groter bedrijf kan grootschalig inkopen, adverteren en produceren. En intern financieren: een groot concern is voor een groot deel zijn eigen klant. Dit scheelt tientallen procenten.

Ten tweede maken grote bedrijven graag misbruik van hun marktmacht, bijvoorbeeld om hoge kortingen te eisen en rekeningen veel later te betalen. Een kleine ondernemer laat dat wel uit zijn hoofd. Ze kunnen ook een kleine concurrent opkopen en bruikbare elementen kannibaliseren, bijvoorbeeld personeel of kennis.

Ten derde hebben grote bedrijven vaak goede contacten met de politiek, waardoor ze gemakkelijker aan vergunningen, belastingvoordeeltjes (in Nederland bekend als de zogeheten “rulings”)  en overheidsopdrachten kunnen komen. Ook hun gemakkelijke toegang tot kapitaal (goedkope bankleningen, aandelenbeurzen) waarmee ze kleine concurrenten op kunnen kopen of met oneerlijke handelspraktijken van de markt kunnen drukken is een belangrijk concurrentievoordeel.