Een vreemde taal leren kost veel inspanning, vooral als het je eerste vreemde taal is. Vreemde talen zijn vooral moeilijk, omdat ze nogal onlogisch zijn. Waarom hebben we in het Nederlands bijvoorbeeld de en het, of sterke werkwoorden? Dat maakt de taal onnodig ingewikkeld. Ook vreemde talen kennen dit soort lastige elementen. Esperanto kent dit soort onzinnige regels niet, waardoor de taal veel sneller is te leren dan natuurlijke talen.
Ook aardig aan Esperanto is dat met enkele vormen heel veel verschillende nieuwe woorden zijn te maken. Bijvoorbeeld: kato is kat, katido is kitten, katino is poes etcetera. Daarom hoef je veel minder woorden te leren dan in andere talen.
Zelf proberen om Esperanto te leren met je kinderen? Op Duolingo staat een gebruiksvriendelijke cursus (Engelstalig). Ik kreeg de basisbeginselen onder de knie in enkele dagen.
Talen zijn vaak uitermate onlogisch. Waarom hebben we in het Nederlands bijvoorbeeld ‘de’ en ‘het’, in plaats van één bepaald lidwoord, zoals het Engelse ’the’. Er zijn nog ergere talen, zoals het Engels, waar je elk woord twee keer moet leren: op de manier waarop je het uitspreekt en de manier waarop je het schrijft. Zou het niet mooi zijn als er een taal bestond die al deze onlogische elementen niet bevat, en die je daarom heel snel zou kunnen leren?
Kunsttalen
Het goede nieuws: een dergelijke taal bestaat. Meerdere van dergelijke talen zelfs. De meest populaire kunsttaal is het Esperanto. Ik las berichten over het gemak waarmee Esperanto te leren is en besloot eens de proef op de som te nemen. Er is nu een erg gebruiksvriendelijke gratis Esperanto-cursus op Duolingo, waar ik voor mijn linguïstische leer-experiment gebruik van heb gemaakt. (Voor de trouwe lezers, dat was de reden dat ik weinig actief was afgelopen dagen).
En inderdaad: de taal is veel makkelijker te leren dan de andere talen die ik spreek. De gemiddelde student kan de taal in een tot twee weekenden intensief studeren onder de knie krijgen.
Waarom is Esperanto zo makkelijk te leren?
De grammatica van Esperanto is simpel en logisch. Zo is er maar één lidwoord: la, eindigen alle zelfstandig naamwoorden op -o en alle meervouden op -oj. Er is maar één werkwoordsvorm: geen gezanik met d, t of dt dus, maar mi estas, vi estas, ni estas (ik ben, jij bent, wij zijn). Je schrijft alles zoals je het uitspreekt. Even wennen zijn wel de tekens met een dakje (^; accent circonflexe in het Frans), zoals û. De c wordt uitgesproken als ts, dus pizza is in het Esperanto pico, “pietso”. De klanken zijn verder gelijk aan het Nederlands, al ontbreken tongbrekende klanken zoals de beruchte harde g.
Wat heb je aan Esperanto?
Een taal is vooral waardevol omdat je daarmee met andere mensen kan spreken. Zo heeft het bijvoorbeeld meer zin om Mandarijn-Chinees of Engels te spreken, die door meer dan een miljard mensen als eerste of tweede taal gesproken worden, dan Kernewek. Dit is de ooit uitgestorven taal van Cornwall, die maar door vijfhonderd mensen wordt gesproken, voornamelijk als tweede taal. Laat staan de fantasietaal Klingon (vier mensen die het vloeiend spreken). Esperanto zit daar wat aantallen sprekers betreft tussen in. Er zijn naar schatting ongeveer tussen de een en twee miljoen Esperantisten, over het algemeen nieuwsgierige, creatieve en redelijk slimme mensen.
Het eerste, en grootste, voordeel van Esperanto spreken is dat je kennis maakt met die mensen en het wereldwijde Esperanto-wereldje. Een bekend initiatief is bijvoorbeeld Pasporta Servo, waarbij esperantisten op reis onderdak vinden bij andere esperantisten. Ga je bijvoorbeeld naar Japan, dan kan je Esperanto spreken met gastvrije esperantisten in plaats van dat je het slecht verstaanbare Engels van de gemiddelde Japanner moet proberen te begrijpen. Stel je een slaapplek ter beschikking, dan krijg je vrienden van over de hele wereld.
Er zijn 25.000 boeken in het Esperanto vertaald.
Als je er altijd al tegen hebt opgezien om een vreemde taal te leren is Esperanto een goed begin. Er zijn geen uitzonderingen, geen tongbrekende klanken en grotendeels bekende woorden. Zowel de Germaanse, Romaanse als Slavische talen inspireerden Leonhard Zamenhof, de grondlegger van Esperanto. Dit betekent dat je gevoel krijgt voor grammatica en niet-Nederlandse zinsconstructies.
Kaj mi estos klare: estas mojosa paroli aliuna lingvo en pluraj ĉe tagoj.
(En laat ik eerlijk zijn: het is cool om een vreemde taal in enkele dagen te kunnen leren spreken).
Na een week Esperantovakantie te hebben gehad in Italië waar mensen van o.a. Japan, Vietnam, Rusland, China, Brazilië en de VS aanwezig waren, moest ik tot de conclusie komen dat met de komst van het internet de uitgangspositie van het Esperanto revolutionair verandert is. Esperanto lijkt meer dan 100 jaar te hebben gewacht op het internet.
Voor de mensen die niet bekend zijn met Esperanto en korte inleiding. Esperanto werd in 1887 gelanceerd door een Poolse oogarts, Zamenhof. Zijn idee was om een gemakkelijk te leren, politiek neutrale taal te scheppen die nationaliteit overstijgt om zo open communicatie en begrip tussen mensen met verschillende moedertalen van over de hele wereld te stimuleren.
Een ambitieus en visionair plan. :)
Esperanto (listen (help·info)) is the most widely spoken constructedinternational auxiliary language. Estimates of Esperanto speakers range from 100,000 to 2,000,000 active or fluent speakers worldwide, including perhaps a thousand native speakers who learned Esperanto from birth as one of their native languages.
The first World Congress of Esperanto was organized in France in 1905. Since then congresses have been held in various countries every year with the exception of years in which there were world wars. Although no country has adopted Esperanto officially, Esperanto was recommended by the French Academy of Sciences in 1921 and recognized in 1954 by UNESCO (which, in 1985, recommended it to its member states). In 2007 Esperanto was the 32nd language that adhered to the “Common European Framework of Reference for Languages: Learning, Teaching, Assessment (CEFR)”, which rates a language in skilllevels from A1 to C2.
On February 22, 2012, Google Translate added Esperanto as its 64th language. With about 184,000 articles, Esperanto has the 32nd-largest Wikipedia as measured by the number of articles, and the largest Wikipedia in a constructed language.
Voor de komst van het internet moest het Esperanto eigenlijk altijd de concurrentie aangaan met de nationale taal van een land of met die van de op dat moment dominantie buitenlandse cultuur. Het nut voor een individu om Esperanto te leren was redelijk miniem op het moment dat hij of zij niet ook een flink aantal mensen in zijn of haar directe omgeving wist over te halen. Dit is echter radicaal verandert sinds de opkomst van het internet.
Een individu die nu het Esperanto leert heeft toegang tot een zee aan mogelijkheden om de taal online te leren. Lernu.net, een platform om Esperanto te leren en waar Esperanto in meer dan 41 verschillende talen wordt onderwezen telde afgelopen maand haar 150.000ste geregistreerde persoon.
Ook is het nu niet langer nodig dat “de buurman en buurvrouw” de taal ook leren want met dank aan o.a. twitter, skype, facebook, etc. kunnen mensen direct met andere Esperantosprekers van over de gehele wereld in contact komen. Zo is er onder meer een facebook groep met meer dan 11.000 Esperanto sprekers van over de hele wereld waar 24 uur per dag op gesproken en gediscussierd wordt.
Hoe zinvol of zinloos het is voor een individu om Esperanto te leren is hiermee eigenlijk helemaal losgekoppeld geraakt van wat het collectief om hem of haar heen doet. En dat is een enorme vooruitgang voor het individu die interesse heeft om mensen van over de hele wereld te ontmoeten en daarmee te praten in deze gemakkelijk te leren en nationaliteits overstijgende taal.
Of Esperanto ooit de collectieve wereldtaal zal worden is onduidelijk maar voor het individu die een oprechte interesse heeft in andere mensen, landen en culturen en daarnaast avontuurlijk is ingesteld en van reizen houdt is dat ook helemaal niet meer nodig. Esperanto heeft zich voor die groep mensen met dank aan het internet ontwikkeld tot een wereldwijd gereedschap wat al volop gebruikt wordt. Door het internet worden er elke dag meer kruisverbanden tussen wereldburgers van over de gehele planeet aarde gelegd met gebruik van het Esperanto.
Mochten mensen meer willen weten over Esperanto, stel je vraag in de reacties. Als persoonlijk ervaringsdeskundige zal ik proberen alle vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.
In deze TEDx video legt Tim Morely uit hoe kinderen via het leren van Esperanto op jonge leeftijd hun latere taalvaardigheden aanzienlijk verbeteren. Hij is docent van het initiatief Springboard 2 Languages die met dit programma kinderen in o.a. de UK en Australië Esperanto onderwijzen.
Hij heeft een interessant verhaal en maakt duidelijk dat als je muziek aan kinderen wilt leren je ook met de blokfuit begint en pas later met de tuba, viool of het drumstel. In dit licht moet het onderwijzen van Esperanto op school aan jonge kinderen ook worden gezien. Het doel is niet dat ze later Esperanto (de blokfluit) spreken, het doel is dat ze via deze gemakkelijk te leren taal ervaring opdoen met het leren van talen, kennis krijgen over taal structuur, uitspraak, grammatica etc. en vertrouwen opdoen dat ze een niet moedertaal onder de knie kunnen krijgen. Hierna kunnen ze dan op latere leeftijd gemakkelijk een buitenlandse nationale taal leren zoals het Frans, Duits of Chinees (de tuba, viool of het drumstel).
Kortom een interessant verhaal met verrassende invalshoeken en wellicht nog belangrijker zeer inspirerende resultaten.
Tim Morely thinks that every student should learn Esperanto. In this unexpected and persuasive talk, he makes the case that this supposedly archaic tongue can set up a kid for a lifetime of learning languages.
Previously a computer programmer, Tim Morley is now a teacher of English and French. He is pioneering an innovative programme for introducing young children to foreign language awareness using the constructed language of Esperanto.
Voor ouders die dit idee wel zien zitten maar waar Esperanto (nog?) niet onderwezen wordt aan hun kinderen op school is www.lernu.net een handig startpunt om kinderen al op vroege leeftijd bekend te maken met een gemakkelijk te leren, niet eigen moedertaal, zodat ze dezelfde positieve effecten kunnen opdoen als in de video worden weergegeven.
Is het tijd dat de onderwijspartijen hier ook eens naar gaan kijken of er zo niet flinke verbeteringen zijn te maken in het taalonderwijs in Nederland? Zou het verstandig zijn om alle basisschoolkinderen in Nederland vanaf hun 4de bekend te maken met Esperanto zodat ze later met meer succes vreemde nationale talen kunnen gaan leren? Wat denken de lezers hier van dit idee?
Als laatste artikel over Esperanto een stuk praktijk. (Zie eerdere artikels 1, 2 en 3) Toen Zamenhof de taal lanceerde stuurde hij naar veel mensen korte teksten in het Esperanto met wat uitleg erbij zodat mensen zelf konden uitpuzzelen wat hij had geschreven. Hierdoor bleef het niet alleen bij een mooi idee maar konden mensen direct de taal in de praktijk ervaren.
Hieronder een voorbeeld van één van deze korte teksten die hij meestuurde. Hij heeft de tekst met dusdanig gemaakt dat mensen kunnen zien wat de stammen zijn en wat de verschillende uitgangsvormen zijn:
Kar-a amik-o!
Mi imag-as kia-n vizaÄ-o-n vi far-os post la ricev-o de mi-a leter-o. Vi rigard-os la sub-skrib-o-n kaj ek-kri-os: ” Ĉu li perd-is la saÄ-o-n? Je kia lingv-o li skrib-is? Kio-n signif-as la foli-et-o, kiu-n li aldon-is al si-a leter-o?” Trankvil-iÄ-u, mi-a kara-a! Mia saÄ-o, kiel mi almenaÅ kred-as, est-as tut-e en ordo.
Een korte uitleg kun je vinden in de film Esperanto Estas, de film heeft Nederlandse ondertiteling en in deel 4A wordt over de grammatica uitgelegd (vanaf 2 min 48) en in 4B worden een aantal voorbeelzinnen gegeven (vanaf begin), zo hoor je de taal ook gelijk. Na de korte uitleg in deze films zullen de meeste mensen alle grammatica die in het voorbeeld wordt gebruikt begrijpen. Voor de mensen die er qua woorden nog niet helemaal uitkomen kan een online woordenboek uitkomst bieden en hierbij wat tips voor de woorden met dakjes erop. (vizaÄo = gezicht, ĉu = woord om een zin vragend te maken, saÄo = verstand, almenaÅ = tenminste)
Nog een ander voorbeeld uit de praktijk. Na 1 les Esperanto ben je reeds in staat om zinnen van het volgende formaat en complexiteit te vormen:
1. La knabo estas en la domo. 2. Pomoj kaj piroj estas fruktoj. 3. La boato estas de la infano. 4. La folioj falas de la arboj. 5. Kio estas tio? 6. Tio estas floro. 7. Li estas amiko de sinjoro Bakker. 8. La infanoj estas en la urbo. 9. La suno brilas. 10. Ni sidas en la boato kaj li sidas sur la planko. 11. Helpman estas parto de la urbo Groningen.
Ook hier zullen de meeste mensen waarschijnlijk al grotendeels begrijpen wat er staat. Probeer deze zinnen ook eens naar het Duits, Frans of Engels te vertalen, of voor de echte taalfanaten naar het Arabisch of Kantonees, en probeer jezelf te herinneren of je ook al dit soort zinnen kon maken na 1 les in die taal. (Deze zinnen komen uit een online cursus Esperanto waar je ook de uitleg en antwoorden kunt vinden mochten die nodig zijn.) Als prijs voor degenen die het succesvol weten te vertalen, de mogelijkheid tot gratis logeeradressen over de hele wereld. Zo wordt die droom van een wereldreis ook direct veel concreter!
Tot zover deze praktijkvoorbeelden van de taal. Ik ben heel benieuwd of mensen eruit komen, of de voorbeelden als moeilijk of gemakkelijk worden ervaren en of mensen een gevoel hebben gekregen van de taal. Hier is een overzicht te vinden van hoe je Esperanto kunt leren voor de mensen die nieuwsgierig zijn geworden en interesse hebben om zich verder te verdiepen in de taal.
Het onderwerp Esperanto is al enkele keren aan bod gekomen. Uit de reacties op de artikelen begrijp ik dat het idee over het algemeen als interessant wordt gezien, er zijn daarnaast echter ook nog een heleboel vragen. Hierbij een poging om die vragen grotendeels te beantwoorden. Voor de mensen die nog niet weten wat Esperanto is, zij kunnen de artikelen die hier eerder op de website over verschenen bekijken op Esperanto, een taal die de wereld opent, en Esperanto als Europese taal?
1. Wat is Esperanto? Esperanto is een handig communicatiemiddel voor gesprekken tussen mensen met verschillende moedertalen. De wereld wordt steeds internationaler. Mensen, geld en goederen bewegen zich steeds vrijer. Maar omdat de mensen verschillende talen spreken, die lastig aan te leren zijn, kunnen gedachten zich niet zo volkomen vrij bewegen. Esperanto is een oplossing die zeer makkelijk taalbarrières overbrugt. Wie Esperanto leert, zegt tegelijkertijd: “Ik sta open voor de wereld”.
2. Hoeveel mensen spreken Esperanto, wereldwijd gezien? Genoeg om te kunnen zeggen dat men de smaak van een echte internationale gemeenschap te pakken kan krijgen. Er is jammer genoeg geen enkele manier om erachter te komen hoeveel mensen Esperanto spreken, net zomin als het mogelijk is om te tellen hoeveel mensen Latijn spreken, of, buiten China, Chinees. Het aantal ligt waarschijnlijk ergens tussen de 50.000 en twee miljoen. In ieder geval zijn er genoeg esperantisten, en voldoende verspreid over deze planeet, om een groeiende internationale cultuur te bewerkstelligen.
3. We hebben toch al het Engels als internationale taal. Hebben we echt een nieuwe taal nodig? Nieuwe culturen brengen nieuwe talen voort. De internationale cultuur is hierop geen uitzondering.
Het Engels is een fantastische taal, net zoals elke andere taal fantastisch is binnen zijn eigen cultuur. Maar is het Engels echt “internationaal”? Hier zijn drie dingen om over na te denken:
Geen van de vele organisaties die diverse staten of regeringen omvatten (zoals de UN, de Europese Unie of Interpol) gebruikt alleen maar het Engels, en hetzelfde geldt voor het merendeel van de internationale niet-regeringsorganisaties. Het is een feit dat zowel de UN als de EU meermaals genoodzaakt waren om het aantal officiële talen uit te breiden.
De gedachte dat men het Engels overal ter wereld kan gebruiken, is een illusie. Een bezoek aan Zuid-Amerika, gebieden in Afrika waar men o.a. Frans, Russisch, Chinees, Japans spreekt, toont duidelijk aan dat het werkelijk een illusie betreft wanneer men met mensen probeert te praten buiten het gangbare circuit van grote hotels, vliegmaatschappijen en dergelijke. Zelfs in Europa kan men vaak niet met Engels terecht, en waar dat wel mogelijk is, is het spectrum aan bespreekbare onderwerpen in het algemeen beperkt.
Veel Japanners en Chinezen leren tien jaar Engels op school, toch kan het grootste gedeelte van de leerlingen het niet spreken. En maar zeer weinig Europeanen kunnen na een meerjarige studie van het Engels de vaardigheid bereiken die een geboren spreker bezit. Esperanto kan na een relatief korte studieperiode en oefening een taal worden die men als eigen taal voelt.
4. Kan een levende taal blijven bestaan zonder een eigen volk of land? Ja. Wat niet kan, is een levende taal zonder gemeenschap van mensen die hem gebruiken, liefhebben en vertroetelen, maar die gemeenschap kan iets anders zijn dan een volk, en verspreid zijn over de hele aardbol. In de middeleeuwen was het Latijn een levende taal zonder volk: een professor uit Cambridge, Koln of Praha gaf destijds les in Parijs in het Latijn, en iedereen vond dat normaal. De gemeenschap van Esperanto-sprekers lijkt in zekere zin op een volk, waarin mensen uit elk volk deelnemen, die hun eigen identiteit behouden maar er een nieuwe, “menselijke” identiteit aan toevoegen. Men zou kunnen zeggen dat Esperanto een “volk” bezit, dat de hele wereldbevolking zou kunnen zijn.
Niet huidskleur en ontbijtgewoontes geven het leven aan een taal, maar de wil om te communiceren. Dat die wil bestaat, toont het Internet aan, dat in de afgelopen jaren explosief is gegroeid. Die ontwikkeling was mogelijk, doordat men overeenkwam dat computers onderling dezelfde code, d.w.z. taal, gebruiken wanneer ze met elkaar communiceren, of ze nu uit de Macintoshwereld, de Windowswereld of Unix/Linuxwereld komen. Het was een logische ontwikkeling. Waarom zou die logica niet opgaan voor mensen uit verschillende culturen en talen?
5. Is het de bedoeling dat het Esperanto de andere talen op den duur gaat vervangen? Absoluut niet. Esperanto is juist een verdedigingsmiddel voor het bestaansrecht van elke taal.
Een van de grote voordelen van Esperanto is dat het geen landstaal is, maar een taal die gebruikt wordt door mensen met een verschillende taalachtergrond om meningen en gedachten uit te wisselen, of gevoelens uit te drukken. Esperanto is dus geen concurrent van nationale of plaatselijke talen, maar draagt juist bij aan het afschaffen van de taalonderdrukking die op dit moment op verschillende manieren plaatsvindt op de wereld.
Bovendien is de mogelijkheid om direct persoonlijk contact te leggen met mensen uit een andere cultuur waarschijnlijk de effectiefste methode om meer te weten te komen over de ons omringende culturele en menselijke diversiteit en zich daarmee te verrijken. Zulke ervaringen vergroten vaak de nieuwsgierigheid naar en belangstelling voor andere talen en culturen.
Veel mensen die Esperanto geleerd hebben, krijgen zelfvertrouwen – “Kijk, ik kan een vreemde taal leren!” en veel van hen zijn later een andere taal gaan leren. Veel esperantisten zijn niet alleen in het Esperanto geïnteresseerd, maar ook in vreemde talen en culturen in het algemeen.
6. Is de grootschalige invoering van het Esperanto niet een utopie? Het lijkt een ongeloofwaardig idee. Elke belangrijke en nuttige vooruitgang is het realiseren van een droom. Alleen zij die nu al de toekomstige ontwikkeling kennen, kunnen zeggen of iets een utopie is of niet. Wie bijvoorbeeld had in mei 1989 de val van de Berlijnse muur voorzien, of het uiteenvallen van de Sovjetunie? Mensen kunnen gewoon niet in de toekomst kijken. In veel sciencefiction-romans zouden ingewikkelde toestanden niet bestaan hebben als de spelers een mobiele telefoon hadden gehad. Die zijn nu aan de orde van de dag, maar schrijvers van toekomstromans hebben het niet verzonnen. Zijn de industriële revolutie en de huidige technische ontwikkeling niet één grote utopie die voortdurend werkelijkheid wordt?
Op dit moment is Esperanto veel meer dan een utopie. Het is een echt voorstel, een resultaat van 120 jaar gebruik, op alle continenten en onder alle omstandigheden van het leven.
De taalproblemen die we vandaag de dag meemaken in internationale communicatie zitten dringend om een oplossing verlegen. Mensen denken wel eens “het probleem was er altijd en zal ook wel altijd blijven” maar de geschiedenis wemelt van problemen die opgelost zijn. Is het ondenkbaar dat we erin zullen slagen dit probleem ook op te lossen?
Het kan veel esperantisten helemaal niet schelen of Esperanto ooit op grote schaal wordt ingevoerd. Ze genieten gewoon van de taal en van de wereldgemeenschap eromheen, bijvoorbeeld door te corresponderen, te reizen of muziek te maken.
7. Tegenwoordig zijn steeds meer mensen geïnteresseerd in het spreken van een dialect. Is dit niet tegenstrijdig met het idee van het Esperanto als internationale taal? Paradoxaal genoeg leidt de aandacht voor dialecten in dezelfde richting als de belangstelling voor het Esperanto.
Dialecten zijn vaak beter in staat gevoelens en relaties uit te drukken die specifiek zijn voor een plaatselijke, vaak kleine gemeenschap. Op eenzelfde manier is het Esperanto speciaal geschikt om uit te drukken wat niet behoort tot landelijke of plaatselijke cultuur, maar wat alle mensen gemeen hebben. In het ideale geval kent elk mens drie talen en drie identiteiten: een plaatselijke, een nationale of regionale, en een mondiale. De ervaring leert dat deze zonder problemen kunnen samengaan. Een inwoner van Colmar, Frankrijk, spreekt thuis zijn Duitse Elzasdialect, kent de landstaal (Frans) en gebruikt daarnaast het Esperanto in zijn contacten met de rest van de wereld; hij voelt zich tegelijkertijd Elzasser, Fransman en wereldburger, en heeft waarschijnlijk een rijker cultureel leven dan een Fransman die alleen maar Frans beheerst.
8. Is het niet zo dat elk volk een andere variant van het Esperanto spreekt, zodat zij elkaar niet meer kunnen verstaan? Wanneer de talen niet op elkaar lijken is dat een aanduiding dat de volken ofwel geen wederzijds contact willen, ofwel niet kunnen hebben. Het Latijn werd meerdere eeuwen over een uitgestrekt gebied gebruikt, en in die tijd bleef het onverdeeld. Pas na de val van het Romeinse Rijk splitsten zich allerlei dialecten af en ontstonden de Latijnse talen, waarmee het onderling contact verviel. De ontwikkelingen in de techniek hebben de vraag al beantwoord of we contacten kunnen leggen–satellieten, computernetwerken, draagbare telefoons, massacommunicatiemiddelen, treinen, vliegtuigen, auto’s… en Esperanto is op zichzelf een sterke uitdrukking van het feit dat mensen echt direct onderling contact willen hebben.
9. Is Esperanto niet tegennatuurlijk, omdat het een gecontrueerde taal is? Elke taal is het product van menselijke creativiteit. Veel dingen die ons natuurlijk voorkomen, zoals brood, rozen, varkens, honden, komen uiteindelijk ook voort uit de toepassing van onze creativiteit op de natuur. De basisstructuur van het Esperanto is ontstaan door het selecteren en verfijnen van eigenschappen die de evolutie in de verschillende ‘natuurlijke’ talen heeft doen ontstaan. Daardoor doet Esperanto zeer natuurlijk aan. Die natuurlijke indruk komt ook doordat het Esperanto, net zoals het merendeel van de talen, zich houdt aan de natuurlijke neiging van het menselijk brein om betekenisonderdelen in de taal te generaliseren. In veel talen bestaat een apart woord voor het concept ‘beter’. Kinderen die zo’n taal leren spreken, gebruiken echter eerst de uitdrukking ‘goeder’, omdat ze de betekenis van ‘-er’ opmerken in ‘langer’, ‘jonger’, ‘mooier’ enz, en dat abstraheren naar het begrip ‘goed’. Slechts na veelvuldig corrigeren door ouders, juffen en meesters, of uit drang de anderen te imiteren, vervangen zij de natuurlijke vorm door de juiste, ‘normale’ vorm. Zo gaat het met alle onregelmatigheden. Er zijn talen waarin men bij het vormen van een werkwoordsvorm niet de gebruikelijke methode hanteert, nl. een achtervoegsel gebruiken of veranderen, maar wijzigt men een klinker in het werkwoord (nemen – nam). Ook in die gevallen merkt men op dat kinderen of buitenlanders in het begin van nature de algemene regel toepassen en niet direct de onregelmatigheden zich eigen maken. Zulke moeilijkheden komen in het Esperanto veel minder voor. Wat wonderlijk is bij het ontstaan van het Esperanto, is dat de initiatiefnemer, L.L. Zamenhof, erin slaagde omstandigheden te scheppen waaronder de taal iets levends kon worden, indien verschillende mensen hem zouden gebruiken om in de praktijk met elkaar te praten. Dat gebeurde daadwerkelijk, en het gebruik ervan veranderde het project in een levende taal. Waar de onbekende oogarts uit Warschau in het jaar 1887 de kiem van legde in de vorm van een kleine brochure, was in feite niet meer dan een zaadje. Wel een zaadje dat in vruchtbare aarde viel (mensen die verlangden naar een taal die taalbarrières kon doorbreken) en dat in die aarde tot een levende taal kon uitgroeien. Hoewel het zaad van Esperanto maar door een enkeling is gezaaid, ontwikkelt de taal zich net als andere talen, namelijk door het gebruik. Hoewel de basis altijd hetzelfde zal blijven, zoals in het boek Fundament van Esperanto is gepubliceerd, heeft de taal nu heel wat woorden en uitdrukkingen die zij honderd jaar geleden niet had. Esperanto wordt dus voortdurend rijker. De ontwikkeling en documentatie van de taal wordt gevolgd door de Academie van het Esperanto.
10. Waarom doen vooraanstaande taalkundigen negatieve uitspraken over het Esperanto? Taalkundigen begrijpen de complexiteit van een taal het best. Misschien is het wel juist daarom dat veel van hen, die overigens zeer bekwaam zijn, niet kunnen geloven dat Esperanto kan functioneren als een volledige, levende taal en dus de moeite waard is om onderzocht te worden.
Een taal is iets zo complex en kwetsbaars, dat het verschijnen van een echte, rijke, levende taal gebaseerd op een ontwerp van een jongeling (Zamenhof was pas 27 jaar toen hij Esperanto aanbood, na meer dan tien jaar aan de taal te hebben gewerkt) iets uiterst onwaarschijnlijks is. Natuurlijk is men sceptisch. Maar als men de feiten nagaat, kan men zien dat Esperanto wonderwel werkt in internationale communicatie.
11. Kan het Esperanto gebruikt worden voor diepgaande discussies, poëzie en voor het onder woorden brengen van gevoelens? Jazeker. Poëzie staat al in de eerste brochure die in 1887 uitkwam. Er verschijnen regelmatig dichtbundels, en vele beroemde klassieke gedichten zijn in het Esperanto vertaald.
Het gegeven dat er goede Esperantovertalingen bestaan van de Monadologie van Leibniz, de Sonnetten van Shakespeare, verschillende Kuifjeboeken van Hergé, In de Ban van de Ring van Tolkien, van Hongerige Steen van Tagore, het Dagboek van de Gek van Lu Xun, de Bijbel, de Koran en de Analecten van Confucius, en dat er veel poëtische werken verschijnen, bewijst de geschiktheid van het Esperanto voor literair werk.
Een discussie wint aanzienlijk in helderheid, onderscheidbaarheid en kwaliteit, wanneer alle sprekers zich direct kunnen uitdrukken in een taal die ze aanvoelen, die ze goed beheersen, en wanneer de toehoorders direct begrijpen wat er gezegd wordt, doordat ze zich in de gebruikte taal thuisvoelen. Dit wordt duidelijk aangetoond door uitgebreide ervaring in de jaarlijkse Esperanto wereldcongressen en in de vele internationale bijeenkomsten, seminars over wetenschappelijke onderwerpen, zomeruniversiteiten enz. die jaarlijks plaatsvinden en waar onderwijs, discussie en wandelganggesprekken in het Esperanto plaatsvinden.
De geschiedenis verhaalt over veel mensen uit verschillende werelddelen die hun gevoelens uitten in het Esperanto. Onverschillig of dat in boeken, liederen, gedichten was, of in ontmoetingen tussen mensen. Wie deelneemt aan het leven in de Esperantogemeenschap, weet dat men in het Esperanto iemand kan uitschelden en bitter ruzie kan maken, en evengoed zijn solidariteit kan uitspreken, zijn deelname met iemand in groot verdriet, of de diepste liefde.
12. Waarom zou je Esperanto willen spreken? Hoe kun je de taal in de praktijk gebruiken? Met het leren van Esperanto heb je direct beschikking over een wereldwijd netwerk van taalgenoten. Op Pasporta Servo, het gratis reisnetwerk van Esperanto kun je zien waar o.a. overal Esperantisten zijn. Daarbij kun je als je Esperanto spreekt deze mensen allemaal bezoeken en krijg je gratis onderdak. En hoogstwaarschijnlijk ook heerlijke lokale gerechten en een lokale tolk die je de ins en outs van het gebied kan vertellen. Een geheel nieuwe reiservaring.
Daarnaast is door het internet de gemeenschap van Esperanto ook veel gemakkelijker te bereiken dan ooit tevoren. Zo heb je een duidelijke overzichtswebsite waar je vele nuttige websites in het Esperanto kunt vinden met Grappige strips, Esperanto TV, Podcasts, Literatuur, Facebook groepen, en nog vele andere zaken.
Er is een enorme verscheidenheid aan talen op de wereld. Elke taal heeft haar eigen waarde, haar eigen cultuur en elk persoon voelt, beleeft en droomt in zijn of haar eigen taal. Voor communicatie buiten je eigen groep is het echter nodig een andere taal naast je eigen taal te leren. Wereldwijd zijn er 6.912 officieel erkende talen, Europa kent binnen haar grenzen 239 verschillende talen.Internationale communicatie wordt met zoveel verschillende talen snel ingewikkeld.Binnen de Europese unie worden sinds 1 januari 2007, 23 talen gebruikt. Met 23 officiële talen zijn 506 talencombinaties mogelijk, aangezien elke taal vertaald kan worden in de 22 andere. Om deze uitdaging aan te kunnen beschikt het Europees Parlement over diensten voor vertolking, vertaling en controle van juridische teksten. Deze tolken kosten niet alleen geld, al dat vertaalwerk zorgt er ook voor dat de communicatie langzamer verloopt omdat overal een stap tussen zit. Met deze 23 talen vergt de Europese samenwerking al een monsterinspanning, en dit terwijl er in de EU nog maar 1/10 van de talen die er in totaal in Europa zijn wordt gebruikt. Op het moment dat we alle 239 talen die Europa rijk is zouden gebruiken, zijn er maar liefst 56.882 talencombinaties mogelijk. Het is helder dat dit een een zeer complexe operatie gaat worden en wellicht een onbegonnen taak is.Is er een oplossing voor dit Europese taalprobleem? Zou er niet een oplossing bedacht kunnen worden die ervoor zorgt dat we binnen Europa met 1 taal in de internationale gemeenschap communiceren terwijl we de diversiteit van alle 239 talen die we hebben binnen Europa kunnen waarborgen? Wat zouden de kenmerken van zo een gezamenlijke taal moeten zijn?
Als eerste zou het handig zijn dat de taal relatief gemakkelijk te leren is. Op die manier is de taal zo toegankelijk mogelijk en vergt het een minimale inspanning van de mensen om maximale communicatie mogelijk te maken. Daarnaast zou het praktisch zijn als de taal politiek neutraal is en niet toebehoort aan een bepaald land, natie of politiek systeem. Een taal die nationale belangen overstijgt en daarmee onderlinge nationalistische spelletjes buitenspel zet. Het zou een taal zijn die ervoor zorgt dat alle mensen die deze taal spreken op gelijke voet staan met elkaar. Nu leren grote landen vaak geen enkele buitenlandse taal terwijl kleinere landen er vaak meerdere leren. Als er vervolgens communicatie plaatsvindt tussen de partijen dan zijn de mensen die de taal vanaf de geboorte spreken ook nog eens in het voordeel. Het zou dus een taal moeten zijn die ervoor zorgt dat alle huidige bestaande talen binnen Europa met evenveel respect behandeld worden en dat hun waarde gewaarborgd blijft.
Kortom een taal die eenvoudig te leren is, die politiek neutraal is, die gelijkheid onder de sprekers voorstaat en die de huidige diversiteit van talen binnen Europa respecteert. Dat zou ideaal zijn.
Gelukkig hoeven we niet ver te zoeken want deze taal bestaat al. Een taal die aan al deze vereisten voldoet is Esperanto. Esperanto zou ideaal zijn als gezamenlijke internationale taal in Europa. Als ieder land in Europa Esperanto als gezamenlijke Europese taal invoert naast de eigen regionale en nationale taal dan zijn er voor Europese samenwerking geen 56.882 talencombinaties maar slechts 239 nodig, terwijl alle talen in Europa dan gelijkmatig gerespecteerd worden. Dit zorgt voor een veel simpelere en efficiëntere manier van communicatie. Dit bespaart niet alleen heel veel kosten, het maakt de communicatie tussen landen binnen Europa aanzienlijk sneller en efficiënter.
Esperanto kan er daarnaast voor zorgen dat Hongaren op gelijke voet kunnen communiceren met Engelsen en dat de Finnen en de Italianen gezellig bij elkaar op vakantie kunnen zonder grote communicatiebarrières.
Frankrijk, Engeland, Duitsland en Spanje hoeven niet langer te ruziën over wie precies wiens taal juist wel of niet zou moeten leren, en kleine landen zoals Nederland hoeven niet langer 3 tot 4 talen te onderwijzen maar kunnen met 1 of 2 talen terecht zodat er meer tijd vrij komt voor andere belangrijke vakken zoals de natuurwetenschappen.
Esperanto als gezamenlijke Europese taal naast ieders regionale en nationale taal geeft tevens een eigen identiteit aan Europa. Noord-Amerika heeft het Engels, China het Mandarijn, Rusland het Russisch en India het Hindi-Urdu, hoe mooi zou het zijn als Europa dan haar eigen taal heeft. Esperanto is gemakkelijker te leren dan welke nationale taal ook en daarmee is het tevens een gebaar naar de gebieden buiten Europa. Zij hoeven slechts Esperanto te leren om met alle landen van Europa te kunnen communiceren. Het invoeren van Esperanto binnen Europa kent daarom alleen maar voordelen, omdat internationale communicatie er een stuk simpeler en toegankelijker op wordt.
Esperanto kan Europa een gezamenlijke identiteit geven met behoud van alle diversiteit. De communicatie tussen de verschillende Europese landen zou dusdanig verbeteren dat Europa veel sterker op haar eigen benen staat. Europa zou een plek worden waar we niet alleen overal met hetzelfde geld terecht kunnen, maar waar we elkaar ook allemaal kunnen verstaan in onze gezamenlijke taal.
Gemakkelijk internationale vrienden maken, goedkoop op wereldreis, internationaal flirten… Het kan en gebeurt allemaal met Esperanto.
Esperanto is een taal die zeer regelmatig is en daardoor gemakkelijk is te leren. Gemakkelijker dan welke nationale taal dan ook. Met 15 minuten per dag gedurende een half jaar is de taal door eenieder onder de knie te krijgen.
Wat de taal verder bijzonder maakt is dat ze politiek neutraal is. Esperanto is niet verbonden aan een bepaald gebied, of afhankelijk van een politieke of economische machtspositie. Dit zorgt ervoor dat sprekers met verschillende moedertalen op gelijkwaardige voet met elkaar kunnen communiceren via het Esperanto.
Sommige mensen die wel eens van Esperanto gehoord hebben, zijn in de veronderstelling dat het Esperanto zijn beste tijd al heeft gehad. Of ze denken dat de taal mislukt zou zijn. Vandaar wat informatie over het ontstaan en de ontwikkeling van de taal tot nu toe om te laten zien dat Esperanto continue groei heeft doorgemaakt en ook vandaag de dag nog springlevend en zeer bruikbaar is.
De taal is in 1887 gelanceerd door de Poolse oogarts Ludwig Lejzer Zamenhof. Hij dacht dat als mensen met elkaar konden communiceren in een gemakkelijk te leren taal die nationaliteit overstijgt dit bestaande spanningen tussen hen zou kunnen verminderen.
De taal werd vervolgens verspreid over verschillende landen en in 1905 werd in Frankrijk de eerste internationale bijeenkomst met Esperanto georganiseerd. Hier kwamen Esperantosprekers van over de hele wereld op af. Deze succesvolle bijeenkomst liet zien dat Esperanto ook in de praktijk prima werkte als communicatiemiddel tussen mensen met verschillende moedertalen. Vanaf dat jaar tot op de dag van vandaag zijn er continu jaarlijks vele internationale Esperantobijeenkomsten georganiseerd waar Esperantisten van over de hele wereld elkaar ontmoeten. Met uitzondering van de jaren van wereldoorlogen. In de tweede wereldoorlog werden Esperantisten actief vervolgd door zowel Hitler en Stalin omdat ze vaak over veel buitenlandse contacten beschikten en gemakkelijk informatie van buiten konden krijgen. Alle directe afstammelingen van Zamenhof zijn omgebracht door Hitler in de concentratiekampen. Esperanto als taal wist deze zware repressie echter te overleven.
De taal werd in 1954 officieel erkend door Unesco. Esperanto is aan het begin van het nieuwe millennium doorgedrongen in de top 100 van wereldwijde talen. In 2007 is Esperanto officieel erkend door de “Council of Europe†en was het de 32ste taal die voldeed aan het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen, ook wel bekend als het A1 tot C2 systeem wat binnen Europa gehanteerd wordt. Op wikipedia is het momenteel de 29ste taal als er wordt gekeken naar het aantal beschikbare artikelen. Als mensen beseffen dat er wereldwijd bijna 7000 verschillende talen zijn dan is dit een enorme prestatie van het Esperanto, zeker als de relatief jonge leeftijd van de taal hierbij wordt meegenomen en het feit dat Esperanto nooit door een overheid ondersteunt is met financiën en andere middelen zoals bijna alle nationale talen. De taal is altijd van burgers voor burgers over de hele wereld geweest.
Inmiddels wordt Esperanto door bijna 2 miljoen mensen gesproken in meer dan 120 landen over de hele wereld. Een internationaal reisnetwerk met de naam “Pasporta Servo†maakt het voor Esperantosprekers mogelijk om goedkoop op wereldreis te gaan langs andere taalgenoten.
Ook de toekomst van Esperanto ziet er goed uit. Vooral het internet heeft zich ontpopt als een ideale partner van het Esperanto. De website lernu.net illustreert dat de Esperanto gemeenschap dankbaar gebruik maakt van dit medium. Op deze site kunnen mensen vanuit meer dan 30 talen (o.a. Russisch, Chinees en Nederlands) het Esperanto leren. De website krijgt maandelijks meer dan 120.000 hits van over de hele wereld, wat laat zien dat er vele mensen zijn die vandaag de dag Esperanto leren. Kortom, Esperanto is een springlevende taal met een bloeiende internationale cultuur die dagelijks nieuwe sprekers verwelkomd.
Uit eigen ervaring kan ik beamen dat Esperanto meer dan de moeite waard is om te leren. Vijf jaar geleden heb ik de taal naast mijn studie in een klein half jaar geleerd. Op internationale bijeenkomsten ben ik interessante mensen tegengekomen uit een diversiteit aan landen zoals o.a. Argentinië, China en Slowakije. Mensen die open en avontuurlijk in de wereld staan en je een echt beeld van hun land kunnen geven. Via facebook, skype en andere internettoepassingen onderhouden we contact.
Verder ken ik verschillende mensen die dankzij het Esperanto een internationale liefdesrelatie zijn begonnen. En ook zelf heb ik mijn Noorse vriend via een Esperanto bijeenkomst in Duitsland leren kennen.
Wat Esperanto voor mij zo bijzonder maakt is de openheid en toegankelijkheid van de taal. Het staat boven nationaliteiten waardoor er een bijzondere gelijkwaardige internationale cultuur heerst. Boeken uit India, films uit Tsjechië, internetradio uit Canada. Het is allemaal beschikbaar voor degene die het Esperanto beheerst.
Ook is het waardevol om zelf een bijdrage te leveren aan deze internationale cultuur vanuit de Nederlandse achtergrond. Zo hebben we vanuit de Nederlandse Esperanto Jongeren afgelopen jaar zowel de film “Karakter†als “De Schippers van de Kameleon†van Esperanto ondertitels voorzien. Mensen van Indonesië tot aan de Oekraïne hebben inmiddels kennis kunnen maken met deze pareltjes uit de Nederlandse cultuur, via het Esperanto als brugtaal.
Esperanto heeft voor mij werkelijk een hele nieuwe wereld geopend. Ik kan dan ook iedereen aanraden: Word wereldburger, leer Esperanto!
Mi parolas esperanton!
A – Saluton! / Hallo
I – Saluton! / Hallo
A- Mi estas Ana. Kiu vi estas? / Ik ben Anna. Wie ben jij?
I – Mi estas Ivo. / Ik ben Ivo.
A- Kiel vi fartas? / Hoe gaat het met jou?
I- Mi fartas bone, dankon. Kiel vi fartas? / Goed, bedankt. Hoe gaat het met jou?
A- Mi fartas tre bone. / Het gaat erg goed met mij.
I – Kie vi loÄas? / Waar woon jij?
A- Mi loÄas en Nederlando, kaj vi? / Ik woon in Nederland, en jij?
I -Mi loÄas en Norvegio. / Ik woon in Noorwegen.
A-Äœis revido. / Tot ziens.
I- Äœis revido. / Tot ziens
Woordenlijst:
saluton – hallo
mi – ik
vi – jij
esti – zijn
kiu – wie
kiel – hoe
farti – het maken, gesteld zijn
dankon – bedankt
bone – goed
tre – zeer, erg
kie – waar
loÄi – wonen
en – in
Nederlando – Nederland
kaj – en
Norvegio – Noorwegen
Äis – tot
revidi – opnieuw zien
revido – wederzien
Reis meer. Reis zolang je dat nog lichamelijk kan, offer andere dingen op als dat noodzakelijk is. De meeste mensen zien hun reisavonturen als hoogtepunten van hun leven en hebben er spijt van dat ze niet meer hebben gereisd. In de woorden van een oudere respondent: Als je moet kiezen tussen een nieuwe keuken of een reis, ik zou zeggen, boek dan de reis!
Een oudere respondent op een onderzoek, waar hij spijt van had aan het eind van zijn leven
Veel mensen denken dat een wereldreis alleen mogelijk is als je veel geld hebt. Dit is gelukkig niet het geval. Als je creatief bent en echt wilt reizen en andere culturen wilt leren kennen buiten de hotels en vakantieoorden om dan zijn de volgende 3 strategieën ideaal om met beperkt budget de wereld te verkennen.
WWOOF – World Wide Opportunities on Organic Farms Het concept van WWOOF is simpel. Mensen kunnen in ruil voor 4 tot 5 uur vrijwilligerswerk per dag, kost en inwoning krijgen bij organische boerderijen. Zelf heb ik hier veelvuldig gebruik van gemaakt tijdens mijn reizen en kan het van harte aanbevelen. Je leert op deze plekken hoe je zelf gezond voedsel kunt verbouwen en de werksfeer is vaak relaxed. Daarbij kom je op deze plekken regelmatig andere wereldreizigers tegen waar je verhalen en tips mee kunt uitwisselen. Door een tijd mee te werken op een plek leer je de cultuur en de mensen van een land kennen. Inmiddels zit het WWOOF netwerk in de hele wereld verspreid, incl. Nederland. Op wwoof.org kun je meer informatie vinden.
Pasporta Servo – met Esperanto goedkoop de wereld rond Esperanto is een logische en daardoor gemakkelijk te leren, politiek neutrale taal die nationaliteit overstijgt. Naast deze idealistische en praktische eigenschappen hebben Esperantosprekers het voordeel dat ze goedkoop kunnen reizen via een eigen netwerk van gastadressen. Het aantal Esperantosprekers wordt momenteel op 2 miljoen geschat, verspreid over meer dan 120 landen. Als reiziger kun je contact leggen met Esperantosprekers die lid zijn van het reisnetwerk en zo gratis slaapplaatsen regelen. Mensen die te weinig tijd hebben om te reizen, kunnen gastadres worden en Esperanto reizigers onderdak bieden. Het grote voordeel van dit netwerk is dat communicatie niet een probleem is en je als gast bij mensen komt waar je prima mee kunt communiceren. Daarbij treden ze vaak op als een lokale gids die je de omgeving kunnen laten zien. Als gastadres is het boeiend om je gasten je eigen omgeving te laten zien en ze de ins en outs te vertellen van je eigen woonplaats, stad, cultuur, etc.
Uit eigen ervaring kan ik mededelen dat Esperantosprekers vaak boeiende, avontuurlijke en open mensen zijn. Zelf heb ik meermalen met Pasporto Servo gereisd en heb aan meerdere reizigers onderdak geboden. Tot nu toe hebben we mensen uit o.a. Argentinië, Zwitserland, Ukraïne, Denemarken, Engeland, Spanje, en Frankrijk mogen verwelkomen. Voor mensen die meer over Esperanto willen leren is er op esperanto-jongeren.nl een boel informatie te vinden over de taal. De taal is met een kwartier per dag binnen een half jaar dusdanig goed onder de knie te krijgen dat je op een goed basisniveau kunt communiceren met anderen in de taal. Esperanto is o.a. gratis via het internet te leren. Naast het reisnetwerk Pasporta Servo worden er vele internationale bijeenkomsten georganiseerd over de hele wereld met Esperanto, wat vaak een goed excuus is om een ver land te bezoeken waar je anders wellicht niet zo snel naar toe zou zijn gegaan.
Couchsurfing Hetzelfde principe als Pasporta Servo maar dan in de Engelse taal is Couchsurfing. Via een netwerk kun je gratis logeeradressen over de hele wereld vinden en buitenlandse mensen onderdak bieden. Zelf heb ik minder ervaring met Couchsurfing en de keren dat ik het wou gebruiken reageerden mensen over het algemeen slecht. Maar veel bekenden zijn zeer over Couchsurfing te spreken en het kan mensen een prima low-budget reismogelijkheid geven waar je de mensen van een land zelf leert kennen. Wellicht dat er lezers zijn met ervaring met Couchsurfing die zelf ook wat meer over hun ervaringen kunnen vertellen. Op couchsurfing.org meer informatie.
Tot zover deze drie strategieën om goedkoop de wereld rond te reizen. Mochten mensen zelf nog andere tips hebben, deel ze vooral in de reacties.
Helaas leert niet iedereen Esperanto, dus is het nodig om andere talen te leren als je in een klein taalgebied zoals het Nederlandse woont. Zeker de Belgen onder onze lezers weten dat een vreemde taal leren spreken bitter hard nodig is. Maar wat zijn de vijf nuttigste talen om te kennen?
Op plaats nummer vijf staat Arabisch. Arabisch, vooral gesproken in Noord-Afrika en het Midden Oosten, gebieden waarin de islam een overheersende invloed is, kent een eigen schrift en verschilt sterk van Indo-Europese talen zoals Nederlands. Wat de taal vooral lastig maakt, is het grote aantal vaak sterk verschillende dialecten. Vloeiend Arabisch leren spreken kost de gemiddelde mens rond de 2000 uur: een jaar fulltime studeren.
Op plaats nummer vier staat Frans. Frans, dat Belgen en Nederlanders van huis meekrijgen of leren op school, wordt gesproken in de voormalige Franse kolonies in West- en Centraal Afrika en wat verspreide gebieden in de Amerika’s: de Canadese provincie Quebec, Frans-Guyana en Haïti.
Op plaats drie staat een andere Romaanse taal: Spaans. Spaans is in veel opzichten regelmatiger, dus makkelijker dan Frans en wordt door meer mensen gesproken, vooral in Zuid- en Midden-Amerika. En natuurlijk door hispanics in de Verenigde Staten. Uitermate prettig aan Spaans is dat je het uitspreekt zoals je het schrijft, op basis van een klein aantal regels.
Waarmee we op plaats twee komen: Engels. Engels is de de-facto handels- en wetenschappelijke taal en onmisbaar voor als je op internet actief bent. De chaotische structuur brengt sommigen tot wanhoop. Elk Engels woord moet je twee maal leren: de uitspraak en de spelling: probeer eens ‘cwm’, ‘choir’ en ‘worchestershire sauce’ uit te spreken. Dit heeft te maken met het samensmelten van Germaanse, Romaanse en Keltische talen (met wat kleinere invloeden) tot het Engels.
En wat is dan de meest gesproken taal ter wereld? Inderdaad: het Mandarijn-Chinees, met meer dan een miljard sprekers. Deze zijn echter allemaal geconcentreerd in twee landen, China en Taiwan. De grammatica van het Chinees is vrij eenvoudig: alle woorden bestaan uit één lettergreep en naamvallen zijn er niet. Alles gebeurt met voegwoordjes. Dit wordt echter meer dan goedgemaakt door de zeer lastige uitspraak, de vijf toonhoogtes en de duizenden karakters die je moet kennen om vloeiend Chinees te kunnen lezen.
En oh ja, dan is er natuurlijk het, in management speak, nogal uitdagende Chinese systeem om familieleden te benoemen:
Binnen Europa is verder Duits een erg nuttige taal: meer dan honderd miljoen mensen in Centraal Europa spreken het als moedertaal en tientallen miljoenen, vooral in de Nederlanden en Oost-Europa, als tweede taal. Kom je veel in het Oostblok, dan heb je bij oudere mensen veel aan Russisch. De jongere generatie spreekt meer Engels.