buitenaards leven

De kaart van Mars, met de locaties waar volgens Brandenburg kernexplosies plaats hebben gevonden.

‘Kernexplosies op Mars aangetoond’

Volgens plasmafysicus John Brandenburg, verbonden aan een NASA gelieerd bedrijf, hebben er rond de 180 miljoen jaar geleden op Mars meerdere kernexplosies plaatsgevonden. In hoeverre klopt zijn bewijs, en zijn deze vermeende kernexplosies van natuurlijke of kunstmatige oorsprong?

Mars geteisterd door kernoorlog?
Mars is op dit moment een dorre woestenij. Het schaarse water op Mars bevindt zich als ijs op de poolkappen en in dikke permafrostlagen in de bodem. Miljarden jaren geleden was dat anders. Mars was bedekt door ondiepe oceanen en kende een klimaat zoals in de Aardse poolstreken nu. Op meerdere plaatsen op Mars zijn gesteenten aangetroffen die veel weg hebben van fossiele stromatolieten, een door bacteriën gevormd gesteente. Het is daarom niet onaannemelijk, dat er miljarden jaren geleden op Mars in ieder geval primitief, eencellig leven bestond.

John Brandenburg gaat verder. Hij denkt dat er technisch geavanceerde wezens op Mars leefden, die uitgeroeid werden bij een kernoorlog[1]. Extraordinary claims extraordinary evidence, zoals de Amerikanen zeggen, dus we zullen kijken naar de voorliggende feiten, en of de atoomoorlog in het verre verleden inderdaad de meest voor de hand liggende verklaring is.

De kaart van Mars, met de locaties waar volgens Brandenburg kernexplosies plaats hebben gevonden.
De kaart van Mars, met de locaties waar volgens Brandenburg kernexplosies plaats hebben gevonden. Bron: [3]
De geschiedenis van Mars, volgens Brandenburg
In afwijking van de mainstream view gelooft Brandenburg dat Mars niet rond 3,5 miljard jaar geleden, het einde van het zogeheten Noachiaanse tijdperk, maar slechts rond de 0,2 miljard jaar geleden veranderde in de droge, zuurstofloze woestenij van nu. Dit zou betekenen dat de biologische evolutie op Mars bijna net zoveel tijd tot haar beschikking had als die op aarde, en dat het in principe denkbaar zou zijn geweest dat zich een technisch geavanceerde soort had ontwikkeld. Brandenburg denkt dat dat inderdaad klopt en dat de door UFO-adepten beschreven “kunstmatige” formaties, geen natuurlijke rotsformaties zijn maar overblijfselen van een uitgeroeide inheemse beschaving.
Rond de 180 tot 1500 miljoen jaar geleden deden zich enkele zware nucleaire explosies voor op Mars. Brandenburg concludeert dat aan de hand van de zeer grote hoeveelheid xenon-129 en argon-40 in de Martiaanse atmosfeer en de hoge concentraties thorium en uranium, tien maal die op aarde, op het oppervlak van Mars. [2] In [2] schreef hij deze nog toe aan een natuurlijke kernreactor, zoals die 2 miljard jaar geleden ook op aarde, waar nu het Gabonese plaatsje Oklo ligt, voorkwam. Deze zou op hol zijn geslagen en in een verschrikkelijke explosie de planeet hebben verwoest. Nu verwerpt hij zijn oorspronkelijke hypothese, omdat er op Mars geen spoor van een explosiekrater is aangetroffen. Ook komt er bij een natuurlijke kernreactor veel minder xenon-129 vrij dan op Mars is gevonden. Hij denkt dat een beschaving van buiten Mars deze explosies heeft veroorzaakt, omdat de hoge concentraties aan radioactieve isotopen vlakbij vindplaatsen van veronderstelde “buitenaardse ruïnes” liggen[1]. Dit zijn ook de plaatsen, waar op trinitiet (radioactief glas, gevormd bij kernexplosies) lijkende mineralen zijn ontdekt [3]. De implicaties hiervan zijn vrij akelig. Als hij gelijk heeft, wordt ons deel van de Melkweg overheerst door een entiteit die niet erg dol is op intelligentie. Staat ook onze soort een dergelijk lot te wachten, en verklaart dit de paradox van Fermi?

Verdeling van thorium op het Marsoppervlak. Let op de twee hotspots in het verre noorden. Bron: NASA
Verdeling van thorium op het Marsoppervlak. Let op de twee hotspots in het verre noorden. Bron: NASA

Klopt de hypothese van een buitenaardse kernoorlog?
Mainstream wetenschappers verwerpen de theorieën van Brandenburg  [5]. De man is echter gezien zijn succesvolle eerdere wetenschappelijke loopbaan niet zonder meer af te doen als crackpot en weet duidelijk waar hij het over heeft, zie ook de commentaren van hem onder [5].
Om Mars op te blazen volgens de theorie van  Brandenburg, is nogal wat radioactief materiaal nodig. Hij noemde rond de 0,1 kubieke kilometer als waarde en een hoeveelheid vrijkomende energie van 1025 joule. Dat is een bol van iets meer dan 200 meter diameter, resp. de hoeveelheid energie die de complete zon in een tiende seconde uitstraalt. Om een indruk te geven: voor die bom zou 100x zoveel uranium en thorium nodig zijn als er op aarde in winbare voorraden te vinden is.
Het lijkt niet heel zinvol om een of twee reuzenwaterstofbommen in te zetten. Nanotechnologie of een genetisch gemanipuleerd virus, of wat dat betreft een omgeleide komeet, is even effectief tegen een fractie van de benodigde hulpbronnen. Van een buitenaards ras dat slim genoeg is om afstanden van lichtjaren te overbruggen, mogen we veilig aannemen dat het slimmere oplossingen kiest. Een iets waarschijnlijker scenario zou dan zijn, dat de hypothetische Marsbewoners onderling een kernoorlog uitvochten – het aardse kernwapenarsenaal is ruim voldoende om de planeet te verwoesten. Een all-out kernoorlog op Mars zou weinig hebben overgelaten van de planeet. Ook dit scenario zou vereisen dat Mars veel langer warm en vochtig is gebleven dan wat de huidige theorieën aangeven. Ook verklaart dit niet de hotspots.

Uitgaande van natuurkundige principes rammelt de theorie van Brandenburg behoorlijk en lijkt niet aannemelijk. De metingen waarop hij zich baseert zijn echter niet in twijfel te trekken en wijzen erop dat onze theorieën over de geschiedenis van Mars incompleet, en op belangrijke punten foutief zijn. Hij heeft ook zeker een punt wat betreft de paradox van Fermi. Mogelijk heerst er een dodelijk gevaar tussen de sterren, dat ontkiemende beschavingen in een vroeg stadium uitmoordt. Daar kunnen we ons daar beter maar zo snel mogelijk op voorbereiden en zo de overleving van onze soort en onze wereld veilig proberen te stellen.
Gezien het belang van een antwoord op deze, en andere, vragen, is een bemande missie naar Mars bitter hard nodig.

Bronnen
1. John Callaghan, Were Martians wiped out by a nuclear bomb? Physicist to present new evidence for bizarre theory at Nasa conference, Daily Mail (UK), 2015
2. J.E. Brandenburg, Evidence for a large, natural paleonuclear reactor on Mars, 2011.
3. J.E. Brandenburg, EVIDENCE FOR LARGE, ANOMALOUS NUCLEAR EXPLOSIONS ON MARS IN THE PAST, 46th Lunar and Planetary Science Conference, 2015
4. J.E.  Brandenburg, Evidence of a Massive Thermonuclear Explosion on Mars in the Past, The Cydonian Hypothesis, and Fermi’s Paradox, Journal of Cosmology, 2014 (kopie lokaal opgeslagen omdat oorspronkelijke artikel niet meer opvraagbaar is)
5. The two faces of JE Brandenburg, Pharyngula Science Blog, 2014

Iets snoeit de ontelbare miljarden potentiële plekken waar leven kan ontstaan terug. Wat is dat? Er is in ieder geval een naam: het Grote Filter.

Het Grote Filter: wacht ons de vernietiging?

Het meest opmerkelijke astronomische nieuws is de stilte. Hoe ver we ook kijken in het heelal, elk spoor van een buitenaardse beschaving ontbreekt. Klaarblijkelijk is er iets onbekends, dat voorkomt dat, zeg, sterrenstelsels massaal worden omgebouwd tot Kardashev-III beschavingen. De hamvraag: wat is dit Grote Filter?

De grootte van het waarneembare heelal
Het waarneembare heelal is groot. Verbijsterend groot. We kunnen op dit moment licht waarnemen van objecten die zich nu 46 miljard lichtjaar van ons hebben verwijderd (uiteraard stonden deze quasars en sterrenstelsels veel dichterbij ons op het moment dat het licht werd uitgezonden). Het volume van het waarneembare heelal, een bol met volgens schattingen in 2015, een doorsnede van 93 miljard lichtjaar, bevat naar schatting zo’n 1022 tot 1024 sterren. Elk van deze sterren kan in principe een planeet herbergen waarop zich leven kan vormen. Uit metingen van de satelliet Kepler weten we dat planetenstelsels verre van zeldzaam zijn en dat een grote fractie van de sterren een of meerdere planeten in de bewoonbare zone heeft. Zelfs als maar één op de miljard planeten leven heeft voortgebracht, zijn er ontelbare miljarden aardachtige planeten.

Exponentiële uitbreiding
Leven op aarde breidt zich snel uit. Een enkel eendenkroosplantje in een vijver zal verdubbeling na verdubbeling doormaken, tot de ruimte uitgeput is of totdat de groeiomstandigheden ongunstig worden. Dit geldt ook voor technisch geavanceerd leven, of dit nu een biologische soort is of een machinebeschaving. Er zijn geen fundamentele natuurkundige belemmeringen om de rest van de Melkweg, en naburige stelsels, te koloniseren. Alles wat je nodig hebt zijn snelle ruimteschepen en replicators, bijvoorbeeld een geavanceerde vorm van een 3D printer. Als deze replicerende ruimteschepen zich met 1% van de snelheid van het licht voortbewegen, voor een toekomstige beschaving (zoals de menselijke, over een halve eeuw of minder) een peulenschil, zou vanaf de aarde de gehele Melkweg in enkele miljoenen jaren geheel gekoloniseerd zijn.

Iets snoeit de ontelbare miljarden potentiële plekken waar leven kan ontstaan terug. Wat is dat? Er is in ieder geval een naam: het Grote Filter.
Iets snoeit de ontelbare miljarden potentiële plekken waar leven kan ontstaan terug. Wat is dat? Er is in ieder geval een naam: het Grote Filter.

De oorverdovende stilte
Het moge duidelijk zijn: is er eenmaal intelligent en technisch vaardig leven, dan is dit moeilijk te missen. In een relatieve oogwenk zal het de gehele Melkweg, of een ander thuisstelsel, overwoekerd hebben. Spoedig gevolgd door de rest van de cluster. Dit zou de nodige gevolgen hebben. Voor een geavanceerde beschaving is een planetenstelsel onpraktisch. Van een planeet als de aarde gebruiken we maar een paar honderd meter van de aardkorst. De rest van de massa van de aarde, laat staan van reuzenplaneten als Jupiter, is buitenbereik. Je kan veel meer woonruimte en, waarschijnlijk meer van toepassing, rekencapaciteit creëren als je alle planeten uit elkaar sloopt en van het materiaal een soort bolschil om je teerbeminde zon bouwt, een zogeheten Dysonschil. Deze zou het sterrenlicht verduisteren en alleen een doffe, infrarode gloed uitzenden. Nu is er een probleempje. Letterlijk alle sterrenstelsels die we kennen, zien er ‘natuurlijk’ uit. Er zijn geen Dysonschillen bekend. Natuurlijk weten we nog niet erg veel van het heelal, maar onze bestaande dode-heelal theorieën verklaren erg goed waarom het heelal is zoals het is. Kortom: het heelal is waarschijnlijk overweldigend dood. Iets sinisters moet er voor zorgen dat dat zo blijft. Dat sinistere is door de Zweedse filosoof Nick Bostrom het Grote Filter gedoopt. Waar ligt dit Grote Filter? In het verleden, wat ons overlevers zou maken met een heel heelal voor ons alleen, of in de toekomst, wat een vrijwel zekere ondergang zou betekenen? In vervolgartikelen zal ik proberen meer licht te werpen op deze vragen.

De kans is niet denkbeeldig dat we dit heelal delen met niet-aardse soorten. Hoe zouden we daar psychologisch op reageren?

Video: zijn we klaar voor aliens?

Zijn we als aardbewoners klaar voor contact met buitenaardse wezens?

Persoonlijk denk ik van wel. We delen deze planeet immers met vele niet-menselijke wezens. Of we dat altijd even respectvol doen is uiteraard de vraag, een gestroopte olifant of afgeslachte walvis zal daar waarschijnlijk anders over denken. Op zich hoeft de gedachte dat er buiten de aarde leven voorkomt, of zelfs intelligent leven, ons aardlingen niet heel erg te schokken. Per slot van rekening kwam er ook geen massale waanzin opzetten toen bleek dat er ten westen van Europa een ander, tot dusver onbekend continent lag.

De kans is niet denkbeeldig dat we dit heelal delen met niet-aardse soorten. Hoe zouden we daar psychologisch op reageren?
De kans is niet denkbeeldig dat we dit heelal delen met niet-aardse soorten. Hoe zouden we daar psychologisch op reageren?

Volgens Miguel Alcubierre is een warp drive, waarmee je je sneller dan het licht kan verplaatsen, natuurkundig mogelijk. Bron/copyright: http://www.startrekdesktopwallpaper.com/

Docu: de toekomst van ruimtereizen en de ontdekking van buitenaards leven

Een sprong in de wat verdere toekomst deze keer. Als de aliens ons niet komen bezoeken, dan zoeken wij ze toch lekker zelf op. Dan moeten we natuurlijk wel even probleempjes zoals de lichtsnelheidsbarrière of onze beperkte levensduur oplossen. Grootheden als Michio Kaku gaan op de hun welbekende meesterlijke wijze helemaal los in deze überspannende docu, waarin de mogelijkheden voor interstellaire reizen en de mogelijkheden om buitenaards leven te vinden uiteen worden gezet.

Oftewel: Albert, eat this. Aliens, zet de koffie alvast maar klaar. We komen eraan! Ooit.

Volgens Miguel Alcubierre is een warp drive, waarmee je je sneller dan het licht kan verplaatsen,  natuurkundig mogelijk. Bron/copyright: http://www.startrekdesktopwallpaper.com/
Volgens Miguel Alcubierre is een warp drive, waarmee je je sneller dan het licht kan verplaatsen, natuurkundig mogelijk. Bron/copyright: http://www.startrekdesktopwallpaper.com/

Komen de "greys", een steeds terugkerend onderdeel van UFO legenden, in werkelijkheid uit de toekomst?

‘Aliens zijn tijdreizigers’

Al tientallen jaren heerst er een epidemie van ontvoeringen door buitenaardsen. Althans, van getuigen die beweren ontvoerd te zijn door ongure humanoïde wezens. Bruce Goldberg, een Amerikaanse voormalige tandarts, nu hypnotherapeut, komt nu met een nieuwe theorie om de herkomst van de veronderstelde aliens te verklaren. Zijn de in ufo-getuigenverslagen geregeld figurerende “greys” onze verre nakomelingen?

Hoe zou de mens er in de verre toekomst uitzien?
Vergeleken met onze voorouders Australopithecus, Homo ergaster en Homo erectus, is de “wijze, wijze” mens anatomisch behoorlijk verschillend. Onze hersenmassa is groter, we zijn minder gespierd, hebben kleinere kaken, fijnere handen. Dit stelt ons in staat meer na te denken (waarmee niet gezegd is dat we dat ook doen) en beter gereedschappen te hanteren, dan onze eerdere uitvoeringen. Hiermee namen we de wereld over. Uiteraard stopt de evolutie niet; sterker nog: het lijkt erop dat de laatste tienduizend jaar de menselijke evolutie zelfs sneller gaat. Als de menselijke biologische evolutie doorzet, zouden we minder gespierd zijn, grotere ogen hebben en een groter hoofd. Kortom: meer weg hebben van de roemruchte “greys” dan nu. Vanzelfsprekend is het de vraag of dit gaat gebeuren. Op dit moment is de meest logische uitkomst, dat de mens als soort overstapt op een niet-biologische drager. Biologische lichamen zijn onpraktisch. Ze zijn ziekte- en storingsgevoelig, zwak, lastig te repareren en vrijwel niet te upgraden.

Komen de "greys", een steeds terugkerend onderdeel van UFO-legenden,  in werkelijkheid uit de toekomst?
Komen de “greys”, een steeds terugkerend onderdeel van UFO-legenden, in werkelijkheid uit de toekomst?

Wat zijn de mogelijkheden voor tijdreizen?
Op kwantumniveau is tijd volledig omkeerbaar. Materie die terug in de tijd reist, is, stelt het standaardmodel, antimaterie. Positronen zijn in wezen elektronen die terugreizen in de tijd. Alle natuurwetten zijn volledig omkeerbaar in de tijd, met twee uitzonderingen. De Tweede Hoofdwet van de thermodynamica stelt dat de entropie in de tijd altijd toeneemt en in 1964 is CP-schending ontdekt. Dat wil zeggen dat je van een deeltje niet tegelijkertijd lading en bewegingsrichting om kan keren zonder dat het zich anders gaat gedragen. CP-schending treedt alleen op bij de alleen bij radioactiviteit relevante zwakke wisselwerking, niet bij de elektromagnetische kracht en de sterke kernkracht, die in het dagelijks leven verreweg het belangrijkst zijn. In theorie is het denkbaar om met extreem grote hoeveelheden, denk aan de energieproductie van de complete zon gedurende een microseconde, absurd zorgvuldig gemikte elektromagnetische straling een menselijk lichaam te fabriceren, dat een spiegelbeeld in antimaterie bezit. Beide kopieën zouden dan vooruitreizen in de tijd, vanuit onze waarneming. Vanuit de waarneming van de antimaterie-persoon zou deze mogelijk terugreizen in de tijd. Mogelijk, omdat we niet weten niet hoe antimaterie zich macroscopisch gedraagt. De tijd waarop de antimaterie-kopie terugkeert, is echter de tijd van nu. Terugreizen naar het verre verleden vanaf nu, of vanuit de verre toekomst naar een meer primitief tijdperk, is volgens deze methode onmogelijk. Maar mogelijk zijn er andere methoden, die we nog niet kennen. Een plausibeler variatie zou zijn: een mens uit een parallel universum waarin de tijd sneller gaat dan hier.

Waarom zou een wezen uit de toekomst mensen willen ontvoeren?
De verhalen over buitenaardse fokprogramma’s worden inderdaad iets plausibeler, als de “aliens” onze verre nakomelingen zouden zijn. Hiermee delen we immers de biologische basis en zijn we nauw verwant. Wie weet beschikken wij nog over bepaalde resistenties, of een puurder biologisch grondpatroon, waar zij niet meer over beschikken. Zoals plantenveredelaars graag Vavilovcentra van cultuurgewassen afkammen naar wilde varianten, zou iemand die aan menselijke genetica wil knutselen, dat ook willen doen met de menselijke soort. Wellicht vinden ze het seksueel opwindend om de liefde te bedrijven met een verre voorouder. Maar ook hier blijkt bij nadere beschouwing de onzinnigheid. Een soort die een complete zon kan aftappen en kan tijdreizen, is zeker in staat om met supercomputers zelf dit soort probleempjes op te lossen. Onze biologen doen dat nu al. Conclusie: ook dit amusante verhaal komt waarschijnlijk uit de koker van iemand, die op een makkelijke manier veel geld wil verdienen aan goedgelovige, wanhopige mensen.

Aliendame verwent eenzame jonge man.

Buitenaardse ontvoeringen: waar of onzin?

Al tientallen jaren is het niet pluis op onze knusse aardkloot. Reeds vele aardbewoners zijn vliegende schotels binnengesleurd en onderworpen aan ingrijpende medische handelingen door sinistere aliens, blijkt uit getuigenverklaringen. Is er een buitenaardse invasie ophanden of kunnen we rustig verder gaan met oorlogvoeren, massamoord, de planeet vergiftigen en andere menselijke hobbies?

Is er hard bewijs voor buitenaardse ontvoeringen?
Er zijn op dit moment geen wetenschappelijk verifieerbare ontdekkingen van niet-natuurlijke buitenaardse voorwerpen of levende organismen bekend, al bestaan er in UFO-kringen hardnekkige geruchten, dar er in onder meer Roswell (New Mexico) buitenaardse materialen en organismen zijn aangetroffen in een gecrashed luchtbvaartuig. De verklaring voor het Roswell-incident is, dat het om een meetballon voor geluidsgolven van het Amerikaanse leger ging (het ultrageheime project Mogul). Wel zijn er meerdere getuigenverklaringen. De bekendste is de veronderstelde ontvoering door aliens van de Braziliaanse boer Antônio Vilas-Boas in 1957. Boas beweerde dat er een ruimtevaartuig op drie poten naast hem landde terwijl hij op zijn tractor aan het ploegen was. Hij vluchtte weg, eerst op zijn tractor, vervolgens lopend, waarna hij werd gegrepen door een groepje wezens in ruimtepakken van ongeveer 1,5 meter hoog. Na een voorspel, bestaande uit het nemen van een bloedmonster uit zijn kin, behandeld worden met gas en naakt ingesmeerd worden met een mysterieuze gel, volgde het hoogtepunt voor een jonge, ongetrouwde man: een vrijpartij met een blonde vrouwelijke alien met rood schaamjaar. Het voorval duurde volgens Vilas-Boas vier uur. Boas werd later advocaat. De man bleef zijn hele leven bij zijn verhaal. Dit verhaal werd gevolgd door een ware epidemie van buitenaardse ontvoeringen, waarbij zowel mannen als vrouwen onderworpen werden aan allerlei akelige experimenten en seksuele activiteiten, dikwijls geholpen dit te “herinneren” door een hypnosesessie. Volgens hardcore aanhangers van de alien abduction theorie bestaat er een soort buitenaards fokprogramma, waarbij de aliens proberen om zich te vermengen met de mensheid om zich hier te kunnen vestigen.

Aliendame verwent eenzame jonge man.
Aliendame verwent eenzame jonge man.

Kunnen buitenaardse wezens de aarde bereiken?
De mens heeft met vrij primitieve technologie de aarde reeds veertig jaar geleden verlaten. Anno 2014 is onze techniek ver genoeg om de mens naar Mars te brengen of verder in het zonnestelsel, al zullen de kosten astronomisch zijn. Reizen tussen de sterren ligt met de huidige technologie buiten ons bereik. Met zogeheten gravitational sling shots kunnen snelheden worden bereikt die hoog genoeg zijn om aan de zwaartekrachtsput van de Zon te ontsnappen, maar de reistijd zal naar de dichtstbijzijnde ster zal nog steeds tienduizenden aardse jaren zijn. Dit is onpraktisch.
Sinds Albert Einstein de Speciale Relativiteitstheorie publiceerde in 1920, zijn er geen verschijnselen aangetroffen die sneller dan de lichtsnelheid in vacuüm, c, reizen. Er zijn enkele natuurkundige fenomenen die sneller reizen dan c, zoals evanescerende golven, maar deze zijn niet in staat om informatie sneller dan c over te brengen, laat staan een mens of vergelijkbaar wezen sneller dan c te transporteren. Niettemin zijn er enkele manieren bedacht waarmee een vergevorderde beschaving sneller dan het licht zou kunnen reizen, zie dit artikel en dit artikel op Visionair. We kunnen de toekomstige stand van wetenschap en techniek, of de huidige stand van buitenaardse technologie, niet voorspellen: mogelijk is het voor technisch geavanceerdere beschavingen wel degelijk mogelijk.. Het is ook in theorie mogelijk dat aliens uit een parallelle dimensie komen; een nieuwe interpretatie van de kwantummechanica wijst in de richting van parallelle universa. Het antwoord is dus: ja, al zullen deze aliens hier tienduizenden jaren voor uit moeten trekken of technologie moeten ontwikkelen die veel verder gevorderd is dan die van de mens nu.

Waarom zouden buitenaardse wezens mensen willen ontvoeren?
Menselijke onderzoekers nemen geregeld monsters van wilde dieren of planten. Ook inheemse volkeren waren niet veilig voor de verzamelwoede van westerse onderzoekers en geregeld prijkte er een pygmee of bosjesman op een negentiende-eeuwse wereldtentoonstelling. Op zich zou het dus in theorie kunnen dat een buitenaards volk mensen ontvoert. De manier waarop ze te werk gaan is echter weinig professioneel. Het is niet erg slim om in zo ongeveer het meest ontwikkelde land ter wereld met schietgrage inwoners en een uiterst paranoïde leger als de VS, mensen te gaan ontvoeren en vervolgens weer los te laten. Een kluge alien zou wachten op een natuurramp (of, als ze weinig medelijden met mensen zouden hebben, er zelf een veroorzaken) en dan massaal mensen die anders toch zouden omkomen, ontvoeren. Om veel DNA te verzamelen is het niet nodig om mensen te ontvoeren. Een drone in de vorm van een mug, vleermuis of rat, om bloed of de vele huidschilfers die zich bijvoorbeeld in de Londense metro verzamelen te sampelen, is slimmer. Seks is lekker en na een tochtje van duizenden jaren door de ruimte is het voorstelbaar dat je als mens wel behoefte hebt aan wat vleselijke geneugten. Echter: aliens zijn geen mensen. De hoge menselijke seksdrift is uniek in het dierenrijk, alleen bonobo’s komen enigszins in de buurt. De kans is ook groot, dat een alien meer weg zal hebben van, pak hem beet, een kruising tussen een garnaal en een octopus dan van een rondborstige blonde dame. Gezien de vrij nauwe seksuele voorkeuren van de gemiddelde mens, en vermoedelijk ook aliens, zal dat de seksbehoefte behoorlijk verkleinen (al biedt seks met een intelligente octopus vermoedelijk ongekende erotische mogelijkheden). Op de vraag, of menselijk en buitenaards DNA compatibel zijn, is in een eerder artikel al ingegaan.

Conclusie
De aarde is de enige plek in het zonnestelsel waarvan we zeker weten dat er leven voorkomt. De rest van het zonnestelsel is zeer onherbergzaam voor hogere levensvormen. De enorme interstellaire afstanden maken een reis van en naar dit zonnestelsel moeilijk, maar niet onmogelijk. Er zijn enkele aanwijzingen (maar niet meer dan dat) dat er voor een technisch zeer ver gevorderde beschaving mogelijkheden zijn om te ontsnappen aan Einsteins verbod op sneller dan licht reizen. Hoewel buitenaardse onderzoekers zeker zouden proberen meer van mensen te weten te komen door bijvoorbeeld monsters te nemen, is het niet aannemelijk dat de verhalen die op dit moment de ronde doen over buitenaardse ontvoeringen, kloppen.

Waren aliens onze voorvaderen? Aanhangers van ufosekten zoals de Raëliërs en sommige new agers geloven er heilig in.

Heeft de mens buitenaards DNA?

Volgens sommigen is de positie van de mens als enig denkend wezen in de natuur een bewijs van goddelijk ingrijpen. Anderen geloven, dat buitenaardse wezens uit apen mensen hebben gefokt. Is dit aantoonbare flauwekul of zit er een kern van waarheid in?

‘Mens knutselwerk van aliens’
Bijna elk volk kent legenden over goden, die de mens geschapen zouden hebben. De Zwitserse kroegbaas Von Däniken werkte de gedachte dat de goden buitenaardse kosmonauten waren, uit in een reeks bestsellers. De pseudowetenschapper Zekaria Sitchin beweert iets soortgelijks. Nu slaat Darryl Anka, met zijn “gechannelde” personage Bashar, toe. Hij beweert, in navolging van de stichter van de UFO-sekte Raël, Claude Vorilhon, dat de mensheid is geschapen door buitenaardse wezens (de Elohim volgens Raël). Kan wat hij zegt kloppen?

Is het mogelijk dat niet-menselijk DNA in de mens is ingebouwd?
DNA is de afkorting van desoxyribonucleïnezuur. DNA bestaat uit een spiraal, waarin steeds twee gepaarde ‘letters’, vier vrij eenvoudige moleculen, elkaar afwisselen. DNA codeert voor eiwitten. Elke combinatie van drie baseparen staat voor één aminozuur. Deze ’taal’ is universeel over het aardse levensdomein, hoewel kleine variaties bestaan. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om DNA voor insektendodende cry-eiwitten van de bacterie Bacillus thuringiensis in te bouwen in landbouwgewassen, wat vervolgens deze gewassen resistent maakt tegen bepaalde insekten. En vermoedelijk ook zeldzame vlinders doodt, maar dat even terzijde. Het is dus in principe zeker mogelijk om nieuwe genen in het menselijk genoom in te bouwen. Sterker nog: het gebeurt geregeld. Er zijn zogeheten retrovirussen, die in staat zijn zichzelf te verstoppen in het menselijk DNA. Gebeurt dat toevallig bij een kiemcel voor spermacellen of eicellen, dan wordt het virus doorgegeven aan de nakomelingen. In het menselijk DNA zijn meerdere ‘slapende’ retrovirussen aangetroffen.

Zou het ook met buitenaards DNA kunnen?
De vraag of dat met buitenaards DNA ook kan, is lastiger te beantwoorden. Ten eerste is het zeer de vraag of buitenaards leven wel DNA heeft. Het is heel goed mogelijk, dat buitenaards leven een ander type nucleïnezuur, of zelfs een heel verschillend opslagsysteem voor genetische informatie kent dan aards leven. De ‘keuze’ van het aardse leven voor de huidige code, waarin bijvoorbeeld de nucleotidereeks CCC voor het aminozuur proline staat, is ook arbitrair. Het zou wel erg toevallig zijn als de genetische code van buitenaards leven exact gelijk zou zijn aan die van aards leven, tenzij panspermie op is getreden. Alleen in dat laatste geval, waarin het leven ergens anders in het heelal is ontstaan, zich door het heelal heeft verspreid en zowel aardlingen als aliens voort heeft gebracht, is het überhaupt mogelijk om buitenaards DNA in de mens te implanteren.

Zijn er bewijzen voor buitenaards genetisch materiaal in de mens?
Vergeleken met de chimpansee en de bonobo, de twee soorten mensapen die het nauwst met de mens verwant zijn en die ongeveer 7 miljoen jaar geleden van de mens afsplitsten, wijkt het menselijk DNA met ongeveer 35 miljoen baseparen af, plm. 4%. Ongeveer 80 genen zijn in de mens verloren gegaan, waarvan meer dan de helft, 36, te maken hebben met de reukzin. Vooral genen die te maken hebben met het reageren op chemische stoffen of immuunsysteem lijken te zijn verdwenen.
Andere verdwenen of uitgeschakelde genen zijn onder meer het gen voor dik haar en kaakspieren. Door dat laatste ontstond mogelijk ruimte voor hersengroei. Twee nieuwe genen, HAR1F resp. HACNS1  leidden vermoedelijk tot hersengroei resp. de opponeerbare duim (waardoor de mens makkelijker gereedschap kan gebruiken).

Waren aliens onze voorvaderen? Aanhangers van ufosekten zoals de Raëliërs en sommige new agers geloven er heilig in.
Waren aliens onze voorvaderen? Aanhangers van ufosekten zoals de Raëliërs en sommige new agers geloven er heilig in.

Dit zijn genetisch gesproken niet heel spectaculaire veranderingen. Het is niet nodig, een buitenaards lab en verveelde aliens te verzinnen om deze veranderingen te verklaren. Ouderwetse darwinistische evolutie zoals we die al kennen,  is voldoende.
Kortom: afgezien van gechannelde boodschappen van het buitenaardse wezen Bashar en Claude Vorilhon’s visioenen, is de bewijslast voor buitenaardse genetische manipulatie vrijwel afwezig. Er zijn daarentegen een aantal goede argumenten, die tegen buitenaards geknutsel aan mensapen pleiten.

De vele sterexplosies maken het centrum van de Melkweg weinig gastvrij voor complex leven, maar eencelligen zouden zich er prima thuisvoelen. Bron: dailygalaxy.com

‘Zwerfsterren verspreidden leven naar andere sterrenstelsels’

Naar we nu weten, worden grote hoeveelheden sterren met zeer grote snelheden de intergalactische ruimte in geslingerd. Zou dit verklaren hoe het leven op aarde terecht is gekomen?

Centrum Melkweg: ideale verspreidingsgrond voor leven
Op ongeveer 26.000 lichtjaar afstand bevindt zich het centrale zwarte gat van de Melkweg, waaromheen de rest van het sterrenstelsel draait. De sterdichtheid in dit gebied is enorm: waar in de omgeving van de Zon sterren op gemiddeld enkele lichtjaren afstand van elkaar staan, zijn de afstanden in de dichtbevolkte kern van het Melkwegstelsel veel kleiner: gemiddeld 100 sterren per kubieke parsec, wat neerkomt op een gemiddelde afstand van minder dan 0,8 lichtjaar tussen sterren. Op deze korte afstanden zullen de Oortwolken rond deze sterren voortdurend brokstukken uitwisselen; volgens sommige schattingen is de uiterste rand van de Oortwolk rond de zon ongeveer een lichtjaar in diameter. De kans is dus veel groter dan hier, in de buitengewesten van het Melkwegstelsel, dat het leven zich van het ene planetenstelsel naar het andere kan verplaatsen.

Eerder bouwstenen voor leven aanwezig
Een ander argument is dat de ‘metaalrijke’ Populatie I sterren in het centrum van de Melkweg rijk zijn aan atomen zwaarder dan waterstof en helium. Vlak na het ontstaan van het heelal bestond er alleen waterstof, het extreem inerte edelgas helium en een spoortje lithium. Er zijn hiermee welgeteld drie chemische verbindingen mogelijk: moleculair waterstof (H2), metallisch lithium (Li) en lithiumhydride (LiH). Veel te weinig voor welke vorm van op chemie gebaseerd leven dan ook.

De vele sterexplosies maken het centrum van de Melkweg weinig gastvrij voor complex leven, maar eencelligen zouden zich er prima thuisvoelen. Bron: dailygalaxy.com
De vele sterexplosies maken het centrum van de Melkweg weinig gastvrij voor complex leven, maar eencelligen zouden zich er prima thuisvoelen. Bron/copyright: dailygalaxy.com

Leven kan alleen ontstaan als zich koolstof, zuurstof en stikstof hebben gevormd. Deze zijn ontstaan na supernova’s, die in het dichte centrum van de Melkweg veel meer, en ook al eerder, voorkwamen dan in de spiraalarmen. De omstandigheden voor het ontstaan van leven waren daar dus al miljarden jaren eerder aanwezig dan hier in de periferie. De kernen van zeer ver weg gelegen sterrenstelsels, waarvan het licht van vlak na het ontstaan van het heelal dateert, laten reeds grote hoeveelheden zwaardere elementen zien, meer zelfs dan die van de zon (!) [1]. Er was dus erg veel gelegenheid voor het leven om zich in deze omgeving te vormen.

Sterexplosies te overleven door bacteriën
Door sommige auteurs is het galactische centrum een onwaarschijnlijke plaats voor het ontstaan van complex leven genoemd, juist door deze veel optredende dodelijke sterexplosies[2]. Eenvoudige levensvormen zoals bacteriën worden echter effectief beschermd door een dikke laag water, die op oceaanwerelden en ijsplaneten overvloedig aanwezig is. Op aarde komen bacteriën in de aardkorst, zo lijkt het, voor tot op 20 kilometer diepte[3]. Voor bacteriën ligt het verhaal dus heel anders. De oudste aangetroffen sporen van leven op aarde zijn van prokaryoten, eencellige organismen zonder celkern. Deze kunnen, zo weten we, uitstekend overleven op een aardachtige planeet of ijsplaneet in het galactische centrum.

Zwerfsterren als uitzaaiers van leven
Naar we nu weten, worden er zeer grote hoeveelheden sterren uit de Melkweg geslingerd. Volgens sommige schattingen bevinden er zich zelfs meer sterren in de intergalactische ruimte dan in sterrenstelsels.
Sommige sterren die rond het zwarte gat in het centrum van de Melkweg roteren, zoals de ster S2, bereiken relativistische snelheden van (bij S2) 1,67 procent de lichtsnelheid. Voldoende om te ontsnappen aan het zwaartekrachtsveld van de Melkweg en zeker voldoende om bijvoorbeeld het gebied van de Zon te bereiken, gesteld dat er een mechanisme bestond waarmee ze zich uit het zwaartekrachtsveld van dit zwarte gat konden bevrijden. Astronomen Loeb and Guillochon denken een dergelijk mechanisme gevonden te hebben[4]. De Melkweg slokt voortdurend kleinere sterrenstelsels op. Als het centrale zwarte gat dat van de Melkweg ontmoet, worden de omloopbanen van de sterren die hierom heen draaien instabiel. Deze worden dan soms weggeslingerd met snelheden die tot tientallen procenten van de lichtsnelheid kunnen bedragen. Je kan zelf dit effect waarnemen, als je in een zwaartekrachtssimulator, bijvoorbeeld deze, twee sterren met elk een planetenstelsel elkaar laat naderen.
Deze sterren zijn ook waar te nemen in de intergalactische ruimte, als ze het einde van hun bestaan in de Hoofdreeks naderen en, uitgeput, veranderen in rode reus [5].
Hiermee wordt het in principe mogelijk, dat sterren van het ene sterrenstelsel naar het andere reizen, met in hun kielzog een zwerm ijzige brokstukken die mogelijk leven herbergen. Een interessante theorie. Zou het leven afkomstig kunnen zijn van buiten de Melkweg?

Bronnen
1. Y. Juarez et al., The metallicity of the most distant quasars, A&A 494, L25-L28 (2009), DOI: 10.1051/0004-6361:200811415
2. CHarles H. Lineweaver et al., The Galactic Habitable Zone and the Age Distribution of Complex Life in the Milky Way, gepubliceerd in Science (2004)
3. Philippa S. Stoddard et al., Light carbon stable isotopes in aragonite veins, Lopez Island, WA: evidence for deep life?, Geological Society of America Annual Proceeding, 2014
4. James Guillochon en Abraham Loeb, The Fastest Unbound Stars in the Universe, ArXiv preprint server (2014)
5. James Guillochon en Abraham Loeb, Observational Cosmology With Semi-Relativistic Stars, ArXiv preprint server (2014)


Lees ook:

Is het zonnestelsel afkomstig uit het centrum van de Melkweg?
Zwerfsterren in intergalactische ruimte gevonden
Kosmische oceaan ontdekt

Dit korstmos werd blootgesteld aan Martiaanse omstandigheden. Bron: zie bronvermelding.

Antarctisch korstmos kan groeien op Mars

De eerste ‘plant’ die in staat is om onder de barre omstandigheden op het oppervlak van de rode planeet te gedijen is ontdekt. Pleopsidium chlorophanum, zoals alle korstmossen een samenwerking van een alg en een schimmel, blijkt taai genoeg te zijn om te gedijen in een zwaar bombardement van kosmische straling, zeer droge en dunne Martiaanse atmosfeer en barre temperaturen. Zullen korstmossen de eerste aardse organismen op Mars zijn?

Antarctisch korstmos
Van verschillende aardse organismen is al bekend dat ze in staat zijn een beperkt verblijf in de ruimte, of omstandigheden zoals die op Mars heersen, te overleven. Deze lijst bestaat onder meer uit sommige bacteriën en archaeae, schimmels en ook beerdiertjes. Er is echter tot nu toe vrijwel geen onderzoek gedaan nar de vraag, of aardse organismen ook zouden kunnen leven en groeien onder deze omstandigheden. Met onderzoek van Jean-Pierre de Vera en zijn internationale team aan het Duitse planeetonderzoeksinstituut in Berlijn komt daar een einde aan. Al eerder ontdekten de exobiologen dat enkele aardse methaanvormende bacteriën zich thuis voelen op (of liever gezegd: in) Mars. Verrassender is deze nieuwe ontdekking. Naar ontdekt werd, blijkt de in de poolgebieden algemeen voorkomende korstmossoort Pleopsidium chlorophanum in staat te zijn een verblijf op Mars niet alleen te doorstaan, maar hier zelfs te kunnen groeien.

Dit korstmos werd blootgesteld aan Martiaanse omstandigheden. Bron: zie bronvermelding.
Dit korstmos werd blootgesteld aan Martiaanse omstandigheden. Bron: DLR-Forschungsinstitut

Korstmos pesten
Voor hun experiment plaatsten de onderzoekers enkele exemplaren van het korstmos in een stolp, die belicht werd met een xenonlamp om de kosmische straling waaraan organismen op Mars blootgesteld worden, na te bootsen. Onder de stolp heersten Martiaanse groeiomstandigheden: een substraat dat overeenkomt met Martiaanse rotsen, een zeer dunne kooldioxideatmosfeer, temperaturen die schommelden rond de 50 graden onder nul. Deze omstandigheden verschillen (afgezien van de atmosferische samenstelling en kosmische straling) vrij weinig van de leefomstandigheden op het barre Antarctische rotsplateau waar de specimens vandaan werden gehaald. Het korstmos bleek wanneer het bloot werd gesteld aan het onbeschermde Martiaanse oppervlak, zichzelf in stand te kunnen houden. Groeiactiviteit werd gemeten in exemplaren die aan 24 maal minder straling, werden blootgesteld. Na de schok aan het begin van het experiment, nam de fotosynthesesnelheid van deze groep steeds meer toe, tot het einde van het experiment een maand later. Met andere woorden: het korstmos groeide.

Martiaans leven onder de oppervlakte mogelijk
De uitkomsten van dit experiment bewijzen dat als er leven op Mars is, dit zich waarschijnlijk vlak onder de oppervlakte schuilhoudt. Hier zijn de leefomstandigheden aanmerkelijk milder. Martiaans leven uit de tijd dat Mars vochtiger en warmer was dan nu, miljarden jaren geleden, zou ook nu nog kunnen bestaan als het zich aan heeft gepast aan deze niche.

Voorkomen van besmetting
Door NASA wordt standaard een grondige ontsmetting van ruimtevaartuigen uitgevoerd. De reden: voorkomen dat buitenaardse omgevingen worden besmet met aards leven. Dit zou een ecologische ramp kunnen veroorzaken die zijn weerga niet kent, mogelijk zelfs het wegvagen van een complete buitenaardse biosfeer. In het verleden werd er door sommige wetenschappers lacherig gedaan over de mogelijkheden voor meeliftende micro-organismen om een verblijf op bijvoorbeeld Mars te overleven of zelfs zich te verspreiden van de ene planeet naar de andere, maar nu weten we onder meer door dit onderzoek dat deze kans verre van denkbeeldig is.

Bron
J. Meessen et al., Extremotolerance and Resistance of Lichens: Comparative Studies on Five Species Used in Astrobiological Research I. Morphological and Anatomical Characteristics, Orig Life Evolv Biosphere, 2013
J.P. de Vera et al., Adaptation of an Antarctic lichen to Martian niche conditions can occur within 34 days, Planetary and Space Science (2013)

De aarde was gedurende miljarden jaren niet groenig, maar meer paars getint.

‘Paarse planeet bevat buitenaards leven’

Exobiologen hebben een eenvoudige manier gevonden om buitenaards leven op te sporen. Vroege levensvormen hebben namelijk bijna zonder uitzondering een paarse kleur, stellen de onderzoekers. Kan de James Webb telescoop nu de eerste planeet met leven vinden?

Korte groene onderbreking van het paarse bestaan van de aarde
Gedurende het grootste deel van het bestaan van de aarde, zag onze planeet er vrij eentonig uit. Vlak na het ontstaan groeide de aarde diep rood, waarna zich een korst, een atmosfeer en oceanen vormden. Het Late Heavy Bombardment, ongeveer 3,8 miljard jaar geleden, schiep de kernen, de kratons, waaruit later de continenten zouden ontstaan.

De aarde was gedurende miljarden jaren niet groenig, maar meer paars getint.
De aarde was gedurende miljarden jaren niet groenig, maar meer paars getint.

Gedurende meer dan 3 miljard jaar kwamen er alleen eencelligen op aarde voor. Onder de oudste organismen horen de cyanobacteriën, doorgaans paarsgekleurde eencelligen die gedurende deze periode het land overdekten met een kleurig bacterietapijt. De aarde had, bekeken vanaf de ruimte, in die tijd waarschijnlijk een paarsachtige gloed. Pas na de kolonisatie van het land door groene planten, in het Ordovicium (450 miljoen jaar geleden), veranderde dat. Meer dan 90% van het bestaan van de aarde wordt de aarde dus meer paarsgetint dan groen. Ook als door de opwarming van de zon de aarde steeds meer een woestijnplaneet zal worden, zullen de taaie cyanobacteriën waarschijnlijk de laatste soorten zijn die het loodje leggen. Met andere woorden, de paarse gloed van cyanobacteriën, niet het groen van ruisende wouden, is het meest iconisch voor de aarde vanaf de ruimte.

Paars als levensteken
Het ligt in de lijn der verwachting dat dit ook op andere planeten met leven zo zou zijn. Er is bij ons weten geen mineraal dat massaal voorkomt en een paarse tint heeft. met andere woorden: als wij het leven van een buitenaardse planeet willen opsporen, zou het wel eens verstandig kunnen zijn om op de kleur paars te letten. De nieuwe ruimtetelescoop James Webb is in staat licht van individuele exoplaneten te analyseren. De auteurs stellen voor om de exoplaneten, die door de satelliet Kepler zijn gevonden en zich in de bewoonbare zone bevinden, met de James Webb telescoop te onderzoeken. Wie weet vinden we zo een tweelingzusje van de aardse biosfeer.

Bron:
Esther Sanromá et al., Characterizing the purple Earth: Modelling the globally-integrated spectral variability of the Archean Earth, Arxiv.org (2013)