Maak bijscholing gratis voor iedereen
Onderwijs is in Nederland erg duur en van slechte kwaliteit, omdat weinig fantasievol om wordt gesprongen met de mogelijkheden die de moderne techniek biedt. Kunnen we niet twee vliegen in een klap slaan door tele-onderwijs massaal uit te rollen?
Onderwijs: een enorme slokop
In 2009 gaf de overheid aan alle onderwijs in Nederland plusminus zo’n 37,5 miljard euro uit, plm. 12% van de belastinginkomsten (1). Dat is meer dan tweeduizend euro per jaar per Nederlander, waar de privé- en zakelijek uitgaven aan onderwijs (elk 3 miljard) nog niet bij zijn gerekend (1). Veel geld als je dat bijvoorbeeld vergelijkt met de vijftiger jaren, zeker gezien de matige resultaten die we er voor terug zien. Dit geld gaat voor tachtig procent op aan salariskosten voor onderwijzend personeel, waar u niet alleen leraren onder moet rekenen, maar ook schooldirecteuren die met salarissen boven de ton aardig in de buurt komen van de Balkenendenorm. Je kan je afvragen of het geldverslindende monster dat het Nederlandse onderwijs ondertussen is en dat ook tegenstrijdige eisen aan leraren stelt, inderdaad de slimste manier is om leerlingen bij te scholen.
Kortom: het wordt tijd om het doel van onderwijs onder de loep te nemen en van de grond af een nieuw systeem te bedenken: de blue-ocean benadering.
Doelen van onderwijs
Onderwijs heeft twee doelen: leerlingen (in samenwerkingwerking met de ouders) te socialiseren (dat wil zeggen: de normen en waarden op te leggen die door de heersende klasse als gewenst worden gezien) en de kennis en vaardigheden bij te brengen die ze tot economisch productieve burgers (in de praktijk: werknemers) maken. Al die mooie woorden waar sociaal bewogen onderwijshotemetoten u mee doodgooien, komen in feite hier op neer.
Worden die doelen in de praktijk gehaald?
Vroeger werd een groot deel van de socialisering door de ouders, met de mattenklopper, en de kerk uitgevoerd. Vooral de jongensinternaten van de rooms-katholieke kerk leverden, zoals bekend, vaak intieme banden op tussen onderwijzend personeel en de jeugdige pupillen. Nu wordt die functie uitgeoefend door de sociaal bewogen, niet met bijster veel rekenkundig inzicht of feitenkennis gezegende juffen van de pedagogische academie en onvolprezen hoogstandjes van de westerse cultuur als MTV, waarin drugsdealende figuren uit Amerikaanse Vogelaarwijken en door platenbonzen opgepompte leeghoofdige zangeresjes worden gepushed. De gevolgen laten zich raden. Het is alleen te danken aan de opvoedkunsten van ouders dat de meeste kinderen niet voor galg en rad opgroeien.
Ook de overdracht van kennis en vaardigheden is beroerd. Kinderen leren nu op de middelbare school minder rekenen en wiskunde dan twintig jaar geleden. Op technische universiteiten moet het onderwijzend personeel alle zeilen bijzetten om eerstejaars studenten snel klaar te stomen voor het zwaardere wiskundige werk. Gelukkig zijn de intellectuele vaardigheden van die studenten daar overigens ook naar. De ellende is groter op VMBO-scholen, die geheel kapot gemaakt zijn door monomane onderwijsvernieuwers.
Hoe kan het slimmer?
Als je jezelf de vraag stelt, hoe je tweehonderdduizend leerlingen per jaar opleidt voor de arbeidsmarkt en ook de kennis van miljoenen volwassenen op peil houdt, zou je waarschijnlijk op een heel andere structuur komen dan het Nederlandse onderwijs anno 2011.
De opvallend goede resultaten van thuisonderwijs laten zien dat middelbaar of hoger opgeleide ouders die parttime werken, even goed, zo niet beter dan leraren in staat zijn hun kinderen te socialiseren en te ondersteunen bij hun middelbare-school opleiding. Ouders hebben namelijk twee grote voordelen: ze kennen hun leerlingen zeer goed en kunnen ze veel meer aandacht geven dan een leraar die zijn aandacht moet verdelen over dertig leerlingen.
Het goede nieuws van thuisonderwijs is verder dat het gratis is. Leermaterialen kunnen volledig digitaal of, bij wijze van uitzondering, door de ouders bekostigd. Open-source schoolboeken kunnen tegen drukkosten als bijvoorbeeld paperback worden uitgebracht. Dit kan voor een paar euro per boek. Examinering en huiswerkcontrole kan via internet. Als een kind zijn of haar huiswerk niet heeft gedaan, kan de docent direct ingrijpen. Met een algoritme kunnen voor elk individueel kind individuele opgaven worden gegenereerd die rekening houden met de intelligentie. Op dit moment bestaan er al goede online onderwijssystemen en kinderen zitten toch al een groot deel van de dag op internet.
Technische werkplaatsen als instrument voor socialisering
Het sociale deel van de vorming kan door scholieren elke dag een paar uur met hun handen bezig te laten zijn aan technische projecten of het kweken van groenten en fruit. Dit leert ze technisch te denken en samen te werken, ook krijgen ze zo de nodige beweging. Ze brengen zo ook direct hun kennis in praktijk, mensen met de meeste kennis en kunde krijgen het meeste aanzien in de groep. Dit zal vooral jongetjes meer motiveren om hun best te doen op school dan nu het geval is. Begeleiding kan plaatsvinden door een mannelijke en vrouwelijke gepensioneerde of arbeidsongeschikte werkende, die peetouders zijn voor een groep kinderen. Voor ieder kind komt er een elektronisch kinddossier, waarin door de verschillende overheidsinstanties wordt gerapporteerd.
Bijscholing wordt vrijwel gratis
Thuisonderwijsinstellingen als de LOI en de NHA moeten niet de uitzondering worden, maar de norm. Het digitaliseren van leermateriaal en online leercursussen betekent dat dit systeem ook voor volwassenen kan worden gebruikt om ze bij te scholen. Stel bij alle scholen verplicht dat ze hun lesmateriaal online en gratis ter beschikking stellen. Ze kunnen zo tegen minimale kosten ook ’s avonds bijgeschoold worden. Een online docent kan vragen zeer snel beantwoorden en 1:1 uitleg geven. Vragen en antwoorden komen online te staan, zo krijg je een lerend systeem. Koppel hier een neuraal of semantisch netwerk aan en je hebt een expert systeem dat de rol van een menselijke leraar voor eenvoudige vragen over kan nemen. Ook kunnen leerlingen elkaar onderling helpen en vragen beantwoorden, waar ze credits mee kunnen verdienen. Een volwassene kan op die manier bijvoorbeeld zijn bijscholing betalen. In plaats van collegegeld vraag je examengeld. Zo stimuleer je dat leerlingen goed hun best doen om examens direct te halen. Het geld dat ze einde van het jaar overhouden, krijgen ze uitgekeerd.
Is de infrastructuur er eenmaal, dan kan het systeem tegen minimale kosten onbeperkt opgeschaald worden. Zo zouden Nederland en Vlaanderen samen een Nederlandstalig onderwijsstelsel op kunnen richten en hiermee de kosten gevoelig kunnen drukken.
Hebben jullie meer ideeën? Laat ze horen!
Bronnen:
1. CBS StatLine: Onderwijsfinanciën; uitgaven aan onderwijs en CBS/OESO indicatoren