ethiek

Het islamistische regime in Noord-Sudan is verantwoordelijk voor zeker drie miljoen doden bij diverse etnische zuiverings-campagnes.

Etnische zuivering is wreed, maar effectief oorlogswapen

Etnische zuivering, waar de nu gearresteerde Bosnisch-Servische leiders Karadzic en Mladic zich schuldig aan maakten,  is moreel verwerpelijk, wreed en roept veel internationale afkeuring op. Waarom grijpen strijdende partijen dan toch vaak naar etnische zuivering als oorlogswapen? Klaarblijkelijk zijn er grote voordelen.

Etnische zuivering is de oeroude regel
De eerste etnische zuiveringen werden al in de torah beschreven. Om plaats te maken voor de Israëlieten werd de inheemse bevolking bloedig afgeslacht, althans als we op dit punt de torah en het bijbelboek Jozua voor historisch juist beschouwen. Vrouwen en kinderen eindigden als ze geluk hadden als slaven. Ook later in de geschiedenis werd etnische zuivering als effectief strategisch wapen ingezet. Zo werden onderworpen volken door de Perzen en de Grieken gedwongen geassimileerd. De inheemse bevolking van Amerika en Australië werd voor het grootste deel uitgemoord, waardoor dit etnisch homogene gebieden werden. In islamitische rijken werden niet-islamieten gediscrimineerd en moesten ze een hoge belasting betalen. Massale bekeringen tot de islam en arabisatie volgden daarom snel.  Hoe doeltreffend dit islamiseringsproces werkt, kan je onder meer zien in Marokko waar de lokale bevolking weliswaar vrijwel geheel van Berberafkomst is, maar zich toch Arabier voelt.

De voordelen van etnische zuivering voor machthebbers

Het islamistische regime in Noord-Sudan is verantwoordelijk voor zeker drie miljoen doden bij diverse etnische zuiverings-campagnes.
Het islamistische regime in Noord-Sudan is verantwoordelijk voor zeker drie miljoen doden bij diverse etnische zuiverings-campagnes.

Machthebbers hebben zoals de meeste mensen van nature een hekel aan mensen die weinig op hen lijken: de grondoorzaak van racisme en discriminatie. Ze kunnen doorgaans minder op de loyaliteit van minderheden rekenen dan op hun eigen groep. Een homogene bevolking is minder onrustig. Een voedingsbodem voor burgeroorlog verdwijnt. De uitzondering is als machthebbers zelf tot een etnische minderheid behoren. Andere etnische minderheden zullen dan bescherming zoeken tegen de etnische meerderheid. Dit is wat er nu in Syrië gebeurt: alle mensen die niet-Arabisch zijn of geen soenniet zijn (25% van de bevolking) steunen dictator Bashar al-Assad onvoorwaardelijk, omdat ze in buurland Irak zien (en van christelijke vluchtelingen uit Irak horen) wat er met minderheden gebeurt als bijvoorbeeld islamitische extremisten de vrije hand krijgen. Onder dictaturen van een minderheid zijn etnische minderheden dan ook vaak beter af dan in een vroege democratie. Ook als een etnische minderheid veel meer kinderen krijgt dan de eigen bevolkingsgroep is de verleiding vaak groot, deze groep het land uit te zetten of uit te moorden.

Weinig mensen hadden medelijden met de Sudetenduitsers, die in de oorlogsjaren tot de meest fanatieke nazi's hadden behoord.
Weinig mensen hadden medelijden met de Sudetenduitsers, die in de oorlogsjaren tot de meest fanatieke nazi's hadden behoord.

Minderheden zijn voor machthebbers vooral gevaarlijk als ze in een buurland de heersende groep vormen. Dan kan die minderheid namelijk ijveren voor aansluiting bij het buurland. Dat merkten de Tsjechoslowaken in 1938, toen de etnische minderheid van de Sudetenduitsers een excuus voor Adolf Hitler vormde om Tsjechoslowakije onder de voet te lopen. Om die reden ging het einde van de Tweede Wereldoorlog met massale etnische zuiveringen gepaard. De Tsjechen joegen de Sudetenduitsers de grens over (en vermoordden er 300 000). Polen verschoof naar het westen, waarna de Polen uit het oostelijk deel van het land door Stalin op transport werden gezet. Hetzelfde gebeurde met de Duitsers in het Duitse gebied dat aan Polen werd toebedeeld.

Weliswaar mopperden organisaties van Sudetenduitsers als de Bund der Vertriebenen, maar vanuit Tsjechisch oogpunt bevinden deze zich aan de goede kant van de grens. De internationale sympathie voor Duitsers in die tijd was gezien de verschrikkelijke misdaden van de nazi’s, waar de Sudetenduitsers driftig aan meewerkten, niet overweldigend hoog.

Weerstand tegen etnische zuiveringen van recente datum
Het is eigenlijk pas sinds enkele decennia, om precies te zijn na 1989 met de ineenstorting van het Sovjetimperium,  dat er grote internationale bezwaren zijn tegen etnische zuiveringen. Met het verdwijnen van de Koude Oorlog maakte realpolitik plaats voor een meer op de mensenrechten gerichte politiek. Een groep mensen alleen vanwege hun afkomst, cultuur of geloof uit hun huis jagen is uiteraard niet erg menslievend, dus ook het geduld met etnische zuiveraars raakte op.  Vandaar de weinig verstandige politiek in Kosovo, waar Kosovo perse één geheel moest blijven en de islamitisch-Albanese meerderheid nu de Serviërs en zigeuners wegpest.

Etnische zuivering of burgeroorlog?
Als Kosovo in twee stukken was gesplitst, het Russische voorstel, had dit veel bloedvergieten en ellende voorkomen. Ook de wrede etnische reallocaties in Europa hebben in feite de basis gelegd voor de naoorlogse vrede. In alle gebieden waar burgeroorlogen hebben gewoed, zijn etnische conflicten de oorzaak. Als twee bevolkingsgroepen een hartgrondige hekel aan elkaar hebben, is vaak een snelle effectieve oplossing, ze uit elkaar te halen.
De diepere grondoorzaak van etnische conflicten is het groepsdenken van veel mensen. Daarom zijn in rijke landen met een hoogopgeleide bevolking, etnische conflicten  minder ingrijpend. Mensen halen hun eigenwaarde niet meer uit de groep waar ze bij horen, maar uit hun idealen, werk, hobbies of gezin. Eén ding is wel duidelijk. De wereld zou beter af zijn als mensen zich vooral mens zouden voelen en niet behorend tot een bepaalde etnische groep of religie. Zou het ooit zover komen? Laten we het hopen…

Wij mensen hebben reeds laten zien uiterst onverantwoordelijk met dodelijke technologie om te springen.

Het wijsheids-slot

Er bestaan technologieën en informatie waarvan je liever niet wil dat mensen die daar niet mee om kunnen gaan, er over kunnen beschikken. Denk aan kennis om een atoombom in elkaar te zetten. Zou je deze informatie zo kunnen beveiligen dat alleen mensen die voldoende wijs en intelligent zijn, er bij kunnen? Zouden buitenaardse wezens een vergelijkbare strategie hanteren? Is dat misschien de reden dat we nog geen bezoek hebben?

Wij mensen hebben reeds laten zien uiterst onverantwoordelijk met dodelijke technologie om te springen.
Wij mensen hebben reeds laten zien uiterst onverantwoordelijk met dodelijke technologie om te springen.

Met grote macht komt grote verantwoordelijkheid. Helaas, zo wijst de menselijke geschiedenis uit, wil het bij de bezitters van die macht nog wel eens aan dat verantwoordelijkheidsgevoel ontbreken. Dodelijke technieken worden al snel misbruikt om de meest afschuwelijke massavernietigingswapens te ontwikkelen, denk bijvoorbeeld aan de beide wereldoorlogen. Kortom: beschik je over vergevorderde kennis waarmee veel onheil is aan te richten, dan ligt het voor de hand om te voorkomen dat dit ellende aan kan richten. Voor kleine kinderen is er bijvoorbeeld de kindveilige dop ontwikkeld. Deze dop moet tegelijkertijd ingedrukt en gedraaid worden om hem te openen. Alleen mensen die kunnen lezen kunnen de instructies op de dop lezen. Daardoor is de kans vrij klein dat kleine kinderen er achter komen hoe de dop kan worden geopend. Zouden er veiligheidsdoppen op hoger niveau bestaan?

De uitvinders van de atoombom waren geen domme mensen. Ze wisten exact wat de gevolgen zouden zijn van de ontwikkeling van een wapen, zo dodelijk en zo buiten het voorstellingsvermogen van mensen dat Robert Oppenheimer de Bhagavad Gita aanhaalde: ‘Ik ben de dood geworden, de vernietiger van werelden’. Veel ontwikkelaars van de atoombom, geconfronteerd met de allesvernietigende effecten van het wapen, werden later overtuigde pacifisten. Helaas zijn dictators of andere politici dat niet en zijn zij degenen die uiteindelijk beslissen wat er met een wapen gebeurt. Kortom: je zal een systeem moeten bedenken dat zo goed is dat deze kennis alleen door een vreedzame beschaving wordt ontdekt en toepasbaar is.

Mogelijk kan je gebruik maken van een zeer ingewikkelde versleuteling, die alleen door een computer die krachtig genoeg is verbroken kan worden. Een andere oplossing is de versleuteling te laten bestaan uit een probleem, dat alleen door middel van inzicht is op te lossen. Een inzicht dat garandeert dat de toepasser ervan niet meer de behoefte heeft de kennis op destructieve wijze toe te passen. Zouden buitenaardse wezens er op wachten tot wij dat inzicht opdoen en dan pas contact met ons zoeken? Hindoes geloven dit, waarbij goden de rol spelen van buitenaardse wezens. Alleen een wijze met voldoende inzicht kan de ketenen van maya, versluiering, doorbreken waardoor hij in staat is de ultieme realiteit – met de goddelijke krachten die daarbij horen – te doorzien.

Of staan we er toch helemaal alleen voor, de eerste bewuste kinderen van ons melkwegstelsel, en is aan ons te taak heen te gaan, ons te vermenigvuldigen en de Melkweg eigenhandig te laten bloeien van intelligent leven?  Vragen waarop bij mijn weten nog niemand een antwoord heeft.

Hopelijk zal het misbruik dat de Amerikaanse marine nu maakt van dolfijnen om mijnen op te sporen, stoppen als ondubbelzinnig is aangetoond dat de dieren een hoogontwikkeld bewustzijn hebben.

Dolfijnentaal ontraadselen met computer

Dolfijnen hebben zwaardere hersens dan mensen. We weten al dat dolfijnen zeer intelligent zijn. Zullen wetenschappers er nu in slagen de dolfijnentaal te ontraadselen?

Communiceren met dolfijnen
Uit eerdere onderzoeken is al bekend dat dolfijnen zelfbewust zijn en behoorlijk intelligent. Er zijn talrijke verhalen bekend van dolfijnen die menselijke schipbreukelingen hebben gered en de dieren vormen vaak affectieve banden met mensen. Van de veel grotere potvissen is al bekend dat ze individuele namen hebben en elkaar identificeren. Veel onderzoekers vermoeden dat dolfijnen een taal hebben die mogelijk net zo ingewikkeld is als die van mensen.

Hopelijk zal het misbruik dat de Amerikaanse marine nu maakt van dolfijnen om mijnen op te sporen, stoppen als ondubbelzinnig is aangetoond dat de dieren een hoogontwikkeld bewustzijn hebben.
Hopelijk zal het misbruik dat de Amerikaanse marine nu maakt van dolfijnen om mijnen op te sporen, stoppen als ondubbelzinnig is aangetoond dat de dieren een hoogontwikkeld bewustzijn hebben.
Dolfijnentaal
Het is in de zestiger jaren al gelukt om via symbolen met dolfijnen te communiceren. In de jaren negentig en later ontdekten Denise Herzing, oprichtster van het Wild Dolphin Project in Jupiter, Florida en haar collega’s dat dolfijnen  over de honderd “woorden” (pictogrammen) kunnen begrijpen en hier eenvoudige zinnen mee kunnen maken. Dolfijnen konden in de experimenten ook dingen van mensen gedaan krijgen. Dit leidde tot veel meer successen. Het probleem: symbolen (of de geluiden die het indrukken van toetscombinaties opwekken) zijn niet de natuurlijke taal van dolfijnen. Onderzoekers vermoeden dat deze uit geluiden, zoals die ze voor echolocatie gebruiken, bestaat.

Patroonherkenning
Op dit moment wordt door Herzing geëxperimenteerd met een patroonanalyser, ontwikkeld door de kunstmatige-intelligentie onderzoeker Thad Starner van het Georgia Institute of Technology in Atlanta. Het toepasselijk genaamde CHAT-project (Cetacean Hearing And Telemetry) heeft tot doel patronen op te merken in dolfijnengeluiden en met behulp hiervan het dolfijn-idioom te reconstrueren.

Dolfijnen zijn een niet-menselijke soort. We kunnen dus niet afgaan op de linguïstische variatie in de menselijke taal. Zo kan het zijn dat betekenissen  niet chronologisch, maar synchroon (holistisch) worden overgedragen. Spreken in beelden dus als het ware. Dit gebeurt in geen enkele menselijke taal, maar het is wel de manier waarop JPEG-compressie werkt. Patroonanalyse moet verborgen verbanden kunnen aantonen, hopen de onderzoekers en kan hiermee helpen de dolfijnentaal te ontraadselen.

Het project probeert proefondervindelijk in samenwerking met de dolfijnen, een soort “pidgin-Dolfijns” te creëren door klankelementen te gebruiken die dolfijnen ook onderling gebruiken in de natuur om met elkaar te communiceren. Als dit eenmaal is gelukt, zal het hopen de onderzoekers, lukken om ook de inheemse dolfijnentaal te ontcijferen.

Buitenaards leven
Dolfijnen zijn weliswaar een niet-menselijke soort, maar hun hersenen lijken in veel opzichten op die van de mens. Als het ons lukt met dolfijnen te communiceren, kunnen we deze methoden wellicht ook gebruiken om buitenaardse signalen te ontcijferen. Maar afgezien daarvan is de gedachte dat we niet de enige intelligente soort op aarde zijn, fascinerend.  Hoe zou de wereld er uit zien vanuit de denkwereld van een dolfijn? Zouden dolfijnen als we ze aan gereedschap helpen, net als wij een technische beschaving kunnen vormen?

Bronnen
Learning to speak Dolphin – Geogia University
New Scientist

‘De grens van de mens’

Afgelopen zondag was bij het VPRO-programma ‘boeken’ een bespreking van het boek ‘De grens van de mens’ van hoogleraar filosofie aan de Universiteit Twente Peter-Paul Verbeek. Verbeek houdt zich bezig met de ethische vraagstukken rondom de steeds verder groeiende relatie tussen mens en techniek. Waarom zouden we emoties manipuleren? Mogen we hartfalen genezen door stamcel implantatie? Is het ethisch verantwoord om een keuze te maken over een ongeboren kind die een afwijking heeft?

Omdat Verbeek van mening is dat mensen technische wezens zijn die niet zonder techniek kunnen overleven, verzet hij zich niet bij voorbaat tegen ingrepen in de menselijke natuur. Liever onderzoekt hij hoe we om kunnen gaan met de technologische ontwikkelingen om ons heen. Over waar we de grens van technologische invloed moeten trekken zegt zij: “Als je uitgaat van de gedachte dat we altijd al technische wezens zijn geweest, is de enige harde grens die je kunt trekken dat het ophoudt als je niet langer een vrije verhouding kunt hebben tot die techniek – als je geen vorm meer kunt geven aan je bestaan in interactie met die techniek.”

Zie verder: VPRO Boeken

De uitzending:

Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

Gelovigen worden vaak (niet altijd) een stuk gelukkiger en rustiger van godsdiensten.

De ideale godsdienst

Dat veel godsdiensten mensen behoorlijk ongelukkig maken valt bijna elke dag in de krant te lezen. Zou het mogelijk zijn een godsdienst te bedenken die mensen wel gelukkig maakt en tegelijkertijd ook niet-godsdienstigen in hun waarde laat?

Absolute waarheid psychologisch erg bevredigend

Gelovigen worden vaak (niet altijd) een stuk gelukkiger en rustiger van godsdiensten.
Gelovigen worden vaak (niet altijd) een stuk gelukkiger en rustiger van godsdiensten.

Godsdienstigen kennen het begrip heiligheid. Godsdiensten bieden absolute waarheden (in tegenstelling tot de wetenschap). Dat heeft psychologisch de nodige voordelen. Zo is een bron van onzekerheid verdwenen. Daar komt natuurlijk nieuwe onzekerheid, namelijk die over de wil van de godheid, voor in de plaats. Sommige godsdiensten, zoals het christendom, achten hun godheid zuiver en goed: God is liefde. Wat er mis is in de wereld ligt aan de listen en lagen van de duivel, die het uiteindelijk af moet leggen tegen God (of tegen gelovigen, als ze maar genoeg geloven). Om die redenen zijn christenen doorgaans gelukkiger dan niet-gelovigen. Ze weten dat als ze eenmaal voor hun geloof gekozen hebben, ze voor eeuwig zullen leven en gelukkig zullen zijn.

Absolute waarheden hebben ook een stevig nadeel. Ze verminderen namelijk de flexibiliteit van de mens. Daarom moeten absolute waarheden het liefst ethisch en humanitair van aard zijn, een sterk metafysisch gehalte hebben (dus niet door toekomstige wetenschappelijke ontwikkelingen ingehaald worden) en inspirerend en troostrijk zijn. Maar wel de gelovige tot actie prikkelen en aanzetten het beste uit zichzelf te halen en het leed in de wereld te verminderen.

Gezonde gewoonten
Sommige godsdiensten, zoals het hindoeïsme en boeddhisme, kennen heilzame praktijken waarvan de wetenschappelijke werkzaamheid ook aangetoond is. Zo blijkt dat mediteren stressniveaus laat dalen en mensen evenwichtiger maakt. Op basis hiervan is mindfullness ontwikkeld.
Gokken, drinken, drugs gebruiken en een extreem seksleven hebben over het algemeen ook nare gevolgen voor de gezondheid. Geen wonder dat alle grote geloven dit met regels sterk aan banden leggen.

Het is dus verstandig om in een nieuw geloof deze regels vast te leggen, het liefst op een hoog abstractieniveau. De formulering van het christendom: het lichaam is de tempel van God, is werkelijk briljant in zijn eenvoud. Daarmee verplicht je de gelovige zo gezond mogelijk te leven. In hindoeïsme en boeddhisme zijn deze regels meer impliciet aanwezig (het lichaam wordt gezien als de manifestatie van de ziel in Maya, de illusoire wereld waarin we leven).

Ethiek
Veel godsdiensten kennen een uiterst beroerde ethiek waardoor veel leed ontstaat. Zo worden in de islam mannelijke gelovigen per definitie als superieur gezien aan ongelovigen. In het streng-islamitische Saoedi-Arabië is het wettelijk zoengeld voor het vermoorden van een hindoevrouw slechts 1/32 van dat van het vermoorden van een islamitische man. Het hindoeïsme kent het discriminerende kastensysteem (overigens verworpen door moderne hindoedenkers), terwijl het christendom een manier biedt om keer op keer te kunnen zondigen (en steeds vergeving te krijgen).

De Gulden Regel (behandel anderen zoals je zelf behandeld wil worden), of een nog sterkere formulering (houd van anderen zoals van jezelf), moet dus de hoeksteen van het ethische stelsel vormen.

Future proof
De religie moet rekening houden met de toekomstige ontwikkelingen. Zo bevatten veel heilige boeken nogal wat voor moderne mensen lachwekkende beweringen, zoals een platte aarde, meteorieten waarmee de godheid opstandige geesten bombardeert  en andere absurditeiten. De religie kan zich dus beter verre houden van de natuurwetenschap en zal ethische normen zo exact en abstract mogelijk moeten formuleren (met een uitleg die voor het dagelijks leven anno nu van toepassing is), zodat bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie of buitenaardse intelligenties ook in het metafysische kader passen.

Wat denken jullie?

Kerkleiders konden de ideeën van de Tsjechische protestant Jan Hus niet waarderen en gooiden hem (met honderdduizenden heksen) vol naastenliefde op de brandstapel.

Wetenschappelijke ethiek zonder godsdienst mogelijk

Geen onderwerp dat de gemoederen de laatste jaren zo bezig houdt als godsdienst. Volgens sommigen de grootste ramp die de mensheid is overkomen. Volgens anderen absoluut onmisbaar om te voorkomen dat de aarde in een Sodom en Gomorra verandert. Wie heeft er gelijk?

Wat is godsdienst?
In strikte zin is godsdienst of religie een stelsel van metafysische opvattingen, dogma’s en leefregels, gecentreerd rond één of meerdere goden. Het boeddhisme kent geen goden, maar wordt wel tot de godsdiensten gerekend omdat ook het boeddhisme een uitgebreide bovennatuurlijke wereld kent.
Godsdiensten kunnen organisch gegroeid zijn (zoals het hindoeïsme) of door een zelfverklaarde profeet, god in mensengedaante of een ander “heilig” persoon opgericht zijn (islam, mormonisme, Scientology) om zichzelf te verrijken of de machtswellust of zucht naar vrouwenvlees te bevredigen. Een enkele keer (boeddhisme, christendom) waren de bedoelingen van de oprichter oprecht en liep het na hun dood uit de hand.

Waar dient godsdienst voor?

Kerkleiders konden de ideeën van de Tsjechische protestant Jan Hus niet waarderen en gooiden hem (met honderdduizenden heksen) vol naastenliefde op de brandstapel.
Kerkleiders konden de ideeën van de Tsjechische protestant Jan Hus niet waarderen en gooiden hem (met honderdduizenden heksen) vol naastenliefde op de brandstapel.

Godsdienst was gedurende vele millennia als enige in staat antwoorden te geven op veel levensvragen. Iedere godsdienst kent een uitgebreide scheppingsmythe (of meerdere) van de wereld en de mens, vertelt de mens waarom deze op de wereld is, wat zijn taak is, aan welke regels hij of zij zich moet houden en wat er gebeurt als hij of zij sterft.

Hiermee vervulde godsdienst een nuttige psychologische en ook maatschappelijke functie. Iedereen wist waar hij aan toe was en dat hem of haar een akelige confrontatie met een boze godheid (of een reïncarnatie in een kruipend insect) te wachten stond als hij of zij iets deed dat niet door de beugel kon. Mensen die hetzelfde geloof aanhingen, begrepen wat er van ze verwacht werd en hielden zich aan dezelfde regels. Als gevolg daarvan verliep het samenleven harmonieus, de reden voor de over het algemeen lage misdaadcijfers in traditionele, monoculturele samenlevingen met een streng geloof.

Waarom wordt godsdienst steeds minder invloedrijk?
Sinds een paar eeuwen heeft godsdienst er een stevige concurrent bij gekregen: wetenschap. Wetenschap werkt volgens een geheel ander principe dan godsdienst. Ook wetenschap geeft antwoorden op levensvragen, maar met nog iets erbij. Namelijk een methode om uit te zoeken of een antwoord op een levensvraag juist is of niet. Dat is bij godsdiensten wel anders. De juistheid van een theologisch antwoord wordt gewoonlijk door middel van brandstapels, stenigingen of onthoofdingen beslist.

In de loop van de vier eeuwen dat de moderne wetenschap bestaat, heeft zij meer bereikt dan millennia van godsdienstige dwepers. Dankzij de wetenschap is de mensheid nu gezonder en welvarender dan ooit. Geen wonder dat steeds meer mensen hun geloof verliezen in de goddelijke almacht. Op wetenschappelijke bevindingen gebaseerde technieken, het uitstrooien van kunstmest bijvoorbeeld, blijken namelijk beter te werken dan het aanbidden van een god om een doel te bereiken. Als gevolg hiervan daalt de godsdienstigheid in ontwikkelde landen als Nederland en Tsjechië sterk.

Kan ethiek bestaan zonder godsdienst?
Veel van dezelfde principes die in de wetenschap goede diensten bewezen kunnen ook worden gebruikt als ethisch richtsnoer. Neem nu bijvoorbeeld het Copernicaanse principe. Copernicus redeneerde dat de aarde niet uniek is, dus dat niet alles om de aarde draaide. Als gevolg hiervan ontdekte hij de ware structuur van het zonnestelsel. Dit beginsel kan ook heel goed in de ethiek worden toegepast en staat bekent als de Gulden Regel: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet (of positiever verwoord: behandel een ander zoals je zelf behandeld wil worden). De meeste ethiek komt in feite neer op de uitwerking van dit principe.

Ook een andere belangrijke ethische regel: waarheidslievend handelen (eerlijk duurt het langst, in het Sanskriet: satyameva jayate) komt rechtstreeks uit de wetenschap. Een goede wetenschapper zal proberen zo waarheidsgetrouw mogelijk te formuleren en rapporteren. Ook in de samenleving is dit belangrijk. Liegen leidt tot wantrouwen en verlies van geloofwaardigheid.

Zo zijn er nog meer objectief gezien nuttige regels te bedenken. Wat zijn jullie suggesties?

“Chimpansees kennen bewustzijn”

Chimpansees zijn in staat de gevolgen van hun daden te voorzien, toont een nieuwe studie aan. Tot nu toe werd gedacht dat deze vaardigheid alleen exclusief aan mensen voorbehouden was.

Volgens de onderzoekers maken de bevindingen duidelijk dat de grens tussen mens en dier minder scherp ligt dan tot nu toe gedacht en maakt ook duidelijk hoe het bewustzijn zich evolutionair heeft ontwikkeld.

Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat verschillende aapachtigen en dolfijnen in staat zijn zichzelf te herkennen in een spiegel – als ze in de spiegel een rode vlek op hun voorhoofd zagen, probeerden ze deze te verwijderen.
Onduidelijk was echter wat het onderliggende denkproces was. Om deze vraag te beantwoorden voerden ethologen Takaaki Kaneko and Masaki Tomonaga van het Primate Research Institute in het Japanse Kyoto drie experimenten uit met een groep chimpansees.

In het eerste experiment speelden drie vrouwtjes een videospel met een trachball (een soort vaste computermuis) om een van twee cursors te bewegen. De tweede cursor (bedoeld om de chimpansees in verwarring te brengen) herhaalde de bewegingen die de chimpansees enkele ogenblikken daarvoor hadden gemaakt.

Het spelletje eindigde nadat de dieren een doel raakten of de tijd voorbij was. De chiompansees moesten aanwijzen welke cursor ze manipuleerden en kregen een beloning als ze dit correct deden. Dit gebeurde in meer dan 90% van de gevallen. Volgens de onderzoekers bewijst dit dat de chimps duidelijk in staat waren hun cursor te onderscheiden van de verwarrende cursor.

Ook hierna was het nog niet duidelijk of de chimps inderdaad een zelfbewustzijn kenden of domweg goed op visuele prikkels letten, dus werd een tweede experiment ontworpen, waarbij twee testen werden vergeleken. De eerste test was identiek aan het eerste experiment. In de tweede test trok geen van de cursors zich wat aan van het gedrag van de chimps: de eerste cursor herhaalde de bewegingen uit de eerste test, de tweede cursor was een misleidende cursor.

Two pygmy chimpanzees check for fleas at the zoo in Frankfurt/M., western Germany

Als de dieren het wel goed deden op de eerste test maar niet op de tweede, zou dit betekenen dat ze niet op het gedrag van de cursor letten, maar op de vraag of ze de cursor konden controleren. Dit was ook de uitkomst van de proef.

In een laatste proef, waar alleen de slimste chimps aan meededen, werd een tijdvertraging van enkele seconden ingebouwd tussen de trackball en de cursor en werd ook de richting verdraaid. Ook hier bleken de chimpansees toch in staat de door hen bestuurde cursor te onderscheiden van de random cursor.

Mensen niet meer enige soort met bewustzijn?
Al deze resultaten suggereren volgens de wetenschappers dat chimpansees en mensen fundamentele cognitieve processen delen en zich een individu voelen. Met andere woorden: onze superioriteitsgevoelens ten opzichte van niet-menselijke soorten zijn in ieder geval wat betreft chimpansees misplaatst. Ook chimpansees kennen een rudimentaire vorm van bewustzijn.

Reden te meer om dierproeven op chimpansees zo niet te verbieden, dan toch wel aan zeer strenge eisen te laten voldoen.

Bronnen
COSMOS Magazine
PNAS B (embargo tot 6/5, helaas)

Japans standbeeld van de legendarische Chinese strateeg Sun Tzu

Is een menselijk schild gebruiken immoreel?

De omstreden Libische leider Gadaffi plaatst als we NAVO- en VN-waarnemers moeten geloven, soldaten en wapens in en op doelen als moskeeën, ziekenhuizen en scholen. Militair gesproken is dat heel verstandig, maar ethisch gezien twijfelachtig. Maar geldt hetzelfde niet voor oorlogen?

Japans standbeeld van de legendarische Chinese strateeg Sun Tzu
Japans standbeeld van de legendarische Chinese strateeg Sun Tzu

De mythe van de schone, rechtvaardige oorlog
Oorlog voeren betekent proberen door middel van georganiseerd, grootschalig geweld een doel bereiken. Er is sprake van een continuüm tussen een burenruzie die uit de hand loopt tot een wereldoorlog. Ergens wordt arbitrair de lijn getrokken tussen gewapende onlusten en oorlog. Over oorlogen houden sommige goedbedoelende mensen, ook militairen die beter zouden moeten weten, er nogal vreemde ideeën op na. Een oorlog moet op een slagveld worden uitgevochten zonder burgers in de buurt. De ideale oorlog volgens generaals lijkt dus op de woestijnveldslagen zoals bij Tobroek in de Tweede Wereldoorlog of operatie Desert Storm, die vrijwel in onbewoond gebied plaatsvonden. De realiteit is uiteraard anders. Oorlogen hebben tot doel strategisch belangrijke objecten in handen te krijgen. Grote steden en dichtbevolkte gebieden zijn haast per definitie strategisch belangrijk, omdat dit ook de gebieden zijn waar de meeste politieke macht, rijkdom en hulpbronnen geconcentreerd zijn.

Enkele wijsheden van Sun Tzu
In de periode van de Strijdende Staten werd China geteisterd door nietsontziende generaals die geen middel schuwden om te winnen. Zo liet een dubbelspion zijn handen afhakken om de vijand met valse oorlogsplannen om de tuin te leiden. De legendarische klassiek-Chinese strateeg Sun Tzu leefde in deze bloedige tijd en wist dus uitstekend waar hij het over had. Oorlog is geen kinderspelletje, maar een catastrofe. Niet voor niets heeft hij in zijn wereldberoemde boek De kunst van het oorlogvoeren uiteengezet dat de beste oorlog, geen oorlog is en dat de beste strateeg wint zonder zijn leger in te hoeven zetten. Oorlogen zijn volgens Sun Tzu geen voortzetting van de diplomatie met andere middelen, zoals Von Clausewitz stelt, maar een uiterste middel. Voor oorlog kiezen terwijl er nog andere middelen openstaan is dus immoreel.

Gadaffi staat op dit moment met de rug tegen de muur. Hij heeft niets te verliezen. Er is geen land dat hem wil opnemen en er zijn heel wat buitenlandse staatshoofden die een appeltje met de man te schillen hebben. Er is al mee gedreigd hem voor het internationaal strafhof te slepen. Hij heeft dus maar een keus: doorvechten, als de megalomane persoonlijkheid en politieke ambities van de man hem al anders hadden doen besluiten. Door alle schepen achter Gadaffi te verbranden, heeft de anti-Gadaffi coalitie volgens Sun Tzu een kardinale fout begaan. In twee strategemen raadt hij aan om respectievelijk de tegenstander altijd  een uitweg te geven en voor het eigen leger alle ontsnappingsmogelijkheden af te snijden als de uitkomst van een bepaald gevecht cruciaal is.

Menselijk schild
Door burgers als menselijk schild te gebruiken pleegt Gadaffi een oorlogsmidaad, zeggen velen. Echter: ook oorlog is een misdaad als deze voorkomen kan worden. Een groot deel van het land is nu in puin gelegd met twijfelachtig nut. In feite ontstaat zo de de-facto situatie die we reeds voorzien hadden: een opsplitsing van Libië in twee staten. Dit doorvoeren is, zo lijkt het, de meest geëigende weg om verder  bloedvergieten te voorkomen. Maar misschien was dat al die tijd al het plan. Eén van de eerste dingen die in Benghazi gebeurde was namelijk het oprichten van een centrale bank

De wereld zou beter af zijn zonder vuurwapens. Toch bestaan ze. Hoe moeten we er mee omgaan?

Totale ontwapening of vrij wapenbezit?

Wat is beter: een maatschappij waarin iedereen tot de tanden bewapend rondloopt of een maatschappij waarin niemand wapens draagt? Verreweg de meeste Europeanen willen geen wapens, de Amerikanen zijn in meerderheid voorstander van meer wapens. Wie heeft er gelijk?

Het linkse standpunt
Pacifisten vinden vuurwapens in essentie moreel fout. Ze hebben namelijk maar één doel: andere mensen doden. Het doden van andere mensen is altijd verwerpelijk, dus er is geen enkele logische reden om met een vuurwapen rond te lopen. Als alle mensen zonder wapen rondlopen, is de kans veel kleiner dat een doorgedraaide psychoot zijn magazijn leegt op winkelend publiek. Ook gebeuren er vaak ongelukken met wapens. Als de wapenwetten streng genoeg zijn, voorkom je dat criminelen aan wapens komen en ze gaan gebruiken. Ook voorkom je zo dat psychisch instabiele mensen aan het moorden slaan.
Het is volgens pacifisten beter alleen verantwoordelijke, getrainde mensen zoals politieagenten en soldaten, met vuurwapens te laten lopen of nog beter: de grenzen zo goed te controleren dat er geen vuurwapen meet het land binnenkomt.

De wereld zou beter af zijn zonder vuurwapens. Toch bestaan ze. Hoe moeten we er mee omgaan?
De wereld zou beter af zijn zonder vuurwapens. Toch bestaan ze. Hoe moeten we er mee omgaan?

Het rechtse standpunt
Mensen zijn volgens conservatieven tot het slechte geneigd. Er bestaan veel slechte mensen die er geen been in zien om van wapens misbruik te maken. Wapenwetten en controles helpen niet, want criminelen trekken zich toch niets aan van wetten en ze zijn bereid veel moeite te doen om aan een wapen te komen. Immers: zo kunnen ze met vrij weinig moeite veel mensen beroven.
Daar is maar één kruid tegen gewassen: grootschalig wapenbezit, want zo weet een crimineel dat als hij zijn vuurwapen trekt, de kans groot is dat ook hij  wordt neergeschoten. Ook kan een bloedbad zoals in Alphen aan de Rijn en eerder in Duitsland, Finland en de VS worden voorkomen omdat wapenbezitters direct terugschieten en de man (of incidentele vrouw) uitschakelen.
Conservatieven vertrouwen verder de overheid niet. Alleen door massaal wapenbezit houden de machthebbers een gezond respect voor het volk.

Wat zegt onderzoek?
In Europa is in vrijwel alle landen wapenbezit verboden of aan strenge regels onderworpen. In Nederland moet een wapenbezitter lid zijn van een schietvereniging.   Toch vinden er onder criminelen de nodige afrekeningen plaats. Wel is het aantal doden door vuurwapens in Europa (en ook in Nederland) veel lager dan in de Verenigde Staten.

In de VS zijn er staten met strenge wapenwetten (zoals New York) en staten waar de overheid massaal wapenbezit sterk aanmoedigt (zoals Texas en Nevada). Opvallend is dat er in Nevada weinig doden vallen door vuurwapens. In landen met strenge wapenwetten, zoals Mexico, echter wel omdat er massaal Amerikaanse vuurwapens over de Mexicaanse grens worden gesmokkeld, met dodelijke gevolgen.

Geen compromis mogelijk
Wat in ieder geval niet werkt, is een halfslachtig wapenbeleid. De meeste slachtoffers door wapengeweld vallen in gebieden waar maar een kleine groep over wapens beschikt (de drugscriminelen in Mexico, bijvoorbeeld). Zij kunnen veilig hun wapens gebruiken. Er lijkt dus geen tussenweg te zijn. Of de hele bevolking moet totaal worden ontwapend en de grenzen hermetisch dicht (plus draconische straffen op wapenbezit en -gebruik), of wapenbezit moet massaal zijn, waarbij meer dan de helft van de bevolking over vuurwapens beschikt: het Nevada-model.

Driehonderd mensen per jaar sterven omdat ze niet op tijd een donororgaan krijgen. Er worden ook hondervijftig mensen per jaar vermoord. Kunnen moordenaars niet donororganen leveren?

Laat moordenaars donororgaan afstaan

Nederland kent een enorm tekort aan donororganen. Slechts een klein deel van de bevolking heeft een donorcodicil ingevuld en slechts een klein deel van alle sterfgevallen levert een bruikbaar donororgaan op.
Een levende orgaandonor is in veel opzichten ideaal. Waarom niet iemand die het leven van een medemens heeft genomen dwingen om het leven van een ander mens te redden?

Situatie met donororganen penibel
In Nederland overlijden honderd mensen per jaar die op de wachtlijst staan voor een donororgaan.

Honderd mensen per jaar sterven omdat ze niet op tijd een donororgaan krijgen. Er worden ook honderdvijftig mensen per jaar vermoord. Kunnen moordenaars niet donororganen leveren?
Honderd mensen per jaar sterven omdat ze niet op tijd een donororgaan krijgen. Er worden ook honderdvijftig mensen per jaar vermoord. Kunnen moordenaars niet donororganen leveren?
De reden is dat er maar weinig sterfgevallen zijn waarbij het lichaam nog in een goede conditie is. De belangrijkste doodsoorzaken: hart-vaatziekten en kanker, zijn ouderdomsziekten waarbij het lichaam van de patiënt na een langdurig ziekbed is gesloopt en in het geval van kankerpatiënten is bezaaid met tumorcellen. In feite komen vooral verkeersslachtoffers in aanmerking voor transplantaties. Echter: door de boeteregen en allerlei maatregelen om de verkeersveiligheid te bevorderen worden dit er steeds minder. Kortom: we kampen met een structureel tekort aan donororganen.

Steeds meer wanhopige patiënten met een de-facto doodvonnis gaan op zoek naar een nier of ander donororgaan in een arm land. De donor, vaak nauwelijks geschoold en afkomstig uit een achtergestelde groep, ontvangt maar een klein deel van het geld dat de Nederlandse patiënt betaalt. Het meeste geld verdwijnt in de zakken van tussenpersonen. Kortom: een schrijnend geval van uitbuiting van arme mensen; alleen als vrijwel alle geld bij de donor terecht zou komen zou er iets voor deze constructie te zeggen zijn.

Een nier of stuk lever voor een leven
In Nederland worden per jaar rond de 150 moorden gepleegd. Verreweg de meeste moorden vinden door één dader plaats. Het gaat hier meestal om jonge mannen in een uitstekende lichamelijke conditie. Kortom: een uitstekende bron van donororganen in een goede conditie.

Ethici zullen dit een ernstige schending van de lichamelijke integriteit noemen. Dat klopt. Gedwongen orgaantransplantatie is dat zeker. Echter: een moord is een nog veel ernstiger inbreuk op de lichamelijke integriteit. Ook de jarenlange vrijheidsbeperking die een gevangenisstraf inhoudt, is een schending van de mensenrechten. Elke bestraffing betekent het schenden van rechten van de veroordeelde. In tegenstelling tot andere straffen redt deze straf een leven: heeft dus netto een positief effect. Het enige positieve effect van gevangenisstraf is dat een misdadiger een paar jaar geen ellende kan aanrichten.

Therapeutische waarde
Voor nabestaanden van het slachtoffer kan het goed zijn om te weten dat in ieder geval de moordenaar ook een lichamelijke prijs betaalt voor zijn misdaad en dat in ieder geval de dood van zijn of haar dierbare niet tevergeefs is geweest (de reden dat nabestaanden vaak toestemming geven voor transplantatie). Ook kan dit de moordenaar (als dit geen psychopaat is) helpen om in het reine te komen met de schuldgevoelens, die deze in veel gevallen heeft door zijn daad.