Taal, waarneming en de perceptie van de wereld

Afgelopen week ontstond er tijdens een college taalwetenschap een interessante discussie. Uit verschillende onderzoeken blijkt namelijk dat de taal die je spreekt sterk van invloed is op hoe je de wereld ervaart. Zo wordt er in het Russisch onderscheid gemaakt tussen twee verschillende kleuren, die wij in Nederland beide als ‘blauw’ zouden markeren. Onderzoek van Winawer et al. (2007) toont aan dat door dit verschil in de taal er ook sneller gereageerd wordt bij het onderscheiden van deze kleuren. Kortom: de taal heeft invloed op de beleving van de wereld. Dit wekt natuurlijk vragen op.

Een medestudent vroeg zich – terecht – af of de Russen de wereld dan ook daadwerkelijk anders zien. Je zou zeggen dat dit niet kan; licht heeft immers een bepaalde frequentie wat de kleur ervan bepaald, en de anatomie van de Russische en Nederlandse ogen verschillen ook niet aantoonbaar. Je kan dus niet zeggen dat Nederlanders en Russen de wereld werkelijk anders zien, maar wel dat ze het anders interpreteren.

Visuele informatie dat via het oog binnen komt wordt achter in de hersenen, in de occipitale kwab waar de primaire en secundaire visuele cortex liggen, verwerkt. Hier wordt in zekere zin een ‘selectie’ gemaakt van de belangrijke en minder belangrijke informatie en wordt er betekenis aan toegevoegd, wat voor de interpretatie van de wereld zorgt. Een ingewikkeld verhaal, wat ik zal illustreren aan de hand van een tweetal voorbeelden uit het boek ‘De man die zijn vrouw voor een hoed hield’ van Oliver Sacks.

Dr. P
Sacks is neuroloog en bekend om zijn boeiende verhalen waarin hij de lezer mee neemt in de wereld van zijn patiënten. Het eerste voorbeeld dat ik wil aanhalen is het verhaal achter de titel van het boek. Daarin vertelt Sacks het verhaal van dr. P die bijzonder muzikaal was, maar waarbij het onder andere aan de verwerking van de visuele informatie schort. Een klein voorval zoals beschreven in het boek:
‘Uw schoen,’ herhaalde ik, ‘u zou hem kunnen aantrekken.’
(…) Eindelijk bleef zijn blik rusten op zijn voet: ‘Dat is toch mijn schoen?’
Hoorde ik het verkeerd? Zag hij het verkeerd?
‘Mijn ogen’ legde hij uit en bracht een hand naar zijn voet. ‘Dit is mijn schoen toch?’
‘Nee, nee. Dat is uw voet. Daar is uw schoen.’
‘Ach, ik dacht dat dat mijn voet was.’

Behalve dit voorval beschrijft Sacks hoe hij dr. P leerde kennen en hoe gefascineerd hij door hem was. Zo vond dr. P tijdens een van de onderzoeken dat het genoeg was geweest en begon zijn hoed te zoeken. “Hij strekte zijn hand uit, kreeg het hoofd van zijn vrouw te pakken en probeerde dat op te tillen om het op zijn eigen hoofd te zetten. Blijkbaar had hij zijn vrouw voor een hoed gehouden!”

De tweeling
Een tweede voorbeeld dat ik wil aanhalen uit het boek is het verhaal van een tweeling die gelabeld was als zogenaamde idiots savants; gekken die op een bepaald onderdeel heel goed waren. Deze tweeling, John en Michael, waren in staat te zeggen op welke dag van de week een datum ver in het verleden of de toekomst zou vallen. Maar behalve dat, kwam Sacks erachter dat er nog meer met de twee aan de hand was.
Toen op een dag een doos lucifers van de tafel viel, riepen beiden tegelijk ‘111’, waarna de ene ‘37’ zei, de ander dit herhaalde en de eerste het nogmaals herhaalde. Sacks telde de lucifers en het bleken er inderdaad 111 te zijn.
‘Hoe konden julliedie lucifers zo vlug tellen?’ vroeg ik.
‘We hebben ze niet geteld,’ zeiden ze. ‘We zagen de 111.’
(…) ‘En waarom mompelden jullie “37” en herhaalden jullie dat twee keer?’ vroeg ik de tweeling.
Ze antwoordden eenstemmig: ’37, 37, 37, 111.’

De tweeling had in één oogopslag de 111-heid van de lucifers gezien, maar behalve dat het ook nog eens ontbonden in twee factoren die beide priemgetallen zijn: 3 maal 37 is 111.
‘Hoe berekenen jullie dat dan?’ vroeg ik tamelijk fel.
(…) Ze leken verbaasd over mijn verbazing, alsof ik op een of andere manier blind was; en het gebaar van John bracht een buitengewoon gevoel van directe, ervaren realiteit over. Is het mogelijk, zei ik bij mezelf, dat ze op een of andere manier de eigenschappen kunnen ‘zien’?

En deze laatste vraag die Sacks zichzelf stelt, brengt me weer bij de discussie van afgelopen week. Het is namelijk in zekere zin dezelfde vraag die de medestudent stelde. Onze taal, onze waarneming en onze perceptie zijn nauw met elkaar verbonden in de hersenen. Hoe alles met elkaar in verband staat en in welke mate het invloed heeft, is nog onderwerp van discussie in verschillende onderzoeksgebieden. Maar dat we de komende jaren nog veel interessants gaan ontdekken op dit gebied, staat wel vast.

N.b. Toevallig stond afgelopen week op nu.nl ook een ‘nieuwsbericht’ (met weinig nieuwswaarde) omtrent dit onderwerp: ‘Vreemde taal leren verandert kijk op de wereld‘.

Als geregeld van Moringa-bomen geoogst wordt, krijgen de bomen een succulent uiterlijk.

De magische boom

Stel je voor: een boom in je achtertuin die je van zeer vitaminerijke groente en eetbare olie voorziet, een levende medicijnkast is en je water zuivert. Science fiction? Nee, integendeel. De boom Moringa oleifera zou wel eens de oplossing kunnen zijn voor ondervoeding in veel tropische landen. Of hier.

Groente plukken van een boom
Het is even wennen voor Europeanen: groente van een boom plukken. Wij associëren het eten van bladeren met de Hongerwinter en vergelijkbare akelige omstandigheden. In feite zijn de bladeren van bepaalde Nederlandse soorten bomen, zoals die van de kleinbladige linde, eetbaar. Pas overigens op, sommige plantensoorten zijn giftig. In de tropen is het eten van bladeren van bepaalde boomsoorten en zelfs bamboescheuten normaal. Bomen hebben drie grote voordelen. Ten eerste: ze blijven altijd het veld bedekken, zodat ze altijd maximaal zonlicht opvangen en biomassa produceren. Vlak na het zaaien valt het meeste zonlicht op de grond in plaats van op bladeren. Het tweede voordeel is dat bomen een ecologische niche benutten die de ondiep wortelende kruidachtige groenten niet kunnen benutten. Hun wortelzone is veel dieper, dus bomen kunnen uit een veel groter deel van de grond water en voedingsstoffen opnemen dan kruidachtige planten. Ook besparen bomen werk, het veld hoeft maar één keer te worden bewerkt, al blijft snoeien nodig. Dit weegt in veel gevallen op tegen het nadeel: door de zware stam en takken van een boom moet deze veel energie stoppen in onderhoud.

Boom des levens
Moringa oleifera
is een boomsoort die oorspronkelijk uit het Noord-Indiase halfgebergte komt, maar dankzij zijn opmerkelijke eigenschappen nu in veel verschillende landen in de tropen en subtropen wordt gekweekt. De boom groeit ruwweg overal waar ook citrusgewassen zoals sinaasappel en citroen gedijen. De boom vormt met elf andere soorten in dezelfde familie een compleet geslacht, dus is vermoedelijk het laatste overblijfsel van een vroeger veel soortenrijkere groep. De boom heeft een dikke stam, een dikke wortel en uiterst voedzame bladeren.

Voedzaamheid overtreft die van westerse groenten en fruit meerdere malen; interessant als vleesvervanger
Deze bladeren bevatten 27% eiwit (drooggewicht) met een aminozuursamenstelling die nauw aansluit bij die van de mens: een compleet eiwit dus. Alle acht essentiële aminozuren komen voor. Een zeldzaamheid bij plantaardig eiwit.

Als geregeld van Moringa-bomen geoogst wordt, krijgen de bomen een succulent uiterlijk.
Als geregeld van Moringa-bomen geoogst wordt, krijgen de bomen een succulent uiterlijk.

Ook bevatten de bladeren veel meer vitamine C dan sinaasappels, veel meer provitamine A dan wortels, veel meer calcium dan melk, meer ijzer dan spinazie en meer kalium dan bananen[0]. Kortom: ongelofelijk maar waar slaagt dit gewas er in om de topprestaties van vier groenten/fruitsoorten te overtreffen – en die van dierlijke producten bovendien. Veeleisend is Moringa niet: de boom groeit zelfs op arme zandgronden, hoewel licht zure bodems de voorkeur hebben. Uiteraard zorgt extra bemesting voor een veel betere oogst. Bij goede gewasverzorging en regelmatig plukken van de jonge bladeren, kan Moringa in de tropen zo’n zes oogsten per jaar leveren van elk 2 kg per vierkante meter, aldus Ghanees onderzoek[1]. Oudere bladeren worden slecht verteerbaar door lignine. In de subtropen en mediterrane gebieden neemt de groei in de koele wintermaanden uiteraard behoorlijk af. De plant overleeft lichte vorst, maar geen matige of strenge vorst. Moringa in Nederland kweken is dus lastig zonder koude kas, maar op een vorstvrij plekje zou het moeten lukken. Verwacht gezien de lage temperaturen geen spectaculaire opbrengsten, al zal vier tot zes kilo per vierkante meter per jaar bij goede verzorging zeker mogelijk zijn.

Hoge olie-opbrengsten
Moringa is ook een productief oliegewas. De zaden bevatten zo’n 40% eetbare olie die rijk is aan meervoudig onverzadigde vetten. Moringa levert 300 gram zaden per vierkante meter, wat dus neer komt op 100-120 gram olie. Wat overblijft na het uitpersen van de zaden bevat maar liefst 61% eiwit. Kortom: voor wie naar zelfvoorziening streeft, is Moringa een zeer interessante optie. In zijn eentje slaagt het gewas er in zowel groente van hoge kwaliteit als vetten te leveren.

Waterzuivering en medicinale werking
Verschillende delen van de plant werken als stimulant voor hart- en bloedsomloop. Ze onderdrukken tumoren, antitumor, hebben een koortsverlagende, antiepileptische, ontstekingsremmende, maagzweerremmende werking, nemen krampen weg, kunnen als diureticum gebruikt worden, verlagen de bloeddruk en cholesterolspiegel, bevatten antioxidanten, bestrijden suikerziekte, beschermen de lever en hebben een schimmeldodende of bacteriedodende werking.[3]

Bronnen:
0. M. Broin, The nutritional value of Moringa oleifera Lam. leaves: what can we learn from figures? (poster, 2008)
1. Newton Amaglo et al., Effect of Spacing and Harvest Frequency on the Growth and Leaf Yield of Moringa (Moringa oleifera Lam), a Leafy Vegetable Crop, Moringa and other highly nutritious plant resources: Strategies, standards and markets for a better impact on nutrition in Africa. Accra, Ghana, November 16-18, 2006
2. Multidimensional Moringa, Biodiesel Magazine (2008)
3. Anwar et al., Moringa oleifera: a food plant with multiple medicinal uses, Phytotherapy Res., 2007

De zon is zo groot dat de aarde bijna wegvalt. Maar er zijn sterren die nog duizelingwekkend veel groter zijn.

Van de aarde naar Aldebaran

We voelen ons klein en nietig vergeleken met de wereldproblemen. Op kosmische schaal is de aarde echter een minuscuul stofje. Deze infographic neemt je mee naar sterren, die zo groot zijn dat zelfs de zon, meer dan 1,4 miljoen kilometer doorsnede, er onzichtbaar naast is.

De zon is zo groot dat de aarde bijna wegvalt. Maar er zijn sterren die nog duizelingwekkend veel groter zijn.
De zon is zo groot dat de aarde bijna wegvalt. Maar er zijn sterren die nog duizelingwekkend veel groter zijn.

Link

Om een tipje van de sluiter op te lichten: de allergrootste bekende ster, VY Canis Majoris, is volgens de gangbare schatting zo groot, dat als hij op de plaats van de zon zou staan, hij zelfs Saturnus op zou slokken. Bijna het complete zonnestelsel dus, in een enkele ster.

Griekenland bestaat voornamelijk uit bergen en zee en moet heel veel aan een sterke vloot uitgeven. Geen wonder dat de Grieken financieel in de problemen komen.

Sluwe Grieken bereidden exit eurozone al jaar geleden voor

Sinds de Griekse schuldencrisis uitbrak, heeft het land er alles aan gedaan om de komende tijd zo goed mogelijk te overleven, met een internationaal isolement in het achterhoofd.

Griekenland bestaat voornamelijk uit bergen en zee en moet heel veel aan een sterke vloot uitgeven. Geen wonder dat de Grieken financieel in de problemen komen.
Griekenland bestaat voornamelijk uit bergen en zee en moet heel veel aan een sterke vloot uitgeven. Geen wonder dat de Grieken financieel in de problemen komen.

Griekenland: veroordeeld tot armoede
Geografisch gezien is de situatie van Griekenland anno nu een nachtmerrie. Het land bestaat uit een bergachtig noorden, het rotsachtige schiereiland Peloponnesos en tientallen eilanden, verspreid over de Egeïsche Zee. Aan het land grenzen alleen de zeer arme buurlanden op de Balkan: Albanië, Macedonië en Bulgarije, met in het oosten de zeven keer grotere machtige aartsvijand Turkije. Transport is in het bergachtige land alleen praktisch over zee, voor landbouw zijn alleen nauwe dalen beschikbaar, met uitzondering de vlakte waar Thessaloniki in ligt, het vroegere Macedonië, het hart van Alexander de Grote’s rijk. Alleen door scheepvaart op de Egeïsche Zee wordt het land bij elkaar gehouden. Geen wonder dat Griekenland van oudsher op de zeevaart is gericht. Het land heeft de grootste koopvaardijvloot ter wereld.

Voor handel is het van essentieel belang dat zich een uitgebreid netwerk kan vormen van mensen die elkaar in redelijk korte tijd kunnen bereiken. In Griekenland is dat ondenkbaar. De nauwe dalen, waarin de bevolking zich concentreert, kunnen elk maar één stadje onderhouden en zijn over land zeer moeizaam te bereiken. Er kan zich hierdoor heel moeilijk een complex handelsnetwerk vormen (de transactiekosten zijn te hoog), waardoor producenten zich nauwelijks kunnen specialiseren. De situatie van de eilanden is wat dat betreft uiteraard nog beroerder.

Het gevolg is dat er in het land maar weinig kapitaal aanwezig is en de weinige bronnen van kapitaal zeer ongelijk verdeeld zijn. De inkomens in Griekenland liggen laag en de Grieken (de Griekse ambtenaren uiteraard uitgezonderd) maken de langste werkdagen van alle Europeanen.

Strategisch belang steeds minder
Griekenland ligt strategisch, alhoewel niet zo strategisch als Turkije. Omdat het land de Egeïsche Zee beheerst,moet alle scheepvaartverkeer richting Zwarte Zee door de Griekse territoriale wateren. In theorie is het mogelijk om vlak langs de Turkse westkust te varen, maar deze route is weinig praktisch. Ook beheerst het land met eilanden als Kreta en Rhodos een groot gedeelte van de oostelijke Middellandse Zee. Het voornaamste strategische belang van Griekenland is dat wie het land beheerst, de zeevaart van de grote continentale macht in het noorden, Rusland, en de andere landen aan de Zwarte Zee, af kan knijpen. Na de ineenstorting van de Sovjetunie zieltoogde de Sovjetmarine. Het strategisch belang van Griekenland voor de VS is hierdoor enorm afgenomen. Daardoor krijgt het land veel minder steun uit de VS. Toch moet het land heel veel aan defensie, vooral de marine, uitgeven om zich te verdedigen tegen een mogelijke aanval van Turkije. Dat deze niet denkbeeldig is, bewijst de Turkse bezetting van Noord-Cyprus.

Het fundamentele probleem van Griekenland is dus: het land moet heel veel uitgeven aan defensie terwijl er maar weinig kapitaal wordt gegenereerd. Zeker toen het land probeerde de bevolking een “Europees” welvaartspeil te verschaffen ging het mis en moest het land zich diep in de schulden steken om zijn doelen te bereiken.

Griekse overlevingsstrategie al ruim een jaar voorbereid
Nu de slotfase van het Griekse schuldendrama aanbreekt, blijkt steeds duidelijker wat de achtergronden voor de Griekse beslissingen waren. Zodra de eerste tekens van de schuldencrisis aanbraken, in 2010, zijn de Grieken als bezetenen aan de gang gegaan om hun toekomstige exit uit de Eurozone voor te bereiden en als land te overleven. Zo wordt bijvoorbeeld duidelijk waarom de Grieken in 2010 hun voornamelijk van de Duitsers geleende geld hebben gebruikt om veel goud op te kopen[1]. De Duitsers en Nederlanders zijn hier vanzelfsprekend razend over, maar vanuit Grieks standpunt is het een volkomen logische strategie. Als Griekenland de Eurozone verlaat en de eigen drachme invoert, heeft het land een zeer lage kredietwaardigheid. Met nauwelijks buitenlandse valuta is een grote goudvoorraad essentieel om vertrouwen in de eigen munt in te boezemen.

Ook heeft Griekenland vierhonderd Amerikaanse M1 tanks besteld in de VS[2]. Ter vergelijking: Nederland telt nu 130, straks 50 tanks, de Turken ook vierhonderd. Ook dit is uiteraard met een reden gebeurd. Deze reden is Turkije. De Griekse marine is vrij sterk, ook heeft het land nu een geheim defensiepact met Israël gesloten[3]. Mochten de Turken besluiten dat het tijd wordt voor het Ottomaanse Rijk 2.0, dan zijn de Griekse en Israëlische luchtmacht samen voldoende sterk om de Turken te neutraliseren. Over land is het Turkse leger, wanneer volledig gemobiliseerd even groot als de totale Griekse bevolking, echter een formidabele bedreiging. Als de Turken er in slagen de vlakte van Thessaloniki te bereiken, dan is Griekenland de controle over Thessalië en Macedonië kwijt. Vermoedelijk dienen deze tanks dus als afschrikking. Door het gecombineerde Grieks-Israëlische luchtoverwicht kunnen deze tanks niet vanuit de lucht uitgeschakeld worden.

Kortom: de aankoop van goud en de tanks op de pof zullen het land in staat stellen een zeer rumoerig decennium te overleven. Ook is de bestelling van Amerikaans legermaterieel uiteraard een geweldige manier om de Amerikanen op invloedrijke posities in het Pentagon gunstig te stemmen. Griekenland zal spoedig, met zo ongeveer heel Europa tegen ze in het harnas na deze streek, elke vriend nodig hebben die het land maar kan krijgen.
Al te veel medelijden met  de Duitsers en de Fransen hoeven we overigens niet te hebben. Deze twee landen zijn de grootste wapenleveranciers aan Griekenland[3] en hebben goed verdiend aan de Grieks-Turkse wapenwedloop.

Bronnen
1. Grieken kopen goud met ons geld – De Beurs (2011)
2. Grieken stellen prioriteiten en kopen 400 tanks – rtl.nl (2011)
3. Israeli-Greek defense pact invoked versus Turkish naval and air movements, Debka File (2011)
4. Ontspoorde staatsfinanciën in Griekenland – vrede.be

NASA onthult ruimtekeet

Toegegeven: sinds de laatste Space Shuttle buiten gebruik is genomen, is het praktische nut wat klein, maar toch geeft NASA haar dromen voor bemande ruimtevaart niet op. Zoals blijkt uit dit prototype astronautenwoning, gefotografeerd in het Mars-achtige woestijnlandschap van Arizona. De habitat kan binnen een decennium worden getest in de ruimte en kan op een dag dienen als huiselijk verblijf voor astronauten op de maan of Mars.  

Deze tests, afgerond afgelopen maand, bestonden onder meer uit logeerpartijtjes in deze coole ruimtekeet en het runnen van simulaties van werk dat in een enkele dag verricht wordt.

Resultaat van een ontwerpwedstrijd
Deze prototype ruimtewoning heeft een hard cylindrisch omhulsel, bevat vier kamers, twee toevoegingen buiten voor stofbestrijding (op Mars en de maan een absolute must) en hygiëne, en een opblaasbaar onderdeel dat aanvullende functies voor slapen en ontspanning biedt.

Het opblaasbare design werd ontwikkeld tijdens de universitaire ontwerpwedstrijd XHab. Het uiteindelijke ontwerp kan volledig opblaasbaar zijn of kan een kleine hard omhulsel rond een opgeblazen buitenkant hebben. Harde omhulsels zijn lastiger te transporteren maar blokkeren gevaarlijke kosmische straling veel beter. Opblaasbare habitats zijn makkelijk te vervoeren en licht, beide absoluut essentieel voor ruimtereizen.

Bediening met iPad en iPhone
Het team testte ook een prototype robot dat de oppervlakte van Mars kan verkennen en door een astronaut binnen kan worden bediend. Het licht doet er van de aarde naar Mars en weer terug minimaal een kwartier of langer over, waardoor een astronaut op Mars veel effectiever kan werken dan ‘Houston’, aldus projectmanager Kriss Kennedy van het Habitation Demonstration Unit project


Ook handig: ingebouwde sensors die checkups door de bemanning of vanaf de aarde minder nodig maken. Ook de geestesproducten van wijlen Steve Jobs vervullen een onmisbare rol: de elektronica kan worden bediend met iPads en iPhones, waardoor de bemanning de verlichting en temperatuur kan regelen.

Pies wordt beschermschild tegen kosmische straling
Verre ruimtemissies en een lang verblijf in de ruimte zijn zeer riskant. Denk alleen maar aan de vernietigende kosmische straling die kanker kan veroorzaken en straling van zonnevlammen, die astronauten in een oogwenk kunnen doden door de vernietigende deeltjesvloed.  De verpakking voor lading wordt daarom dual-use en kan urine in water veranderen door voorwaartse osmose. Dit water kan in de vorm van ijs als beschermlaag op de muren van de ruimtehabitat worden aangebracht om zo de bemanning extra te beschermen.

Veelzijdige verblijfplaats
De ruimtekeet kan van grootte veranderen en zo worden aangepast voor gebruik op de maan, Mars, een asteroïde of als vrij zwevend ruimtestation. Erg nuttig, want zo kunnen veel verschillende missies dezelfde keet gebruiken. De ruimtekeet zal na 2020 worden getest in de vrije ruimte of gekoppeld aan het internationale ruimtestation ISS. Belangrijke eis is dat de ruimtekeet makkelijk met aanwezige materialen gerepareerd kan worden. In een omloopbaan om, zeg, Titan wordt het wat lastig om even wat onderdelen te halen. Ook kan de ruimtekeet worden gebruikt om de bemanning die ruimtetelescopen repareert in onder te brengen. Nu weten we wel dat NASA beweert dat er met de geavanceerde  James Webb telescoop echt helemaal niets mis kan gaan, dat de gecompliceerde constructie zonder problemen zich ontvouwt, maar toch is een dergelijk plan B erg handig op een miljoen kilometer afstand van de aarde. Ook kan met meerdere van deze ruimtehabitats een ruimteschip worden samengesteld dat op reis kan naar Mars of verder.

Bron:
NASA Tests a Versatile Habitat for Long-Term Missions, MIT Technology Review (2011)
Aanrader: Fotogalerij: A Deep-Space Home for Astronauts

Zo vind je leven op een exoplaneet

Aan het licht dat een exoplaneet uitzendt kan je zien of de exoplaneet leven bevat of niet. Hoe? Check deze poster.

De mensen van New Scientist hebben een poster samengesteld met daarop de belangrijkste signalen waarmee is vast te stellen of een exoplaneet leven bevat. Het zwakke licht van een verre exoplaneet analyseren klinkt nu nog als science fiction, maar is in enkele gevallen al gelukt. Uit dit licht is af te leiden welke gassen in de atmosfeer voorkomen. Astronomen zijn al druk aan het speculeren over welke moleculen een teken van leven zijn en welke juist een teken dat er geen leven is. Welke tekens? Klik op de afbeelding voor een vergroting. Pas op: grote afbeelding.

Lees ook:
Bomen waarnemen op exoplaneet en
Universele chemische handtekening leven ontdekt

Belastingcurves voor de flat tax. Deze kan wel degelijk zeer progressief zijn, als je een hoge belastingvrije voet maar combineert met een hoog belastingpercentage.

Vlaktaks oplossing voor veel belastingproblemen

De vlaktaks, ook wel flat tax genaamd, wordt steeds populairder. Geen wonder. Het ondoorzichtige belastingstelsel met een oerwoud aan aftrekposten in de meeste landen, waaronder Nederland en België,  nodigt uit tot misbruik.

Vlaktaks veel eenvoudiger en lastiger te ontwijken
Stel je voor: iedereen kan zelf zijn belastingaangifte invullen. Je hoeft alleen maar in te vullen wat je per jaar verdient en je weet direct hoeveel belasting je moet betalen via een simpel rekensommetje. Alle aftrekposten, zoals de hypotheekrenteaftrek, verdwijnen. In twee Oost-Europese landen, Polen en Tsjechië, is het al zo ver. In veel meer landen, waaronder Rusland en de meeste andere Oosteuropese staten, is de vlaktaks in voorbereiding.

De vlaktaks komt er op neer, dat boven een belastingvrije voet een vast percentage van het inkomen als belasting wordt geheven. In september 2005 stelde de Raad voor Economische Adviseurs voor om een vlaktaks in te voeren ter hoogte van 40-44%. Dit zou gefinancierd moeten worden door minder aftrekposten toe te staan en 65-plussers meer belasting te laten betalen.

Belastingcurves voor de flat tax. Deze kan wel degelijk zeer progressief zijn, als je een hoge belastingvrije voet maar combineert met een hoog belastingpercentage.
Belastingcurves voor de flat tax. Deze kan wel degelijk zeer progressief zijn, als je een hoge belastingvrije voet (EX) maar combineert met een hoog belastingpercentage.

Inkomenspolitiek wordt simpel
Het is ook makkelijk om deze belasting minder of meer ‘progressief’ te maken. Partijen die voorstander zijn van meer gelijkheid, zullen de belastingvrije voet willen vergroten en de belastingdruk verhogen, rechtse partijen zullen precies het omgekeerde willen. Partijen die meer staatsinvloed willen, zullen zowel de belastingvrije voet willen verlagen als de belasting verhogen. Partijen die meer economische vrijheid willen, zullen juist een grotere belastingvrije voet en minder belastingdruk willen. Zo komt het hele politieke spectrum neer op een discussie over slechts twee getallen: het belastingpercentage en de belastingvrije voet. Zo wordt  het voor kiezers ook gemakkelijk om verkiezingsprogramma’s op dit punt met elkaar te vergelijken. Er komt zo ook een einde aan de onzinnige hypotheekaftrek in Nederland.

Uitstekend te combineren met een basisuitkering
Als de belastingvrije voet wordt geïnterpreteerd als een negatieve inkomstenbelasting, kan je zo ook iedereen aan een bestaansminimum helpen. Deze gedachte is verder uitgewerkt in dit artikel. Ook hier is een groot voordeel de eenvoud. Ook krijgen uitkeringsgerechtigden (iedereen dus) een stevige prikkel om te werken. Immers: bijverdiensten worden niet 100%, zoals bij een bijstandsuitkering, maar slechts met 40-44% belast. Zo kunnen uitkeringsgerechtigden makkelijk en snel uit de armoedeval ontsnappen.

Kritiek op de vlaktaks
Volgens tegenstanders van de vlaktaks is deze niet progressief: immers, hoge inkomens kunnen meer sparen dan lagere inkomens en betalen minder belasting dan nu (in Nederland: 44% in plaats van 52% over de topinkomsten). Dit probleem is echter vrij simpel op te lossen: verhoog de belastingvrije voet en ook het belastingpercentage.
Ook zien zij de flat tax als veel te lomp. Specifieke inkomenspolitiek voor bepaalde groepen is niet meer mogelijk. Voorstanders van de flat tax zien dat laatste nu juist als een groot voordeel. In het kort krijgt de staat minder te zeggen over het bestedingspatroon van de bevolking.

Ervaringen met de vlaktaks
Het eerste land dat de vlaktaks invoerde was Estland in 1994. De andere twee Baltische republieken, Letland en Litouwen, volgden kort daarna. De belastingen in deze landen zijn laag: 21% over het inkomen. Alle drie landen en ook Roemenië[1] rapporteerden na een lange periode van grote economische groei, problemen met de belastinginkomsten en problemen om het armere deel van de bevolking te ondersteunen. Wellicht is een oplossing hier een grotere belastingvrije voet en een hoger belastingtarief, een ‘linkser’ economisch beleid dus. Ook zullen belastingontwijkingsconstructies, zoals trusts, effectief moeten worden aangepakt. Je kan ook denken aan bronbelastingen, zodat niet onbelast geld kan worden weggesluisd.
Hongkong kent ook een vlaktakssysteem en daar bleek het juist een groot succes[2]. Het systeem in Hong Kong kent wel extra belastingaftrek voor gezinnen met kinderen. Deze uitbreiding is gewenst, plus een extra belastingaftrek voor werkenden. Werken moet altijd lonen. In het huidige systeem hebben veel bijstandsgerechtigden, als je alle sociale voorzieningen meerekent, een beter leven dan kostwinners met het minimumloon. Ze worden hiermee opgesloten in een gouden kooi. Flat tax kan ze helpen uit deze kooi te ontsnappen.

Bronnen
1. Hey Flat Tax Geniuses, Your Plan Is Failing In Romania, Businessinsider (2010)
2. The Flat Tax Works — Check Out The Hong Kong Experience, Businessinsider (2010)

De Spanjaarden en Grieken kunnen duizend euro per jaar rijker worden door zonne-energie in te zetten. Dat is een maandsalaris extra.

Prijsoorlog zonnepanelen breekt uit: zon even duur als fossiel

Het tijdperk van permanente overvloedige energie komt er eindelijk aan. De afgelopen 24 maanden is de prijs van zonnepanelen met zeventig procent gezakt. Op dit moment kost een watt vermogen van een zonnepaneel minder dan een dollar (0,70 euro). Dat was drie jaar geleden drie keer zoveel. Geen wonder dat er veel fabrikanten nu failliet gaan. Zeer goed nieuws: het break-even point, waarop zon goedkoper wordt dan fossiel, zonder subsidie, is nu in veel landen al bereikt. Zijn onze energieproblemen over twee jaar voorbij?

China deelt enorme leningen tegen lage rente uit aan grote zonnepaneelproducenten.
China deelt enorme leningen tegen lage rente uit aan grote zonnepaneelproducenten.

Onderzoek in plaats van oorlogen brengt energieonafhankelijkheid
Waar politici meer dan een biljoen euro hebben verkwist aan oorlogvoeren en het vergiftigen van de lokale bevolking met verarmd uranium, zijn technici en onderzoekers stug doorgegaan met het ontwikkelen van betere en goedkopere zonnepanelen. Drijvende kracht hierachter waren Duitsland en China. Duitsland heeft geen inheemse energiebronnen behalve de zeer vervuilende bruinkool, dus koos mede daarom voor duurzame energie. Dankzij het ruimhartige Duitse stimuleringsbeleid heeft de zonne-energieindustrie een enorme prikkel gekregen.

De Spanjaarden en Grieken kunnen duizend euro per jaar rijker worden door zonne-energie in te zetten. Dat is een maandsalaris extra.
De Spanjaarden en Grieken kunnen duizend euro per jaar rijker worden door zonne-energie in te zetten. Dat is een maandsalaris extra.

Zonnepanelen kopen met Chinese staatssubsidie
Ook de Chinese overheid heeft een vergelijkbaar probleem als Duitsland. China heeft overvloedige steenkoolvoorraden, maar de luchtvervuiling loopt totaal uit de hand. Om die reden heeft China de zonne-energiesector met enorme bijna gratis leningen gestimuleerd. Wie Chinese zonnepanelen koopt, doet dat dus met Chinese staatssubsidie.Voor een deel doet China dat om een voorsprong op de buitenlandse concurrentie te krijgen, maar ook om de afhankelijkheid van olielanden en steenkoolimport te verminderen. Ook bestaat een groot deel van China uit winderige woestijn. Een ideale plek dus voor grote zonne- en windenergiecentrales, die daar nu ook in recordtempo worden neergezet.

Ongekend lage prijzen maken zonnepanelen ook zonder subsidie al interessant
Het resultaat mag er zijn. Op dit moment zijn zonnepanelen te bestellen vanaf 1,17 dollar per watt-piek[2] (86 eurocent per watt-piek). In Nederland levert 1 wattpiek 0,88 kWh per jaar op, dus een euro investeren levert per jaar iets meer dan een kilowattuur op. Met de energiebelasting in Nederland betekent dit dus 20% rendement. Niet gek, zie dat nu maar eens te krijgen bij de bank. Wat zonnepanelen duur maakt, worden daarom steeds meer de inverters en andere randapparatuur. Hierdoor verdubbelen de kosten of meer. Bij het plaatsen van grote hoeveelheden, zeg maar liever: een overcapaciteit, zonnepanelen zouden deze kosten in verhouding behoorlijk moeten dalen.

Spanje en Griekenland nu al break-even
In Griekenland levert een euro investeren nu al 1,5-1,8 kWh op per jaar. In Spanje zelfs iets meer. Dat is bijna twee keer zoveel als in Nederland. Een verstandige Griek of Spanjaard zet dus nu al zijn dak vol met zonnepanelen, want zelfs als de prijzen nog verder zouden dalen, heeft hij de kosten er al in een paar jaar uit. Hiermee is een historisch punt bereikt: voor het eerst in de geschiedenis is zonne-energie goedkoper dan fossiel. Hierbij is de ondersteunende apparatuur niet meegerekend, maar ook hiervan zal de prijs snel dalen. Als de bewoners van zuidelijke landen geen geld meer hoeven uit te geven aan elektriciteit, levert dat per Griek of Spanjaard duizend euro op. Een extra maandsalaris dus, met dank aan de zon.
De prijzen zullen nog verder dalen, waardoor de zonnegrens verder naar het noorden zal schuiven.

Dus even doorbijten, waarde lezers. Na 2014 breekt de zon door de wolken om niet meer te verdwijnen.

Lees ook:
Stroom van zonnepanelen binnenkort al goedkoper dan uit stopcontact

Bronnen
1. A Silver Lining in Declining Solar Prices, Renewable Energy World, 2011
2. Cheapest solar planels: survey (Ecobusiness Links; 2011)

De oercel blijkt veel complexer te zijn geweest dan we tot nu toe dachten.

Oercel veel complexer dan gedacht

Tot voor kort dachten wetenschappers dat LUCA, de gemeenschappelijke voorouder van alle levende organismen, een zeer primitieve cel is zonder geavanceerde biochemie. Als het al een cel was. Fout.  Onze gemeenschappelijke voorouder blijkt een volwaardige bacterie-achtige cel te zijn geweest met alles er op en er aan. Nog een aanwijzing voor panspermie?

De oercel blijkt veel complexer te zijn geweest dan we tot nu toe dachten.
De oercel blijkt veel complexer te zijn geweest dan we tot nu toe dachten.

LUCA is niet alleen een Italiaanse voornaam, maar ook een afkorting voor de Last Universal Common Ancestor, de laatste gemeenschappelijke voorouder van alle leven op aarde. De oercel dus. Tot dusver was de aard van de oercel in nevelen gehuld. Veel onderzoekers speculeerden dat de gemeenschappelijke voorouder van mens, purperbacterie en zeester, een bolletje chemische soep was, in staat tot celdeling, met wat hopeloos primitieve enzymen  maar niet veel meer. Volgens sommige onderzoekers was er niet eens een cel en is deze later pas ontstaan.

Zoals wel vaker in de wetenschap, keken onderzoekers tot nu toe verkeerd. Nieuw onderzoek, gepubliceerd in het peer-reviewed Biology Direct, toont aan dat LUCA een stuk geavanceerder was dan tot nu toe gedacht, kortom ondubbelzinnig een echte, werkende cel. Hierbij bestudeerden ze een tot nu toe verwaarloosd onderdeel van levende cellen: het acidocalcisoom, een gebiedje met een hoge concentratie polyfosfaat, een type energieopslagmolecuul in cellen. Volgens de onderzoekers is dit opslaggebiedje met polyfosfaat universeel. Het komt voor bij zowel bacteriën (die geen celkern hebben), archeae (bacterieachtige eencelligen, ook geen celkern) en eukaryoten: wezens met een celkern (d.w.z. mensen en alle andere meercellige (en veel eencellige) dieren, planten en schimmels). Kortom: de gemeenschappelijke voorouder van bacteriën, archeae en ons moet dit gebiedje ook gehad hebben.

In de studie wordt de evolutionaire geschiedenis van een eiwitenzym,  vacuolar proton pyrophosphatase, of V-H+PPase, uitgeplozen. Dit enzym komt voor in de acidocalcisomen van bacteriën, archeae en eukaryoten. Een enzym bestaat uit een reeks aminozuren. Door mutaties verandert de volgorde en samenstelling van deze aminozuren. Hiervan maakten de onderzoekers gebruik door te kijken welke enzymen het meeste op elkaar lijken, en welke organismen dus het meeste met elkaar verwant zijn. Dit deden ze met honderden verschillende organismen. Hun software genereerde aan de hand van gelijkenis van het DNA een soort boomstructuur die als twee druppels water lijkt op de ’tree of life’ zoals we die kennen. Bacteriën, archaeae en eukaryoten, die samen de drie takken van de boom des levens vormen, hadden inderdaad elk een hoofdvariant van dit enzym.  Deze drie hoofdvarianten blijken echter alle een gemeenschappelijke oorsprong te hebben. De meest voor de hand liggende verklaring: de oercel LUCA beschikte al over V-H+PPase toen deze zich splitste in de voorouders voor bacteriën, archaea en eukaryoten, aldus Gustavo Caetano-Anollés, medeauteur en hoogleraar landbouwgewassen van de universiteit van Illinois. Dit is ook het enige organel voorzover bekend, dat in alle drie levensdomeinen voorkomt en dus universeel is. Als we ribosomen even buiten beschouwing laten, uiteraard.

“Deze studie doet vermoeden dat LUCA complexer was dan de eenvoudigste organismen anno nu,” aldus James Whitfield, professor entomologie van dezelfde universiteit en co-auteur. Evolutiebioloog Gold en anderen hebben al gesteld dat evolutie vaak ook degeneratie betekent. Mogelijk hebben zich uit LUCA eenvoudiger afstammelingen ontwikkeld. LUCA was dus complexer dan veel bacteriën en archeae die vandaag de dag bestaan. Een inspirerende gedachte. Een complexe voorouder die vrij snel nadat de aarde leven kon bevatten, al opdook. Hoe kan deze zo snel geëvolueerd zijn? Kortom: dit maakt het pleit voor panspermie een stuk sterker.

Bronnen:
Gustavo Caetano-Anollés et al., Evolution of vacuolar proton pyrophosphatase domains and volutin granules: clues into the early evolutionary origin of the acidocalcisome, Biology Direct 2011

Wat kunnen we leren tijdens onze slaap? Een verkenning

Het is een mooi verhaal dat leidt tot een belangrijke vraag. Zo’n 400 jaar voor Christus droomde de Chinese filosoof Zhuangzi dat hij een vlinder was. Nadat hij wakker was geworden stelde hij zichzelf de vraag welke wereld de werkelijke wereld was; die waarin hij Zhuangzi de filosoof was, of die waarin hij vrolijk rond vloog als een vlinder. In de Westerse filosofie kennen we soortgelijke verhalen, die de basis vormen voor een sceptische positie tegenover de werkelijkheid. Sinds René Descartes argumenteerde dat we aan alles kunnen twijfelen, omdat we niet zeker kunnen weten of we in een droom zitten of niet, zijn er vele pogingen gedaan dit ‘droom argument’ te weerleggen.

Een modernere versie van het droomargument : hoe kunnen we weten dat we niet in de Matrix zitten?

Een van die weerleggingen is dat onze dromen en ‘de werkelijkheid’ veel van elkaar verschillen. In dromen zijn vele dingen mogelijk die in de werkelijke wereld niet mogelijk zijn en vice versa. Zo kwam ik laatst in een filmpje op youtube de bewering tegen dat het bijvoorbeeld niet mogelijk is om serieus te filosoferen in een droom. Maar is dit wel zo?

 

Gefascineerd door deze bewering heb ik besloten het de komende tijd zelf uit te proberen. Omdat de droomwereld zo anders is dan de werkelijke wereld, ben ik erg nieuwsgierig naar de grenzen ervan. Ik ben daarom van plan om tijdens mijn slaap deze grenzen te gaan verkennen doormiddel van lucide dromen, en de bevindingen op Visionair.nl bij te houden. Lucide dromen kan ik al een beetje, hoewel het meestal er op neer komt dat ik een nachtmerrie ombuig in een leukere versie van de droom of dat ik stoer probeer te doen met mijn telekinetische krachten. Werkelijk op de droomwereld reflecteren heb ik nog niet geprobeerd of is me tot op heden nog niet gelukt.

Wat me overigens wél is gelukt, is het oplossen van een probleem. Enkele jaren geleden speelde ik vlak voor het slapen gaan een computerspelletje waarin ik de uitweg van een doolhof moest vinden. Dit was me na meerdere pogingen niet gelukt, waarop ik besloot te gaan slapen. Doordat ik zo intensief bezig was geweest met het doolhof, droomde ik er ook over. En het mooie was: in mijn slaap lukte het me wel om het op te lossen! De volgende dag probeerde ik de oplossing en jahoor; het was me gelukt. Dat het mogelijk is om dromen effectief in te zetten, is hierdoor voor mij wel bewezen.

Er zijn meerdere situaties te bedenken waarbij dromen effectief kunnen worden ingezet, zoals het afscheid nemen van een overledene of het overwinnen van bepaalde angsten. Door mezelf meer te trainen in het lucide dromen, ga ik proberen antwoorden te vinden op vragen die mij bezig houden. Vragen die zowel betrekking hebben op het dromen zelf, maar ook vragen die een diepere filosofische betekenis hebben. Enkele voorbeelden zijn:

  • Hoe ver kan ik vooruit kijken in mijn droom?
  • Droom ik werkelijk in kleur? En kan ik dingen proeven / ruiken?
  • Hoe ervaar ik mijn gevoelens? Of hoe echt zijn mijn emoties?
  • Welke taal spreek ik en kan ik ook andere talen spreken?
  • Kan ik in mijn droom dingen oefenen zodat ik er in het ‘echte leven’ beter in word?
  • Zijn er mensen die mij niet aankijken, en kan ik hen dan ook aan het schrikken maken?
  • …

Komende tijd zal ik mijn bevindingen via Visionair.nl met de wereld delen. Toegegeven, het is natuurlijk geen wetenschappelijk onderzoek, en wat voor mij geldt hoeft natuurlijk niet voor iedereen te gelden. Maar als er mensen zijn die mee willen doen, die zelf ook op onderzoek uit willen gaan in hun droomwereld, laat mij dit dan weten en deel je ervaringen. Hoe je kunt leren lucide te dromen lees je in mijn artikel hier. Ik lees graag verhalen (bijvoorbeeld in de reacties hieronder) en als je zelf de moeite niet wilt nemen maar mij wilt laten zoeken naar een antwoord op een specifieke vraag, laat het mij ook weten.

Hoe lang het duurt om antwoorden op vragen te krijgen weet ik niet. Maar pen en schrift liggen op het nachtkastje dus mijn verkenning kan beginnen!

xkcd.org nr 240