Moeten kinderen aan gevaarlijke religieuze ideeën blootgesteld worden?
Pubermeisjes van een polygame afsplitsing van de Mormoonse kerk die door dreiging met hel en verdoemenis “instemmen” met een huwelijk met een vijftigjarige man met al twintig andere vrouwen. Meisjes van drie die na koranlessen “dood aan de joden” schreeuwen. Kinderen die op de kleuterschool onthoofdingen leren. Geloof, in sommige gevallen best rampzalig. Moeten we toelaten dat kinderen aan deze kwaadaardige ideeën bloot worden gesteld?
Jong geleerd, oud gedaan
Kinderen zijn erg beïnvloedbaar en nemen vaak alles aan, wat ouders en andere gezagspersonen tegen ze zeggen. In de meeste gevallen is dat handig of zelfs levensreddend. Bijvoorbeeld: Jantje, steek niet die spijker in het stopcontact, of: Liesje, de leeuw vindt het niet leuk als je hem aan zijn staart trekt. In enkele gevallen is dat uitermate gevaarlijk. Sommige mensen hebben namelijk hun eigen agenda, die ze belangrijker vinden dan het belang van het kind. Het bekendste voorbeeld zijn vanzelfsprekend kindermisbruikers, maar ook erg eng zijn ouders en religieuze figuren die kinderen ronduit kwaadaardige denkbeelden leren.
Zijn alle religieuze ideeën gevaarlijk?Religie is een kennissysteem. Het verschil van wetenschap, op dit moment het overheersende kennissysteem, met religie, is dat wetenschap (in theorie) gebaseerd is op de zogeheten wetenschappelijke methode: een cyclus van theorievorming en toetsing. Religie is gebaseerd op vermeende zekerheden, dogma’s. Dogmatiek is daarom een belangrijk onderdeel van theologie.
Over het algemeen is religie als kennissysteem inferieur aan wetenschap. De wetenschappelijke bevinding dat de aarde ruwweg 4,54 miljard jaar oud is, is nuttiger om de aarde te begrijpen dan het op christelijke dogmatiek gebaseerde geloof van de Ierse bisschop James Ussher dat de aarde zaterdag 22 oktober 4004 jaar voor Christus geschapen is door Jahweh.
Toch is dit op zich eerder een amusant dan een gevaarlijk idee. Er zijn ook waardevolle religieuze ideeën, bijvoorbeeld de regel in de meeste religies dat je je medemens zo moet behandelen als je zelf behandeld wilt worden. Over het algemeen zijn gelovige mensen gelukkiger en leven gezonder dan niet-gelovige mensen.
Helaas bevatten de meeste religies ook min of meer kwaadaardige ideeën. Een bekend voorbeeld is het uit het christendom en voodoo-religies stammende idee dat iemand die met schuim op de mond brabbelt, bezeten is door boze geesten. Daardoor loopt een epilepsiepatiënt behandeling mis, bij iemand met een hersenbloeding betekent dit zelfs de dood. Andere voorbeelden zijn moordaanslagen op ‘vijanden van de islam’ en het vermoorden van ex-moslims, die gebaseerd zijn op een letterlijke interpretatie van de koran en vooral hadith, m.a.w. de bronnen van de islamitische dogmatiek.
Religieuze ideeën en kinderen
Kinderen nemen dingen vaak letterlijk en kunnen erg bang worden voor religieuze zaken als de hel, de duivel en boze geesten. Ook leren kinderen soms om mensen van andere geloven te haten. Dingen die volgens het strafrecht niet toegestaan zijn, zoals discriminatie en groepsbelediging, worden kinderen aangeleerd onder het mom van godsdienst. Daarom denk ik dat er een ban moet komen op kwaadaardige religieuze ideeën. Ideeën die bewezen leiden tot menselijk leed. Deze ideeën mogen niet gedeeld worden met kinderen onder bijvoorbeeld de twaalf jaar. Wat dat betreft moet er geen onderscheid zijn tussen religieuze en niet-religieuze ideeën.