De gulden terug, goed idee?
Wat zouden de gevolgen zijn als Nederland eenzijdig uit de euro zou stappen? Volgens velen zou dit enorme rampspoed met zich meebrengen. Volgens anderen zou Nederland hiermee juist aan heel veel financiële ellende ontkomen. Een verkenning van de voor- en nadelen van de herinvoering van de gulden.
Waarom hebben landen graag hun eigen munt?
We zouden het vaak vergeten, maar een belangrijk teken van onafhankelijkheid is van oudsher een eigen munt. De Romeinse keizers toonden hun macht door munten met hun beeldenaar er op in omloop te brengen. Grote, machtige landen hebben vaak een economische zone om zich heen waarin hun munt veel gebruikt wordt. Zo is er de dollarzone in Amerika en kende Europa vroeger de D-mark zone die nu is opgegaan in de eurozone.
Concurrentie tussen munten houdt politici zuinig
Een geldpers is een machtig mooi ding, vooral voor een politicus die een hele waslijst aan verkiezingsbeloften na moet zien te komen vlak voor de verkiezingen. Fiat currencies, munten die niet worden gedekt door bijvoorbeeld goud maar door ‘vertrouwen’, zoals dat zo mooi heet, houden het meestal niet erg lang vol. Het prettige van veel verschillende nationale muntsoorten is dat politici gedwongen worden zich netjes te gedragen. Drukken ze teveel geld, dan daalt de waarde van hun munt. Wordt hun munt waardeloos, dan worden de kiezers erg boos. Als alle politici ongeremd geld kunnen laten bijdrukken, zoals nu in de eurozone dreigt te gaan gebeuren, dan is het voor de kiezers niet meer mogelijk om te vergelijken met buurlanden. Zowel de euro als de dollar zakken nu in hoog tempo. Munten die niet zakken, zoals de Zwitserse frank, lijken daarom sterk te stijgen, maar in feite behouden ze eenvoudigweg hun waarde.
Lastige omwisseloperatie
Dit zou een grote operatie met zich meebrengen, minstens zo omvangrijk als de invoering van de euro. Alle muntautomaten en bankbiljettenlezers zullen omgebouwd moeten worden. De techniek is een stuk verder dan toen, dus dit zal makkelijker gaan. Als de waarde van de nieuwe gulden, die we florijn zullen noemen, gelijk wordt gesteld aan die van een euro, zal ook het omrekenen niet zo moeilijk zijn.
Grote geldstromen
Een groter probleem is de enorme geldstromen die op gang zullen komen. Verwachten rijkaards en kapitaalbeheerders dat de florijn meer waard gaat worden, dan zullen ze graag deposito’s in Nederland parkeren. Omgekeerd: verwachten ze dat Nederland een Griekenland aan de Noordzee zal worden, dan zullen rekeninghouders massaal hun tegoeden op een buitenlandse bank onderbrengen. Zolang dit geld op zijn plaats blijft na de invoering van de florijn, is er weinig aan de hand. Besluiten beleggers echter na de invoering van de florijn, massaal hun geld in of uit Nederland te verplaatsen, dan gaat de waarde van de florijn wild schommelen, zoals nu in Zwitserland met de frank gebeurt.
ING een maatje te groot voor Nederland
Een tweede probleem is dat Nederland een compleet uit zijn krachten gegroeide financiële sector heeft. ING, bijvoorbeeld, heeft op zijn balans 1247 miljard euro. Dat is meer dan drie keer het Nederlandse BNP. Valt een moloch als ING om, dan zit Nederland in ongeveer hetzelfde onaangename schuitje als IJsland na de problemen met Icesave-moederbank Landsbanki. In principe zou ook dit opgelost kunnen worden door alleen rekeningen in florijnen te garanderen en banken een maximumbedrag aan ingelegde spaartegoeden te garanderen. In de praktijk betekent dat, dat ING een bepaalde maximumgrootte krijgt.
Valutakosten
Verder zouden de kosten voor het omwisselen van geld toenemen. Bij elke invoer- en uitvoertransactie zou het afdekken van valutarisico’s een tot twee procent van de kostprijs uitmaken. Dit hoeft echter geen groot probleem te zijn. De economie in niet-eurolanden, denk aan Noorwegen, Zweden, Zwitserland en Denemarken doet het opvallend goed, ondanks dit nadeel. Omdat Nederland economisch sterk verknoopt is met Duitsland, ligt het voor de hand met de Duitsers (die ook steeds meer heimwee naar de D-mark koesteren) een spilkoers tussen de twee munten af te spreken.
Staat leent goedkoper
De staat kan voortaan lenen in de eigen munt, de florijn, in plaats van in de euro. De staat is de meest kredietwaardige lener in het guldengebied. Dit betekent dat staatsleningen een iets lagere rente opbrengen. Dat scheelt de nodige rentekosten.
Meer autonomie
Het grootste voordeel van een eigen munt is dat Nederland zelf kan bepalen hoe hoog we bijvoorbeeld de rente en inflatie willen hebben. Een al te lage rente is schadelijk voor de relatief grote Nederlandse pensioenfondsen. Ook de inflatie is idealiter laag, maar niet zo laag dat de gulden te duur wordt. Nu is het rente- en inflatiebeleid van de Europese Centrale Bank een gemiddelde van de behoeften van de eurozone (in het beste geval). In de praktijk hebben grote landen als Duitsland en Frankrijk een disproportioneel grote invloed op het beleid. Als klein landje hoeven we ons niet al te veel illusies te maken, maar met een eigen munt heeft Nederland wel aanmerkelijk meer manoeuvreerruimte.
Conclusie: de gulden terug is per saldo geen gek idee
Alleen de financiële en transportsector heeft veel baat bij de euro. Voor de rest van de maatschappij zijn de gevolgen neutraal of zelfs negatief. Zeker als de schade als gevolg van de Griekse schuldencrisis in aanmerking wordt genomen. Nederlandse politici kunnen iets minder slecht met geld omgaan dan hun collega’s uit Griekenland. Een gescheiden portemonnee een huishoudbudget is dan heel verstandig.