leven

Je kan zelf de zon in je leven laten schijnen als je wilt, is één van de tien wijze lessen.

De tien beste wijze lessen van ouderen

Bang je leven te verpesten? Uit het boek 30 Lessons for Living: Tried and True Advice from the Wisest Americans, deze tien kernachtige adviezen om een gelukkig leven te leiden, afkomstig uit de collectieve levenservaring van 1500 zestigplussers.

Je kan zelf de zon in je leven laten schijnen als je wilt, is één van de tien wijze lessen.
Je kan zelf de zon in je leven laten schijnen als je wilt, is één van de tien wijze lessen.

1. Kies je carrière niet op basis van geld, maar omdat je het werk leuk vindt. 
Het gevoel van voldoening dat leuk werk oplevert, levert meer geluk op dan je kan kopen met een hoger inkomen.

2. Leef alsof je je lichaam honderd jaar nodig hebt.
Slechte leefgewoontes als roken, te veel en ongezond eten en te weinig beweging verkorten weliswaar je leven, maar wat erger is: bezorgen je tientallen ellendige jaren waarin je aan chronische ziekten lijdt. Ouderen kunnen uit eigen ervaring meepraten hoeveel ellende dat oplevert. Dus gooi je tabaksvoorraad in de vuilnisbak en zorg dat je van die overtollige kilo’s afkomt.

3. Zeg Ja! tegen een kans.
Als je een nieuwe mogelijkheid of uitdaging krijgt aangeboden, krijg je vaker spijt achteraf als je nee zei, dan als je ja zei, blijkt uit hun levenservaring.  Ze raden aan het risico toch te nemen en een sprong in het diepe te nemen als de mogelijkheid zich aandient.

4. Kies je partner extreem zorgvuldig.
Neem geen overhaaste beslissingen, maar neem alle tijd die nodig is om de mogelijke partner te leren kennen en vast te stellen hoe goed jullie bij elkaar passen. Over het algemeen is een partner die qua karakter erg op je lijkt, de beste keus.

5. Reis meer.
Reis zolang je dat nog lichamelijk kan, offer andere dingen op als dat noodzakelijk is. De meeste mensen zien hun reisavonturen als hoogtepunten van hun leven en hebben er spijt van dat ze niet meer hebben gereisd. In de woorden van een oudere respondent: “Als je moet kiezen tussen een nieuwe keuken of een reis – ik zou zeggen, boek dan de reis!”

6. Zeg het nu.
Oudere mensen weten uit eigen ervaring dat voor je het weet, de dood toeslaat. De wilde claims van mediums ten spijt, is de enige mogelijkheid om je diepste gevoelens te delen met anderen als die ander nog leeft. Volgens een oudere respondent: “Als je wrok koestert tegen iemand, waarom maak je het dan niet nu goed? Maak het nu goed, omdat niemand weet of dit niet de laatste mogelijkheid is. Doe wat je kan, nu.”

7. Doe het nu; tijd is essentieel.
Leef alsof elke dag je laatste kan zijn – omdat  het zo is. Het punt is niet moedeloos te worden van deze kennis, maar op basis hiervan te handelen. Doe belangrijke dingen nu. Hoe ouder de respondent, hoe groter de kans dat hij of zij zei dat het leven verbazingwekkend snel gaat. In de woorden van een oudere: “Had ik dat maar geleerd als dertiger in plaats van nu, als zestiger!”

8. Geluk is een keuze, geen noodlot.
Je bent niet alleen gelukkig als de omstandigheden volmaakt zijn of bijna volmaakt. Vroeg of laat moet je er voor kiezen gelukkig te worden, ondanks uitdagingen en moeilijkheden. Een oudere vrouw verwoordde het zo: “Mijn beste wijze raad is: neem verantwoordelijkheid voor je eigen geluk in je leven.”

9. Je zorgen maken is zonde van je tijd.
Stob met tobben, althans: perk het in. Piekeren is een kolossale verspilling van je kostbare tijd van leven. Neem maatregelen om de ergste mogelijke gevolgen te verzachten en stop dan met je zorgen te maken. Een van de dingen waarvan ouderen het meeste spijt hebben is de tijd die ze besteedden aan piekeren over dingen die nooit gebeurden.

10. Denk klein.
Leer genieten van de kleine pleziertjes van het leven: een lekkere kop thee, een wandeling, een knuffel of kus van je geliefde. Of van een artikel op Visionair :)

Bron:
Legacy project

Is de zin van het leven te achterhalen met natuurwetenschap?

Op dit moment is de zin van het leven niet te achterhalen door natuurwetenschappelijke methoden, maar blijft dat ook zo?

Filosofie als kraamkamer van wetenschap
Vele duizenden jaren geleden bestonden er nog geen afzonderlijke wetenschappen, maar was alles geïntegreerd in één cultureel domein. Bij sommige volken, zoals de Aboriginals, is dat nog zo: de bekende Droomtijd. Bij de oude Grieken werd voor het eerst de mythologie gesplitst van het streven naar kennis van de natuur en de mens. Deze proto-natuurwetenschap was vrijwel identiek aan de filosofie. De bekende natuurfilosofen zoals Thales van Milete en Aristoteles hielden zich ook met ethische vragen bezig. In die tijd geloofden filosofen ook dat ze door de pas ontwikkelde logica te gebruiken, vragen als de zin van het leven konden beantwoorden, op dezelfde manier zoals ze natuurwetenschappelijke vraagstukken konden beantwoorden.

De menselijke conditie, het antwoord op de vraag wie we werkelijk zijn, bepaalt de zin van ons leven.
De menselijke conditie, het antwoord op de vraag wie we werkelijk zijn, bepaalt de zin van ons leven.

Scheiding van natuurwetenschap en filosofie in late Middeleeuwen
Filosofie en metafysica bevinden zich al gauw op het terrein van religie, de reden dat de rooms-katholieke kerk een stevige greep op de wijsbegeerte wilde. Om deze reden werd de klassieke filosoof Aristoteles uitgekozen als de officiële, door de kerk gesanctioneerde denker. Aristoteles zat er op veel natuurwetenschappelijke terreinen stevig naast. Zo geloofde hij dat vissen aan takken van bomen groeiden. Met als gevolg dat de aanhangers van de opkomende empirische natuurwetenschap, met als beroemdste voorbeeld Galilei, het aan de stok kregen met de almachtige kerk. De empirische natuurwetenschap ontwikkelde zich in de eeuwen daarna tot zelfstandige discipline en maakte zich los van de filosofie. De (vaak stilzwijgende) aannames achter wetenschapsbeoefening worden in de wetenschapsfilosofie behandeld.

Natuurwetenschappelijke kijk op de menselijke conditie
Wat de zin van het leven is, is een niet in natuurwetenschappelijke termen gestelde vraag. Je zal de vraag dus als het ware moeten vertalen in natuurwetenschappelijke termen. Dit is minder onmogelijk dan het klinkt. Immers, natuurwetenschappelijk gezien is de mens een biologisch organisme en zijn dingen die voor mensen belangrijk zijn, zoals status en ethiek, te vertalen in relaties met betrekking tot andere biologische wezens. Vergeleken met andere ons bekende wezens is de mens uniek door de aanwezigheid van een complexe cultuur. Dit geeft dan ook de menselijke conditie weer.

De mens en cultuur
Ons gedrag wordt bepaald door een onzichtbaar raamwerk van abstracties, zoals recht, taal en geld. Dit raamwerk is bij mensapen en andere intelligente niet-menselijke wezens slechts rudimentair aanwezig (dat wil zeggen: als walvisachtigen niet wel degelijk over een complexe taal beschikken, waar enkele aanwijzingen voor zijn). Hiermee is een soort virtuele wereld ontstaan, bevolkt door idealen, goden en metafysische opvattingen.

De richting van de evolutie naar meer complexiteit en efficiëntie
Als we om ons heen kijken, zien we de ontwikkeling van zeer eenvoudig eencellig leven in het vroege Precambrium tot de geavanceerde, uit biljoenen cellen bestaande levensvormen van nu. We nemen dus duidelijk een richting in de evolutie waar. Onzin, zeggen de meeste evolutionair biologen, in navolging van de overleden bioloog Gould. Er komen volgens hen domweg steeds complexere organismen omdat er minder manieren zijn om te vereenvoudigen dan om complexer te maken. Niet iedereen is dit met hen eens en ik denk ook dat het niet klopt. Toename in complexiteit stelt namelijk hogere eisen aan organismen die in het ecosysteem leven en dwingt ze dus ook complexer te worden. Er ontstaat een evolutionaire wapenwedloop. Je kan cultuur zien als het volgende domein waarin steeds meer complexiteit ontstaat. Ook is er een evolutionaire trend naar stroomlijning en verbetering.

De zin van het menselijke leven
Als de lange-termijn neiging van de menselijke soort is om steeds meer en meer efficiëntie en complexiteit voort te brengen, kunnen we deze natuurwetenschappelijke bevinding vertalen in een doel van het leven van een individuele mens. Deze moet streven naar verbetering, zowel qua efficiëntie als qua capaciteiten van de mens. Kortom: een uitvinder, een onderzoeker en een bedenker van een ethisch systeem dat mensen productiever met elkaar om laat gaan, zijn alle bezig met zinnige activiteiten, evolutionair gesproken. Hun leven heeft zin.

Liefde als verbondenheid met de wereld om ons heen
Liefde is, we zagen het al, verbondenheid en identificatie. Volmaakte liefde betekent de (of het) geliefde hoger stellen dan het zelf. Succesvolle kunstenaars en uitvinders komen in flow – ze verliezen alle besef van zelf of tijd en komen tot zeer hoge prestaties. Als je in de armen van je geliefde ligt, lijkt de tijd ook stil te staan. Je zou dus kunnen zeggen dat flow een vorm van liefde is voor waar je mee bezig bent. Je leven heeft pas zin als je verbonden bent met hetgene wat je belangrijk vindt. Vandaar mijn conclusie: de zin van het leven is liefde.

Alleen de laatste twee wentelingen van de twintig bestaat er meercellig leven.

Tijdspiraal van de evolutie

Het grootste deel van de geschiedenis van de aarde is er al leven,maar pas de laatste half miljard jaar, ongeveer tien procent van de geschiedenis van de aarde, is er echt meercellig leven. Dit wordt mooi weergegeven in deze grafisch uitgewerkte spiraal.

Alleen de laatste twee wentelingen van de twintig bestaat er meercellig leven.
Alleen de laatste twee wentelingen van de twintig bestaat er meercellig leven.

De afbeelding is afkomstig van Wikipedia.

Liefde kan zelfs de wereld veranderen.

De zin van het leven is liefde

Wat is de zin van het leven, het antwoord ligt dichter bij ons dan de meeste mensen zich realiseren: liefde. Waarom?

Wat is liefde?
Een van de meest misbruikte woorden in de Nederlandse en andere talen is liefde. In het Grieks zijn er meerdere woorden voor het Nederlandse liefde met scherper begrensde betekenissen. Zo is er agapè, de goddelijke liefde, eros, de zinnelijke liefde of lust en adelphè, broederliefde of genegenheid. Het Nederlandse liefde is het beste te vertalen als waardering of (vooral) verbondenheid. Dit is ook het kenmerk wat de drie genoemde Griekse woorden voor liefde gemeen hebben.

Liefde kan zelfs de wereld veranderen.
Liefde kan zelfs de wereld veranderen.

Het leven en de zin er van
Allen zijn we hier op aarde terecht gekomen. Of dit nu het geval is door een evolutionaire ontwikkeling of door ingrijpen door een god of onaardse wezens: allen moeten we de vraag beantwoorden welke zin ons leven heeft en dus door welke beweegredenen we ons moeten laten leiden. Iemand die gelooft dat hij in dit leven zo rijk mogelijk moet worden, zal andere keuzes maken dan iemand die haar leven wijdt aan een politiek of religieus ideaal. Kortom: de zin van het leven is de belangrijkste vraag denkbaar.

Verbondenheid met jezelf
Pas als je in staat bent van jezelf te houden, kan je houden van anderen en van het leven. Het leven van hij die niet van zichzelf houdt kan geen vrucht dragen omdat zo iemand niet in staat is het beste uit zichzelf te halen. Hij zal altijd een afgeleid bestaan leiden en proberen zijn zingeving ergens anders uit te halen. Hierdoor verkommert hij.  De eerste stap om je leven zin te geven is dus van jezelf te leren houden, met alle zwakke punten van dien.

Succes vereist liefde
Zonder liefde bereikt zelfs de grootste inspanning niets. Alleen door geconcentreerde liefde en toewijding wordt de groei van een bedrijf, de verwezelijking van een waardig ideaal of het opvoeden van je kinderen een succes. Is de liefde er niet, dan zal de inspanning jammerlijk falen en in een monsterlijke mislukking veranderen.

Verbondenheid met anderen en de dingen om je heen
De grens tussen je zelf en de wereld om je heen is vloeiend. Als je je betrokken voelt bij dingen maken ze onderdeel uit van jezelf. Veel mensen voelen bijvoorbeeld een inbraak als een soort verkrachting, omdat ze zelf heel nauw betrokken zijn bij hun interieur. Hetzelfde geldt voor een idealist wier ideaal kapot wordt gemaakt. Uit hoe je bent,volgt wat je belangrijk vindt in dit leven en dus met welke dingen je verbonden bent. Hoe verder ontwikeld je persoonlijkheid is, hoe verder en dieper je verbondenheid met dingen om je heen zal worden en hoe meer je leven zin zal hebben.

Heb je medemens lief als jezelf en heb God lief boven alles
Zowel in de torah als in de kanonieke Evangeliën is dit de hoogste wet. Dat is niet voor niets. Je medemens is een mens als jij. God staat voor oneindigheid. Als mens moet je altijd streven naar vervolmaking, oftewel eenwording met de oneindige liefde die God is – de oneindige verbondenheid die de kosmos doordringt. Ons leven heeft dus altijd zin. We moeten proberen ons gevoel van verbondenheid ver genoeg uit te strekken voor zover onze liefde kan reiken.

Opgedragen aan mijn geliefde, die soms twijfelt aan de zin van haar leven

Een NOAA-onderzoeksteam verzamelt een monsteramoebe. Bron: NOAA

Bizarre levensvorm ontdekt in de Marianentrog

Een zomerse onderzoeksexpeditie, georganiseerd door wetenschappers van het Scripps Institute of Oceanology leidde toe de ontdekking van monsterachtig grote amoebes op een van de diepste plekken op aarde.

Een NOAA-onderzoeksteam verzamelt een monsteramoebe. Bron: NOAA
Een NOAA-onderzoeksteam verzamelt een monsteramoebe. Bron: NOAA

Cel zo groot als een klein zoogdier
De groep waartoe de reuzenamoebes behoren, de xenophyoforen, die weer tot de foraminiferen behoren, is al langer bekend. Ze komen onder andere in de Atlantische Oceaan voor, waar de grootst bekende soort, tot 20 cm doorsnede, bekend staat als levende strandbal. Individuele cellen kunnen een doorsnede hebben van meer dan tien centimeter. Ter vergelijking: als onze lichaamscellen zo groot waren, zou een mens ongeveer vijfduizend kilometer lang zijn.

Uiteraard zijn deze cellen veel complexer dan normale cellen: ze beschikken bijvoorbeeld over vele celkernen en een groot aantal organellen (celorgaantjes). Ze kruipen tergend langzaam voort over de oceaanbodem en verzamelen tijdens hun tocht detritus: organisch afval dat van de oppervlakte omlaag dwarrelt. Deze unieke en bizarre wezens vormen een onlosmakelijk deel van het voedselweb in de diepzee. Overal waar veel forams voorkomen, is er vier tot vijf keer zoveel bodemleven als op andere plaatsen.

Marianentrog: diepste plaats op aarde
De reuzenamoeben werden aangetroffen in de Marianentrog, met meer dan 10 km diepte de diepste plaats op aarde. De abyssale vlakte, de oceaanbodem voorbij de continentale plaat, is ongeveer een kilometer of drie tot zes diep. Oceanische troggen zoals de Marianentrog, enkele duizenden kilometers ten oosten van de Filippijnen, zijn zo diep omdat de ene aardplaat onder de andere schuift. Op tien kilometer diepte is de druk met duizend atmosfeer extreem hoog. Vanzelfsprekend is het er aardedonker en zit er nauwelijks zuurstof in het water. Alle levensprocessen op deze diepte verlopen extreem traag. De temperatuur, 1 tot 2,5 graden Celsius, ligt vlak boven het vriespunt.

Bizarre eigenschappen
Xenophyoporen zijn een van de weinige geslachten die exclusief in de diepzee leven. De reusachtige eencelligen hopen grote hoeveelheden kwik, uranium en lood op en zijn dus bestand tegen hoge doses zware metalen. Dit maakt ze heel interessant voor allerlei biochemisch onderzoek: de cellen concentreren zware metalen, waardoor ze gebruikt kunnen worden als biologische mijnwerkers. De enorme cellen zijn gastheer voor diverse een- en meercellige symbionten. De onderzoekers denken daarom met deze vondst een heel nieuwe biotoop voor diepzeeleven ontdekt te hebben.

Lees ook:
Intelligent eencellig leven mogelijk?

Bron:
Researchers Identify Mysterious Life Forms in the Extreme Deep Sea, Scripps Institute of Oceanography (2011)

De axolotl jaagt mede op elektrische signalen. Helaas valt zijn woongebied samen met Mexico Stad, een van de allergrootste steden ter wereld.

Voorouder mens had zesde zintuig

De gemeenschappelijke voorouder van de meeste vissen – waaronder zoogdieren als de mens – beschikte over het vermogen elektrische velden waar te nemen. Zou het mogelijk zijn dat de mens nog steeds over dit rudimentaire vermogen beschikt en zou dit zintuig door genetische manipulatie weer tot leven te wekken zijn?

De vis in ons
We zijn allen vissen. Wij mensen hebben meer gemeen met bijvoorbeeld de kwastvinnige coelacanth en  longvis dan deze dieren gemeen hebben met de lamprei, haai of een straalvinnige, zoals de kabeljauw. De recente ontdekking dat de gemeenschappelijke voorouder van de meeste vissen, waaronder hen die zich hebben ontwikkeld tot landdier, over een “zesde zintuig” beschikte, hebben dus ook gevolgen voor ons zelfbeeld

Voorouder kon elektrische velden waarnemen
Naar nu blijkt, was de eerste voorouder van verreweg de meeste gewervelde diersoorten (uitgezonderd kaakloze vissen als lampreien en dergelijke) een dier dat beschikte over het vermogen elektrische velden in zeewater waar te nemen door een lijn van zogeheten elektroreceptoren langs de huid van de zijkanten van het lichaam.

De axolotl jaagt mede op elektrische signalen. Helaas valt zijn woongebied samen met Mexico Stad, een van de allergrootste steden ter wereld.
De axolotl jaagt mede op elektrische signalen. Helaas valt zijn woongebied samen met Mexico Stad, een van de allergrootste steden ter wereld.


Axolotl kan ook velden waarnemen

Dit systeem is nog aanwezig in veel beenvissen. Ook de axolotl, een bedreigde salamandersoort die de pech heeft dat zijn leefgebied samenviel met het compleet volgebouwde meer dat nu Mexico-Stad is, beschikt over exact dit systeem. Uit embryologisch en genetisch onderzoek is nu bekend dat beide systemen zowel in lepelsteuren (straalvinnige vissen) als in de axolotl (immers een afstammeling van kwastvinnige vissen)  op dezelfde wijze functioneren. Ook de genen die hierbij betrokken zijn zijn homoloog (hebben dezelfde oorsprong). Dit wijst op een gemeenschappelijke evolutionaire oorsprong.

In reptielen en de diergroepen die daar uit voorgekomen zijn: de zoogdieren en de vogels, is dit systeem verdwenen, omdat het op het droge zinloos is. Voor de axolotl, die op kleine waterdieren jaagt in modderig water, is dit zintuig juist zeer nuttig.

De lepelsteur Polyodon spathula jaagt nog steeds met waarneming van elektrische signalen.
De lepelsteur Polyodon spathula jaagt nog steeds met waarneming van elektrische signalen.

Voorouder was diepzeehaaiachtige vis
De voorouder van zowel de meeste vissen als gewervelde landdieren (inclusief uiteraard amfibieën, zeereptielen en -zoogdieren) moet, concluderen de onderzoekers, daarom veel weg hebben gehad van een haai: een roofvis die in de diepzee leefde (waar nauwelijks licht is) en door middel van elektrische signalen op prooien joeg. De diepzee is een plaats die weinig last heeft van natuurrampen; diepzeeschepsels zouden de meeste rampen overleven. Zou onze voorouder hier een vernietigende uitsterfgolf hebben overleefd? Op zich een zeer aannemelijk verhaal.

Opmerkelijk genoeg is er een primitief zoogdier, het eierleggende vogelbekdier, dat ook over elektrische waarneming beschikt. Wel werkt dit systeem via de neus en niet via sensoren aan de zijkant van zijn harige lichaam.

Wel kunnen we ons afvragen welke functie dit systeem nu vervult. We weten immers dat de natuur een kei is in dingen hergebruiken. Zouden bepaalde voorgevoelens van bijvoorbeeld aardbevingen bij dieren als olifanten te maken kunnen hebben met het waarnemen van elektrische velden? Dit kan uiteraard ook op een heel andere manier gebeuren.
Zou dit systeem weer in mensen, bijvoorbeeld een toekomstige aquatische mensensoort, kunnen worden gereactiveerd? Stof voor veel toekomstig onderzoek.

Bronnen
Most Vertebrates — Including Humans — Descended from Ancestor With Sixth Sense, ScienceDaily (2011)
Melinda S. Modrell, William E. Bemis, R. Glenn Northcutt, Marcus C. Davis, Clare V.H. Baker, Electrosensory ampullary organs are derived from lateral line placodes in bony fishes. Nature Communications, 2011

Een van de beste landen om in te leven: Zweden. Alleen jammer van die lange, koude winter...

Wat is het beste land om in te leven?

Visionair denkenden laten zich zelden beperken door landsgrenzen. Als je niet alleen kijkt naar het inkomen maar ook naar de levenskwaliteit, welk land is dan het beste om in te leven? Enkele verrassende uitkomsten.

Een van de beste landen om in te leven: Zweden. Alleen jammer van die lange, koude winter...
Een van de beste landen om in te leven: Zweden. Alleen jammer van die lange, koude winter...

Vooral in de herfst, als de dagen korter beginnen te worden en gure herfststormen over ons vlakke landschap razen, lokken prettiger oorden. Geen wonder dus dat een groot aantal Noord-Europeanen overwintert in het zonnige zuiden. Maar hoe zou het zijn om je hele leven in een ander land door te brengen?
Enkele goede  kencijfers zijn het gemiddelde inkomen (in een rijk land is het over het algemeen makkelijker om aan werk en een goed leven te komen), maar nog belangrijker is gezondheidszorg en de levensverwachting.

Er is nu een website waarmee je landen op verschillende van dit soort statistieken met elkaar kan vergelijken: ifitweremyhome.com.

Om een dringende vraag te beantwoorden waar we vermoedelijk allemaal mee rondlopen: Nederland scoort over het algemeen iets beter dan onze zuiderburen. De inkomens liggen in Nederland hoger en het energiegebruik lager. En het mooiste van allemaal: we hoeven er hier minder hard voor te werken. Kortom: best wel handig, die gasbel. Daarentegen is de Belgische gezondheidszorg een stuk goedkoper, maar dat tegen een prijs: de levensverwachting in België is twee maanden korter. Toch is er in België minder tweedeling dan hier en gaan er minder kinderen dood.

Ook de vergelijking tussen het grootste kapitalistische land ter wereld, de Verenigde Staten, en communistische aartsrivaal Cuba levert een interessant resultaat. Hoewel Cuba vele malen armer is dan de VS, is de levenskwaliteit in veel opzichten beter. Dat met veel minder geld en energieverbruik.  Alleen die levensverwachting. Die is in Cuba zeven maanden korter dan in de VS. Waarschijnlijk is de oorzaak de Cubaanse rookepidemie, bijna dubbel zoveel Cubanen als Amerikanen roken.

En wat het beste land is om te leven? Probeer Zweden. Tenzij jullie betere landen vinden…

Ballonplanten kunnen onbeperkt licht vangen zonder dat ze worden beschaduwd door bomen. Waarom komen ze dan niet voor?

Zwevende vissen en ballonplanten

Een ballon is een opmerkelijk energiezuinige manier van voortbewegen. Geen wonder. Een ballon drijft als het ware in de lucht. Het verplaatste gasvolume lucht is zwaarder dan de inhoud van de ballon plus de lading die de ballon meebrengt. Kunnen er in theorie dieren of planten bestaan die net als een ballon kunnen zweven?

Paul Calle bedacht deze luchtvissen, die op een gasreus de dominante levenvorm kunnen vormen. Of toch niet?
Paul Calle bedacht deze luchtvissen, die op een gasreus de dominante levenvorm kunnen vormen. Of toch niet?

Vliegen kost veel energie, drijven niet
Op aarde kennen we alleen dieren die vliegen door met hun vleugels te klapwieken, vogels bijvoorbeeld, of een zweefvlucht te maken, zoals vliegende vissen en sommige roofvogels. Grote roofvogels als condors en lammergieren maken gebruik van thermiek: opstijgende luchtstromen. Kleine dieren laten zich vaak meevoeren door de wind – de bekende herfstdraden werken als een vlieger en stellen jonge spinnetjes in staat grote afstanden af te leggen.

In de lucht blijven door te vliegen kost een dier echter veel energie. Veel meer dan het een dier van vergelijkbare grootte kost om zich over land voort te bewegen. Waarom dan niet de ontwikkeling van ballonhaaien of zwevende pompoenen, die het licht kunnen wegvangen voor zelfs de hoogste plant? Daar zijn enkele verklaringen voor.

Weinig gassen die voldoende lift opleveren
Om een plant of dier van bijvoorbeeld een kilo in de lucht te houden is veel drijfvermogen nodig. Een kubieke meter lucht weegt ongeveer dertienhonderd gram. Stel dat het dier gevuld zou zijn met waterstof, dan zou het in principe kunnen. Helaas is waterstof nogal explosief en brandbaar. Een gas als ammoniak (NH3) ligt dan meer voor de hand. Dat is ongeveer half zo dicht als lucht. Wel blijft er dan nog maar de helft van het drijfvermogen over. Ook kost het maken van ammoniak uit luchtstikstof en waterstof veel energie.

Gasdichtheid een probleem
De huid van de ballon moet levend zijn, anders kan het dier of de plant zichzelf niet repareren. Deze huid moet zowel zeer licht zijn, gasdicht zijn als in staat zijn leven de cellen te onderhouden. Een zeer lastige combinatie van eigenschappen. In theorie zou het kunnen, als een vetlaagje aan buiten- en binnenkant wordt afgescheiden. Elk lek is echter dodelijk.

Log en langzaam
De reden dat in de luchtvaart luchtballonnen en zeppelins alleen nog voor transport van zware vracht worden gebruikt, is hun onhandelbaarheid. Wil je vooruit komen, dan wordt hun enorme afmeting een groot nadeel. Immers, hoe groter de doorsnede in de bewegingsrichting, hoe meer luchtweerstand bij het voortbewegen. Voor een ballonhaai hoef je dus niet erg bang te zijn, tenzij het dier als een enorme kwal met zijn tentakels toeslaat.

Ballonplanten kunnen onbeperkt licht vangen zonder dat ze worden beschaduwd door bomen. Waarom komen ze dan niet voor?
Ballonplanten kunnen onbeperkt licht vangen zonder dat ze worden beschaduwd door bomen. Waarom komen ze dan niet voor?

Geen toegang tot water en voedingsstoffen
Voor planten is het niet erg als ze log en langzaam zijn. Dat zijn ze immers al. Een ballonplant zou een groot voordeel hebben boven een boom. De plant kan onbeperkt licht oogsten, zonder dat de plant een enorme stam, die heel veel energie kost, hoeft aan te maken. De plant zou hiermee dus een enorm voordeel hebben boven bomen. Voor planten is er echter een ander nadeel. In de lucht zijn er nauwelijks voedingsstoffen. Welgeteld zijn dat er twee: kooldioxide en stikstof. Ook zou de plant water kunnen oogsten via wolken, condensatie of op zee.

De plant zou dit water dan moeten opslaan en hier komen we al direct bij een groot nadeel. Het gewicht. De plant kan een niet erg groot deel van zijn gewicht als water meenemen zonder te zwaar te worden. Wellicht zou je je een cyclus kunnen voorstellen dat de plant zweeft en fotosyntheseproducten aanmaakt (en hierbij het drijfgas gebruikt als waterstof- en stikstofbron) en die, als de plant geland is, omzet in nieuw drijfgas en water en zouten inlaadt. Hierbij moet de plant echter niet in stilstaande lucht boven een woestijn belanden, want dan is het snel afgelopen met de ballonplant als deze probeert te landen…

Het voorpaginanieuws van vandaag ligt morgen bij het oud papier.

‘Nieuws zonde van je tijd’

Vrijwel al het nieuws dat je via radio, tv, kranten en websites binnenkrijgt is zinloos. Met deze opmerkelijke, maar grondig onderbouwde stelling komt Rolf Dobelli. Heeft hij gelijk? Een samenvatting van de argumenten.

Nieuws slecht voor je gezondheid…
Nieuws moet. Nieuws doet je goed. De boodschap die we met de paplepel al ingegoten krijgen. Medisch gezien doet nieuws je in ieder geval zeker geen goed. Nieuwsberichten hebben meestal een nogal nare strekking. Denk aan bloedbaden, oorlogen en instortende markten. Bij West-Afrikaanse dorpelingen kwam nauwelijks stress voor, tot de radio zijn intrede deed. Sindsdien is het gedaan met het rustige bestaan en moet men zich betrokken voelen bij allerlei mensen waar men nog nooit van heeft gehoord maar die toevallig hetzelfde geloof of politieke overtuiging hebben.

Het voorpaginanieuws van vandaag ligt morgen bij het oud papier.
Het voorpaginanieuws van vandaag ligt morgen bij het oud papier.

En van je tijd…
Een voorbeeld van de belangrijkste nieuwsberichten vandaag, volgens de populaire nieuwssite nu.nl vandaag (11 september 2011):
Herdenking 11 september in New York begonnen (allicht)
Sirenes bij herdenking tsunami Japan (volkomen irrelevant)
Wapenwetgeving wordt aangepast (relevant als je een eigenaar van een zware luchtbuks bent, enkele honderden mensen)
Grote zoekactie bij Zeewolde naar Nijkerker (heel relevant voor de naaste familie, ongeveer tien mensen)
Arm in Julianakanaal van Belg (idem, heel relevant voor de naaste familie)
Rosenthal bezorgd over oplopende spanning in Caïro (heel relevant voor de heer Rosenthal, een niet bijster slimme man)
Politie zoekt nog vader overleden baby (heel relevant voor die vader, die nu uiteraard peentjes zweet)

Van hoeveel van deze onderwerpen is het relevant dat je ze weet? Het meeste van dit nieuws bevat geen informatie of irrelevante informatie. Wel verdoe je er veel tijd aan.
Het echt belangrijke nieuws, de langzame invoering van een Europese superstaat met de schuldencrisis als breekijzer bijvoorbeeld, blijft uit de kranten of andere massamedia. Daarvoor kan je beter serieuze alternatieve nieuwssites (enkele vind je op nieuwemedianieuws.nl, naast de nodige bagger, dus wees selectief) raadplegen.

Je creativiteit
Het kost zoveel mentale energie om al het nieuws bij te houden dat je die niet meer kan gebruiken om nieuwe dingen te bedenken. We zijn dus van scheppers, gezapige consumenten geworden. Toen een toenmalige goede vriend van me het nieuws ging volgen, zei hij op een gegeven moment: alles is al bedacht. Nou en, zou ik dan als antwoord geven. De manier waarop JIJ het bedenkt, is nieuw en uniek.  En wie weet is het een tussenstap naar iets totaal nieuws.

En je overzicht
Door de bomen het bos niet meer zien. Een reëel gevaar met de enorme hoeveelheid nieuws die op je af komt. In de stortvloed aan zinloos nieuws verdrinken de subtiele lange-termijn effecten die echt relevant zijn. Daarom is het nuttig een vergelijking te maken tussen nu en, zeg, twintig jaar geleden en de korte-termijn even te laten voor wat het is. Het bombardement aan nieuws maakt je een oppervlakkige denker. Je gaat nieuwsberichten zoeken die in je straatje passen, wat lastiger is als er weinig nieuws is. Het is ook slecht voor je concentratievermogen. Concentratie is een spier en het lezen van een lang artikel helpt goed. In de woorden van psycholoog Michael Merzenich: ,,We trainen ons brein om het te richten op onzin.”

Op nieuwsdieet
Kortom: sla dat journaal eens een keertje over. Haal die nieuwssite uit je bookmarks. Als er wat belangrijk is, hoor je het wel van een vriend of collega. En richt je aandacht op de echt belangrijke dingen, bijvoorbeeld door te proberen onze menselijkheid te behouden in een steeds meer op hol slaand systeem. Wetenschappelijk nieuws, voor zover het om fundamenteel wetenschappelijk nieuws of basistechnieken gaat, is altijd belangrijk, omdat het de spelregels en de randvoorwaarden voor alle andere bepaalt. Vandaar ook dat wij daar op Visionair veel aandacht aan besteden.

Artikel van Dobelli (Engels)

Hoewel er op een woestijnplaneet onvoldoende te eten is voor zandwormen, kloppen veel van Herberts voorspellingen over woestijnplaneten wel aardig.

‘Meeste bewoonbare exo-aardes woestijnplaneten’

Woestijnplaneten, die veel weg hebben van de planeet Arrakis in de science fiction klassieker Duin, of Tatouine uit de Star Wars-cyclus, zijn waarschijnlijk het meest voorkomende type bewoonbare planeet in de Melkweg, aldus onderzoekers. Ook was Venus volgens hun onderzoek slechts één miljard jaar geleden nog een bewoonbare woestijnplaneet. En loopt het voor de aarde minder akelig af dan tot nu toe vermoed.

Zonder water geen leven
Water is absoluut noodzakelijk voor leven. De zoektocht naar leven elders in het universum heeft zich grotendeels geconcentreerd op waterrijke oceaanwerelden met heel veel vloeibaar water op hun oppervlak. Je kan dan denken aan grotendeels met een oceaan overdekte planeten, zoals de aarde, of nog nooit aangetroffen planeten met een honderden kilometers dikke laag water. Een soort ontdooide versie van Jupiters ijsmanen Ganymedes en Europa, zeg maar.

Om bewoonbaar te zijn moeten planeten zich in een “Goudlokjeszone” bevinden, genoemd naar de hoofdpersoon in een sprookje die haar pap niet te heet of te koud wilde. Te ver van de zon verandert een planeet in een ijsbal, zoals de manen van Jupiter. Te dicht bij de zon verandert een planeet in een verschroeiende hel zoals Venus of de door de zon geblakerde Mercurius. Te dicht bij de zon verdampt er zoveel water dat er een zeer sterk broeikaseffect ontstaat. De waterdamp valt door de zonnestraling uiteen in waterstof en zuurstof. Waterstof is te licht om vastgehouden te worden door de planeet, de zuurstof reageert met de koolstof in de korst tot kooldioxide of wordt opgeslokt door het ijzer, silicium en aluminium in de korst.

Woestijnplaneet Arrakis blijkt vaker voor te komen dan voor mogelijk werd gehouden
De onderzoekers werden geïnspireerd door Dune, het door science fiction schrijver Frank Herberts bedachte epos. Hierin terroriseren honderden meters lange zandwormen een woestijn zo groot als een planeet en produceren de in Herberts fictionele universum zeer gewilde specie, een goedje dat telepathische vermogens opwekt en het leven verlengt. Planetoloog Kevin Zahnle noemt Arrakis een buitengewoon goed uitgewerkt voorbeeld van een woestijnplaneet. Op Arrakis, in feite een warmere en grotere versie van Mars,  zijn alleen de polen leefbaar met misschien hier en daar een kleine oase.

Heeft de eerste ontdekte bewoonbare exoplaneet meer weg van Arrakis dan van de aarde?
Heeft de eerste ontdekte bewoonbare exoplaneet meer weg van Arrakis dan van de aarde?

De bewoonbare zone in ons zonnestelsel, vergeleken met die van het rode-dwergsterretje Gliese 581 is op de afbeelding rechts te vinden.

Volgens de onderzoekers zorgt de schaarste van water op een woestijnplaneet, dat deze minder kieskeurig is wat betreft de afstand tot de ster dan een waterrijk lustoord. Een landplaneet heeft bijvoorbeeld minder water dat kan bevriezen tot ijs of sneeuw, die zonlicht terugkaatst. Inderdaad is dit een berucht effect van grote ijsmassa’s en de reden dat ijstijden zo lang duren.  Volgens de onderzoekers absorbeert de bodem van de planeet meer zonnehitte en maakt dit ook koudere regionen dan anders nog leefbaar. Het gebrek aan waterdamp betekent ook dat dit krachtige broeikasgas ontbreekt en dus in theorie minder hitte vast houdt. Dit sluit volgens de onderzoekers uit dat zich een broeikaseffect ontwikkelt. Ook betekent minder waterdamp ook minder water dat door UV-straling in waterstof en zuurstof gesplitst kan worden.

In hun model gingen Yutaka Abe van de Universiteit van Tokyo met Zahnle en hun collega’s aan het rekenen met een aantal simpele driedimensionele klimaatmodellen voor aardachtige planeten. Voor hun simulaties van landplaneten lieten ze de aardse daglengte, luchtdruk en kooldioxidegehaltes onveranderd, maar verwijderden oceanen en plantengroei. Alleen grondwater diep onder de grond bleef behouden. Een verrassende uitkomst: de bewoonbare zone voor een landplaneet is maar liefst drie keer groter dan die voor een oceaanplaneet. Hun conclusie: de eerste bewoonbare exo-aarde die we vinden zou wel eens meer weg kunnen hebben van een bovenmaatse woestijn dan van de Stille Oceaan.

Hoewel er op een woestijnplaneet onvoldoende te eten is voor zandwormen, kloppen veel van Herberts voorspellingen over woestijnplaneten wel aardig.
Hoewel er op een woestijnplaneet onvoldoende te eten is voor zandwormen, kloppen veel van Herberts voorspellingen over woestijnplaneten wel aardig.

Woestijnplaneet blijft in veel groter gebied leefbaar
Ze ontdekten ook dat een waterplaneet in een ijsbal verandert als de hoeveelheid zonlicht onder de 72% tot 90% van dat van de aarde vermindert (afhankelijk van de stand van de draaias). Landplaneten bleken veel beter bestand tegen bevriezing. Pas als de hoeveelheid zonlicht daalde onder de 58% tot 77%, bevroor de woestijnwereld. Dit effect rekte de bewoonbare zone enorm uit. Als een woestijn-aarde zich op de plek van Mars had bevonden, met 44% van de aardse hoeveelheid zonnestraling, was de planeet met een wat sterker broeikaseffect dan hier, nog bewoonbaar geweest.

Woestijnplaneten blijken, wat minder verrassend wellicht, ook beter bestand tegen veel zon dan waterplaneten. Als de hoeveelheid zonlicht met 35% toeneemt is een waterplaneet  zoals de aarde reddeloos verloren. Daarentegen kan de hoeveelheid zonlicht toenemen tot 170% van de aardse waarde, voor er geen plaats meer is waar vloeibaar water kan bestaan.

Zahnle denkt echter dat deze woestijnplaneten toch op de nodige punten verschillen van Arrakis. Zo zouden de poolstreken op een woestijnplaneet aanmerkelijk leefbaarder zijn dan op Arrakis – kleine stroompjes, meertjes en dergelijke zouden veel voorkomen. De planeten zijn te ontdekken door te letten op hun vrije-zuurstofgehalte. Water komt op veel plaatsen in het universum voor, dus is minder geschikt om leven te vinden, stelt Zahnle. Hij denkt daarom dat er eerder bewoonbare woestijnplaneten worden gevonden dan waterwerelden. De woestijnplaneten kunnen dichter bij de centrale ster staan, waardoor ze die eerder laten schommelen of voor de ster langs bewegen en zo sneller worden ontdekt.

Wordt de aarde een woestijnwereld?
Volgens onderzoekers zal ook de aarde zelf in een woestijnwereld veranderen. Elke miljard jaar wordt de zon negen procent helderder. De zonnestraling zal uiteindelijk het vloeibare water op de planeet splitsen in waterstof en zuurstof. De onderzoekers hebben echter een opwekkend bericht. De aarde blijft veel langer bewoonbaar dan gedacht. Waarschijnlijk zal de aarde aan het rampzalige broeikaseffect kunnen ontsnappen dat Venus in een hel veranderde. ‘Slechts’ een derde van de oceanen zal wegkoken voordat de zon in een rode reus verandert.

Was Venus ooit bewoonbaar?
Volgens de berekeningen van de wetenschappers is het antwoord hierop ja. Ze gingen er hierbij van uit dat Venus ooit over oceanen  beschikte – waar het extreem hoge gehalte aan deuterium in het zwavelzuur in de atmosfeer van Venus inderdaad op wijst. Volgens de onderzoekers ging Venus door een periode waarin de planeet droog was, maar bewoonbaar.Venus kon zelfs tot een miljard jaar geleden een leefbare woestijnplaneet zijn geweest met vochtige polen en een geblakerde evenaar. Zijn we net een miljard jaar te laat geëvolueerd om Venus te koloniseren?

Bron:
Astrobiology Magazine