Misvattingen

Geldcreatie deel 3

Na deel 1 en deel 2 over geldcreatie blijkt dat er nog steeds veel misverstanden zijn over waar geld precies vandaan komt, wie het maakt, wanneer het wordt gemaakt, wat de invloed van rente in het systeem is etc. Dat is ook niet zo vreemd want het geldcreatie systeem is wellicht het best bewaarde geheim van de private bankensector van de afgelopen eeuwen. In onderstaande documentaire wordt het hele proces nog een keer goed uitgelegd door verschillende experts. Interessant voor eenieder met een bankrekening.

Het monopolie op het recht van geldcreatie bij private banken is de kern van de huidige economische problematiek. Hier draaien de wereldwijde protesten momenteel om. Als er een strijd wordt gevoerd op het moment dan is het een strijd om informatie. Deze prachtige documentaire, The Money Fix, is hierin een buitengewoon verhelderend stuk uitleg. Met Nederlandse ondertiteling.

Voor mensen die meer willen weten over mogelijke oplossingen zie deel 1 & deel 2 van de toekomst van onze economie. Voor diegenen die denken dat het reeds te laat is voor oplossingen is het goed om te weten welke voorbereidingen er getroffen kunnen worden wanneer de euro zou instorten.

Ook in Nederland heeft 99% van de mensen geen idee hoe het banksysteem werkt en hoe geld wordt gecreëerd. Hopelijk komt daar met de huidige protesten snel verandering in.

Geldcreatie deel 2

In het eerste deel is besproken hoe geldcreatie werkt. Het werd duidelijk dat banken die hierop het monopolie hebben hier een enorm voordeel van hebben. Maar voor wie is dat nu eigenlijk interessant om te weten?  En wat betekent dit eigenlijk op Nederlands niveau?
De meest duidelijke en brede groep mensen voor wie dit interessant is zijn huizenbezitters met een hypotheek.

Is het recht op geldcreatie wellicht de door velen gedroomde geldboom?

Volgens de cijfers van 2010 van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn er in Nederland bijna 4 miljoen (3.969.883) woningbezitters. Daarbij bedraagt de totale particuliere hypotheekschuld in Nederland rond de 630 miljard euro. Volgens sommigen een wereldrecord. Niet eentje om trots op te zijn overigens want zelfs de IMF waarschuwt de Nederlandse overheid hier inmiddels voor. Als de totale hypotheekschuld wordt verspreid over de woningbezitters dan komt het op  een gemiddelde hypotheekschuld van 157 duizend euro per woningbezitter. Als er wordt uitgegaan dat er gemiddeld 5% rente over deze hypotheekschuld wordt betaald dan levert dat de banken in Nederland jaarlijks een bedrag op van 31,5 miljard euro.  Dit is een kleine 8 duizend euro per huizenbezitter.

In deel 1 werd duidelijk dat banken zelf maar 3% van het bedrag voor een lening hoeven te hebben en de rest er zo uit de lucht bij mogen creëren. Zo wordt duidelijk dat banken binnen een jaar het bedrag wat ze moeten hebben om de lening te mogen geven,  reeds van de woningbezitters terug hebben gekregen in rente-inkomsten. Elk jaar erna verdienen banken geld op de rente die de huiseigenaren betalen aan het hypotheekbedrag wat banken hebben gecreëerd en zelf nooit hebben gehad. Aangezien een hypotheek snel een jaar of 30 loopt is dit een prachtig bedrijfsmodel voor de bankensector.
Om terug te komen bij de beginvraag voor wie het interessant is om het mechanisme van geldcreatie te begrijpen. Er zijn in Nederland dus rond de 4 miljoen mensen die elk jaar 8000 euro aan rentelasten over hun huis betalen aan een bank die het geld hiervoor heeft gecreëerd en zelf nooit in het bezit heeft gehad.

Naast woningeigenaren met hypotheekschuld werkt dit systeem in rode lijn  hetzelfde voor andere type schulden. Studenten met studieschuld bij een bank, mensen met persoonlijke leningen, etc. Kortom, iedereen die schulden heeft zou zich eens goed moeten verdiepen in hoe dit systeem werkt. Om dit systeem zo goed mogelijk duidelijk te maken hieronder twee documentaires die het huidige banksysteem stap voor stap bijlangs gaan. De eerste documentaire Money as Debt heeft Nederlandse ondertiteling:

De tweede documentaire Money as Debt – Promises Unleashed gaat nog dieper en uitgebreider in op hoe het systeem werkt, wat voor afspraken een persoon eigenlijk maakt met een bank als die geld stort en wat voor afspraken een burger met banken maakt als er een lening  wordt aangegaan. Deze is (nog alleen) in het Engels beschikbaar:

Het is eenieder aan te raden die zelf schulden heeft bij een bank of mensen kent die schulden hebben bij een bank om dit artikel naar die mensen door te sturen. Ook in Nederland zijn 15 oktober 2011 protesten uitgebroken. Die protesten zijn tegen  het bankensysteem en de (on)bewust gekochte (corrupte) lagen van accountants, politici, juristen en gedeeltelijk ook de mainstream media die dit systeem beschermen. Het basisprincipe wat achter de huidige scheve welvaartsverdeling ten grondslag licht is het monopolie van banken die in private handen zijn, om geld uit het niets te mogen creëren. De beste manier om daar actie tegen te voeren is door deze kennis te verspreiden zodat mensen begrijpen hoe het in elkaar steekt. Geen geweld, geen vernielingen, liever ook geen boosheid maar begrip bij jezelf en probeer dat begrip bekender te maken onder familie, vrienden en ook de politici, main stream media etc. Alleen als dit systeem goed wordt begrepen in de voordelen en de nadelen is het mogelijk om een beter systeem te bouwen waar iedereen beter mee gediend zal zijn.
Voor mensen die meer willen weten over de toekomst van onze economie bekijk de eerder verschenen artikelen daarover. (deel 1 & deel 2)

Bankiers dreigen zichzelf in de voet te schieten met een loos dreigement.

Banken dreigen met welkom cadeautje aan overheden in de schulden

Charles Dallara, de voorzitter van een internationaal bankensyndicaat, het Institute of International Finance (IIF), wil geen grotere verliezen op hun beleggingen in Griekse staatsleningen accepteren. Als ze dat wel moeten, zullen veel van de beleggers mogelijk ook staatsobligaties van andere landen van de hand doen. Hopelijk voeren deze bluffende filantropen hun dreigement snel uit. Lees hier waarom.

Bankiers dreigen zichzelf in de voet te schieten met een loos dreigement.
Bankiers dreigen zichzelf in de voet te schieten met een loos dreigement.

Bankenkartel dreigt met boycot van staatsobligaties
Het IIF is een bankenkartel dat meer dan 375 banken vertegenwoordigt. Dallara wil dat regeringsleiders zich houden aan eerdere afspraken over een Europese reddingsplan. In juli was overeengekomen dat banken een verlies krijgen te verwerken van 21 procent op hun Griekse bezittingen. Europese ambtenaren willen aan deze afspraken morrelen. Daarbij zouden banken en andere investeerders bereid moeten zijn om 30 tot 50 procent op hun Griekse bezittingen af te schrijven[1].

De volgende feiten liggen voor. Het syndicaat dat de heer Dallara vertegenwoordigt, heeft goed verdiend aan het innen van de extra premie die op Griekse staatsobligaties staat (nu bijna twintig procent extra op eenjarige staatsleningen, vergeleken met de één procent die Nederland en Duitsland betalen). Die premie is er niet voor niets. Financiers die hun vak beheersen,wisten al ruim een jaar of twee (of zelfs nog langer) dat Griekenland op omvallen staat en alleen door fraude in staat was aan de toetredingsvereisten voor de euro te voldoen. Het is met andere woorden een risicopremie. Bankiers en andere beleggers die Griekse aandelen kochten, wisten dat ze hiermee een groot risico namen. Ze gokten er op dat de Franse en Duitse overheden wel de kastanjes voor ze uit het Griekse vuur zouden halen. Geen wonder dat bijvoorbeeld Nederlandse pensioenfondsen als het ABP massaal op tijd hun Griekse staatsobligaties hebben gedumpt.

Het bankenkartel de lusten, de belastingbetaler de lasten
Wat meneer Dallara nu wil, is zijn verliezen externaliseren en de vette winsten die het bankenkartel maakte, internaliseren. Dit op kosten van de belastingbetaler.
Zijn juridische positie is uiterst zwak. Vergeet niet dat er geen juridische verplichting bestaat voor de andere eurolanden om de Grieken te steunen. Er is slechts sprake van een gemeenschappelijke centrale bank die euro’s uitgeeft. Zoals de leider van een afpersersbende betaamt, zoekt Dallara nu zijn toevlucht tot dreigementen: de weigering om staatsschulden van andere eurolanden op te kopen. Laten we kijken wat er zou gebeuren als hij zijn dreigementen uit zou voeren en bijvoorbeeld geen Europese obligaties meer op zou kopen.

Wat gebeurt er als de banken staatsobligaties dumpen?
Als je iets massaal op de markt dumpt, daalt de prijs enorm. Het wordt dan mogelijk om voor een prikje staatsschulden op te kopen. Hiermee snijden de banken zichzelf dus nog veel meer in de vingers. De Europese Centrale Bank zou deze schulden bijvoorbeeld via een proxy kunnen opkopen voor weinig geld, want niemand wil ze verder hebben. Als de ECB zich garant stelt voor landen die wel stevige bezuinigingsmaatregelen nemen en deze vervolgens financieel onder curatele stellen van een EU-Kommissar, denk aan Spanje, Portugal, Ierland en Italië, dalen de rentelasten voor die landen enorm.  De ECB kan vervolgens staatsleningen tegen hoge rente inruilen voor gegarandeerde staatsleningen tegen lage rente. Huiliehuilie voor de banken, een concrete schuldvermindering voor deze landen. De kredietverlening van de ECB aan alle bij de IIF aangesloten banken kan vervolgens gestopt worden. Omdat de overheid ook de beroerdste niet is, kunnen daarna voor een zacht prijsje alle omvallende banken worden opgekocht en een paar jaar later eventueel voor een vette winst weer worden verkocht, hoewel ook een staatsbank van lening niet gek is. Deze keer uiteraard met een wat minder zwakbegaafd management.
Dit scenario vereist echter wel politici met backbone, van het kaliber-Wilders of Marijnissen. Die zijn helaas dungezaaid.

Conclusie: bankenkartel bluft
In feite staat het bankenkartel met de rug tegen de muur. Steeds meer particulieren en bedrijven komen er achter, dat ze banken eigenlijk helemaal niet nodig hebben. Aandelenbeurzen en peer to peer lending vormen een goed alternatief voor banken. In de VS ingeburgerd is betalen met aandelen. Dat zou hier ook meer moeten gebeuren. Zo zou er een Europese staatsspaarbank moeten komen, die alleen elektronisch betaalverkeer verzorgt en de Europese ECB-rente uitkeert op spaarrekeningen. En wettelijk ook niet meer mag dan dat.

Zo simpel dus dat zelfs ambtenaren het niet kunnen verzieken. Zo kan het “mensenrecht”  (volgens de EU[2]) van een bankrekening ook praktisch gestalte krijgen. De overige functies, zoals financiering van startende en uitbreidende bedrijven, kunnen uitstekend door lokale aandelenbeurzen worden vervuld.

Bron
1. Telegraaf/nu.nl, ANP
2. EU: iedereen heeft recht op een bankrekening: ANP via Quotenet

Geldcreatie, de kip met gouden eieren voor de bankensector

Een van de meest centrale actoren in het huidige financiële systeem zijn de banken. Banken hebben het unieke recht in onze economie om geld te mogen creëren. Bakkers bakken brood, bouwvakkers bouwen huizen en banken creëren geld, ieder zijn bedrijfsmodel. Hoe werkt dit systeem van geldcreatie precies?

Hoe maken bankiers geld uit het niets?
Het is wellicht het handigst om dit te illustreren met een voorbeeld.
Als er een hypotheek van 200.000 euro wordt afgesloten voor een  huis, dan is het niet nodig dat de bank al dit geld heeft. De bank hoeft slechts 3% tot 10% van dit bedrag in reserve te houden om 200.000 euro te mogen uitlenen. De rest creëert de bank er zelf bij.
Als er wordt uitgegaan van de strengste norm, dan dient de bank 20.000 te houden in eigen reserves om er 180.000 euro bij te mogen creëren uit het niets. (Tegen 6000 euro eigen reserves om er 194.000 euro bij te mogen creëren in het meest soepele geval.)
In de pratktijk heeft een bank 200.000 Euro en leent hier 180.000 op uit. Dit geld komt vervolgens via een ander privepersoon of via een lening van een andere bank terug naar de bank, de bank mag hier dan weer 90% van uitlenen,  162,000 euro dus, dit geld wordt weer bij de bank gestald en de bank mag hier weer 90% van uitlenen, 145,800 etc. Zo kan een bank dus met een beginbedrag van 200.000 uiteindelijk dus een enorm veel groter bedrag op uitlenen omdat het maar een heel klein gedeelte aan reserves hoeft aan te houden en zo dus dezelfde euro 10 tot 33 maal uit mag lenen.  Via deze methode schept de bank dus geld via het mechansime van het verlenen van leningen in de vorm van schulden aan mensen. Als we dit begrijpen is het ook niet zo raar dat een bank vrij snel failliet gaat als meerdere mensen hun geld komen claimen, simpelweg omdat ze je Euro aan heel veel mensen verschillende keren hebben uitgeleend. Het wordt pas echt duidelijk hoe interessant dit unieke bedrijfsmodel is, als men beseft dat de bank wel rente mag heffen over alle uitgeleende bedragen.

In een rekenvoorbeeld kunnen we stellen dat de bank een hypotheek uitgeeft van 200.000 euro tegen een rentepercentage van 5%. De hypotheek wordt over 30 jaar afbetaald door elke maand 1.075 euro af te lossen. Na deze 30 jaar heeft de bank ruim 185.000 euro aan rente binnengekregen over het uitgeleende bedrag. De persoon die de hypotheek afsloot heeft in totaal 200.000 plus 185.000 euro aan rentelasten betaald en heeft in totaal 385.000 euro voor de woning moeten betalen. De persoon heeft bijna twee keer zoveel voor het huis betaald dan de daadwerkelijke prijs. Raar maar waar, de bank heeft over 30 jaar tijd 185.000 euro kunnen verdienen door slechts 6.000 tot 20.000 euro in reserve te houden. Grote kans dat de bank meer aan het huis heeft verdient dan alle bouwmaterialen en arbeid bij elkaar die het heeft gekost om het te bouwen. En de bank kan bij een nieuwe eigenaar van het huis dit spel weer van voren af aan beginnen te spelen. Dit allemaal dankzij het zeer gunstige recht om geld te mogen creëren. Wellicht verklaart dit waarom mensen in het bankwezen over het algemeen prima verdienen en veel banken prachtige hoofdkantoren hebben in de duurste steden.

De banken de lusten, de belastingbetaler de lasten
Wat dit allemaal nog bijzonderder maakt is dat als een bank  onverhoopt toch mocht dreigen failliet te gaan, de kosten hiervan linksom of rechtsom bij de klanten en de belastingbetaler komen te liggen. Als de bank gered wordt door de overheid met belastinggeld dan draaien de belastingbetalers op voor de rekening. Mocht de overheid de bank zoals elk ander bedrijf wel daadwerkelijk failliet laten gaan dan worden de spaarders die geld bij deze bank hebben staan er de dupe van. Mocht de overheid echter garant staan voor het spaargeld dan komt het grootste deel van de rekening alsnog wederom bij de belastingbetaler terecht.

Geldcreatie en rente hierover vragen levert geld op zonder dat er daadwerkelijk iets van waarde in de maatschappij wordt gecreëerd. Geld verdienen is voor sommige sectoren zo wel heel gemakkelijk.

Voor verschillende landen is dit reden genoeg geweest om de banken, zeker wat betreft hypotheken, in handen van de overheid te houden (of weer terug te brengen) zodat de winsten naar de hele gemeenschap gaan. Dit lijkt gemakkelijk te rechtvaardigen aangezien de risico`s uiteindelijk ook altijd bij de gehele gemeenschap komen te liggen als het misgaat. Als je private banken het recht op geldcreatie geeft dan gaan de winsten naar enkele individuele personen terwijl eventuele schulden altijd gesocialiseerd zullen worden. Mensen die meer willen weten over geldcreatie en verschillende mogelijke economische systemen, kunnen terecht bij de eerdere artikelen die op deze site verschenen over de toekomst van onze economie. (deel 1 & deel 2)


Tijd om muziekpiraten de eer te geven die ze toekomt: heldhaftige verzetstrijders tegen de internationale copyrightmaffia.

Piraterij is zegen voor de muziek

Het omstreden verdienmodel van de muziekindustrie wordt steeds lastiger te realiseren, doordat steeds meer muziekliefhebbers hun muziek downloaden in plaats van naar de platenwinkel rennen. Een ramp voor de muziek, stelt de muziekindustrie. In werkelijkheid: integendeel.

Tijd om muziekpiraten de eer te geven die ze toekomt: heldhaftige verzetstrijders tegen de internationale copyrightmaffia.
Tijd om muziekpiraten de eer te geven die ze toekomt: heldhaftige verzetstrijders tegen de internationale copyrightmaffia.

Visionaire muziekgroep
Grateful Dead was een muziekgroep met een bijzonder, achteraf gezien kunnen we zelfs zeggen: visionair, verdienmodel. Bij de meeste muziekoptredens wordt streng gecontroleerd of fans misschien niet in het geniep opnames maken van het concert. Dat is anders bij Grateful Dead, een band die tot 1995 bestond en de 57e plaats op de lijst van grootste artiesten ooit van Rolling Stone magazine bereikte. De fans mochten onbeperkt opnames maken tijdens de meer dan drieduizend concerten die de band tijdens hun bijna veertigjarig bestaan gaf. De ‘tapers‘ vormden de actieve kern van hun fanbase en bezochten elk concert. De muziek van Grateful Dead is namelijk gratis te downloaden en mag onbeperkt worden gekopieerd. En dat deden de fans dan ook.

The Grateful Dead verdienden hun geld vooral met hun vele optredens. Dit betekende hard werken, maar hield de muzikanten wel bij de les en gaf ze de nodige persoonlijke voldoening. En niet te vergeten, ze hoefden de opbrengsten niet te delen met een hebberige platenbaas.

Het bestaande verdienmodel van de muziekindustrie in een notendop: drug pushing en lijkenpikkerij
Het businessmodel van de grote muzieklabels komt ongeveer op het volgende neer. Een artiestje met al dan niet bewezen talent wordt opgekocht van een klein label, dat de werkelijke talent scouting doet. Sinds een paar jaar worden ze hierbij geholpen met een wiskundig algoritme, nu op de markt gebracht door uPlaya[1], waardoor muziek steeds meer op elkaar lijkt.
Vervolgens worden alle marketingkanalen die in handen van de muziekindustrie zijn, in Nederland zijn dat MTV, TMF en The Box die alle in handen zijn van de muziekgigant Viacom – ingezet om deze artiest in de markt te pluggen. Ook radiostations als Q Music, die bestaan van het verkopen van sound tracks van bepaalde artiesten, herhalen deze bij hun uitzendingen tot uit den treure toe.
Deze muzieknummers worden tot uit den treure uitgemolken. Iedereen die het ook maar waagt iets uit te brengen dat er maar ook een beetje op lijkt wordt kapot geprocedeerd.

Platenbazen en hun loopjongens, de riooljournalisten, hebben weinig respect voor de over het algemeen gevoelige, vaak neurotische artiesten, die dan ook niet zelden aan een overdosis of een gebroken hart overlijden. Geen nood, integendeel. Het grote verdienen begint dan pas echt. Een dode artiest loopt niet weg, heeft geen vervelende babbels, brengt zijn reputatie niet in de problemen en kost ook niets. Een uitstekend voorbeeld is het tragische levensverhaal van de door vrijwel iedereen in zijn omgeving misbruikte Michael Jackson, die vermoedelijk een handje is geholpen bij de overgang naar het platenbazenwalhalla.

Copyrightmaffia
Geen wonder dat de platenbazen hemel en aarde bewogen om zowel in de VS als in Europa de copyrighttermijn te verlengen van vijftig jaar tot zeventig jaar na de uitvoeringsdatum van een artistiek werk. De eigenaren van Michael Jacksons estate kunnen zo tot 2080 genieten van hun over de rug van een gevoelige, totaal geleefde man, bijeengegraaide melkkoe.[2]
De consequenties zijn dat de artistieke ruimte enorm wordt ingeperkt. Wie een deuntje van Elvis Presley verwerkt in zijn nieuwste creatie mag afrekenen met Buma Stemra of een ander filiaal van deze internationale afpersersbende.

Piraterij is geen misdaad, maar een heldhaftige vorm van verzet tegen deze vorm van georganiseerde afperserij. Dankzij muziekpiraterij wordt deze georganiseerde bende drooggelegd, waardoor ook underground muziek een kans krijgt gehoord te worden. Contacten met fans worden zo veel belangrijker dan een geolied marketingapparaat en deals met tv-stations. Lees ook: Schaf octrooien af

Bronnen
1. Sounds good? – The Economist (2006)
2. EU Extends Music Copyright to Seventy Years, Huffington Post (2011)

Het moment dat de magische Ring oplost in de gloeiende lava van Mount Doom, is het afgelopen met Sauron's rijk van het kwaad.

‘Sauron was held’

Een Russische schrijver interpreteert Tolkiens Lords of the Rings-epos op een totaal andere manier. Hij ziet Gandalf als een agressieve oorlogshitser, de elfen als laffe, achterbakse gifmengers en Mordor als het enige beschaafde land op Midden-Aarde. En dan wordt het interessant. Want wie weet zijn onze legenden ook wel zo tot stand gekomen…

De wraak van Mordor
De overwinnaars schrijven de geschiedenis. Met dit uitgangspunt is de eigenwijze Kirill Yeskov aan het sleutelen gegaan aan Toliens verfilmde fantasy-epos. Al eerder werd Tolkien er door SF-schrijver Isaac Asimov van beschuldigd een techniek-hater te zijn die de vrije natuur en organische techniek ophemelde (wat Tolkien verontwaardigd ontkende), maar Yeskov zet het idee door tot het bittere einde. Dat Mordor net als Rusland in het oosten ligt, zal daar zeker aan bijgedragen hebben.

Het moment dat de magische Ring oplost in de gloeiende lava van Mount Doom, is het afgelopen met Sauron's rijk van het kwaad.
Het moment dat de magische Ring oplost in de gloeiende lava van Mount Doom, is het afgelopen met Sauron's rijk van het kwaad.

Tolkiens verhaal gaat ongeveer zo, voor wie het boek of de monumentale films van regisseur Peter Jackson gemist heeft. Een boosaardige geest, Sauron, probeert het mythische continent Midden-Aarde in handen te krijgen.

Hij heeft zijn hoofdkwartier gevestigd  in de stad Barad-Dûr in Mordor, een door hoge bergen omringd woestijnachtig land in het verre oosten van het continent. Sauron heeft een deel van zijn macht opgesloten in een magische ring, die zoek is geraakt, maar gevonden wordt door hobbits, kleine mensachtige wezens. Om Sauron definitief te vernietigen, moet de ring worden vernietigd in de lavan van de Doemberg, de enige actieve vulkaan in Midden-Aarde, die uitgerekend in het gehate Mordor ligt.

Sauron’s tegenstanders, de elfen, de boomachtige enten en de hobbits, leven in harmonie met de natuur, waar Saurons dienaren, de orcs, zijn donkerhuidige bondgenoten uit het diepe zuiden en zijn bondgenoot Saruman massaal bossen platbranden voor hun oorlogsindustrie. Niet dat het ze baat: ze worden uteindelijk afgeslacht door de nobele blanke elfen, de wijze tovenaar Gandalf en hun menselijke bondgenoten.

In zijn roman gaat Kirill er vanuit dat de Lord of the Ring oorlogspropaganda is, geschreven door de overwinnaars, de elfen. Sauron is niet de geest van het kwaad, maar een dynastie van verlichte koningen die heersen over het uitdrogende, maar zich technisch snel ontwikkelende koninkrijk Mordor, een baken van cultuur, verlichting en beschaving in het door de elfen dom en barbaars gehouden Midden-Aarde.
In 2010 kwam de Engelse vertaling beschikbaar, die als gratis download onder dit artikel staat. Gandalf, de grote held van Tolkiens epos, noemt Mordor, net als Reagan de Sovjetunie, het Rijk van het Kwaad en is een agressieve oorlogshitser die samenwerkt met de elfen om Mordor te vernietigen en zo te voorkomen dat de moderne beschaving zich over Midden-Aarde zal verspreiden.

Zouden sommige van onze mythen en sagen ook dit soort conflicten weerspiegelen? Zo worden er in de Indiase vedische mythen vliegtuigen (vimana’s) en wapens zoals luchtafweerraketten beschreven. Weliswaar zijn er geen technisch geavanceerde overblijfselen gevonden van een dergelijke beschaving, maar wie weet kende deze recycling of was de techniek geconcentreerd in handen van een kleine elite. En een andere gedachte: stel dat de westerse beschaving door een enorme ramp uiteen zou vallen. Hoe zouden toekomstige mythen en legenden er over ons uitzien? Stel dat de overwinnaars niet-westerlingen zouden zijn, zouden wij dan ook niet worden voorgesteld als boze, verdorven tovenaars?

Bronnen
The Last Ringbearer
Boek: The Last Ringbearer (gratis download, Engels) (directe link)

Zelfs vergelijkingen met nazi-Duitsland worden niet geschuwd in de hevige polemiek rond Wilders en zijn eenmanspartijtje.

Nieuwe elite nodig tegen Wilders?

De Partij voor de Vrijheid, de partij met één lid, Geert Wilders, groeit in populariteit en doet steeds meer stof opwaaien.  Een veel gehoord verwijt richting de beweging is dat deze populistisch is en onderbuikgevoelens verwoordt. Steeds meer Redders Des Vaderlands bespringen de barricaden om het eenmansgevaar te keren. De voorlopig laatste in de rij is de heer Kortmann, de rector magnificus van de katholieke universiteit in Nijmegen. Hij vindt dat er een nieuwe elite op moet staan tegen de populistische verwording. Berust de populariteit van Wilders en de PVV inderdaad op domheid bij zijn kiezers?

Groffe vergelijkingen met nazi-Duitsland worden niet geschuwd in de discussie rond Wilders en de PVV.
Groffe vergelijkingen met nazi-Duitsland worden niet geschuwd in de discussie rond Wilders en de PVV.

Nederlanders wereldkampioen sektes vormen
Bij buitenlandse Nederlandkenners is al eeuwen bekend dat de Nederlanders dol zijn op het vormen van sektes en het elkaar verketteren. Nergens, uitgezonderd misschien Noord-Ierland, was de haat en nijd tussen katholiek en protestant zo groot als hier. In Nederland hield dan ook tot voor kort het wereldrecord kerkelijke afsplitsingen. Volgens de telling van de Raad van Kerken zijn er zo’n 648 kerkgenootschappen, let wel: na de fusie tot de Protestantse Kerk van Nederland. Ook de joden en islamieten kunnen er wat van. Nu religie wat minder populair is, zoeken Nederlanders andere excuses om zich aan de nationale hobby over te geven.

Genuanceerde, kosmopolitische  visie…
Op dit moment zijn er, uiteraard, zou een Nederlandkenner zeggen, weer sektarische spanningen, deze keer tussen de progressieven (althans, volgens henzelf) en de ware vaderlanders (weer: volgens henzelf).

Erg progressief zijn de progressieven niet: ze proberen krampachtig de erfenis van de jaren zeventig en tachtig te verdedigen. Met de afbraak van de sociale voorzieningen uit dit tijdperk hebben ze dan wat minder moeite. Dit is ook logisch: de baanzekerheid voor hoogopgeleiden is veel hoger dan die van laagopgeleiden, waarvoor het royale Nederlandse sociale zekerheidsstelsel vaak een bittere noodzaak is. Over het algemeen zijn ze hoger opgeleid dan de PVV-aanhang en verdienen veel geld met in verhouding leuk en prettig werk.

De progressieven vinden zichzelf veel slimmer dan de PVV-aanhangers. Die zijn immers, in tegenstelling tot hen,  niet in staat de grote meerwaarde van andere culturen te vatten en de enorme economische voordelen van de Europese vrije markt in te zien. Ook vinden de progressieven de ware vaderlanders egoïstisch en bekrompen. Deze zijn geen wereldburgers zoals zij, maar zien Nederland als het centrum van de wereld. Voor hem betekenen de lagere lonen voor laaggeschoolden dat zij goedkoper een werkster kunnen inhuren of andere diensten kunnen afnemen. Ook kunnen ze met hun hoge opleiding, die in veel landen internationaal erkend is, overal aan de slag. Diploma’s uit derde-wereld landen voor het hoger onderwijs worden in Nederland en andere Europese landen veel minder erkend. Voor de kosmopolitische elite ligt de wereld dus open. Een wereld vol met kansen en mogelijkheden.

Versus gezond verstand
De PVV-sympathiserende ware vaderlanders vinden de progressieven nogal wereldvreemd. Immers, de toplaag geeft heel veel geld weg aan abstracte zaken als de EU en het multiculturalisme, waar zij dingen voor terug krijgen waar zij niet erg blij mee zijn. Denk aan het verlies van steeds meer zeggenschap aan Brussel en de toestroom van laaggeschoolde, overwegend islamitische immigranten die niet overdreven veel bereidheid tonen zich aan de Nederlandse gebruiken aan te passen. Ook zien zij niet het nut in van de uitgebreide bemoeienis van Nederland met verre landen met een agressieve, weinig ontwikkelde bevolking.

Zij zien ook, dat islamieten wel volop achter hun meisjes en vrouwen aanzitten, ook tegen hun zin, maar heel agressief worden als een ongelovige man romantische betrekkingen aanknoopt met een islamitische vrouw. Ook de grote ruimte in het openbare leven die islamieten voor zichzelf opeisen en hun opdringerige gedrag wekt ergernissen. In tegenstelling tot de progressieven hebben de ware vaderlanders hier namelijk vaak intensief mee te maken en voor nuchtere, lager opgeleide mensen is het dagelijks leven de wereld waarin zij leven. In tegenstelling tot hoogopgeleiden is hun baanzekerheid laag en is het lastig in andere landen aan de slag te gaan.

Omdat de tegenstellingen tussen de progressieven en de PVV-aanhang nu ook klassentegenstellingen zijn geworden, is een explosieve situatie aan het ontstaan. Beide groepen zijn letterlijk aan het vechten voor hun economische belangen.

Kenmerken van de Nederlandse elite
De elite in Nederland is voor een deel meritocratisch (je moet een hoge opleiding hebben gevolgd om toe te treden) maar berust voor het grootste deel op vriendjespolitiek. Er staan in kranten altijd opmerkelijk weinig vacatures voor gewilde baantjes als topmanager van een grote zorginstelling of commissaris van de raad van toezicht bij een bedrijf. Merkwaardig, want je zou verwachten dat gezien de exorbitant hoge salarissen die worden betaald, er daarin een schreeuwend personeelstekort is en personeelsfunctionarissen alles uit de kast zouden trekken om zoveel mogelijk gekwalificeerde cv’s in handen te krijgen.

Ik heb de heer Kortmann op internet nagetrokken en heb vastgesteld dat de man weliswaar indrukwekkende academische kwalificaties heeft (voor zover je Nederlands recht als een wetenschap kan beschouwen), maar ook tot over zijn  oren in allerlei lucratieve bijbaantjes, zoals bankcommissaris zit.
De man zou niet misstaan in de Pruikentijd, waarin de Nederlandse toplaag zich schandalig verrijkte met allerlei goedbetaalde overheidsbaantjes. En reken er maar op dat hij daarop niet op een personeelsadvertentie heeft gereageerd. De gemiddelde PVV’er zal de man dus vermoedelijk als de zoveelste zakkenvuller zien, die op zijn kosten de mooie meneer en zedenprediker uit zit te hangen. Hierin zou hij niet eens ongelijk hebben.

Elite mist moreel gezag
Mensen lopen niet zomaar achter iemand of een groep mensen aan. Een ware leider is in staat om zijn eigen belangen op te offeren als het groepsbelang dat eist. Wilders is zo’n leider. Je kan het met de man eens zijn of niet, maar feit is dat de man zijn gerieflijke baantje als beleidsmedewerker bij de Tweede Kamerfractie van de VVD in heeft moeten ruilen voor het bestaan als een kluizenaar. Dit geeft hem een groot moreel gezag. Dit morele gezag ontbreekt totaal bij de gevestigde elite. Alleen de SP heeft dit morele gezag, door de strenge regel van Marijnissen om salarissen in de partijpot te storten. Reden voor PvdA-überregent Guusje ter Horst dit aan te pakken, want PvdA-kiezers gaven massaal de voorkeur aan de niet-corrupte SP’ers.

De elite heeft dus de nodige reden zich zorgen te maken. Aan de andere kant is prettig voor ze dat de PVV nauwelijks een organisatie kent. Veel meer dan stoere dingen roepen in het parlement of kansloze moties indienen kan de PVV niet. Wordt Wilders gedood of valt de man door ziekte uit, dan zal de PVV weliswaar niet uiteenvallen zoals de LPF, daarvoor heeft Wilders de zaken te goed geregeld, maar wel terugvallen tot een klein partijtje.

Priesters in het oude Egypte kregen een jarenlange opleiding. Buiten de tempel hadden ze daar maar weinig aan.
Priesters in het oude Egypte kregen een jarenlange opleiding. Buiten de tempel hadden ze daar maar weinig aan.

De onwetendheid van PVV’ers en het inhoudelijk gezag van de elite

De bestuurlijke elite in Nederland bestaat voornamelijk uit mensen met een alfa- of gamma-achtergrond. Bètawetenschappers zijn, anders dan in andere landen als Duitsland, in de bestuurlijke elite sterk ondervertegenwoordigd. PvdA’er Diederik Samson is één van de weinigen en hij is ‘gewoon’ kamerlid.

In tegenstelling tot de bètawetenschappelijke kennis, die door de wetenschappelijke methode tot stand komt, berust alfa- en gammawetenschap voor een groot deel (economie) tot zelfs helemaal (rechtsgeleerdheid, theologie) op aannames en afspraken. De uitzondering is filosofie of metafysica, een kraamkamer voor veel protowetenschappen. De bruikbaarheid van alfa- of gammakennis is slechts relevant voorzover anderen deze afspraken accepteren. Een oud-Egyptische landmeter zou zijn kennis van de driehoeksmeting in het Egypte van nu nog steeds nu kunnen toepassen. Ook een oud-Egyptische boer zou het aardig rooien, al zou hij moeten wennen aan kunstmest in plaats van de jaarlijkse overstroming van de Nijl. Een oud-Egyptische priester daarentegen kan geen offerritueel in een Egyptische moskee uitvoeren, of in een moderne Egyptische rechtbank rechtspreken volgens het oud-Egyptische recht, als zijn leven hem lief is. Kortom: het nut en de universaliteit van alfa- en gammakennis is beperkt. Vaak is overigens zelfs deze alfa- en gammakennis gebrekkig, zoals bij het PvdA-kopstuk Wallage.

PVV’ers hebben weinig respect voor de papieren wereld van de elite
Kortmann vindt vermoedelijk dat hij gezien zijn grote kennis van het Nederlandse recht, recht heeft op veel respect en aanzien, alsmede anderen die op zijn universiteit worden geïnitieerd in zijn wereld van het Nederlands recht waarin hij een grootheid is. Vanuit het perspectief van een PVV’er leeft de man echter in een papieren wereld en is zijn kennis weinig waard. Op veel inhoudelijk respect van PVV’ers hoeft de man of zijn collega-alfa’s en gamma’s dus niet te rekenen.
Er zijn ooit, tientallen jaren geleden, verdragen ondertekend door mensen die nu voor een groot deel dood zijn of op sterven liggen. Op grond van deze verdragen vindt er nu verregaande overdracht van nationale soevereiniteit plaats. De man beschouwt de PVV-plannen om deze verdragen op te zeggen en een eigen nationale koers te gaan varen als onmogelijk in zijn papieren wereld. De vraag is of dat zo is. Ook in andere EU-lidstaten bestaat er onder de bevolking de nodige onvrede. Als Nederland eenzijdig bepaalde verdragen opzegt, zoals de PVV wil, hangt het af van het politieke klimaat in de machtige buurlanden Duitsland en Frankrijk of Nederland daarmee weg komt. De papieren hiervoor zouden wel eens gunstiger kunnen zijn dan Kortmann vermoedt.

Bron
‘Nieuwe elite nodig tegen Wilders’

Vrees voor het onbekende bij zijn tijdgenoten deed de geniale uitvinder en wetenschapper Nikolai Tesla de das om.

Creatieve ideeën weinig geliefd bij de meeste mensen

Voel je je onbegrepen als je met een vernieuwend idee komt? Het ligt niet aan jou, blijkt uit nieuw onderzoek. De meeste mensen zijn zelfs niet in staat om een creatief idee te herkennen, laat staan te waarderen. Ook verklaart dit waarom mensen in onzekere omstandigheden des te koppiger aan bestaande gewoonten blijven vasthouden, hoewel dat in feite erg dom is.

Vrees voor het onbekende bij zijn tijdgenoten deed de geniale uitvinder en wetenschapper Nikolai Tesla de das om.
Vrees voor het onbekende bij zijn tijdgenoten deed de geniale uitvinder en wetenschapper Nikolai Tesla de das om.

Creativiteit is hot. Mensen willen creatief zijn en met creativiteit geconfronteerd worden. Creativiteit zorgt er immers voor dat er ontwikkeling komt. Zonder creativiteit steeds dezelfde suffe muziek op de radio. (Wat zeg je? Dat is ook zo? Trek je conclusies…) We gebruiken dan nog steeds dezelfde apparatuur als honderd jaar geleden, of zelfs een millennium geleden. Ongeveer zoals stenen vuistbijlen gedurende honderdduizenden jaren nauwelijks van vorm veranderden.
Dankzij een voortdurende stroom van creativiteit, getoetst aan de praktijk, ontstaat onze welvaart en hebben we een beter leven dan onze grootouders gehad hebben. Kortom: je bent niet erg verstandig als je niets van creatieve ideeën wil weten. Aldus de theorie.
En inderdaad beweert iedereen dat ze iets met creativiteit en innovatie doen. Zelfs grote wegenbouwbedrijven, waarvan de creatieve vermogens vooral op het gebied van boekhouding en manieren om ambtenaren om te kopen liggen.

De praktijk blijkt anders. Mensen zijn veel conservatiever dan ze zeggen. Jack Goncalo, ILR School universitair hoofddocent op het gebied van organisatiepsychologie heeft met een aantal anderen uitgeplozen waarom. Hun artikel beschrijft twee experimenten aan de universiteit van Pennsylvania  in 2010 waarbij meer dan tweehonderd mensen (universiteitsstudenten) betrokken waren.

Uit het rapport komen de volgende punten naar voren:

  • Creatieve ideeën zijn per definitie nieuw en nieuwe dingen kunnen gevoelens van onzekerheid en nervositeit opwekken.
  • Mensen wijzen creatieve ideeën af ten gunste van ideeën die puur praktisch zijn en bewezen hebben te werken.
  • Objectief bewijs dat een creatief voorstel werkt, is onvoldoende om mensen ervan te overtuigen het te accepteren.
  • Vooringenomenheid tegen creativiteit is zo subtiel, dat mensen zich er niet van bewust zijn, waardoor ze worden gehinderd in het herkennen van een creatief idee.

Een voorbeeld. Proefpersonen wilden weinig van doen hebben met een sportschoen waarin nanotechnologie was verwerkt die voorkwam dat er blaren ontstonden en de voet koelde. Om deze anti-creatieve bias vast te stellen, gebruikten de onderzoekers een subtiele techniek, die ook wordt gebruikt om racisme vast te stellen. De resultaten lieten zien dat mensen  weliswaar beweren dat ze dol zijn op creatieve ideeën, ze in werkelijkheid creatieve ideeën associëren met begrippen als “braken”, “gif” en “doodsangst”. Het gevolg hiervan is dat mensen ideeën voor nieuwe producten massaal de rug toe keren.

Wat wellicht ook meespeelt is de locatie voor het onderzoek. Philadelphia, een miljoenenstad enkele honderden kilometers ten zuiden van New York, is de Amerikaanse stad met het hoogste percentage neurotische mensen in het land.
Volgens de onderzoekers, naast Goncago ook Jennifer Mueller en Simul Melwani, gaat er een diepe ironie schuil achter de uitkomsten. Onzekerheid stimuleert het zoeken van creatieve oplossingen, stellen ze. Onze ingebakken angst voor nieuwe dingen  voorkomt echter dat we creativiteit herkennen als we dat het meeste nodig hebben. Volgens de onderzoekers is het probleem niet dat er niet genoeg creatieve ideeën zijn. Volgens hen moet de aandacht juist meer uitgaan naar manieren om mensen in  organisaties te leren creatieve ideeën te herkennen en er mee om te gaan.

Bron:
Jack Goncalo et al., The Bias Against Creativity: Why People Desire But Reject Creative Ideas, Cornell University (2011)

De dood, een verkenning

De dood, wellicht het meest interessante verschijnsel wat we in het leven kennen. Door velen gevreesd, ongeliefd, vaak zeer onbegrepen en soms zelfs gezien als het ultieme kwaad.

Het is echter maar de vraag of we zonder de dood überhaupt waarde aan het leven zouden toekennen. Zonder de dood zou het leven met al haar diversiteit al snel volledig vastlopen. De dood is dan ook minstens net zo een belangrijk onderdeel van het leven als de geboorte.

Ieder mens heeft zich wel eens de “grote vragen des levens” gesteld. Wat gebeurt er met ons als we doodgaan, is daar een belangrijke van. Een gelijkwaardige vraag die veel minder gesteld wordt is waar we waren voordat we werden geboren.

In een groot gedeelte van de wereld gelooft men in reïncarnatie (Latijn: carne =”opnieuw in het vlees”). Dat denkbeeld beantwoord beide vragen. Zij kennen zelfs een soort tussenwereld met stadia van na de dood tot aan de wedergeboorte. Ook wel bardo’s genoemd.

Bij ons in het Westen hadden de overheersende religies hele andere denkbeelden. De dood werd hier vooral gebruikt als pressiemiddel om mensen te laten gehoorzamen. Als je niet leefde zoals de kerk het voorschreef liep je het risico voor eeuwig in het hellevuur te branden. Van de andere kant als je netjes deed wat de kerk wilde, of voldoende geld aan ze gaf om aflaten te kopen, ging je juist een ultiem plezierig leven na de dood tegemoet in de hemel.

Dit beeld van de hemel en de hel heeft ondanks afnemende macht van de kerk nog steeds een grote invloed op het beeld van de dood van veel mensen hier. Velen zien de dood nog steeds als iets wat gevreesd moet worden. Wat zou er echter gebeuren als we geen angst voor de dood zouden hebben?

Als er geen angst voor de dood is valt eigenlijk elke bron van angst weg omdat alle angsten hun kracht ontlenen aan de angst voor de dood. Een bevolking zonder angst voor de dood is moeilijker (met geweld) te controleren. Hoe kun je zonder angst voor de dood immers mensen nog in gehoorzaamheid dwingen?

De hemel en de hel, een idee over het leven na de dood wat lang dominant was in Europa dankzij de hier overheersende religies. Dit in groot contrast tot het idee van reïncarnatie wat in veel Oosterse religies dominant was.

Gelukkig  is de tijd dat het Westen gedomineerd werd door de kerk  afgelopen en hebben we inmiddels de beschikking over de wetenschappelijke methode. Laten we deze methode eens gebruiken om de dood en haar verschijnselen te verkennen.  En is er vanuit de wetenschap enige ondersteuning te vinden voor een denkbeeld als reïncarnatie?

Als we ons afvragen wat er eigenlijk met ons gebeurt na de dood, over wie of wat hebben we het dan eigenlijk?
Dit is een andere vraag des levens waar ook nog geen volledig antwoord op gevonden is. Maar laten we beginnen met wat we wel al weten. We hebben in ieder geval ons lichaam, laten we daarmee beginnen.

Het fysieke lichaam
Ons lichaam wordt samengesteld door het continu opnemen en inbouwen van materie. Dit doen we door te eten en te drinken en te ademen. Als we doodgaan wordt het lichaam wat we tijdens ons leven hebben opgebouwd weer afgebroken. Het wordt  hierna als bouwmateriaal gebruikt voor andere organismen.

Eigenlijk transformeert ons lichaam na ons overlijden dus in vele verschillende andere nieuwe levensvormen. Ons lichaam voedt een boom, waar een rups weer van eet. En als die rups wordt opgegeten door een vogel vliegt wat eens ons lichaam was nu in de vorm van een vogel de wereld over.

Als we aannemen dat we alleen ons lichaam zijn, dan is reïncarnatie een feit en ook wetenschappelijk en rationeel volledig te begrijpen.  Het lichaam reïncarneert  in vele verschillende nieuwe vormen van leven.

Sterker nog deze transformatie is zelfs tijdens het leven al volop waarneembaar. We bouwen continu ons lichaam op en gebruiken materialen om cellen te vervangen. Ook nemen we in het leven continu afscheid van onderdelen van ons lichaam. Denk hierbij aan ontlasting, afgeknipte nagels, haar, etc.

Zo bekeken zijn onze lichamen continu in een soort stroming of flux waarbij we continu materie uitruilen met andere organismen die zo ook hun eigen lichamen onderhouden. Vanuit dit standpunt bekeken is er dus continu leven, zowel voor de geboorte van ons lichaam, tijdens ons lichamelijke leven, en na het overlijden van ons lichaam. Ons lichaam is slechts tijdelijk een onderdeel van deze continue flux tussen levende organismen.

Ter illustratie van dit denkbeeld  is The Fountain is een film die de dood vanuit verschillende hoeken belicht.  Onder andere vanuit de Maya mythologie waarbij de dood als een creatief proces voor het scheppen van nieuw leven wordt gezien.

Het bouwplan / de informatiedrager van ons lichaam, ons DNA
Naast de materie waaruit ons lichaam bestaat bevat ons lichaam nog een andere belangrijke component; de informatie van het bouwplan van ons lichaam. Dit bouwplan is vastgelegd in het DNA.

DNA kan worden gezien als informatiedrager, het bouwplan van het fysieke lichaam.

Deze informatie van het lichamelijke bouwplan kan voor de helft worden doorgegeven aan een volgende generatie door onszelf voort te planten. Ook zien we ons eigen lichaam hierdoor in een ander licht.

Als we terugkijken waar ons eigen lichaam vandaan komt zien we dat dit een gift is van vele generaties voorouders. We hebben ons lichaam te danken aan alle levende wezens voor ons die vanaf het begin van het leven continu hun bouwplan (gedeeltelijk) hebben doorgegeven. Continue aangepast aan de omstandigheden en over vele generaties getest is daar het unieke bouwplan van ons lichaam uit voortgekomen.

Enige dankbaarheid lijkt hier op zijn plaats ongeacht wat we zelf van ons lichaam vinden. Interessant aan DNA is dat de informatie en complexiteit van het bouwplan van een lichaam continu kan doorontwikkelen over generaties.

De bouwmaterialen van het lichaam zelf worden continu gerecycled maar de informatie van het bouwplan blijft als het succesvol genoeg is om voort te bestaan behouden en wordt doorgegeven. Als het leven daadwerkelijk uit 1 punt is ontstaan dan zouden we kunnen zeggen dat alle biodiversiteit die we kennen een grote waaier is met hetzelfde beginpunt.

In een bepaalde zin zou je voorplanting dus als een vorm van reïncarnatie kunnen zien. Met de informatie van het bouwplan wat je doorgeeft kan er weer een heel uniek nieuw lichaam worden samengesteld. Ook in deze definitie is reïncarnatie wetenschappelijk te bewijzen en rationeel goed te begrijpen.

Tot zover het lichaam. Als we geloven dat we alleen ons lichaam zijn kunnen we met de hierboven gebruikte definities reïncarnatie zien als een duidelijk beredeneerbaar en wetenschappelijk te bewijzen fenomeen. Maar sommige mensen geloven dat we meer zijn dan allen ons lichaam, laten we daarom proberen wat verder te kijken dan ons fysieke lichaam.

De Ouroboros visualiseert het idee dat het leven inplaats van rechtlijning met een begin en een einde, een cyclus is die zichzelf continu vernieuwd.

Gedachten en Ideëen
Ik denk dus ik ben. Op de vraag wie of wat wij precies zijn, zijn er mensen die geloven dat we ons denken en onze ideeën zijn. Als we dat even aannemen dan volgt de volgende vraag. Wat gebeurt er met onze gedachten en onze ideeën als we sterven?

Ideeën  en gedachtes kunnen tijdens het leven worden doorgegeven. En zelfs na het leven is dat nog mogelijk als je je ideeën bijvoorbeeld op kleitabletten, papier of video hebt gezet. Als mensen je ideeën interessant genoeg vinden nemen ze deze over en zou je kunnen zeggen dat je ideeën reïncarneren in die mensen. Als die mensen hetzelfde idee vervolgens ook weer communiceren kunnen ze zo nog verder worden verspreid.

Ideeën kunnen in het verstand van andere mensen reïncarneren.

Eigenlijk lijkt de kringloop van ideeën een heleboel op de kringloop van de materie in ons lichaam. We nemen de hele tijd ideeën over uit onze omgeving en geven ook weer ideeën door aan anderen. Ook hier zit dus een soort continue stroom in met verbinding tot andere wezens.

Ook lijken ideeën gedeeltelijk op ons DNA.  Ook op ideeën vindt een selectie plaats, daarnaast kunnen ze worden versmolten om zo een complexer of beter nieuw idee te vormen. Er lijkt dus ook bijna een soort evolutie in te zitten.

Samenvattend kan men zeggen dat een gedeelte van onze ideeën tijdens en wellicht ook na ons leven zal reïncarneren in anderen. Een ander gedeelte zal wellicht ophouden te bestaan op het moment dat wij niet langer in staat zijn ze naar anderen te communiceren.

De ziel
Sommige mensen geloven dat we meer zijn dan ons lichaam en onze gedachten en ideeën, zij geloven in een soort zelfstandige kern die hier los van staat, ook wel bekend als onze ziel. Wikipedia geeft de volgende definitie: “De ziel is in de meest gebruikte betekenis de niet-materiële, spirituele component van de mens. In een andere (esoterische) opvatting is het de drager, de uitdrukking of het voertuig van het ego of de (eeuwige) geest.”

Ook lijkt de traditionele definitie van reïncarnatie zich vooral met de ziel bezig te houden. Het is hierbij de vraag of onze ziel opnieuw geboren zal worden in een nieuw lichaam. Het is per definitie moeilijk deze vraag op te lossen met de wetenschappelijke methode omdat de wetenschap zich juist met materiële dingen bezighoudt omdat die objectief meetbaar zijn.

Als een ziel per definitie non-materieel van aard is en wetenschap per definitie alleen maar iets kan zeggen over materiële zaken, lijkt het erop dat het moeilijk wordt de ziel ooit met wetenschap aan te tonen.

De definitie van de ziel is juist dat ze niet materieel van aard is. Daarbij is wetenschap een methode van kennisvergaring waarbij communicatie tussen mensen nodig is om gegevens en experimenten te kunnen verifiëren. Zelfs al zou er iets los kunnen staan van een lichaam, het zal toch een lichaam nodig hebben om dat te kunnen communiceren naar andere mensen. Dit zijn twee zaken die het onderzoek hierin sterk beperken of wellicht zelfs buiten het vlak van de wetenschap plaatsen.

Toch is er wel degelijk wetenschappelijk onderzoek gedaan naar een kern/ziel/bewustzijn dat onafhankelijk van het lichaam kan bestaan. Dit is namelijk precies wat het boek: “Honderd jaar onderzoek toont aan, de dood is niet het einde” geschreven door Ian Currie (ISBN 9032501194) heeft gedaan. De methode van onderzoek en de resultaten zijn zeer  interessant. Hij heeft vooral systematisch observaties van mensen verzameld die te maken hebben met verschijnselen rond de dood. Het gaat hier onder andere over zaken als sterfbedvisioenen, bijna dood ervaringen (BDE), herinneringen van kinderen en volwassenen aan vorige levens, etc.

Ook wordt er momenteel nog  veel wetenschappelijk  onderzoek rond dit soort verschijnselen gedaan. Pim van Lommel is hier een goed voorbeeld van, hij is een Nederlandse arts die veel te maken heeft met mensen die succesvol gereanimeerd zijn na een (zware) hartaanval, hij legt deze mensen vragenlijsten voor over of zij bijna dood ervaringen (BDE) hebben ervaren en verzamelt zo waardevolle gegevens over hoe vaak dit verschijnsel voorkomt en wat voor aspecten een BDE allemaal kan hebben, en bij wie welke verschijnselen wel en niet voorkomen.

Hierover publiceerde hij een uitgebreid artikel in o.a. het vooraanstaande wetenschappelijke blad the Lancet. Ook schreef hij een boek over dit onderzoek met de titel: “Eindeloos bewustzijn” (ISBN:9789025957780). Hierin concludeert hij:
Een ‘bijna-dood ervaring’ is een authentieke ervaring die niet is te herleiden tot fantasie, psychose of zuurstoftekort. Het verandert mensen blijvend. Volgens Van Lommel is de heersende, materialistische visie van artsen, filosofen en psychologen op de relatie tussen hersenen en bewustzijn te beperkt om het verschijnsel te kunnen duiden. Er zijn goede redenen om aan te nemen dat ons bewustzijn niet altijd samenvalt met het functioneren van onze hersenen: het kan ook los van ons lichaam ervaren worden.

Dit soort publicaties laten ons met een nieuwe blik tegen zaken zoals de dood en de oorsprong & aard van ons bewustzijn aankijken. De wetenschap levert nog zeker geen duidelijke antwoorden,  maar ze maakt wel heel duidelijk dat er nog een hele wereld openstaat om meer onderzoek in te gaan doen. Wie zich met een open vizier en een nuchter en gezond verstand inleest in de beschikbare literatuur gebaseerd op wetenschappelijke experimenten staat in ieder geval in voor een interessante en leerzame reis.

Een visuele weergave van het idee van reïncarnatie en de continue transformatie van leven van de ene vorm in de andere.

Wat doet ons beeld over de dood met hoe we in het leven staan?
Wat voor consequenties heeft ons beeld over de dood voor ons huidige leven? Stel dat we erachter komen dat we daadwerkelijk een ziel hebben die losstaat van het wel of niet hebben van een bruikbaar levend lichaam. Kortom we kunnen weten, inplaats van “geloven of denken”, dat we eerder hebben geleefd en ook na dit leven mogelijk terugkomen. Zou dit onze levensinstelling veranderen?

En zo ja, op wat voor manier zou het ons leven beïnvloeden? Worden we luier omdat het altijd later nog in een ander leven kan?  Of gaan we ons leven juist met minder angst en met meer verantwoordelijkheid tegemoet, omdat hoe we de aarde nu achterlaten van invloed zal zijn op ons volgende leven?

En wat doet het met ons wereldbeeld? Als we geloven dat we  alleen ons lichaam zijn is voortbestaan wellicht het meest logische wereldbeeld. Echter als onze ziel “onsterfelijk” is valt dat idee eigenlijk weg.

Als reïncarnatie van de ziel bestaat lijkt het leren van levenslessen een betere verklaring voor het feit dat we hier op aarde zijn. Als we toch meerdere keren op aarde kunnen terugkomen, zouden we dan kunnen zeggen dat we als het ware met zijn allen op dezelfde “Earthschool” zitten waarbij we elkaar helpen bij het leren van onze lessen?

“Life is the school,
Love is the lesson.”

-Unknown

“The fear of death is a mere smokescreen for the fear of love”
– Byron Katie (citaat uit Losing the Moon)

Het leven als een plek om lessen te leren om zo verder te groeien spreekt mijzelf in ieder geval aan. Maar goed ik ben me er zeer bewust van dat het niet meer is dan een interessant en comfortabel denkbeeld. Realistisch gezien is het zo dat een wetenschappelijke basis voor het bestaan van de ziel en voor reïncarnatie momenteel niet is aan te tonen.

Dat betekent echter niet dat mensen hun geloven of ideeën hierover dienen op te geven. Eerder roept het op om deze ideeën zo goed mogelijk te onderwerpen aan een grondig onderzoek en te zien wat er dan van overblijft. Het is uit het wetenschappelijke werk wat tot nu toe is gedaan duidelijk dat er systematische patronen in de verschijnselen rondom de dood te vinden zijn. Het is de uitdaging om met wetenschappelijke experimenten hier een verklaring voor te vinden.

Voor de mensen die zichzelf afvragen of je eerdere levens kunt herinneren kan de volgende oefening waarin je zelfregressie kunt doen wellicht uitkomst bieden. Ook dit kan interessante observaties opleveren die als vele mensen ze hebben er patronen in ontdekt kunnen worden waar de wetenschap mee aan de gang kan.

Conclusie
reincarnationSamenvattend is het bijna paradoxaal om te zien dat juist de mensen die geloven dat ze niet meer dan een lichaam zijn, het meest zeker kunnen zijn van “reïncarnatie”. Al zou transformatie van het lichaam in andere levensvormen wellicht een betere term zijn. Daarnaast vereist het succesvolle voortplanting om het bouwplan van het lichaam te laten reïncarneren. Ook mensen die geloven dat we onze ideeën zijn hebben weinig reden om te vrezen voor de dood aangezien ook ideeën continue “reïncarneren” in anderen.

Voor de mensen die echter geloven dat er “meer is tussen hemel en aarde” is er in de wetenschap nog geen bewijsmateriaal voor dit geloof. Wel is de wetenschap druk bezig met onderzoek rond zaken als de dood en bewustzijn en is er voor iedereen met interesse hierin een schat aan informatie te vinden. Ter afsluiting twee voorbeelden hiervan, BBC docu – “The day I died” en “Through The Wormhole – Life after Death“.

Aanverwante artikelen:
-) Website – www.pimvanlommel.nl
-) Website – Retourtje Hiernamaals
-) Films over Bijna Dood Ervaringen op Youtube
-) Het Tibetaanse boek van de doden
-) Eindeloos Bewustzijn
-) DMT – The Spirit Molecule

-) In het licht van voortbestaan
-) Diversiteit, de bouwsteen van het leven
-) Het begin en einde van goed en kwaad
-) Ego: het strategische zelf
-) Eigen en sociale identiteit

Worden wij ouder dan onze ouders?

We worden steeds ouder, zo luidt de mythe.
Die mythe is nodig om de pensioenleeftijd te kunnen verhogen.
“Je kan best tot je 68-ste doorwerken als we allemaal 90 zullen worden.”

Maar is dat wel zo? Zullen we ouder worden dan onze ouders?

Levensverwachting vs. aardolieverbruik
De levensverwachting verschilt heel sterk per land.
In een land als Ethiopië is de levensverwachting 55 jaar. In Japan 82 jaar.
De belangrijkste factoren lijken voldoende gezonde voeding en medische zorg. Beide zaken hangen samen met welvaart. En welvaart komt voort uit goedkope fossiele energie.

De levensverwachting blijkt sterk gecorreleerd met de hoeveelheid aardolie. Hoe meer aardolie de inwoners van een land ter beschikking verbruiken, hoe langer ze zullen leven.
In Japan gebruiken 1000 inwoners dagelijks 34,4 vaten aardolie.
Duizend Ethiopiërs gebruiken slechts een half vat olie per dag.

(klik voor vergroting)

In de afgelopen 15 jaar is het Nederlandse aardolieverbruik sterk toegenomen. Volgens de EIA (Energy Information Administration) steeg het verbruik in Nederland van 750.000 vaten per dag in 1994 tot meer dan 1 miljoen vaten per dag in 2010.

In de afgelopen 15 jaar is de levensverwachting in Nederland ook snel toegenomen.

De verwachting is dat het aardolieverbruik de komende decennia zal afnemen. Het spul raakt op en we willen minder CO2 uitstoten.
Zal onze levensverwachting dan ook gaan afnemen?