maatschappij

Eigen en sociale identiteit

Identiteit wordt omschreven als datgene wat we denken dat we zijn in onze eigen ogen. Dit kan vele verschillende zaken omvatten, onze bezittingen, onze relaties, ons werk, ons uiterlijk, onze gedachten, onze interesses etc.

In het verlengde daarvan is sociale identiteit het bewustzijn van een persoon tot een bepaalde groep te behoren, en door anderen als zodanig behandeld te worden. Beide concepten zijn fundamenteel aan hoe we ons leven beleven. Daarom eens een wat dieper onderzoek in deze twee concepten.

De eigen identiteit

Onze eigen identiteit komt zeer dicht bij de vraag van wie we eigenlijk zijn. Sommige mensen zijn zich sterk van hun eigen identiteit bewust maar anderen, waaronder verschillende filosofen hebben in deze vraag een aanleiding gezien om te speculeren over de aard van onszelf.

visionaire revolutie
Wie ben ik, is de vraag die mensen al vanaf het begin der tijden zichzelf hebben gesteld, en waar we eigenlijk nog nooit helemaal uit zijn. – Vitruvius Man, publiek domein

In aanvulling hebben ook vele religies geprobeerd een helder antwoord op deze vraag te vinden. Filosofen en religies zijn zo onder andere tot concepten als de ziel, de geest, het verstand, het ego, zelfbewustzijn, het lichaam, de relatie met de wereld om ons heen, etc. als antwoord gekomen.

Sommige mensen vonden deze vraag zo moeilijk dat ze aan de andere kant zijn begonnen. Ze hebben geprobeerd uit te sluiten wat we niet zijn. Zo zijn we volgens sommige ideeën niet ons bezit, niet onze relaties, niet ons lichaam, niet onze hersenen, niet ons verstand en ook niet onze gedachten.

Over de vraag wie en wat we zijn wordt  al sinds het begin der tijden nagedacht en het is wellicht aan iedereen zelf om daar een bevredigend antwoord te vinden. Als we het op een praktisch niveau bekijken dan willen we zo goed mogelijk voortbestaan, we willen graag gelukkig zijn en zo min mogelijk lijden.

Een hedendaagse scan met MRI. (Wikimedia commons)
Onderzoek eerst je gedachten voordat je ze gaat geloven. Oftewel geloof niet alles je denkt. Een hedendaagse scan met MRI. (Wikimedia commons)

Ons lijden kan echter rechtstreeks voortkomen uit wat we geloven wat we zijn of wat we denken. Een dame die een interessante methode heeft ontwikkeld om de gedachten die je gelooft te onderzoeken is Byron Katie. Zij zegt dat mensen vaak hun gedachten geloven zonder dat ze deze goed onderzoeken.

Doordat we geloof hechten aan gedachten die niet in overeenstemming zijn met de realiteit ontstaat lijden. Een interessante theorie die overeenkomt met veel Oosterse religies en filosofieën.

Het interessante van Byron Katie is echter dat ze mensen een praktische methode aanreikt om hun stressvolle gedachten te onderzoeken. Zij roept mensen op om de gedachten die stress of andere onwenselijke gevoelens oproepen aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Geloof dus niet je gedachten zonder ze eerst te onderzoeken. Zij doet dit met behulp van de volgende 4 simpele vragen en een methode om de stressvolle gedachte daarna van verschillende kanten te belichten.

1) Is het waar?
2) Kun je absoluut weten dat het waar is?
3) Hoe reageer je, wat gebeurt er als je die gedachte gelooft?
4) Wie zou je zijn zonder de gedachte? Draai het concept dat u in twijfel trekt om en zorg ervoor dat u van elke ommekeer ten minste drie echte, specifieke voorbeelden vindt.

Abraham Lincoln leidde de Unie tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Hij was een goede leider omdat hij zowel een goede machiavellist was, als een idealist.
Heb jij ideeën of hebben ideeën jou? – Abraham Lincoln, public domain

Op haar website is veel over deze simpele methode van onderzoek te vinden. Daarbij legt ook de volgende film haar methode duidelijk uit. Hoewel deze film naar mijn menig wat zweverig is aangezet is haar methode om je gedachten te onderzoeken buitengewoon effectief en kan deze methode tot zeer nuttige inzichten leiden. Kortom probeer even langs de New Age achtige vorm te kijken en je vooral te richten op de inhoud. En probeer haar methode vooral zelf ook uit in de praktijk. Onderzoek een aantal stressvolle gedachten van jezelf zodat je kunt kijken of deze methode voor je werkt of niet.

Onderzoek je gedachten met deze methode en zo zou je maar zo eens bij je werkelijke identiteit kunnen uitkomen, als dat concept zelf in ieder geval niet ook een stressvolle gedachte is

Sociale identiteit

Met veel humor behandelt Morris onderwerpen als seks, status, creativiteit en intelligentie in de menselijke dierentuin die de wereld is geworden.

Dan een stapje breder, het concept sociale identiteit. Desmond Morris is een schrijver die veel onderzoek heeft gedaan naar de mens en het gedrag van de mens door naar onze biologische achtergrond te kijken. Als auteur van o.a. “De Naakte Aap“, en “De Mensentuin“, was hij een van de eerste mensen die het begrip sociale identiteit omschreef.

Hij zegt dat mensen net zo veel behoeft aan sociale identiteit hebben als aan eten en drinken. Juist vanwege onze historische wortels als groepsdier. Wat hij bedoelt met sociale identiteit is dat mensen zichzelf identificeren als een onderdeel van een bepaalde groep. Uit die identificatie halen zij sociale waarde en een gevoel van sociale stabiliteit.

Een paar voorbeelden van sociale identiteit; ik ben een fan van sportclub x,  ik ben Nederlander/Belg/etc, ik ben onderdeel van geloofsgemeenschap y, ik ben een man/vrouw, ik ben hetero/bi/homoseksueel etc. Kortom er zijn oneindig veel sociale identiteiten.

Mensen bouwen een sociale identiteit op uit vele verschillende bronnen en mensen kunnen dus vele verschillende sociale identiteiten tegelijkertijd hebben, zolang ze maar van een verschillende orde zijn en niet met elkaar in conflict treden. Volgens Desmond Morris geven deze identificaties een rust en stabiliteit die nodig is voor groepsdieren. Het heeft echter ook een keerzijde.

Door een bepaalde identiteit aan te nemen kan deze identiteit ook bedreigd worden en kunnen mensen juist fel ten strijde trekken tegen identiteiten op eenzelfde niveau die zij als bedreigend of concurrerend ervaren. Voorbeelden hiervan zijn voetbalfans van club A die een hekel hebben aan voetbalfans van club B. Als je je heel sterk een christen voelt dan kan juist een andere religie bedreigend overkomen voor je identiteit. Dit ziet Morris als de schaduwkant van sociale identiteit.

Zodra je kiest heb je zelf een identiteit maar daardoor kan die identiteit ook bedreigd worden. Volgens Morris is de behoefte een sociale identiteit zo sterk dat mensen bereid zijn voor deze sociale identiteit desnoods te sterven. Dit biologisch verklaarbare mechanisme is helaas dan ook in veel gevallen de reden achter conflicten. Van confrontaties van voetbalhooligans tot burgeroorlogen in een land tot oorlogen tussen nationaliteiten en zelfs eeuwen durende oorlogen die de oorsprong vinden in de religieuze identiteit van mensen.

Nationale identiteit is een overduidelijke vorm van sociale identiteit zoals Desmond Morris het omschrijft. De geschiedenis laat zien hoeveel belang mensen hechten aan deze sociale identiteit en dat ze bereid zijn eventueel voor die identiteit te sterven.
Hoe vloeibaar is identeit? Het Ying Yang symbool laat eigenlijk al zien dat elke identiteit automatisch een klein deeltje van een tegenovergestelde identiteit bevat. Identeit bestaat namelijk bij de gratie van andere vergelijkbare identiteiten op hetzelfde niveau. Hoe zinloos is het om jezelf Nederlander te noemen als er geen andere landen zouden zijn? – Deedster, Pixabay

Interessant genoeg geeft Morris ook een gereedschap om confronterende identiteiten tot vrede met elkaar te brengen. Volgens hem kun je een conflict oplossen door naar een overkoepelende identiteit van beide sociale identiteiten te zoeken en deze te benadrukken. Je zou de Feyenoord en Ajax fans die tegen elkaar strijden vanwege hun verschillende identiteit op hetzelfde niveau bijvoorbeeld kunnen laten samenkomen in het feit dat ze beide liefhebbers van voetbal zijn, een gezamenlijke identiteit. Gezamenlijk zouden ze wellicht graag ten strijde trekken tegen liefhebbers van een andere sport. Zou je die twee groepen dan weer vredig willen samenbrengen dan zou je moeten benadrukken dat het allemaal sportliefhebbers zijn. Zet dat weer tegen kunstliefhebbers en je zou weer een conflict uit kunnen lokken, etc.

Als je dit mechansime van sociale identiteit eenmaal begrijpt gaat er een wereld van mogelijkheden open. Kijk bijvoorbeeld naar de reclamewereld die hun producten vaak proberen te verkopen alsof je een (sociale) identiteit koopt.

Verder is het te gebruiken om conflicten op te lossen of juist om conflicten te starten. Immers hoe makkelijk is het voor iemand om een bepaalde identiteit heel sterk te benadrukken, deze “superieur en/of goed” te verklaren en dan daar een “minderwaardige en/of slechte” maar gelijksoortige identiteit tegenover te zetten.

Juist een andere identiteit kan een sterker gevoel voor de eigen identiteit opleveren en dit zo meer “waarde” geven. Dit spelletje wordt ook wel -verdeel en heers genoemd- en werd al uitgebreid door onze voorouders gespeeld. Ook tegenwoordig wordt nog steeds overal om ons heen gebruikt in de maatschappij.

De behoefte aan sociale identiteit van mensen, en het gemak waarmee machthebbers hierop mensen tegen elkaar uit kunnen spelen is volgens Morris de reden dat de mensheid nooit wereldvrede zal kennen.

Volgens Morris is de behoefte aan sociale identiteit en het gemak waarmee dit mechanisme is uit te buiten de reden dat de mensheid wellicht nooit zonder interne conflicten zal zijn. Hoe treurig is dit echter als we beseffen dat veel geweld niets meer is dan een conflict tussen gecreëerde identiteiten waar mensen sterk in geloven en dus aan vasthouden. Wellicht is het puur een zaak van een overkoepelende identiteit te vinden waar alle mensen zich in kunnen vinden.

Om mensen in vrede met elkaar te laten leven zou bijvoorbeeld de identiteit mens sterk kunnen worden benadrukt. Dit onderstaande fragment van de Dalai Lama lijkt dat op een succesvolle manier te doen.

Tot zover de verdieping in sociale identiteit. Twee vragen voor de lezers. Wat zijn de ideeën over de eigen identiteit oftewel wie of wat ben ik? En, wat voor overkoepelende sociale identiteiten zijn er te vinden zodat mensen op grote schaal wellicht vrediger met elkaar om zouden kunnen gaan?

Of mensen nu mooi en vriendelijk of onaantrekkelijk en storend zijn, uiteindelijk zijn ze mensen, net als jijzelf. Net als zijzelf willen ze geluk en geen lijden. Bovendien is hun recht om lijden te overwinnen en gelukkig te zijn gelijk aan dat van jezelf. Als je nu erkent dat alle wezens gelijk zijn in zowel hun verlangen naar geluk als hun recht om het te verkrijgen, voel je automatisch empathie en nabijheid voor hen.

Door je geest te laten wennen aan dit gevoel van universeel altruïsme, je ontwikkelt een verantwoordelijkheidsgevoel voor anderen: de wens om hen actief te helpen hun problemen te overwinnen. Deze wens is ook niet selectief; het geldt in gelijke mate voor iedereen.

Zolang het mensen zijn die net als jij plezier en pijn ervaren, is er geen logische basis om onderscheid te maken tussen hen of om je bezorgdheid voor hen te veranderen als ze zich negatief gedragen.

Dalai Lama

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Webiste Byron Katie met haar methode The Work
-) Wikipedia over Desmond Morris en zijn werk
-) Ego, het strategische zelf
-) Ego vs. Zelf
-) In het licht van voortbestaan
-) Diversiteit, de bouwsteen van het leven
-) Het begin en einde van goed en kwaad
-) Eigen en sociale identiteit
-) De dood, een verkenning
-) Eindeloos Bewustzijn

(Op het internet hebben de lezers de macht! Zij bepalen welke informatie de wereld rond gaat! U bent zich er misschien niet van bewust, maar als elke lezer een link stuurt naar 3 geïnteresseerde personen, dan zijn er maar 20 stappen nodig om 3,486,784,401 mensen te bereiken! Wil je dat zien gebeuren? Gebruik je macht! Dit stuk mag dan ook vrij door iedereen overgenomen worden op websites, blogs, of om door te sturen aan familie, vrienden, kennisen, collega`s, politici, bankiers, economen, professoren, politie agenten, etc. graag zelfs hoe meer mensen dit weten en erover meediscussiëren hoe beter.  Zet a.u.b. wel de bron erbij zodat mensen mee kunnen doen in de discussie hieronder als ze dat willen.)

Dat het goede overwint is niet een Hollywoodmythe. Het blijkt werkelijk zo te zijn.

Waarom het goede uiteindelijk altijd wint

Goed nieuws voor positief gelovigen zoals christenen en boeddhisten, andere optimisten en Hollywood-scriptschrijvers. Het is nu bekend waarom het kwade weliswaar veel impact heeft, maar het goede in de maatschappij uiteindelijk overheerst.

Hoe besmettelijk is gedrag?
De manier waarop gedragspatronen ontstaan en zich verspreiden door de maatschappij is op dit moment onderwerp van intensief onderzoek. Dat komt gedeeltelijk vanwege de grote vorderingen die  gemaakt zijn in het modelleren van de interacties tussen individuen in computermodellen en gedeeltelijk omdat er nu plotseling grote verzamelingen data beschikbaar zijn over bepaald menselijk gedrag, denk aan e-mail, mobiele telefoons en handelsgegevens.

Dat het goede overwint is niet een Hollywoodmythe. Het blijkt werkelijk zo te zijn.
Dat het goede overwint is niet een Hollywoodmythe. Het blijkt werkelijk zo te zijn.

Helaas bereikt geen van deze technieken een volledig beeld van hoe gedragingen zich verspreiden in de maatschappij. Dat is omdat gedragingen zich van het ene netwerk naar het andere verspreiden. Een boos telefoongesprek kan je volgende e-mailboodschap een stuk minder vriendelijk maken.

Dit is een belangrijke hindernis in het onderzoek. Het is immers redelijk om te veronderstellen dat als verschillende netwerken op dezelfde knooppunten (hier: mensen) worden verspreid, gedrag zich gemakkelijk van het ene netwerk naar het andere verspreidt. Op dit moment is er (gelukkig) nog geen systeem om e-mailverkeer, telefoonverkeer en dergelijke aan elkaar te koppelen, hoewel de kans groot is dat allerlei overheidsorganisaties zich hiermee bezig houden.

Virtuele gamewereld als proeftuin
Onderzoeker Stefan Thurner en een aantal collega’s van Santa Fe Institute in New Mexico hebben echter een manier gevonden om te ontsnappen aan dit probleem. Hun idee: bestudeer de gedragspatronen in een virtuele wereld waar alle gedragingen voor het nageslacht worden geregistreerd. In hun geval: het MMORPG (massive multiplayer online game) Pardus, dat startte in 2004 en ondertussen zo’n 380 000 gebruikersaccounts heeft (en gemiddeld 500 actieve spelers ingelogd heeft).  Thurner en consorten bestudeerden acht spelacties waarmee spelers met elkaar interreageren. Deze zijn communiceren, handelen, vormen of verbreken van vriendschappen en vijandschappen, aanvallen en straffen. Ze legden de stroom van acties vast die elke speler uitvoert en keken toen naar patronen die vaker voorkwamen dan verwacht.

Kwaad is weliswaar besmettelijk, maar…
Hun conclusies: positief gedrag wordt versterkt als een individu een positieve actie ondergaat.  Ze vonden ook een veel sterkere toename in negatief gedrag onmiddellijk nadat een individu een negatieve actie ontving. “Het is ongeveer tien keer zo waarschijnlijk dat een speler direct na een negatieve actie, zelf een negatieve actie onderneemt dan als de speler een positieve actie onderging,” aldus de onderzoekers. Negatief gedrag wordt dus ook vaker herhaald dan alleen vergolden, wat verklaard waarom het effectiever verspreidt. Kortom: negatieve acties zijn besmettelijker dan positieve acties. Het is makkelijker een oorlog te beginnen dan om vrede te stichten.

Waarom het Goede toch overwint
Er blijkt echter een beperkende factor voor het oprukken van het Rijk der Duisternis. Spelers met een hoog aandeel negatieve acties bleken korter bij het spel betrokken. Thurner en zijn collega’s denken dat hier in wezen twee redenen voor zijn: ten eerste worden ze opgejaagd door anderen, waardoor ze ophouden met spelen en ten tweede, een meer psychologische verklaring. Ze zijn niet in staat er in het spel een bevredigend sociaal leven op na te houden en verlaten het spel wegens eenzaamheid en frustratie. Kortom: de maatschappij heeft de neiging mensen aan te zetten tot positief gedrag. Goed nieuws. In de woorden van Thurner en de zijnen:  “We interpreteren deze bevindingen als empirisch bewijs voor zelforganisatie naar wederkerig, goed gedrag binnen een menselijke maatschappij,” zeggen ze. Met andere woorden: de mensheid is fundamenteel goed.

Interessant is wellicht vervolgonderzoek. Soms blijken hele samenlevingen te veranderen in moordzuchtige menigten. Denk aan de massamoorden in Rwanda of de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië.  Hoe komt het dat in sommige gevallen de maatschappelijke remmen totaal verdwijnen en er chaos uitbreekt? Als dit raadsel wordt opgelost, komt er misschien een nieuwe manier om historisch gedrag te bestuderen. Het begin van echte psychohistorie? May the Force be with us…

Bron
Thurner et al., Emergence Of Good Conduct, Scaling And Zipf Laws In Human Behavioral Sequences In An Online World, Arxiv.org (2011)

Een holoprojectie van Asimovs held Hari Seldon in een rolstoel. Klaarblijkelijk had Asimov weinig vertrouwen in de medische mogelijkheden in de toekomst.

Is psychohistorie werkelijk mogelijk?

Stel je voor: een genootschap van wiskundigen en sociologen dat precies kan voorspellen wanneer revoluties uitbreken, kortom: welke richting de maatschappij op gaat. In Isaac Asimov’s ijzersterke Foundation-romanreeks, wereldberoemd in het science fiction wereldje (waar bètawetenschappers sterk in vertegenwoordigd zijn), bedacht wetenschapper Hari Seldon psychohistorie, een wiskundige theorie om de toekomst in sociale systemen te kunnen voorspellen. Sociale wetenschappen op een natuurwetenschappelijke manier benaderd, dus. Zou iets als psychohistorie werkelijk kunnen bestaan?

De gedachte achter psychohistorie
Psychohistorie is de rode draad in Isaac Asimovs Foundation-reeks. In zijn Foundation boeken staat het Galactische Imperium op instorten. Psychohistorici proberen met behulp van een geheim project de voorspelde

Een holoprojectie van Asimovs held Hari Seldon in een rolstoel. Klaarblijkelijk had Asimov weinig vertrouwen in de medische mogelijkheden in de toekomst.
Een holoprojectie van Asimovs held Hari Seldon in een rolstoel. Klaarblijkelijk had Asimov weinig vertrouwen in de medische mogelijkheden in de toekomst.

dertigduizend jaar barbarij waarin de Melkweg na de instorting van het Galactische Imperium terecht zou komen, in te korten tot duizend jaar. Natuurlijk mocht de bevolking niet op de hoogte zijn van psychohistorie. Anders zouden de vergelijkingen niet meer kloppen; een bèta zegt dan: er ontstaat niet-lineariteit. Asimov wikkelde hier een ingewikkelde plot omheen. Plus uiteraard onverwachte ontwikkelingen die de psychohistorici niet zagen aankomen om de spanning er in te houden.

De Wet van de Grote Getallen
Het gedrag van grote massa’s mensen moet volgens de wet van de grote getallen kunnen, veronderstelde Asimov, immers, scheikunde en actuariële wetenschappen (de techniek van risico’s berekenen) werkt ook zo. Van één molecuul kan je niet voorspellen hoe het zich gedraagt door de vele kwantuminteracties, maar van een kilogram moleculen lukt dat vrij aardig. Zo weten scheikundig ingenieurs precies hoe snel een chemische reactie in bijvoorbeeld een olieraffinaderij of reactor in een chemische fabriek verloopt. Hierbij gebruiken ze begrippen als entropie en vrije energie, die alleen op grote schaal, bijvoorbeeld quintiljoenen moleculen, echt betekenis hebben. Een dergelijk effect bestaat ook voor een sociaal systeem, veronderstelde Asimov in zijn romans. Er zijn bepaalde simpele wetmatigheden waaraan groter massa’s mensen voldoen, want de geschiedenis herhaalt zich voortdurend. In feite is economie te vergelijken met psychohistorie. Erg goed doen economen het overigens nog niet. Hari Seldon zou zijn neus er beslist voor ophalen.

Physical History and Economics
Onderzoeker Mark Ciotola, net als veel bèta’s een fervent liefhebber van science fiction, denkt dat Asimov gelijk had en heeft de handschoen opgenomen. Hij werkt nu aan PHE, een sociologische discipline die net als psychohistorie uitgaat van een wiskundige beschrijving van de maatschappij. Anders dan Asimovs fictieve held Hari Seldon gaat hij niet uit van psychologie, maar van entropie. Hij ziet mensen als niets meer als atomen in en systeem dat de groei in de hoeveelheid entropie maximaal wil laten zijn.

Fast entropy
In Ciotola’s woorden is dit fast entropy: de entropie neemt niet alleen toe, het systeem probeert ook de snelheid waarmee de entropie toeneemt, zo hoog mogelijk te laten zijn. Omdat een welvarend, technisch hoog ontwikkelde beschaving de entropie sneller laat toenemen dan klodders bacterieslijm, is het onvermijdelijk dat zich vroeg of laat iets als een hoog ontwikkelde beschaving ontwikkelt en de entropiegroei maximaliseert.

Omgekeerd: als een gegeven systreem, variërend van een kolonie bacteriën tot een beschaving wordt geconfronteerd met potentiële entropie in werkelijke entropie om te zetten, is het een kwestie van weinig tijd voor het maagdelijke reservaat, continent, vakgebied of planeet vol wordt geplant met snel groeiende plekken nadrukkelijke menselijke aanwezigheid.

Bronnen
Fastentropy.org

Maatschappelijke relevantie als maatstaf voor onderzoek

Een interessante vraag: moet wetenschappelijk onderzoek maatschappelijk relevant zijn? Voor de meeste mensen is deze vraag makkelijk te beantwoorden: ja natuurlijk, wat hebben we er anders aan? Als niemand in het dagelijks leven de resultaten van het onderzoek gebruikt, waar doe je het dan voor? Voor sommige wetenschappers is dit standpunt echter niet zo voor de hand liggend.

Er zijn wetenschappers die zich bezig houden met fundamentele onderzoeken die met name nuttig zijn voor de wetenschap zelf zoals theoretisch fysici, evolutiebiologen, geschiedkundigen en vele takken van de filosofie. Zij zullen weinig baat hebben bij de handreiking ‘Evaluatie van maatschappelijke relevantie van wetenschappelijk onderzoek’ omdat hieruit een signaal volgt dat lijkt te pleiten voor maatschappelijk relevant onderzoek. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) is het ministerie dat verantwoordelijk is voor het Nederlands innovatiebeleid en een belangrijke speler in de beslissing welke onderzoeken er gefinancierd worden. Volgens de website richt het zich met name op “bevorderen van kennisontwikkeling door bedrijven en samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven.” Verder: “Innovatie door bedrijven bepaalt in belangrijke mate welvaartsgroei, nu en in de toekomst. Innovatie creëert productiviteitsgroei, houdt bedrijven concurrerend in een internationaal speelveld en draagt ook bij aan de aanpak van een aantal maatschappelijke opgaven.” Het moge duidelijk zijn dat de fundamenteel onderzoekers in Nederland het zwaar hebben om aan geld te komen.

De tendens dat onderzoeken maatschappelijk relevant moeten zijn, heeft als gevolg dat voor subsidie aanvragen de onderzoeker duidelijk moet aangeven of en op welke manier zijn onderzoek relevant is. Behalve dat dit voor een aantal onderzoekers vrijwel onmogelijk is, heeft dit ook tot gevolg dat de minder relevante onderzoeken ook moeilijk aan subsidie kunnen komen. Zo kan een ziekte die weinig voorkomt in de maatschappij lang wachten op een geneesmethode, waaruit volgt dat deze tendens innoverende oplossingen juist tegen lijkt te houden. Andersom zullen wetenschappers ook snel geneigd zijn een onderzoeksvoorstel in te dienen die hoogst relevant is – maar misschien weinig vernieuwend – zodat de kans op subsidie groot is. We kunnen onszelf de vraag stellen of dit is wat we willen.

In het kort zijn dit een paar argumenten in het debat over maatschappelijke relevantie als maatstaf voor wetenschappelijk onderzoek. Hoe denken de visionairen hier over? Moet een onderzoek maatschappelijk relevant zijn, of zijn we ook bereid om met onze belastinggelden het meer fundamentele onderzoek dat zich niet direct terug betaald te steunen?

Voor het bedrag van een gemiddeld huis in nederland koop je in onze buurlanden een villa.

Huizen kunnen tachtig procent goedkoper

Vrijwel alle producten en diensten, variërend van eieren tot computers, zijn de afgelopen halve eeuw relatief veel goedkoper geworden. Een opmerkelijke uitzondering zijn woningen. Deze zijn aanmerkelijk duurder dan ze decennia geleden waren. Hier is duidelijk iets aan de hand…

Huizen in Nederland erg duur
Op dit moment kost een huis in Nederland rond de 250 000 euro. Huizenbezitters zijn hier uiteraard erg blij mee (voor de goede orde: daar hoort schrijver dezes ook bij). Het is erg leuk rijk te zijn, daar niet van, maar het is nogal vervelend voor mensen die geen huis hebben en een huis willen kopen. Ook betekent het dat mensen heel veel geld kwijt zijn aan woonlasten. Goed, daar hebben ze weer huursubsidies, huurcommissies, hypotheekrenteaftrek, garantiefondsen en allerlei ander moois voor, wat weer goed nieuws is voor de werkgelegenheid, maar laten we eerlijk zijn: dit is allemaal maar lapwerk. Het is veel effectiever om er voor te zorgen dat wonen in Nederland veel goedkoper wordt dan het nu is.

Voor het bedrag van een gemiddeld huis in nederland koop je in onze buurlanden een villa.
Voor het bedrag van een gemiddeld huis in Nederland koop je in onze buurlanden een villa.

Ambtelijke voorschriften drijven de prijzen op
In de afgelopen maanden hebben we hier op Visionair meer dan twintig alternatieve manieren beschreven om huizen te bouwen
. Al deze bouwmethoden hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze aanmerkelijk goedkoper zijn dan huizen van baksteen. Vaak hebben ze ook andere aanvullende voordelen. Zo zijn ze doorgaans energiezuiniger, mooier, fantasierijker en doen minder een beroep op schaarse grond. Waarom zijn huizen dan nog steeds zo belachelijk duur? Aan de techniek ligt het niet. Die is er. Weliswaar zijn aannemers in Nederland niet buitengewoon fantasievol, maar ook hier zijn er uitzonderingen van technisch begaafde en creatieve architecten en aannemers die unieke kunststukjes hebben ontworpen en tot stand hebben gebracht.

Deze Zweedse villa kost 255 000 euro, evenveel als een gemiddeld huis in Nederland. Bron: www.huizenmarkt-zeepbel.nl
Deze Zweedse villa kost 255 000 euro, evenveel als een gemiddeld huis in Nederland.

Het voornaamste probleem is de volkomen doorgeslagen regeldrift van honderdduizenden ambtenaren. In plaats van technische eisen te stellen aan de functies van woningen (bijvoorbeeld: laag energieverbruik, goede ventilatie, voldoende licht, bouwveiligheid) stellen ze zeer gedetailleerde eisen wat betreft uiterlijk en de methode van bouwen. Het oerwoud van regels is een eigen leven gaan leiden en verstikt de bouwsector totaal. Zelfs voor het aanleggen van een kelder moet een uitgebreide bouwvergunning worden aangevraagd. Ook blijkt het vergunningstelsel niet buitengewoon effectief. Geregeld storten er daken of balkons in.

Oligopolie van projectontwikkelaars: huis onbetaalbaar voor armen
Een bijkomend probleem is dat er heel weinig vrije bouwpercelen voor particulieren worden uitgegeven. Projectontwikkelaars beheersen de markt totaal en kopen vaak grote lappen grond rond gemeenten op. Er is een sterke verstrengeling tussen projectontwikkelaars en ambtenarij, waardoor corruptie aantrekkelijk is en veel voorkomt. Als kleinere percelen worden uitgegeven van bijvoorbeeld vijftig vierkante meter, komt een woning ook voor de lagere middenklasse en arbeidersklasse binnen bereik. De hypotheekrenteaftrek kan zo worden afgeschaft. De hoge huizenprijzen in Nederland vertegenwoordigen in feite een schijnwelvaart, die niet de leefomstandigheden verbetert. Leuk voor de statistieken, maar het betekent wel een improductieve allocatie van middelen.

Het is beter dat mensen hun spaargeld in iets gaan steken dat wel nut heeft, zoals bedrijvigheid of energiezuinige bouwverbetering.

De Green Bank Telescope is in tegenstelling tot de vaste schotel van Arecibo draaibaar.

Bestaat er een optimale hoeveelheid vrijheid?

Vrijheid eindigt waar die van een ander begint. Is dat zo of moeten we ook met andere dingen rekening houden? Wat is de optimale hoeveelheid vrijheid en hoe met vrijheid verdeeld worden?

Wat is vrijheid?
In feite wordt vrijheid sociologisch gezien negatief gedefinieerd: als het ontbreken van (specifieke) beperkingen. Natuurkundig gezien zijn vrijheidsgraden het aantal mogelijkheden, een positieve definitie dus. Dus als mensen dingen kunnen doen zonder dat ze hierin worden belemmerd door de overheid of maatschappij, genieten ze vrijheid.

Vrijheid is niet alleen gunstig. In veel opzichten hangt ons leefcomfort af van de mate waarin anderen geen vrijheid genieten. Denk aan het ontbreken van de vrijheid de volumeknop wijd open te zetten, links te rijden of  iemand seksueel lastigvallen die daar niet van gediend is. Meer in het algemeen: de vrijheid anderen te hinderen. Wat wel mag en niet mag, is niet voor niets een fel discussieonderwerp  in de politiek.

De waxinelichtjesgooier kreeg een absurd hoge straf voor zijn daad. Sommige zijn gelijker dan anderen in Nederland.
De waxinelichtjesgooier kreeg een absurd hoge straf voor zijn daad. Sommige zijn gelijker dan anderen in Nederland.

Vrijheidsmaximalisatie
Er is dus een bepaalde maximale hoeveelheid vrijheid gunstig. Waarschijnlijk kan deze hoeveelheid worden bepaald naar analogie van een stabiel evenwicht volgens de speltheorie: die mate van vrijheid waarbij elke verandering een vermindering van de effectieve totale vrijheid betekent.

Alleen die verboden die netto gezien meer vrijheid opleveren dan ze afnemen, zijn dus gewettigd. Zo is een verbod op het in bezit hebben en gebruiken van atoombommen logisch, want de ellende die een ontploffende atoombom aanricht (en de inperking van de vrijheid van de honderdduizenden slachtoffers tot nul) is veel groter dan het twijfelachtige genoegen dat het afsteken van het ideale oudejaarsvuurwerk met zich meebrengt.

Vrijheidsverdeling
De elite mag veel meer dan de gewone man. De oude Romeinen brachten dit treffend onder woorden als quod licet Jovi, non licet bovi: wat [de Romeinse oppergod] Jupiter is toegestaan, is een rund niet toegestaan.
In dictatoriaal geregeerde landen zijn deze machtsverschillen iets groter dan in een “democratie” als bijvoorbeeld Nederland. Zo weet de overheid in Nederland heel veel van haar burgers, maar wordt door minister Donner de Wet Openbaarheid Bestuur, de belangrijkste waarborg tegen overheidstirannie waar we over beschikken, uitgekleed.
Zo word je hier drie jaar opgesloten als je een waxinelichthouder tegen de gouden koets gooit, een vrij onnozel vergrijp, en mag de lieflijke kroonprinses net als haar wat boertige gemaal, grove verkeersovertredingen begaan (en een man het ziekenhuis in rijden) zonder dat dit veel repercussies heeft. Niet erg netjes, maar in  bijvoorbeeld Syrië of Noord-Korea kost het bekogelen van een gezagsdrager je het leven. Machthebbers in deze landen hebben veel meer vrijheid dan machthebbers in een democratisch geregeerd land of een land als Nederland.

Verdeling van vrijheid
Je zou de vrijheid van een land kunnen inschatten met een vrijheids-equivalent van de Gini coëfficiënt. Hoe kleiner de verschillen in vrijheid tussen de elite en de gewone man, hoe democratischer het land. Denemarken is wat dat betreft veel democratischer dan Nederland en Nederland democratischer dan bijvoorbeeld Maleisië of Noord-Korea. Over het algemeen is de totale vrijheid van een land er mee gediend deze index zo laag mogelijk te houden.

Vinexwijken zijn doorgaans monotone huizenmassa's, zonder enige fantasie neergeplempt om ambtelijke beleidsdoelstellingen te halen.

Peak fantasy: een dodelijk gevaar

We horen van alle kanten dat aardolie en andere delfstoffen steeds schaarser worden. Nederland wordt echter bedreigd door een ernstig probleem, dat peak-oil en de financiële crisis nog in de schaduw plaatst: een hardnekkige fantasieloosheid. Opmerkelijk worden juist het onderwijs en de zorg, de grootste slokops van Nederland, hierdoor geteisterd.

Vinexwijken zijn doorgaans monotone huizenmassa's, zonder enige fantasie neergeplempt om ambtelijke beleidsdoelstellingen te halen.
Vinexwijken zijn doorgaans monotone huizenmassa's, zonder enige fantasie neergeplempt om ambtelijke beleidsdoelstellingen te halen.

Peak fantasy teistert Nederland
De gevolgen van peak fantasie zie je bijvoorbeeld in Vinexwijken, waar rij na rij van volkomen fantasieloze blokkendozen staat. Je ziet het in binnensteden, waar troosteloze fonteinen (duidelijk door de architect gecopypaste van een eerdere opdracht) als een kankergezwel oprukken. Je ziet het in de massale napraterij op televisie, de radio en de Nederlandse massamedia. Conformisme is de norm.

De gevolgen van een gebrek aan fantasie zijn ernstig. Gewoonten slijten in en worden nooit meer ter discussie gesteld. Elke verandering, hoe noodzakelijk ook, wordt gezien als een verslechtering. Hoe kleiner de kennis en hoe groter de onzekerheid is, zoals in de medische wetenschap, hoe stelliger waarheden worden verdedigd.Vooral als politieke belangen een rol spelen, wordt de status quo verstikkend.

Als de Groenlandse Vikingen meer fantasie hadden gehad, dan was het waarschijnlijk minder akelig met ze afgelopen.
Als de Groenlandse Vikingen meer fantasie hadden gehad, dan was het waarschijnlijk minder akelig met ze afgelopen.

Peak fantasy en de ondergang van de Groenlandse Vikingen
Veel mensen denken als ze de naam Groenland horen het eerst aan de Inuit, die in de loop van tienduizenden jaren een unieke cultuur hebben ontwikkeld die optimaal gebruik maakt van de schaarse hulpbronnen op en rond het poolijs. Echter: rond 1000-1200 werd Groenland bewoond door Viking-kolonisten uit Noorwegen en Zweden, door Leif Eriksson naar Groenland gelokt door verhalen over vruchtbare akkers en weelderige natuur.

Dat bleek uiteraard tegen te vallen, zelfs in Julianhab stijgt de temperatuur zelden boven de vijftien graden, maar toch was in het uiterste zuiden van Groenland een gerieflijk bestaan mogelijk. Geen wonder dus dat de Viking-nederzettingen in het uiterste zuiden groeiden en bloeiden. Toen sloeg de voorbode van de Kleine IJstijd toe, die op haar hoogtepunt in Europa voor strenge winters zorgde. Op Groenland betekende dat, dat landbouw met Europese gewassen onmogelijk werd en hongersnood uitbrak. De kolonisten verhongerden, dit terwijl een paar honderd kilometer verderop de Inuit overvloedig vis vingen. De Vikingen vonden het echter beneden hun stand om gewoonten van de Inuit over te nemen en vis was geen voedsel voor edelen. Als gevolg hiervan werden de nederzettingen na ernstige hongersnoden verlaten, terwijl vlak bij het strand enkele van de overvloedigste visgronden ter wereld liggen.

Enkelen, volgens Inuitverhalen vrouwen en kinderen, lijken echter opgenomen te zijn bij de Inuit (wijzen DNA-sporen uit) en in de allerlaatste overblijfselen werden veel meer visresten gevonden.

Waarom?
Het is niet nodig een (doorgaans ook niet bijster fantasievolle) dure adviseur of interim manager in te huren. De beste remedie tegen peak fantasy is een goede gewoonte van kleine kinderen: de vraag stellen, waarom iets zo is of op een bepaalde manier moet gebeuren. Zo slaagde de SP-fractie in een Brabantse gemeente er in drastisch het mes in onnodige overheidsuitgaven te zetten, door bij elke uitgave de vraag te stellen waarom deze werd gedaan en zo niet, deze te schrappen. De PVV stelde de vraag, waarom er continu zomer- en wintertijd moet worden ingevoerd terwijl dit kwalijke gevolgen heeft op het bioritme van mensen, te vergelijken met een tweejaarlijkse jetlag. Ook het onderwijs en de zorg zijn zo langzamerhand totaal verkalkt en zitten vol dood vlees. Een stevige bezuinigingsronde, waarbij op SP-wijze elke uitgavenpost kritisch tegen het licht wordt gehouden, zou een enorme zegen zijn voor deze sectoren (en het land).

Het islamitische geloof is vooral een groepsgebeuren.

Sociale dynamiek in islamitische samenlevingen

De rellen in Tunesië zijn de zoveelste manifestatie van een fundamenteel probleem in de islamitische samenleving: legitimiteit. De koran en de hadith bieden naast familie maar één legitieme bron van politieke macht: vroomheid.

Sociale structuur van de islamitische samenleving
Binnen honderd jaar na de dood van religieus en politiek leider Mohammed liepen Arabische en later multi-etnische islamitische legers een groot gebied onder de voet van Zuid-Spanje tot Pakistan. Hoewel deze gebieden van oorsprong cultureel vrij sterk verschilden, bleek door de invloed van de Arabische taal en de islamitische cultuur en religie een sterke unificerende werking uit te gaan.
Vrijwel alle islamitische samenlevingen vertonen daardoor ongeveer dezelfde scores op de culturele dimensies van Hofstede: een zeer hoge score op onzekerheidsvermijding, een gemiddelde score op masculiniteit, een hoge score op collectivisme en zeer hoge machtsafstand.

Het islamitische geloof is vooral een groepsgebeuren.
Het islamitische geloof is vooral een groepsgebeuren.

Het gaat hier dus om autoritaire samenlevingen, strak geleid door een grote leider waarin door een verstikkende regeldruk en controle wordt gepoogd, de onzekerheid af te laten nemen.  Langetermijnperspectief, recent toegevoegd door Hofstede, is in veel islamitische landen laag en daalde onder meer in Pakistan, verondersteld door de onderzoekers onder invloed van de sterke islamisering. Dit is ernstig: langetermijnperspectief is namelijk positief gecorreleerd met persoonlijke en economische ontwikkeling. Hoogontwikkelde landen als Nederland, China, Korea en Japan scoren zeer hoog op deze dimensie.

Geografie en economie falen als verklaring
De opvallende overeenkomst die de meeste islamitische landen cultureel gezien met elkaar vertonen, kan niet worden verklaard door geografische of economische factoren. Egypte, Irak, Bangladesh en Pakistan zijn landen waar de kerngebieden bestaan uit een geïrrigeerde riviervallei of rivierdelta. Er zijn woestijnlanden (Saoedi Arabië, Libië, Koeweit, Qatar), handelslanden (Tunesië, Bahrein, de Emiraten) en landen met veel landbouwgebied (Marokko, Algerije). De landen variëren van straatarm (Bangladesh, Egypte) tot relatief welvarend (Qatar, Koeweit, Maleisië).

Godsdienst en cultuur als voornaamste bepalende factor
We hebben eerder gezien dat een cultuur mede gegrondvest is op metafysische beginselen. Het is daarom moeilijk onderscheid te maken tussen religie en cultuur; mogelijk kan religie als onderdeel van de kernwaarden van een cultuur worden gezien. De islamitische wereld wordt verbonden door een gemeenschappelijke godsdienst die een zeer sterke invloed heeft op de cultuur en zich herhaaldelijk ook rechtstreeks met de cultuur bemoeit, zo worden op het eerste gezicht triviale culturele elementen als muziek, voeding, vrijetijdsbesteding en de wijze van kleden streng gereglementeerd door het soennisme en sji’isme. Het is dus redelijk te veronderstellen dat deze godsdiensten primair bepalend zijn voor de sociale en maatschappelijke structuur.

Kernelement: godsdienst
Een islamiet identificeert zich meestal eerst en vooral als “moslim”. Hoewel islamieten hier doorgaans ieder iets anders onder verstaan, is het belangrijkste dat iemand zich in het openbaar identificeert als “moslim”. De plaats van de doop in het christendom wordt in het islamitische geloof ingenomen door een verklaring, afgelegd bij een groepje islamieten, dat er geen god bestaat dan Allah en dat Mohammed zijn profeet is: een publiek gebeuren dus.
Zowel koran als hadith stellen dat in conflicten waar ongelovigen bij betrokken zijn, een islamiet altijd de kant moet kiezen van een andere islamiet omdat een ongelovige de slechtste van alle schepsels is (hoewel elders in de koran staat dat een huichelaar nog erger is dan een ongelovige). Dit verklaart ook waarom veel islamieten, waaronder Osama bin Laden, de samenwerking tussen de al-Saoeds en de Amerikanen tegen Saddam Hussein van Irak zagen als een bewijs dat de al-Saoeds een ketters, ongelovig regime vormen dat omver geworpen moet worden. Ook al ging het in het geval van Saddam Hussein om een persoon die ook in de ogen van veel islamieten een misdadiger was.
Fundamentalistische islamieten zien het liefst één grote staat waarin alle islamieten verenigd zijn. Andere staatsvormen, zoals de Europese natiestaat, zijn uiteraard onaanvaardbaar want binnen de groep van islamieten mogen er geen groepen bestaan. Deze staat, het kalifaat, moet proberen de gehele wereld te onderwerpen. De “leider van de gelovigen”, de kalief, moet absoluut gehoorzaamd worden en als hij een heilige oorlog, een jihad, uitroept tegen de ongelovigen, moeten alle islamieten die in staat zijn om te vechten aan deze oproep gehoor geven.  Als “de islam” aangevallen wordt, wat zoals we gezien hebben aan de cartoonrellen volgens islamieten al snel het geval is, bestaat er voor islamieten ook de religieuze plicht om terug te vechten, ook als er geen kalief is.

Kernelement: familie
Omdat rijkere mannen meerdere vrouwen kunnen trouwen, zijn families van de hogere standen in de islamitische wereld vaak zeer uitgebreid. Zo is de Saoedische koninklijke familie, de familie van de grondlegger van Saoedi-Arabië Abdul Aziz Ibn Saoed in aantal zo groot als de bevolking van een kleine stad: zevenduizend tot vijfentwintigduizend. Ibn Saoed (12876-1953) zelf heeft meer dan tweehonderd directe mannelijke nakomelingen (vrouwen worden niet geteld).
Arabische namen zijn doorgaans zeer lang omdat hierin alle voorouders worden opgesomd – vaak zeven generaties of meer. Voor een westerling lijken deze namen triviaal, maar voor een islamiet bieden familieverhoudingen een belangrijke methode om iemands status in te schatten. Zo hebben vaders gezag over zoons en oudere broers gezag over jongere. Het hoofd van de familie of clan wordt vaak ingeschakeld om conflicten met een andere familie op te lossen -bloedvetes zijn kostbaar en hebben de vervelende neiging, te escaleren en zich na eeuwen nog voort te zetten. Geen wonder dus dat de gemiddelde islamiet zijn best doet machtige mede-islamieten niet onnodig voor het hoofd te stoten, want dat betekent dat zij niet alleen die persoon, maar hun hele familie achter zich aan krijgen.

Iemand van een aanzienlijke familie (het mooiste is natuurlijk als je direct van Mohammed afstamt) heeft meer gezag dan de nakomeling van een pauper of bekeerling. Een familie kan aan status winnen door pelgrimstochten, een roemruchte voorvader, strategische allianties met andere families, heldendaden op het slagveld, religieuze bouwwerken, religieuze activiteiten en gastvrijheid.

De Libische dictator Muammar Gadaffi bedacht zijn eigen politiek-religieuze filosofie.
De Libische dictator Muammar Gadaffi is minder gek dan veel mensen denken.

Ook rijkdom of een vete winnen geldt uiteraard als statusverhogend. De familie wordt te schande gemaakt als een familielid zich bekeert tot een ander geloof of een vrouwelijk familielid seksuele activiteiten heeft buiten het huwelijk. In dat geval moet het familielid gedood  of uitgestoten worden om de kostbare eer van de familie te zuiveren.

Legitimiteitsprobleem
Er zijn dus in de islamitische wereld volgens een traditionele islamiet dus maar twee legitieme staatsvormen denkbaar. Een overkoepelende islamitische staat, het kalifaat (of een kleinere staat waarvan de leider beweert dat hij de kalief is zoals Marokko) heeft uiteraard de voorkeur.

Een alternatief is een staat die een grote familie vormt, zoals de vorstendommetjes op het Arabisch schiereiland die terecht als bedoeïnenstammen met een vlag worden aangeduid. In een familie is voor een islamiet altijd duidelijk wie er de baas is: de vader of oudste broer. Ook moet deze familie het meeste aanzien genieten, vandaar de vele protserige moskeeën. Ook deze staatjes moeten echter hecht op een islamitisch fundament rusten om hun geloofwaardigheid in de ogen van islamieten te behouden.

De Libische dictator Moeammar Gadaffi, niet zoals de al-Saoeds of de al-Thani’s van Qatar gezegend met een allesoverkoepelende familie, zag dit probleem in en bedacht daarom zijn unieke Derde Weg filosofie. Hierbij baseert hij zich voornamelijk op de koran en nauwelijks op de hadith. Dit geeft hem meer speelruimte. Iran blijft stabiel omdat de opperste religieuze autoriteiten ook het land besturen.

De derde oplossing is het seculariseren van het land, zoals dat in Syrië en tot voor kort in Irak en het Egypte van Nasser. Dit kan alleen door een felle retoriek tegen de “vijanden van de islam”, bijvoorbeeld Israël en de VS, te bezigen, want zo kan een beroep worden gedaan op de plicht voor islamieten om mede-islamieten te steunen tegen de ongelovige vijand. Met het sterker worden van de religieuze invloed verdwijnt deze optie. Op termijn ziet het er dus somber uit voor staten die deze weg kiezen, tenzij de secularisatie het wint. Wat dat betreft zijn de ontwikkelingen in Tunesië zeer interessant.