wetenschap

Nederland scoort maar matigjes in internationale statistieken qua wetenschappelijk onderzoek. Dat vertaalt zich in een miezerige economische groei.

Stop de verdomming van Nederland

In Nederland wordt rond de twee procent van alles wat we verdienen besteed aan wetenschappelijk onderzoek. Dit moet minimaal verdubbeld. Dan maar bezuinigen op enkele hierna te noemen volkomen zinloze activiteiten. Het overeind houden van de parasitaire bankensector bijvoorbeeld.

Nederland scoort maar matigjes in internationale statistieken qua wetenschappelijk onderzoek. Dat vertaalt zich in een miezerige economische groei.
Nederland scoort maar matigjes in internationale statistieken qua wetenschappelijk onderzoek. Dat vertaalt zich in een miezerige economische groei.

Geschiedenis bewijst: wetenschap is de enige effectieve bron voor een beter leven
Anno 2011 leven er meer mensen op aarde met een hogere welvaart dan ooit tevoren in de geschiedenis van de mensheid. Een haast onwerkelijke prestatie. Er is maar één reden waarom we het zo goed doen vergeleken met onze voorgangers. Die is onze toegenomen kennis van wetenschap en techniek. In de vroege middeleeuwen had nog niemand van aardolie gehoord, behalve dat het een nuttig goedje was om lampen mee te vullen en kieren mee te dichten. Mensen stierven als vliegen aan nu makkelijk te behandelen ziekten als de pest en cholera en hongersnoden waren meer de regel dan de uitzondering.

Meer wetenschap = meer rijkdom
Van alle menselijke activiteiten, variërend van oorlog tot religie, is er maar één activiteit die zijn nut meer dan bewezen heeft: het beoefenen van wetenschap en het ontwikkelen van techniek. Toch, opmerkelijk genoeg, besteden we in Nederland maar heel weinig geld aan wetenschappelijk onderzoek. Minder dan twee procent van ons BNP komt op de een of andere manier in wetenschappelijk onderzoek terecht – het gemiddelde in Europa. Ter vergelijking: in bijvoorbeeld Zweden en Japan is dat percentage meer dan twee keer zo hoog. Dat vertaalt zich, net als in Duitsland ook in een hoge economische groei. Beide eerstgenoemde landen zijn daarom ook rijker dan Nederland, ondanks dat ze vanwege hun geografie op grote achterstand staan.

Nederland wordt steeds dommer
De mens denkt van nature op een wetenschappelijke manier[2]. Als we er vanuit gaan dat de menselijke geest een beperkte hulpbron is – mensen hebben slechts een beperkte hoeveelheid aandacht te besteden – is het dus het beste dat die hulpbron zoveel mogelijk richting wetenschap en uitvinden wordt gericht. Op dit moment gebeurt dat niet bepaald. De Nederlandse tv wordt gedomineerd door kookprogramma’s, politieke propaganda en sport – de reden dat ik er zelf zo min mogelijk naar kijk. In de strijd om de kijkcijfers wordt werkelijk alles uit de kast gehaald om maar zoveel mogelijk kijkers te trekken. In de praktijk komt het dus neer op de grootste gemene deler en het gemiddelde televisieprogramma is dan ook afgestemd op een kijker met een IQ dat grenst aan zwakzinnigheid. Er is werkelijk geen enkele prikkel voor kijkers om mentaal op hun tenen te lopen, kritisch na te denken, ze te vervullen met nieuwsgierigheid van de vele wonderen die onze wereld kent. De Nederlandse omroep is een belediging voor de intelligentie van de Nederlanders. Ik kijk steeds meer naar de Belgische tv.

Domheidsbelastingen
Op dit moment wordt er in Nederland ongeveer negen miljard per jaar uitgegeven aan onderzoek en ontwikkeling [2]. Willen we dit verdubbelen, dan moet er dus flink wat geld anders besteed worden. Het goede nieuws: dat kan ook. Er zijn namelijk veel sectoren in de Nederlandse economie die geteisterd worden door domheid en kortzichtigheid. Speciale domheidsbelastingen invoeren kan helpen hier een einde aan te maken. Zo is de benzineaccijns veel te laag. Er rijden nog veel te veel benzineslurpers op de weg. Geen kwartje van Kok, maar een euro domheidstax er bij dus.
Ook is er de parasitaire financiële sector, die geld maakt met geld. Dit gegoochel kan stevig belast worden, bijvoorbeeld met een zogeheten Tobin tax op financiële transacties.  Zo wordt het lonender op lange termijn te denken bij investeringen. Hierop volgt een kansspelbelasting van 25% op alle speculatiewinsten.

Een van de vele 'hoogtepunten' van de Nederlandse treurbuis
Een van de vele 'hoogtepunten' van de Nederlandse treurbuis

Een andere domheidsbelasting die snel ingevoerd moet worden is brandstofaccijns op scheepsbrandstof, luchtvaartbrandstof en landbouwdiesel. Zo worden zuiniger bedrijfsmiddelen beloond. Dit geld komt weer terug in de vorm van een heffingskorting.
Het lage btw-tarief op voedsel in een restaurant wordt uiteraard ook teruggedraaid.Eten in een restaurant is een luxe.
Religieuze instellingen die domheid zoals creationisme of haat tegen ongelovigen verspreiden via koranscholen of zondagscholen, moeten de volle mep BTW afdragen op alle giften.
Verder komt er een extra strafheffing op alle kranten, websites, TV-programma’s en TV-reclame die het gemiddelde IQ van de tv-kijkers omlaag brengen wegens ergerlijke domheid, napraterij, politieke agitprop en belediging van het intellect van de kijker.

Bezuinigen op domheid
Miljarden per jaar worden er uitgegeven aan volkomen zinloze projecten en subsidies, in de praktijk vrijwel alle. Neem nu het volkomen verziekte woonbeleid. Het onderwijs en de zorg zitten vol verkalkte structuren. Een groot deel van het onderwijs kan thuisonderwijs worden. Medische diagnostiek kan, ja moet worden geprivatiseerd.
Vanzelfsprekend worden ook subsidies op visserijvaartuigen en brandstof afgeschaft. De zee is al genoeg overbevist.

Ok, ik overdrijf. Volgens mij komen we zo uit op een politiestaat. Dat is niet de bedoeling. Wat zijn jouw ideeën?

Bronnen
1. Internationale vergelijking investeringen [research and development en wetenschappelijk onderzoek] – VSNU (2005)
2. Ingezonden brief, American Scientist
3. Nieuwste rapport, NOWT, 2011

De buitenaardse Dronen vinden de fantasieloosheid van Rommeldam een gevaar voor de kosmos. Heer Bommel weet net op tijd de vernietiging van Rommeldam te voorkomen.

Krasse knarren zorgen voor steeds meer wetenschappelijke doorbraken

Ouderen worden massaal geloosd omdat ze minder innovatief en te duur zouden zijn. Een onderzoek onder Nobelprijswinnaars toont nu aan dat dat in ieder geval op wetenschapsgebied onzin is. Sterker nog: de meeste wetenschappelijke doorbraken worden nu bereikt door ouderen.

Nobelprijswinnaars steeds ouder
Een studie waarbij Nobelprijswinnaars tussen 1901 en 2008 werden vergeleken in de wetenschapsgebieden natuurkunde, scheikunde en medicijnen, onderzocht de leeftijd waarop wetenschappers hun Nobelprijswaardige werk deden. De resultaten wezen uit dat voor 1905, ongeveer tweederde van de winnaars in alle drie velden hun prijswinnend werk voor hun veertigste deden. Ongeveer twintig procent deed dit zelfs voor hun dertigste. In het jaar 2000 bleken echter voor het dertigste jaar nauwelijks grote prestaties te worden geleverd in een van deze drie velden. In de natuurkunde, bijvoorbeeld, werd dat jaar Nobelprijswaardig werk slechts in 19% van de gevallen verricht, op het gebied van scheikunde zelfs vrijwel nooit. “Het beeld van de briljante jonge wetenschapper die essentiële wetenschappelijke doorbraken bereikt is steeds meer uit de tijd,” aldus Bruce Weinberg, professor economie aan de Ohio State University.  Hij is met collega Benjamin Jones van Northwestern University de auteur van de studie. De gemiddelde leeftijd waarop baanbrekend natuurkundig onderzoek wordt gedaan is 48 en nauwelijks onder de dertig, aldus Weinberg.

Einstein verrichte zijn Nobelprijswaardige werk als jonge twintiger. Nu zijn grijzende veertigers meestal degenen die Nobelprijswaardig onderzoek doen.
Einstein verrichte zijn Nobelprijswaardige werk als jonge twintiger. Nu zijn grijzende veertigers meestal degenen die Nobelprijswaardig onderzoek doen.

Gouden Tijd erg belangrijk
De onderzoekers geloven dat de verschuiving in leeftijd te maken heeft met zowel het type doorbraken dat wordt gehonoreerd (theoretisch of experimenteel) en hoe lang het wetenschappers kost om opgeleid te worden en hun carrière als onderzoeker te beginnen. Eerder werk omtrent creativiteit in de natuurwetenschappen, waarbij de creativiteit piekte op bepaalde leeftijden (verschillend per discipline)  nam onterecht aan dat deze leeftijden gelijk blijven. De tijd waarin het onderzoek werd verricht is echter veel belangrijker, aldus Weinberg.

Generatie die kwantummechanica ontwikkelde erg succesvol
Voor de studie analyseerden de onderzoekers alle 525 Nobelprijzen die in deze periode werden toegekend in de natuurkunde, scheikunde en medicijnen. Ze stelden vast op welke leeftijd de onderzoekers hun Nobelprijswinnend werk deden, door hun biografieën door te spitten. De opmars van jonge onderzoekers in de natuurkunde viel samen met de doorbraak van kwantummechanica. Hierdoor kwam een totaal nieuw veld braak te liggen, waar jonge wetenschappers met weinig ballast snel vorderingen in konden maken. Geen wonder dat het toen Nobelprijzen regende onder deze groep. Voor en na deze periode waren oudere onderzoekers succesvoller.

Ouderen vaker aan leiding laboratorium
Wat ook scheelt is de vraag of het om theoretisch of experimenteel werk gaat. Theoretisch werk vereist niet veel meer dan een goed stel hersens, een laptopje met internet, Maple of Mathematica en een onconventionele manier van denken. Voor praktisch Nobelprijswaardig werk moet je al gauw een LHC-achtige versneller in je achtertuin hebben staan of leiding geven aan een ultramodern onderzoekslab. Het kost de nodige tijd om hiervoor voldoende prestaties (en ellebogenwerk) te hebben geleverd.

Nu veel langere studie nodig dan toen
Ook waren natuurkunde, scheikunde en geneeskunde honderd jaar geleden veel eenvoudiger dan nu. Om alleen al op het niveau te komen waarop Nobelprijswaardig werk geleverd kan worden, moet een wetenschapper nu jarenlang studeren. Een promovendus is al vaak tegen de dertig en moet dan nog beginnen met onderzoek.

Kennis van eerder onderzoek nu een groot voordeel
Oudere wetenschappers zijn doorgaans goed op de hoogte van de historische ontwikkeling van hun vak en herinneren zich ook zijsporen die eerder zijn gevolgd, maar daarna uit de mode raakten.  Hun grotere intellectuele ‘lock-in’, die een wetenschapper ooit deed stellen dat oude paradigma’s niet verdwijnen omdat wetenschappers ze verlaten maar omdat de oudere generatie uitsterft, is dan minder belangrijk. Wetenschappers citeren nu ook vaker uit ouder werk (en ook terecht, daar hebben we hier op Visionair.nl goede inspiratie voor leuke onderwerpen uit gehaald). Hoe hoger een wetenschapper op de citatieindex scoort, hoe Nobelprijswaardiger hij doorgaans is.

De buitenaardse Dronen vinden de Rommeldamse fantasieloze min-kukels een gevaar voor de kosmos. Heer Bommel weet net op tijd de vernietiging van Rommeldam te voorkomen. © Marten Toonder
De buitenaardse Dronen vinden de 'kukelloze' welvaartsstad Rommeldam een gevaar voor de kosmos. Heer Bommel weet net op tijd de vernietiging van Rommeldam te voorkomen.

Verouderende bevolking speelt ook mee
Niet door de onderzoekers genoemd, maar zeker van belang zijn ook demografische factoren. De bevolkingspiramide in de jaren dertig was toen inderdaad een piramide. Nu lijkt deze meer van een misvormde paddenstoel te hebben. Hoe meer oudere mensen er zijn, hoe groter de kans dat een oudere onderzoeker op iets stuit dat de moeite waard is.

Niet leeftijd, maar peak fantasy is het probleem
Inderdaad is niet zozeer leeftijd, maar eerder peak fantasy het voornaamste probleem als remmende factor bij onderzoek innovatie. Deze dodelijke en hardnekkige plaag komt niet alleen voor bij ouderen, maar op alle leeftijden. Overal rukken de napraters op.  Tijd voor minder napraterij en meer kukel, om maar eens de helaas overleden, maar zeer originele krasse knar Maarten Toonder aan te halen.

Bron
Experince counts for Nobel Laureates, Nature Magazine (2011)
Bruce Weinberg en  Benjamin Jones, Age dynamics in scientific creativity, PNAS (2011)

‘Marketingpraktijk profiteert onvoldoende van wetenschap en vice versa’

In zijn afscheidsrede op 19 september j.l. keek prof.dr. Peter Leeflang van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde terug op de spectaculaire ontwikkeling van zijn vakgebied. ‘Marketing is een ander vak geworden door de enorm gegroeide mogelijkheden om klantgegevens te verzamelen,’ zegt hij. ‘Maar de marketingpraktijk maakt nog te weinig gebruik van wetenschappelijke kennis en de academische wereld is nog te vaak te geïsoleerd bezig.’ Volgens Leeflang moet er bovendien een duidelijk onderscheid blijven tussen universiteiten en de hbo-instellingen.

Steeds meer klantgegevens
‘De marketingwetenschap en –praktijk hebben in de afgelopen drie tot vier decennia een spectaculaire ontwikkeling doorgemaakt,’ zegt Leeflang. ‘Dat is voornamelijk te danken aan de enorme groei in mogelijkheden om gegevens te verzamelen met behulp van scanner data (streepjescodes) en de komst en het gebruik van internet. Met al deze gegevens kan steeds beter ingespeeld worden op de wensen van de klant. Hoewel marketing op deze manier veel wetenschappelijker is geworden, maakt de marketingpraktijk nog te weinig gebruik van de toenemende wetenschappelijke kennis. Aan de andere kant zou de academische wereld zich meer kunnen richten op het beter ondersteunen van concrete praktijkvraagstukken. We zijn nog te vaak te geïsoleerd en te theoretisch bezig.’

Universiteit versus hbo
Volgens Peter Leeflang moeten we wetenschappelijk marketingtalent koesteren, beschermen en zelfs afschermen. ‘Nederlandse marketing-wetenschappers staan tweede op de wereldranglijst van toppublicaties en marketing is het sterkst groeiende vakgebied binnen economie en bedrijfskunde.’ Om dat niet in gevaar te brengen beveelt de hoogleraar aan masteropleidingen in economie en business alleen te laten verzorgen door universiteiten van naam en faam waar onderzoek hoog in het vaandel staat. ‘In tegenstelling tot talrijke MBA-opleidingen leiden universiteiten op voor een MScBA, een op onderzoek gebaseerde opleiding.’

Masteropleidingen
De hoogleraar heeft een voorkeur voor een tweejarige masteropleiding en zou dit willen concentreren op vier of vijf locaties in Nederland: ‘Zo waarborgen we de kwaliteit en realiseren we een concentratie van toponderzoekers. Verder moeten we studenten selecteren en de aantallen beperken; minder hoogleraren benoemen, maar deze wel honoreren met een internationaal concurrerend salaris – vergelijk de VS, maar ook Duitsland. Tot slot moet het werken op universiteiten aantrekkelijker worden, zodat talent in Nederland blijft: daar hoort voldoende onderzoektijd en het verminderen van administratieve taken bij.’

Bevordering contact universiteit en bedrijfsleven
Naast zijn lidmaatschap van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft Leeflang verschillende bedrijfsfuncties bekleed. Om de praktijk in de opleidingen te krijgen, richtte hij in 1981 de MARUG op, de Marketing Associatie Rijksuniversiteit Groningen. ‘Daarmee ontlastte ik mezelf en konden we de studenten meer bieden.’ Voorheen was Leeflang zelf veel bezig met het bevorderen van de contacten tussen enerzijds universiteit en anderzijds bedrijfsleven, nu doet een club van gemotiveerde studenten dat. ‘

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Wetenschappelijk onderzoek brengt veel meer rendement op dan leningen aan spilzuchtige landen.

Investeer in wetenschap en techniek, niet in creatief boekhouden

Banken heten enorm nuttig te zijn, steunpilaren van de moderne maatschappij. Hun voorgangers, de woekeraars, werden alom gehaat. Net zoals de woekeraars uit de middeleeuwen leven banken echter van het uitzuigen van de rest van de economie. Op dit moment worden banken met miljarden directe (bankencrisis) of indirecte staatssteun (Griekenland) overeind gehouden. Dom. De economie herstelt veel sneller als dit geld in onderzoek wordt gestoken.

Wetenschappelijk onderzoek brengt veel meer rendement op dan leningen aan spilzuchtige landen.
Wetenschappelijk onderzoek brengt veel meer rendement op dan leningen aan spilzuchtige landen.

Honderden miljarden euro staatssubsidie aan financiële instellingen
Op dit moment worden er werkelijk verbijsterende bedragen in noodfondsen gestort om landen die zwaar in de schulden zitten overeind te houden. Alleen al Griekenland ontvangt uitgesmeerd over meerdere jaren zo’n 109 miljard euro. Dit geldt wordt niet uitgedeeld omdat de diverse nationale overheden de Grieken meelijwekkend vinden – de woede over de manier waarop de Grieken vele jaren lang met de cijfers hebben geknoeid is groot. De reden is dat veel banken, verzekeraars en pensioenfondsen massaal in de ‘veilige ‘ Griekse staatsobligaties hebben belegd. Niet erg verstandig, want al vele jaren is bekend dat de Grieken de kluit belazerden.

Dus in feite worden de banken indirect gesteund met deze leningen. Als we domweg die verliezen zouden slikken – wat voor sommigen misschien tien procent lagere pensioenen zou betekenen – zouden we de vele miljarden staatssteun in onze zak hebben kunnen houden.

De wetenschappelijke en technische Hoorn van Overvloed
Er is maar één reden dat er nu meer mensen dan ooit op aarde leven die een beter leven hebben dan wanneer ook eerder in de wereldgeschiedenis. Dat komt door de voortdurende vergroting van onze kennis en dus mogelijkheden om de wereld om ons heen naar onze hand te zetten. De vele uitvinders en wetenschappers die hun leven hebben gewijd aan het vergroten van onze kennis kwamen er doorgaans bekaaid af, maar de wereld als geheel is er enorm veel mee opgeschoten.

Er is geen reden om aan te nemen dat dit proces zal stoppen, integendeel. Alle tekenen wijzen er op dat de toename van wetenschappelijke en technische kennis nu een groeispurt gaat inzetten zoals die nog nooit eerder in de menselijke geschiedenis is voorgekomen.

In Japan is er net als hier personeelstekort in de zorg. Dat lossen ze niet met gastarbeiders op, maar met zorgrobots.
In Japan is er net als hier personeelstekort in de zorg. Dat lossen ze niet met gastarbeiders op, maar met zorgrobots.

Als we een pan-Europese task force op zouden zetten om in zo ongeveer alle sectoren van de overheid oplossingen te bedenken om bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid beter en goedkoper te maken, zouden we hiermee enorm veel belastinggeld besparen. De best denkbare task force is uiteraard de Europese bevolking (of liever gezegd: de wereldbevolking) zelf. Er moeten daarom innovatieprijzen worden uitgeloofd voor de slimste en effectiefste ideeën om de exploderende kosten v0or bureaucratie, gezondheidszorg en bijscholing aan te pakken.

Het op dit moment allergrootste probleem is het energietekort. Met energie is letterlijk elk ander probleem op te lossen. Europa heeft nauwelijks eigen energiebronnen. Het budget voor energieonderzoek, bijvoorbeeld op het gebied van kernfusie en golfslagenergie, moet daarom verveelvoudigd worden. Er moeten ook ruimhartige leningen komen om duurzame energiecentrales te plaatsen. Het energierendement van een kabbelende golfslagcentrale of een zonnecentrale op een Grieks eiland is een stuk zekerder dan het financiële gegoochel van allerlei hotemetoten. Dan maar wat minder pensioen.

Vogels kunnen het aardmagnetisch veld waarnemen door een kwantumeffect.

Kwantumbiologie wordt steeds meer mainstream

Hoe kan iets dat we pas waar kunnen nemen op enkele graden boven het absolute nulpunt, een rol spelen in levende organismen? Onzin, oordeelden natuurkundigen. Tot voor kort was kwantumbiologie dus het domein van grenswetenschappers en new-age mystici. Alleen al suggereren dat kwantumprocessen een rol spelen in levende organismen, kon je maar het beste een paar maanden voor je pensionering doen als je baantje als wetenschapper je lief was. Nu wordt in hoog tempo duidelijk, dat kwantummechanica heel veel tot nu toe raadselachtige verschijnselen in cellen en organismen verklaart.

Natuur overtreft laboratoriumtechnici

Vogels kunnen het aardmagnetisch veld waarnemen door een kwantumeffect.
Vogels kunnen het aardmagnetisch veld waarnemen door een kwantumeffect.

Moeder Natuur blijkt echter meerdere trucs te beheersen die natuurkundigen nog steeds niet in de vingers hebben. Coherente kwantumprocessen komen waarschijnlijk algemeen voor in de natuur. Bekende of vermoede voorbeelden reiken vanaf he vermogen van vogels om te navigeren  op het aardmagnetisch veld tot de werking van fotosynthese – het proces waarmee planten zonlicht, water en kooldioxide  in organische materialen omzetten en waarvan alle meercellige levende wezens, (akkoord, een handjevol diepzeewormen uitgezonderd) van afhankelijk zijn.

De evolutie is, Dawkins zei het al, een blinde horlogemaker die elke generatie aan het ontwerp prutst. De meest geslaagde ontwerpen overleven. Alles wat evolutionair voordeel oplevert, wordt verwerkt in het ontwerp van planten en dieren. En als kwantumeffecten een voordeel opleveren, dan zal de natuur daar zeker gebruik van maken. Zelfs natuurkundigen, die zich gewoonlijk ver verheven voelen boven scheikundigen, laat staan biologen, letten nu op. Als ze wat trucjes kunnen leren van levende organismen, worden dingen als kwantumcomputers, betere zonnecellen en betere manieren om energie op te slaan – of betere sensors en gevoeliger detectoren – realiteit. Enkele voorbeelden.

Zonder kwantumverstrengeling geen fotosynthese, dus geen leven, behalve rond hete bronnen in de diepzee.
Zonder kwantumverstrengeling geen fotosynthese, dus geen leven, behalve rond hete bronnen in de diepzee.

De fotosynthesetruc

Licht wordt geabsorbeerd door chlorofyl, een groen pigment dat zich in kleine blaasjes verspreid over een plantencel bevindt. Als een foton, een lichtdeeltje, het blaasje met chlorofyl raakt gebeurt er iets vreemds. De energie wordt precies daar in het reactiecentrum geconcentreerd waar de energie kan worden afgetapt door de cel.  Die maakt daar dan suikers van – de uitgangsstof voor alle andere stoffen die planten maken, zoals zetmeel, DNA, eiwitten en vetten. Naar we nu weten, zijn de chlorofylmoleculen zo slim georganiseerd dat de trillingen elkaar versterken en op een gegeven moment zo sterk worden dat het reactiecentrum de energie kan aftappen. Opmerkelijk genoeg zoeken de trillingen het energie-efficiëntste pad naar het reactiecentrum. Alleen kwantummechanica kan dit verklaren.

Inderdaad is er zowel theoretisch als experimenteel bewijs dat fotosynthese inderdaad op deze manier werkt. Inderdaad blijken er trillingen te bestaan die elkaar in het chlorofyl exact versterken en het efficiëntste pad vinden. Zelfs bij kamertemperatuur werkt dit. De warmteruis in de plant, de absolute vijand voor kwantumonderzoek in het lab, stimuleert dit proces zelfs.

Steeds meer kwantummechanische effecten duiken op
Er zijn nog meer voorbeelden. Zo kwantumtunnelen protonen bij bepaalde enzymreacties (lekken door een energiebarrière). Ook is er de controversiële kwantumtheorie van de reuk. Volgens deze theorie nemen we niet de chemische eigenschappen van moleculen waar in onze neus, maar hun trillingstoestand. Ook vogels maken bij hun vlucht gebruik van een kwantumeffect, waardoor ze het zwakke aardmagnetisch veld waar kunnen nemen.

De implicaties hiervan zijn zeer groot. Kwantummechanica blijkt een veel grotere rol in ons leven te spelen dan we tot nu toe hebben gedacht. Ook is het blijkbaar mogelijk om gebruik te maken van kwantumeffecten bij kamertemperatuur. Dit opent een totaal nieuw technisch veld, waardoor we veel betere en krachtiger middelen kunnen ontwikkelen om ons leven te veraangenamen. Denk aan zonnecellen met zeer hoog rendement, extreem gevoelige sensors waarmee we zeer scherp kunnen waarnemen, kwantumcomputers en zeer energiezuinige elektronica. Niet gek voor een grenswetenschappelijk terrein dat ooit werd verguisd door de mainstream wetenschap.

Hoe zou een kruising tussen een mens en een chimpansee er uit zien?

Zou je een mens met een chimpansee kunnen kruisen?

De genetische afstand tussen mensen en chimpansees is niet zo gek groot. Daarom denken sommige biologen dat ze in staat zijn kinderen te laten verwekken die half mens, half chimpansee zijn. Wat zijn de mogelijkheden om het meest foute experiment ooit uit te voeren?

Het foutste experiment ooit

Hoe zou een kruising tussen een mens en een chimpansee er uit zien?
Hoe zou een kruising tussen een mens en een chimpansee er uit zien?

De vooraanstaande bioloog Stephen Jay Gould noemde het het “meest potentieel interessante en ethisch onacceptabele experiment dat ik me voor kan stellen”. Het idee: een mens laten paren met een chimpansee. Gould deed onderzoek naar twee nauwverwante soorten slakken die grote verschillen in vormen van hun slakkenhuizen vertoonden. Hij dacht dat op grond van zijn onderzoek met slakken, de grote uiterlijke verschillen tussen mensen en chimpansees worden veroorzaakt door veranderingen in slechts enkele  “master” genen, die andere genen aan- of uitzetten. Mensen vertonen veel kenmerken van  jonge chimpansees, zoals een grote schedel en grote ogen. Biologen noemen dit ne0tenie. Het beroemdste voorbeeld van neotenie is de axolotl, de Mexicaanse watersalamander die zijn hele leven het larvestadium houdt.  Gould veronderstelde dat een neiging tot neotenie ons kan hebben geholpen typisch menselijke eigenschappen te verwerven.  Door de ontwikkeling van een ‘humanzee‘ (een wezen dat half  mens, half chimpansee is), zouden onderzoekers deze theorie uit de eerste hand kunnen testen.

Kruisen waarschijnlijk niet moeilijk, met een menselijke draagmoeder
Kruisen van een mens met een chimpansee is vermoedelijk angstwekkend gemakkelijk. Dezelfde technieken die bij in-vitro fertilisatie worden gebruikt, zouden waarschijnlijk ook een levensvatbaat hybride mens-chimpansee embryo opleveren. Onderzoekers hebben al een een vergelijkbare genetische kloof overbrugd door een resusaap met een baviaan te kruisen. Hoewel chimpansees 24 paren chromosomen hebben en mensen 23 paar, is dit geen absolute barrière voor een kruising. De nakomeling zal een oneven aantal chromosomen hebben, waardoor de humanzee waarschijnlijk niet in staat is zelf nakomelingen te krijgen. Chimpanseejongen zijn kleiner dan menselijke baby’s, waardoor de draagmoeder het beste menselijk kan zijn. Hopelijk zal dit het animo voor dit experiment behoorlijk laten afnemen.

Eerdere Sovjetpoging mislukt
De Sovjet-bioloog Ilya Ivanovich Ivanov had weinig last van ethische commissies of gewetensbezwaren. Hij heeft als eerste geprobeerd een mens-chimpansee hybride te fokken. Hij toog in 1926 naar de toenmalige Franse kolonie Guinee in West-Afrika en sloeg de twee jaar daarna aan het experimenteren met wijfjeschimpansees. Zonder resultaat. Toen hij ook lokale vrouwen wilde proberen te bezwangeren met chimpansee-zaad, werd het zelfs de Franse koloniale autoriteiten te gortig. Diep teleurgesteld vertrok Ivanov naar de Sovjetunie. Daar bleken de autoriteiten minder gewetensbezwaren te hebben. Hij kreeg de steun van de marxistische Vereniging voor Materialistische Biologie en ging in 1929 op zoek naar vijf vrouwelijke vrijwilligers. Helaas voor hem stierf de enige volwassen mannelijke chimpansee in het primatenstation van Suchumi. Ivanov kwam in aanvaring met de partij en overleed in 1932 in zijn ballingsoord Alma Ata aan een beroerte.

Wat maakt ons een mens?
Volgens wijlen Gould is dit het ideale experiment om voor eens en voor altijd uit te maken of neotenie inderdaad een belangrijke rol speelde in het ontstaan van de moderne mens. Neotenie als verklaring voor menselijke eigenschappen is echter controversieel. De meeste evolutiebiologen geloven niet dat neotenie verklaart waarom de mens is ontstaan; een minderheid neemt het idee nog steeds serieus. Dit verboden experiment zal in één klap duidelijk maken hoe we verschillen van de chimpansee. De vraag is: willen we dat wel weten tegen deze kostprijs?

In de comedy Big Bang Theory worden een viertal wetenschappers met autistische trekjes neergezet.

Technische hotspots bedreigd door autisme-epidemie

Er treedt een ware explosie van autisme rond technische hot spots op. Zowel in Eindhoven als in Silicon Valley worden de klinieken overstroomd met kinderen waarbij autisme wordt geconstateerd. Hoe kunnen we dit vreselijke gevaar keren?

Wat is autisme?
Autisme is een ernstige stoornis, die wordt gekenmerkt door het voortdurend herhalen van bijvoorbeeld bepaalde gedragingen, weinig invoelingvermogen, een zeer eenzijdige belangstelling en een sterke gevoeligheid voor prikkels. Geen wonder dat je als ouder nogal schrikt als je er achter komt dat je kind aan een autistische stoornis leidt. Ongeveer één op de honderd kinderen lijdt aan een autistische spectrum stoornis (ASS). Hier in Nederland is autisme reden om iemand als levenslang arbeidsongeschikt te classificeren. Bij de op geneeskundig gebied nogal agressief ingestelde Amerikanen is de reactie niet veel minder fel.

Nuttige autisten

In de comedy Big Bang Theory worden een viertal wetenschappers met autistische trekjes neergezet.
In de comedy The Big Bang Theory worden een viertal wetenschappers met autistische trekjes neergezet.

Maar wacht. Bij bepaalde beroepen zijn autistische vaardigheden juist erg handig. Zo zijn er honderdduizenden soorten kevers. Je hebt een fervente kevermaniak nodig die zelfs op de kleinste details kan letten, niet een  krachtige people manager met groeipotentieel, om er achter te komen welke keversoort zijn chitinekaken in de oude kerk zet. En als die managementspipo zijn zakken flink gevuld heeft bij een bank of woningbouwvereniging om zo meer aandacht aan zijn persoonlijke groei te kunnen  besteden, heb je een onomkoopbare, dwangneurotische forensische accountant nodig om de onderste steen boven te krijgen. Of een dito programmeur om een bug uit je software te halen. Kortom: best wel handig, zo’n autist bij de hand. Niet voor niets hebben veel wetenschappers en technici behoorlijk dwangmatige en autistische trekjes. Daarom is het ook zo leuk ze met visionaire theorieën horendol te maken.

Weinig verrassende ontdekking
De uitkomsten van nieuw psychologisch onderzoek mogen dan ook geen verwondering wekken. Het aantal autistische kinderen blijkt rond gebieden waar veel bètawetenschappers en techneuten actief zijn, zoals rond Eindhoven[1] en in Silicon Valley[2], tot twaalf maal hoger te liggen dan elders in Nederland of de VS. De reden is niet moeilijk te raden. Ook licht-autistische mensen kunnen een partner ontmoeten, doorgaans een collega die ook niet bijster sociaal begaafd is, daar verliefd op worden en een gezin vormen. Technische universiteiten en onderzoeksinstituten vormen een mekka voor mensen die weliswaar sociaal niet erg begaafd zijn, maar wel erg goed in logisch denken en dwangmatig geconcentreerd werken. Geloof me, je hebt een monomane eikel als Bill Gates nodig voor een beetje foutenvrij programma of lab on a chip. Niet een brede progressieve denker als een Maarten van Rossum, hoewel de brave man wel autistisch door blijft zagen over populisme. Dus wie weet.
Aangezien gedrag een behoorlijk grote genetische component kent, is het daarom ook niet verwonderlijk dat er een explosie van autisme optreedt in technische hot spots.

Autisme uitroeien door genetische manipulatie?
Stel dat er ooit een autisme-gen wordt ontdekt en dat mensen door gentherapie worden verlost van autisme. Dan zouden we hiermee onszelf wel eens kunnen beroven van topwetenschappers en vakspecialisten. Weg kenniseconomie. Je zou er toch niet aan moeten denken, dat mensen die vooral goed zijn in zakken vullen of tweedehands auto’s verkopen, straks een nieuwe energiebron moeten ontdekken…

Bronnen
1. M. Roelfsema et al., Are Autism Spectrum Conditions More Prevalent in an Information-Technology Region? A School-Based Study of Three Regions in the Netherlands, Journal of Autism and Developmental Disorders (2011)
2. Autism Spectrum Disorders: Report, State of California (2007)

Entropie, peak-oil-theorie en Stoïcijnse filosofie

Ugo Bardi (professor Fysische Chemie in Florence) hield tijdens de Peakoil Conferentie in Barbastro (Spanje) een lezing. Op zijn blog, Cassandra’s Legacy, staat de lezing uitgeschreven. Bardi legt uit dat entropie de drijvende kracht achter alle processen in de natuur. Bij alle processen neemt de entropie (de wanorde) toe en daarbij komt energie vrij.

Als water van een waterval naar beneden valt, komt er energie vrij. Daardoor warmt het water een heel klein beetje op. Als water warmer is bewegen de moleculen sneller en er zullen meer watermoleculen verdampen. De entropie is toegenomen.

Vanuit deze theorie (thermodynamica) kan Bardi ook verklaren waarom de winning van grondstoffen een klassieke klokvormige curve (bell-shaped) volgt. Een relevante publicatie van dat werk vind je hier.
De klokvormige produktiecurve geldt niet alleen voor aardolie, maar voor alle grondstoffen.

Zoals bijvoorbeeld de winning van antraciet in Pennsylvania

Lees verder op Cassandraclub of klik direct naar het blog van Ugo Bardi.

Kerkleiders konden de ideeën van de Tsjechische protestant Jan Hus niet waarderen en gooiden hem (met honderdduizenden heksen) vol naastenliefde op de brandstapel.

Wetenschappelijke ethiek zonder godsdienst mogelijk

Geen onderwerp dat de gemoederen de laatste jaren zo bezig houdt als godsdienst. Volgens sommigen de grootste ramp die de mensheid is overkomen. Volgens anderen absoluut onmisbaar om te voorkomen dat de aarde in een Sodom en Gomorra verandert. Wie heeft er gelijk?

Wat is godsdienst?
In strikte zin is godsdienst of religie een stelsel van metafysische opvattingen, dogma’s en leefregels, gecentreerd rond één of meerdere goden. Het boeddhisme kent geen goden, maar wordt wel tot de godsdiensten gerekend omdat ook het boeddhisme een uitgebreide bovennatuurlijke wereld kent.
Godsdiensten kunnen organisch gegroeid zijn (zoals het hindoeïsme) of door een zelfverklaarde profeet, god in mensengedaante of een ander “heilig” persoon opgericht zijn (islam, mormonisme, Scientology) om zichzelf te verrijken of de machtswellust of zucht naar vrouwenvlees te bevredigen. Een enkele keer (boeddhisme, christendom) waren de bedoelingen van de oprichter oprecht en liep het na hun dood uit de hand.

Waar dient godsdienst voor?

Kerkleiders konden de ideeën van de Tsjechische protestant Jan Hus niet waarderen en gooiden hem (met honderdduizenden heksen) vol naastenliefde op de brandstapel.
Kerkleiders konden de ideeën van de Tsjechische protestant Jan Hus niet waarderen en gooiden hem (met honderdduizenden heksen) vol naastenliefde op de brandstapel.

Godsdienst was gedurende vele millennia als enige in staat antwoorden te geven op veel levensvragen. Iedere godsdienst kent een uitgebreide scheppingsmythe (of meerdere) van de wereld en de mens, vertelt de mens waarom deze op de wereld is, wat zijn taak is, aan welke regels hij of zij zich moet houden en wat er gebeurt als hij of zij sterft.

Hiermee vervulde godsdienst een nuttige psychologische en ook maatschappelijke functie. Iedereen wist waar hij aan toe was en dat hem of haar een akelige confrontatie met een boze godheid (of een reïncarnatie in een kruipend insect) te wachten stond als hij of zij iets deed dat niet door de beugel kon. Mensen die hetzelfde geloof aanhingen, begrepen wat er van ze verwacht werd en hielden zich aan dezelfde regels. Als gevolg daarvan verliep het samenleven harmonieus, de reden voor de over het algemeen lage misdaadcijfers in traditionele, monoculturele samenlevingen met een streng geloof.

Waarom wordt godsdienst steeds minder invloedrijk?
Sinds een paar eeuwen heeft godsdienst er een stevige concurrent bij gekregen: wetenschap. Wetenschap werkt volgens een geheel ander principe dan godsdienst. Ook wetenschap geeft antwoorden op levensvragen, maar met nog iets erbij. Namelijk een methode om uit te zoeken of een antwoord op een levensvraag juist is of niet. Dat is bij godsdiensten wel anders. De juistheid van een theologisch antwoord wordt gewoonlijk door middel van brandstapels, stenigingen of onthoofdingen beslist.

In de loop van de vier eeuwen dat de moderne wetenschap bestaat, heeft zij meer bereikt dan millennia van godsdienstige dwepers. Dankzij de wetenschap is de mensheid nu gezonder en welvarender dan ooit. Geen wonder dat steeds meer mensen hun geloof verliezen in de goddelijke almacht. Op wetenschappelijke bevindingen gebaseerde technieken, het uitstrooien van kunstmest bijvoorbeeld, blijken namelijk beter te werken dan het aanbidden van een god om een doel te bereiken. Als gevolg hiervan daalt de godsdienstigheid in ontwikkelde landen als Nederland en Tsjechië sterk.

Kan ethiek bestaan zonder godsdienst?
Veel van dezelfde principes die in de wetenschap goede diensten bewezen kunnen ook worden gebruikt als ethisch richtsnoer. Neem nu bijvoorbeeld het Copernicaanse principe. Copernicus redeneerde dat de aarde niet uniek is, dus dat niet alles om de aarde draaide. Als gevolg hiervan ontdekte hij de ware structuur van het zonnestelsel. Dit beginsel kan ook heel goed in de ethiek worden toegepast en staat bekent als de Gulden Regel: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet (of positiever verwoord: behandel een ander zoals je zelf behandeld wil worden). De meeste ethiek komt in feite neer op de uitwerking van dit principe.

Ook een andere belangrijke ethische regel: waarheidslievend handelen (eerlijk duurt het langst, in het Sanskriet: satyameva jayate) komt rechtstreeks uit de wetenschap. Een goede wetenschapper zal proberen zo waarheidsgetrouw mogelijk te formuleren en rapporteren. Ook in de samenleving is dit belangrijk. Liegen leidt tot wantrouwen en verlies van geloofwaardigheid.

Zo zijn er nog meer objectief gezien nuttige regels te bedenken. Wat zijn jullie suggesties?

Cavendish gebruikte een opstelling net als in dit zwaartekrachtsexperiment om zijn baanbrekende meting van de zwaartekracht uit te voeren.

Amateurwetenschapper maakt comeback

Grenswetenschappelijke onderwerpen zijn omstreden. Daarom krijgen ze niet altijd de wetenschappelijke aandacht die ze verdienen. Biedt de terugkeer van de competente amateurwetenschapper (citizen scientist) de oplossing? Technologische doorbraken maken dat verre van denkbeeldig.

Wetenschap overheerst door monomanie en belangengroepen

Veel wetenschappelijke disciplines maken een nogal monomane indruk. De reden is dat belangengroepen, niet de onderzoekers inhet veld zelf, de toekenning van wetenschappelijke onderzoeksbudgetten bepalen. Goed georganiseerde lobby’s, zoals de broeikaslobby, krijgen veel meer fondsen los dan een enkele wetenschapper met een wat minder populaire mening. Een voorbeeld. Een Engelse bioloog moest daarom zijn onderzoeksvoorstel naar het gedrag van eekhoorns herschrijven. In het nieuwe onderzoeksvoorstel stond de studie van de gevolgen van het broeikaseffect op het eekhoorngedrag.

Het gevolg is dat het wetenschappelijk onderzoek door meeloperij en hypes wordt overheerst. Wetenschappelijk onderzoekers zijn vaak langer bezig met het binnen proberen te halen van onderzoeksgelden, en het proberen met allerlei listen en lagen de citatieindex te spammen, dan met daadwerkelijk onderzoek.

De amateurwetenschapper Cavendish gebruikte een opstelling net als in dit zwaartekrachtsexperiment om zijn baanbrekende meting van de zwaartekracht uit te voeren.
De amateurwetenschapper Cavendish gebruikte een opstelling net als in dit zwaartekrachtsexperiment om zijn baanbrekende meting van de zwaartekracht uit te voeren. Bron: still uit https://www.youtube.com/watch?v=xA2Xn7nfKds

Baanbrekende amateurwetenschapper

Opmerkelijk genoeg was dat voor de opkomst van de georganiseerde wetenschapsinstituten wel anders. Zo vindt tot einde negentiende eeuw het meeste wetenschappelijk onderzoek plaats door toegewijde, begaafde amateurs. Henry Cavendish, bijvoorbeeld, was een amateur die met zijn eigen middelen baanbrekend wetenschappelijk onderzoek deed. Zo slaagde hij er in de zwaartekracht van een grote bol te meten en zo tot op een procent nauwkeurig te bepalen hoe zwaar de aarde is. Een voor die tijd ongelofelijk resultaat. Wetenschapspioniers als Anthonie van Leeuwenhoek en zelfs nog Albert Einstein (tijdens de publicatie van de speciale relativiteitstheorie in 1905) en kwantummechanica-grootheid graaf Louis de Broglie uit de twintigste eeuw waren ten tijden van hun doorbraak onafhankelijk onderzoekers. Sindsdien overheerst de beroepswetenschap.

Kostbare apparatuur, hoge kosten nekken amateurwetenschapper

Relevant wetenschappelijk onderzoek begeeft zich doorgaans op de grens van onze technische mogelijkheden. Niet altijd, overigens. Wetenschappelijke experimenten vereisen daarom doorgaans enorme investeringen in krachtige of uiterst nauwkeurige apparatuur. Deze zijn voor een amateur nauwelijks meer op te brengen. Alleen een multimiljardair als Bill Gates kan  bijvoorbeeld een tokamak voor kernfusieonderzoek of een Hubble-achtige ruimtetelescoop bekostigen. Zelfs een volledig uitgerust biochemisch lab kost al gauw meer dan een ton.

Er is nog meer vervelend nieuws voor amateurwetenschappers. Ze hebben nauwelijks toegang tot wetenschappelijke tijdschriften met state of the art onderzoek. Een abonnement op een enkel tijdschrift kost al gauw honderden tot duizenden euro. Hier gaat een groot deel van het budget van universiteitsbibliotheken aan op. Het is weliswaar mogelijk voor een amateurwetenschapper om een abonnement op een universiteitsbibliotheek te nemen. Dit is ook zeker aan te raden. Maar ook in het dichtbevolkte Nederland liggen buiten de Randstad universiteiten vaak op honderd kilometer of meer afstand. Ook zijn universiteiten voorzichtig het het toestaan van toegang tot hun bibliotheek. Uitgevers van wetenschappelijke publicaties reageren nogal agressief op “misbruik”. Saillant detail is dat zowel degenen die publiceren als peer reviewers dat kosteloos doen, betaald door ons, de belastingbetalers.

Wetenschappelijke software als Mathematica, MatLAB en SPSS is eveneens extreem duur.

Peer review

Ook tellen wetenschappers van minder hoog aangeschreven instituten uit bijvoorbeeld derde-wereld landen minder mee, laat staan amateurwetenschappers. De meeste wetenschappelijke tijdschriften kennen namelijk een peer review systeem. Daarbij beoordelen collega-wetenschappers ingezonden wetenschappelijke artikelen eerst op kwaliteit.

Peer reviewers krijgen een enorme stortvloed aan artikelen binnen, onder meer van de nodige crackpots. Vooral de arme Einstein moet het ontgelden. Daardoor zijn ze gedwongen een eerste selectie te maken. Niet omdat ze bekrompen of kwaadaardig zijn, maar domweg door de gigantische information overload.
Een eenvoudige manier hiervoor is alles, wat niet afkomstig is van een Amerikaanse Ivy League universiteit of van onderzoekers die nooit eerder gepubliceerd zijn, af te wijzen. In een grappig experiment werd een en hetzelfde artikel twee keer naar een vooraanstaand blad verstuurd. Eén keer onder de naam van een  medewerker van een gerespecteerde universiteit. Een andere keer als medewerker van een totaal onbekende universiteit. De eerste inzending passeerde de peer reviewer zonder problemen. De tweede inzending werd geretourneerd omdat het “onvoldoende onderbouwd” zou zijn. Drie keer raden dus wat met een artikel van een onafhankelijke onderzoeker zal gebeuren.

Internet en open-source betekenen nieuwe kansen voor citizen scientist

GNU Octave is een open-source alternatief voor het wetenschappelijke werkpaard Matlab. Ideaal voor amateurwetenschappers. Bron: Gnu Octave consortium
GNU Octave is een open-source alternatief voor het wetenschappelijke werkpaard Matlab. Ideaal voor amateurwetenschappers. Bron: Gnu Octave consortium

De laatste jaren zijn er echter meerdere ontwikkelingen die hieraan een einde maken. De belangrijkste doorbraak is het ontstaan van internet. Niet langer is een amateur afhankelijk van de bibliotheek van een universiteit, de bibliotheek of de populair-wetenschappelijke rubriek van het plaatselijke sufferdje. In landen zonder censuur is nu in principe elke webpagina met een openbaar adres op te vragen en dat gebeurt dan ook steeds meer massaal. Groepen als UseNet en wetenschapsforums en blogs overbruggen de informational divide steeds meer.

Op Wikipedia zijn artikelen (of verwijzingen naar wetenschappelijke artikelen elders op het Web) te vinden die ook een amateur die bereid is zich de nodige achtergrondkennis eigen te maken in staat stellen, zich tot expert op een deelgebied te ontwikkelen. Op natuurkundegebied heeft Nobelprijswinnaar Gerardus ’t Hooft hier een nuttige lijst samengesteld van achtergrondkennis die een amateurnatuurkundige moet beheersen om state-of-the art onderzoek te kunnen doen. Het deel over snaartheorie is dan weer zinloos, zie dit artikel.

Analyse-apparatuur steeds goedkoper

Ook goedkope wetenschappelijke apparatuur komt steeds meer in opmars. Ik herinner me nog de tijd dat een kleine tweedehands telescoop honderden guldens (in die tijd een kapitaal) kostte. Nu zijn kwalitatief uitstekende telescopen voor ruim onder de honderd euro te krijgen. Hetzelfde geldt voor microscopen. Voor onder de driehonderd euro is een research grade optische microscoop te koop die tot duizend maal vergroot. Voldoende om bacteriën en de allergrootste (mimi)virussen te zien.  Zelfs, ongelofelijk maar waar, de ooit tonnen kostende elektronenmicroscoop waarmee je individuele atomen kan zien is nu in prijs gedaald tot die van een middenklasse auto. Zelfbouw maakt het nog goedkoper.

Gouden tijd voor serieuze amateurwetenschapper

We schreven al over de recente doorbraken in DNA-onderzoek voor amateurs. Ook computercapaciteit, ideaal voor numerieke berekeningen, wordt steeds goedkoper. Vroeger werd je behandeld als een halve crimineel als je chemicaliën bestelde via de drogist. Nu kan dat snel en gemakkelijk via gespecialiseerde websites. Van steeds meer wetenschappelijke software verschijnen er open-source klonen. Zo kan je in plaats van MatLAB nu het gratis Octave gebruiken om je meetresultaten te analyseren. Zijn Mathematica en Maple te duur? Maxima heeft de belangrijkste functionaliteit. Waarnemingsmateriaal van NASA-satellieten is rechtstreeks te downloaden.

Er zijn  nu ook plaatsen waar je als serieuze amateurwetenschapper je eigen artikelen kan plaatsen. En waar alle artikelen gratis te lezen zijn. Denk aan ArXiv. Door de moordende concurrentie willen wetenschappers elkaar voor zijn. Ze dumpen daarom een pre-publish editie op Arxiv. Zo zijn ze het logge peer-review systeem voor te zijn. Het resultaat: steeds meer baanbrekende research komt online te staan. Wees wel, zoals altijd, kritisch. Iedereen kan wat op ArXiv zetten. Kortom: er breken weer gouden tijden aan voor creatieve en begaafde amateurs die hoge kwaliteit onderzoek verrichten.

Bronnen
Bright Science