bestuur

Is een open source overheid een utopie? Steeds meer mensen denken dat het heel goed mogelijk is.

De open source overheid deel V

Dit is een antwoord op de vraag hoe een overheid de kunde van het volk kan benutten om zo voor ons allen een democratischer en eerlijker samenleving te maken.

Ik denk dat dit kan, maar wel onder een aantal cruciale voorwaarden, die moeten zijn ingevuld voordat je ook maar een concreet product of dienst gaat creëren.

Ten eerste is het naar mijn indruk zo dat veel overheidsfunctionarissen, van een ambtenaar tot aan generaal hupeldepup hun zogenaamde onderdanen eigenlijk niet vertrouwen. Veel beleid – en de uitvoering daarvan – is gemaakt op basis van wantrouwen. Waarom zou je al die formulieren in moeten vullen om van een WW uitkering gebruik te mogen maken? Omdat ieder wantrouwen eerst uit de weg moet zijn geruimd voordat een ‘go’ krijgt. In veel gevallen is dit terecht, omdat er genoeg mensen zijn die met voorzieningen aan de haal zullen gaan. Maar dat geldt lang niet voor iedereen.

Is een open source overheid een utopie? Steeds meer mensen denken dat het heel goed mogelijk is.
Is een open source overheid een utopie? Steeds meer mensen denken dat het heel goed mogelijk is.

Ten tweede zul je eerst moeten beseffen dat ondanks het feit dat iedere Nederlander (in ons geval) voor de wet gelijk is in de realiteit juist zeer ongelijk is aan elkaar. We zijn niet allemaal even intelligent, lief, groot, sterk, gezond enz. Er bestaan juist enorme verschillen. Je kunt dan ook niet iedereen betrekken bij een nieuwe sociale media, waar nieuwe of aangepaste wetgeving centraal staat. Indien je hier geen rekening mee houdt krijg je gewoon een aantal praatgrage communicatieprofessionals die wel even voor de juiste houding- en gedragsverandering gaan zorgen, juist om die mensen over de streep te trekken die daar eigenlijk helemaal geen zin in hebben.

Ten derde hebben we nog steeds te maken met een sterk geïndividualiseerde samenleving. Sociale netwerksites zorgen weliswaar voor een van de eerste stappen richting een wat meer collectief gebeuren, maar helaas alleen maar op een beeldscherm; nog niet in real life. Op school is mij niet geleerd om iemand op straat te begroeten of iemand een compliment te geven over een leuke jas of zo. Mij is nooit geleerd om altijd met twee woorden te praten en iemand recht in zijn/haar gezicht te zeggen wat ik vind, positief geformuleerd. In plaats daarvan is me geleerd hoe ik mijn eigen standpunten in een debat moet formuleren, zodat ik een discussie kan ‘winnen’. De nadruk ligt op de verschillen, niet op de overeenkomsten.

Als je daadwerkelijk van je burgers nieuwe initiatieven gedaan wilt krijgen, dan zul je eerst een visie, wereld- en mensbeeld moeten ontwikkelen; op basis waarvan nieuwe initiatieven zijn te starten. Je zult de samenleving moeten doorgronden, op basis van zowel eerlijkheid als potentie. We hebben allemaal de beelden van Project X in Haren gezien, die toch de realiteit van onze samenleving laten zien. Maar ook de opruimactie op the day after heeft het nieuws gehaald, waar de potentie juist in zit.

Als je het mij vraagt zeg ik dat we een visie moeten ontwikkelen op basis van vereenvoudiging. In feite zul je de stromingen individualisme en collectivisme moeten samenvoegen tot het indicollectivisme en van daaruit gaan bouwen aan nieuwe initiatieven voor de pioniers onder de burgers, die graag iets willen doen voor zowel zichzelf als een ander. En dat hoeft helemaal niet zo ingewikkeld te zijn.

Als we het dan toch over nieuwe wetgeving hebben, dan verwijs ik graag naar een eerder artikel over het openbaar maken van colleges op Universiteiten en Hogescholen. Daar kunnen we eerst onze handen al aan vol hebben.

 

 

Tijd voor iets werkelijks nieuws

governmentNa de afgelopen twee artikelen met interessante discussies heeft Pieter Stuurman nog een nieuw stuk geschreven ter overdenking en input van wellicht een nieuwe boeiende discussie. Het origineel is wederom op zijn weblog te vinden.

Dat regeringen en bestuurders er een puinhoop van maken wordt voor iedereen steeds duidelijker. Welke “democratisch gekozen” politici het op ieder willekeurig moment ook voor het zeggen hebben, de ene domheid lijkt op de andere gestapeld te worden en de ene na de andere zo betrouwbaar lijkende bestuurder blijkt bij nader inzien een frauderende zakkenvuller, corrupter dan de gemiddelde politieagent in Baribaki.

Geen wonder dat steeds meer mensen gaan nadenken over de vraag: ‘Hoe dan wel?’ Hoe zorg je voor een betrouwbaar en rechtvaardig bestuur? In de loop der tijd is er een keur aan systemen en ideologieën uitgedacht en in veel gevallen ook toegepast. Het socialisme, het communisme, het kapitalisme (en nog een hoop ander -ismes) en zelfs de democratie, zijn allemaal modellen geweest die de bedoeling hadden een werkbare hiërarchische structuur over de samenleving te leggen. Allen hebben gefaald.
Het verwondert me dan ook dat de meest gangbare vraag nog steeds is: ‘Hoe moet de wereld bestuurd worden?’, in plaats van: ‘Moet de wereld wel bestuurd worden?’

Zou het niet eens tijd worden om in te zien dat ieder hiërarchisch model uiteindelijk verzandt in onderdrukking en leed onder de bevolking? We hebben er in ons deel van de wereld nu zo’n 20 eeuwen opzitten die gedomineerd waren door allerlei vormen van bestuur en dus van macht. Kijk de geschiedenisboeken er nog eens op na en zie dat die geschiedenis bepaald wordt door een aaneenschakeling van ellende als gevolg van macht en de strijd om macht.

Er was of oorlog, de strijd om macht die altijd ten koste gaat van de bevolking, of geen oorlog en dat betekende in de meeste gevallen dat de bevolking zwaar te lijden had onder het gezag van despoten en andere heersers.

Ook in deze tijd wordt het nieuws (de geschiedenis van morgen) bepaald door oorlog en machtsstrijd. Misschien wel meer dan ooit en misschien heeft de wereldbevolking ook wel meer dan ooit te lijden onder terreur van de technologische geweldsmachinerie waarover overheden en politiek het monopolie hebben. Kijk bijvoorbeeld even naar de honderden miljoenen doden door overheidsgeweld in de afgelopen honderd jaar.

Welbeschouwd zou het voor de hand liggen dat we daar nu toch onderhand meer dan genoeg van hebben. Dat na twintig eeuwen van chaos en ellende, oorlog en geweld, uitbuiting en armoede, vervolging en genocide, mensen toch een keer tot het inzicht zouden komen dat het geen goed idee is om macht te verlenen aan wie dan ook.

responsibility-wall-1920-1200

Daarom vind ik het verbazingwekkend dat de idiote overtuiging dat mensen “leiders” nodig hebben, nog steeds bestaat. Vrijwel iedereen meent te weten dat een hiërarchische inrichting van de samenleving “nou eenmaal bij mensen hoort”. Dat dit noodzakelijk is. Dat het zonder leiders of heersers één grote chaos zou worden. Dat we zonder overheidsdwang elkaar voortdurend de harses zouden inslaan, massaal bestelen of zouden laten verkommeren.

In mijn optiek is dat een van de allermafste overtuigen die er bestaan. Een overtuiging die niet zomaar bestaat, nee, die zo wijdverbreid en hardnekkig is dat bijna niemand eraan lijkt te twijfelen.

Die overtuiging is gebaseerd op de gedachte dat mensen vanuit zichzelf niet in staat zijn het juiste te doen. Dat mensen alleen dat juiste doen als ze daartoe gedwongen worden door andere mensen. Betere mensen. Mensen die wel weten wat het juiste is en dat aan ons opleggen en van ons afdwingen. Door “leiders”. Anders doen we het niet…

Maar, als onze overheid even niet toekijkt, gaan we elkaar dan werkelijk te lijf? De mensen hier in de straat in ieder geval niet, net zomin als de mensen in de volgende straat. Sterker nog: de mensen in deze straat gaan de mensen in de volgende straat niet eens te lijf. Zelfs niet als onze hoeders even de andere kant opkijken.

Laten we dat achterwege omdat we bang zijn voor de mogelijke straffen? Ik ken werkelijk niemand die zo denkt. Mensen doen dat niet omdat ze dat niet willen doen.

Nou weet ik best dat er ook mensen zijn die niet het beste voorhebben met anderen. Mensen die er geen bezwaar in zien om anderen te benadelen of te beschadigen ten bate van hun eigen belang. Maar hebben we werkelijk een dwingende overheid nodig om ons daartegen te beschermen?

De meeste mensen gaan uit van de gedachte: als het met de anderen goed gaat, gaat het ook goed met mij. Veruit de meeste mensen zijn er helemaal niet op uit om anderen te benadelen.

Maar naar schatting zo’n 3 tot 10% van de mensen is behept met een variërende mate van psychopathie, denkt alleen aan zijn eigen belang en probeert andere mensen te manipuleren, te bestelen of op andere wijze te benadelen ten bate van zichzelf. Dat zijn de superegoïsten die uitsluitend aan zichzelf denken en die het niets kan schelen of dat ten koste van een ander gaat.

ResponsibilityMaar rechtvaardigt dat een surveillancecultuur waarbinnen overheidsgezag ons daartegen zou moeten beschermen? Dat zou betekenen dat die overheid nooit meer de andere kant op kan kijken, iedereen onder controle moet houden, dus ook degenen die helemaal geen kwaad in de zin hebben. Een tendens overigens die momenteel sterk gaande is met alle cameratoezicht, elektronische controle en (binnenkort in dit theater) drones die ons begluren. Maar is dat een goed idee? Ik denk het niet.

Ten eerste omdat het nu toch onderhand duidelijk zou moeten zijn dat lieden met een psychopathische inslag juist onevenredig vaak naar boven drijven in bestuurlijke functies. De geschiedenis (evenals het heden) staat werkelijk bol van despoten, heersers, bestuurders en machthebbers die vooral gekenmerkt worden door niets ontziend egoïsme. Wiens gezag vooral aangewend wordt voor de eigen macht en rijkdom, zonder enig oog voor de ellende en armoede van de bevolking.

Het zijn juist diegenen die het handigst zijn in liegen, bedriegen en manipuleren en er ook geen enkel bezwaar tegen hebben als dat ten koste gaat van wie dan ook (behalve zijzelf), die voor zichzelf de beste en meest invloedrijke posities weten te bemachtigen. Logisch, oefening baart immers kunst.

Voorbeelden te over, en ook wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat er in de bestuurlijke toplagen veel meer superegoïsten en psychopaten te vinden zijn dan gemiddeld onder de bevolking.

Is het dan een goed idee om ons door rücksichtsloze egoïsten te laten beschermen tegen rücksichtsloze egoïsten? Dat lijkt me net zoiets als je huis laten bewaken door het inbrekersgilde of je kinderoppas te rekruteren bij de pedofielenvereniging. Niet slim dus.

Maar wat nog veel belangrijker is: wij kunnen misdadigers veel beter zelf aanspreken op hun ontoelaatbare gedrag. Wanneer er geen gezag zou zijn, dan hadden we geen andere keuze dan deze mensen zelf te corrigeren en dat is veel effectiever. Als er dan iemand in de buurt een ander zou beschadigen, dan zouden we er zelf op afstappen en duidelijk maken dat dit gedrag ontoelaatbaar is. In plaats van naar de politie gaan, zoals nu het gebruik is, en de verantwoordelijkheid over te laten aan anonieme vertegenwoordigers van het gezag, die er eigenlijk buiten staan.

Juist omdat de politie en het gezag er eigenlijk buiten staan is het momenteel nodig om iedereen als potentiële misdadiger te behandelen, zoals in steeds toenemende mate het geval is.

Wanneer er geen wetten en gezag zouden zijn dan zou er voor ons niets anders opzitten dan te doen wat we zelf het juiste vinden. De mensen in de straat zouden degenen die in hun directe omgeving over de schreef gaan, zelf moeten corrigeren, in plaats van naar de politie te stappen en het over te laten aan een anonieme vertegenwoordiger van het gezag.

Ja maar, hoor ik u zeggen, zonder wetten worden onze rechten niet beschermd. Welnu, wetten zijn er helemaal niet om uw rechten te beschermen. Wetten zijn er om privileges te beschermen en dat zijn meestal niet uw privileges. In feite hebben we geen enkel recht toegekend gekregen door wetgeving, al was het maar omdat u over de wetgeving niets te vertellen hebt.

Het is de politiek, die deel uitmaakt van het gezag, die de wetten bepaalt en naar eigen smaak kan aanpassen als ze dat zo uitkomt. Wetten beschermen daarom vooral de posities van de hiërarchisch hooggeplaatsten. De enige situatie waarin die wetten, theoretisch gezien, enige bescherming zouden opleveren, is wanneer politiek, overheid en gezag werkelijk het beste met u voor zouden hebben. Het moge onderhand duidelijk zijn dit in veruit de meeste gevallen niet zo is.

Gezag heeft alleen bestaansrecht als we in de overtuiging verblijven dat we tegen onszelf beschermd moeten worden. Als we ervan overtuigd blijven dat we er zonder gezag een moordende en stelende chaos van zouden maken omdat dit “nou eenmaal in de aard van mensen”  zou liggen. Maar dat spreekt faliekant tegen de gangbare gedachte dat democratie een goed en eerlijk systeem zou zijn en dat democratie zo ongeveer gelijk zou staan aan vrijheid.

Maar wanneer wij mensen, er werkelijk op uit zouden zijn elkaar te bestelen, de kop in te slaan of zwakkeren te laten verkommeren, waarom stemmen we dan niet massaal op partijen die deze dingen voorstaan? Dat doen we niet omdat we dat niet willen.

Democratie heeft werkelijk helemaal niets met vrijheid van doen. Als een slaaf mag kiezen wie zijn slavendrijver is, aan wie hij moet gehoorzamen, is hij dan vrij?

Democratie is een systeem dat de hiërarchie in stand houdt, met instemming van de bevolking. Handig, want dat scheelt een hoop gedoe met het in bedwang houden van die bevolking. Er wordt ons niet gevraagd of we ons zelfbeschikkingrecht willen weggegeven aan een ander (een ‘leider’ die voor ons mag beslissen) maar aan wie we het willen weggeven. En toch gaan we steeds maar weer vrijwillig naar de stembus om ons zelfbeschikkingrecht weg te geven in de veronderstelling dat we “nou eenmaal bestuur nodig hebben”. We gedragen ons als gehoorzame kinderen. Terwijl we toch helemaal geen kinderen zijn.

The-Moment-You-Take-Responsibility1-300x176

En het gezag gedraagt zich als een ouder die nog steeds zeggenschap wil behouden over zijn volwassen kinderen. Die deze volwassen kinderen nog steeds meent te moeten opleggen wat ze moeten doen of laten. Het gaat dan al lang niet meer om het nemen van verantwoordelijkheid (dat kunnen volwassenen prima zelf) , maar om het behoud van de (machts)positie. Het is dan aan die kinderen om zich daarvan los te maken door de bevelen simpelweg te negeren en zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun doen en laten.

Een hiërarchisch ingerichte wereld is al tientallen eeuwen onze realiteit. Maar die realiteit is het gevolg van de overtuigingdat dit een noodzakelijkheid is. Dat het onontkoombaar is. Maar dat die realiteit altijd zo geweest is, wil nog niet zeggen dat het altijd zo moet blijven.

Wat als die overtuigingen nou een vergissing is? Dat die vergissing al zoveel eeuwen bestaat, maakt die vergissing nog niet tot waarheid.

De chaos en het geweld in de wereld zijn juist het gevolg van bestuurlijk macht. Het zijn machthebbers en overheden die oorlogen, moord en doodslag, en systematische diefstal op hun geweten hebben. Allemaal zaken waartegen diezelfde overheden ons zouden beschermen, in onze overtuiging. Diezelfde overtuiging laat ons als gehoorzame soldaten, politieagenten, belastingambtenaren en andere volgzame handlangers, de gruwelijkheden uitvoeren.

Responsibility1Wat als we helemaal geen bestuur, leiding of gezag nodig hebben om het juiste te doen? Wat als we gewoon gingen doen wat we allemaal willen doen: voor onszelf en voor onze dierbaren zorgen? En die dierbaren weer voor hun dierbaren. Dan zorgt iedereen voor iedereen en dan hebben we helemaal niemand meer nodig die ons vertelt wat we moeten doen, met alle gruwelijke uitwassen van dien. Uitwassen die het, getuige de beschreven ellende, ons juist onmogelijk maken om ervoor te zorgen dat het goed gaat met ons en met degenen die ons aan het hart liggen.

Het zal natuurlijk even wennen zijn om zelf te beslissen wat het juiste is om te doen. We zijn zo lang gewend geweest dat anderen, bestuurders, politici en overheden ons dat vertellen. Maar na al die eeuwen ellende zou het nu toch onderhand duidelijk moeten zijn dat dit geen goed idee is. Er zit dan werkelijk niks anders op dan eraan te wennen om voortaan de verantwoordelijkheid voor onszelf te nemen.

Tijd voor iets werkelijk nieuws dus.Aanverwante informatie en artikelen:
-) Weblog Pieter Stuurman
-) Eerdere artikelen van Pieter Stuurman op visionair

De open source overheid deel I

Er zijn hier regelmatig stukken verschenen over corruptie/belangenverstrengeling binnen de Nederlandse overheid, ook kwam er voorbij hoe zinloos stemmen is. En natuurlijk is het belangrijk om problemen te constateren. Maar als visionair is het na die constatering juist de uitdaging om naar oplossingen te gaan zoeken! Hierbij deel 1 van een serie over hoe we met elkaar de overheid transparanter, democratischer en functioneler kunnen maken.

Kan de overheid gerund worden zoals het internet, permissieloos en open? Programmeur en activiste Jennifer Pahlka gelooft dat dit kan — en dat snel en goedkoop gebouwde apps een krachtige nieuwe manier zijn om burgers met hun overheid te verbinden — en met hun buren. Deze TED-Talk heeft Nederlandse ondertitels.


Hoe zouden deze voorbeelden toegepast kunnen worden in Nederland. Hebben we binnenkort een zwerfafval applicatie waarmee burgers stukjes stad kunnen adopteren om schoon te houden? Of kunnen we via deze app in steden groenbeheer uitgeven aan burgers die dit graag doen en er zo een gezellige buurtmoestuin van kunnen maken? Wat voor toepassingen zouden er nog meer te verzinnen zijn?

Aanverwante artikelen:
-) De open source overheid deel I
-) De open source overheid deel II
-) De open source overheid deel III
-) Eerdere artikelen met Clay Shirky op visionair
-) Gratis leren programmeren via The Code Academy
-) Veranderingen in de maatschappij
-) Komt de internet democratie eraan?

Subsidie: het ideale middel om techniek af te remmen

Het Nederlandse overheidsbeleid op het gebied van zonne-energie laat duidelijk zien, dat met een uitgekiend subsidiebeleid ongewenste ontwikkelingen uitstekend af te remmen zijn. Wat kunnen we leren van de effectieve techniek, waarmee Nederlandse regeringen de opkomst van alternatieve energiebronnen in Nederland hebben gedwarsboomd?

Shell houdt niet van alternatieve energie
We hebben in Nederland een multinational die een warm plekje heeft bij de machthebbers in Nederland. De majesteit is grootaandeelhouder bij Koninklijke Olie, beter bekend als Shell, en politici lopen in en uit bij deze multinational. Getuige de gebeurtenissen in Nigeria, waar volgens documenten op Wikileaks het bedrijf zo’n beetje het land in zijn zak heeft, zit het wel snor met de VOC-mentaliteit bij deze Brits-Nederlandse onderneming. Voor de belastingpenningen en werkgelegenheid aan politici die het bedrijf biedt, krijgt het bedrijf ook heel wat terug. Bekend zijn reeds de lobbypogingen van de Nederlandse regering in Rusland en Iran, waar Shell de nodige oliebelangen heeft. Volgens andere Wikileaks documenten vinden de Amerikaanse diplomaten, vermoedelijk met de nodige jaloezie, de Nederlandse overheid een loopjongen voor Shell. De Amerikanen zelf staan overigens ook bekend om dit soort corporate-friendly buitenlandse politiek. Denk bijvoorbeeld aan de staatsgreep in 1953 tegen de democratisch gekozen premier Mohammed Mossadeq in Iran, omdat hij de oliebronnen nationaliseerde. Hiermee vernietigden de Amerikanen de opkomende democratie in Iran en legden de kiem voor de islamitische revolutie (met daaropvolgende islamisering) in 1979.

Voor Shell en collega-oliereuzen zou een massale overstap naar alternatieve energiebronnen, vooral naar elektrisch rijden, een existentiële ramp betekenen. Alternatieve energiebronnen zijn namelijk wijdverspreid. Dit geldt vooral voor zonne-energie; in minder mate ook voor windenergie en aardwarmte. Alleen al in Nederland gaan er in de energiesector per jaar tientallen miljarden om, waarvan zeker dertien miljard (via gasinkomsten en accijnzen) rechtstreeks de schatkist in vloeien. Geen wonder dat bedrijven als Shell niet erg blij zijn met alternatieve energiebronnen en meer voelen voor technieken als CO2-sequestratie onder de grond. Het is ook geen wonder dat Balkenende hier op inzette.

 

Remmen met subsidie: fata morgana-subsidies, dooie-mus subsidies en onberekenbare subsidies
Er zijn verschillende methodes waarmee subsidie kan worden gebruikt om een ontwikkeling af te remmen. Het doel van deze subsidies is verwarring te stichten, frustratie te veroorzaken en te vertragen. De krachtigste methode is de zogeheten fata-morgana subsidie. Het recept gaat ongeveer als volgt. Als politicus introduceer je een ruimhartige subsidieregeling. Er is alleen maar één maar. De subsidieregeling gaat pas over twee jaar in. Uiteraard willen investeerders niet een dief van hun eigen portemonnee zijn en stellen hun investeringen uit. Vlak voordat de subsidieregeling dreigt in te gaan voer je ambtelijke bezwaren aan, bijvoorbeeld door Europese regelgeving te citeren. Hoe spijtig het ook is, om aan de wettelijke vereisten te voldoen zal invoering toch echt uitgesteld moeten worden. Tegen die tijd zijn er weer nieuwe verkiezingen.

Een andere uitstekend werkende methode is de zogeheten dooie-mus subsidie. Je stelt een beperkt buget beschikbaar voor een regeling die je met veel bombarie aankondigt. Wie het eerst komt, eerst maalt. Omdat er een lachwekkend klein budget voor is vrijgemaakt, krijgen verreweg de meeste aanvragers nul op het rekest. Frustratie, uitstel en, in veel gevallen, afstel. Mission accomplished.

Ook een effectieve methode is de onberekenbare subsidie. Je goochelt voortdurend met allerlei ingewikkelde subsidievoorstellen, die ook om de haverklap weer ingetrokken worden. Klanten en investeerders haken massaal af. Zelfs een gepromoveerd subsidioloog legt het hoofd amechtig in de schoot.

Zonnesector siddert  terecht voor subsidies
Al deze drie methodes zijn door de Nederlandse overheid -bedoeld of onbedoeld, dat laat ik in het midden – met succes toegepast. Met als gevolg dat de in Nederland opgewekte hoeveelheid zonne-energie maar klein is, zeker vergeleken met onze oosterbuur Duitsland.

De Nederlandse zonne-energiesector siddert en beeft, nu de Nederlandse overheid weer met subsidieplannen aankomt en smeekt werkelijk hartstochtelijk, om de sector verdere zogenaamd “goedbedoelde” subsidies te besparen. Voor een buitenstaander lijkt dit vreemd. Immers, zijn subsidies niet de sleutel geweest waarmee bijvorbeeld de Duitse zonne-energiesector haar indrukwekkende resultaten heeft bereikt? Het verschil is echter dat de Duitse regering de zonnesector wel een goed hart toedraagt. De reden is dat Duitsland, afgezien van de uiterst vervuilende bruinkool, nauwelijks over inheemse energiebronnen beschikt en de Duitse overheid niet in de zak zit van een internationaal oliebedrijf. De Duitse subsidies zijn voorspelbaar, permanent en langdurig, waardoor investeerders ook de zekerheid hebben dat ze hun geld terugkrijgen. Vandaar dat de Nederlandse zonne-energiesector, door schade en schande wijs geworden, met rust gelaten wil worden. Subsidies zijn nu ook niet meer nodig. Zonnepanelen zijn nu voor consumenten al lonend en dalen nog steeds sterk in prijs. Zelfs met doortrapte subsidiespelletjes is de opmars van zonne-energie niet meer te stoppen. Het Nederlandse bedrijfsleven is groter dan alleen Shell. Wellicht wordt het tijd, ook aan de belangen van de overige Nederlanders te denken.

Herman van Rompuy slaagde er in waar incompetente Nederlandse politici faalden: vele jaren van begrotingsoverschotten. Bron: Wikimedia Commons

Nietsdoen: vaak het beste wat politici kunnen doen

Nietsdoen heeft de nodige voordelen. Het is volkomen risicoloos, voorspelbaar en er kan weinig misgaan. Is dit het geheim hoe België de kredietcrisis overleefde?

Twee jaar zonder politici
Na de verkiezingen in 2010 duurde het bijna twee jaar voordat er een nieuwe Belgische regering kwam. De enorme verkiezingsoverwinning van de Vlaams-nationalistische N-VA, die bijna een derde van de stemmen in Vlaanderen haalde, maakte het moeilijk om aan een stabiele meerderheid te komen. De N-VA had namelijk een aantal uitgesproken standpunten over de zelfstandigheid van Vlaanderen en de opdeling van Brussel Halle-Vilvoorde in Vlaamstalige en Franstalige gemeenten. Uiteindelijk werd na uitputtende onderhandelingen een coalitie gevormd waar de N-VA geen deel van uitmaakte. Interessant is de periode waarin België in feite niet bestuurd werd. Deze duurde historisch lang: bijna twee jaar.

Herman van Rompuy slaagde er in waar incompetente Nederlandse politici faalden: vele jaren van begrotingsoverschotten. Bron: Wikimedia Commons
Herman van Rompuy slaagde er in waar incompetente Nederlandse politici faalden: vele jaren van begrotingsoverschotten. Bron: Wikimedia Commons

Politieke besluitvorming berucht
De politieke besluitvorming in België is berucht. België is een tot op het bot verdeeld land, waarin de Vlamingen en Walen elkaar nauwlettend in de gaten houden zodat de andere partij er niet met een onverdiend voordeeltje vandoor kan gaan. Hun kleinere aantal en grotere armoede compenseren de Walen met en zeer assertieve politieke stellingname, waarbij ze optimaal gebruik maken van de Belgische federale structuur. In de praktijk betekent dit dat elke uitgave, die ten goede komt aan de Vlamingen, ook een vergelijkbare uitgave ten bate van de Walen uitlokt en andersom. De Belgische overheidsuitgaven liepen hierdoor totaal uit de hand en de staatsschuld bereikte begin jaren negentig Griekse proporties, totdat de toenmalige Belgische Minister van Begroting, Herman van Rompuy, hard ingreep. Dat hielp: Van Rompuy legde een zo gezonde basis dat de Belgische staatsschuld elk jaar bleef dalen tot het uitbreken van de kredietcrisis. Een opmerkelijke prestatie van de Belgen, zeker als je bedenkt dat België geen gasbel heeft en dat Wallonië erg arm is.

Wat waren de gevolgen van bijna twee jaar geen beleid?
Ook in België bestaat er de regel dat een demissionair kabinet geen controversiële besluiten kan nemen. Het gevolg was dat er gedurende twee jaar geen leuke dingen voor de mensen werden gedaan. Twee jaar geen politici die in blinde paniek raakten als een ratingbureau weer eens een doemvoorspelling uitvaardigt en daarna aan paniekvoetbal gingen doen. De overheidsschuld liep weliswaar op (zij het niet zo sterk als in Nederland), maar de economische groei bleef overeind. Het gevolg: België kwam redelijk ongeschonden door de crisis. Door slimme onderhandelingen met de Nederlanders slaagden de Belgen er in om niet al teveel op te draaien voor het Fortis-debacle.

Welke lessen kunnen we trekken?
Een eenmalige harde ingreep kan de problemen voor vele jaren oplossen. Een toekomstige minister van Financiën moet het voorbeeld van Van Rompuy volgen en de Nederlandse staatsfinanciën zo herstructureren dat Nederland een structureel begrotingsoverschot bereikt. Voor de hand ligt hierbij de grootste slokop, de zorg, keihard te saneren. Deze kan naar Belgisch model worden hervormd.

Depolitiseer de zorg en het onderwijs
Als de salarissen van medisch specialisten flink worden verlaagd, is er ook geen uitgebreide bureaucratie meer nodig om de kosten te bewaken (wat nog mee geld scheelt). De structuur van de zorg moet worden vereenvoudigd. Minder overleg en geen gerommel meer met potjes en regelingen. Patiënten hebben geen behoefte aan overbodige dure ingrepen, medisch personeel wel. Helaas bepaalt nu medisch personeel, niet de patiënt welke behandeling deze krijgt. Alleen behandelingen voor levensbedreigende of zeer pijnlijke ziekten moeten nog vergoed worden. Dit geldt ook voor het onderwijs. Hef al die medezeggenschapsraden op. Halveer minimaal het aantal managers en stafpersoneel. Geef werkenden in de zorg en het onderwijs voldoende vrijheid om goede zorg en onderwijs te leveren, maar dan wel zo dat ze er persoonlijk geen belang bij hebben om nutteloze, dure handelingen te verrichten.

Referenda gaan in het Zwitserse kanton Appenzell nog op de ouderwetse manier.

Referendum: ramp of goed idee?

Geregeld wordt het idee van de volksraadpleging over een bepaald vaak heikel onderwerp, denk aan de Europese Grondwet of een minarettenverbod, het referendum, van stal gehaald. In veel van de ons omringende landen kent men het referendum al. De gevestigde politiek in Nederland moet er echter niets van hebben. Is een referendum een verrijking voor de democratie of een knieval voor het populisme?

Referenda gaan in het Zwitserse kanton Appenzell nog op de ouderwetse manier.
Referenda gaan in het Zwitserse kanton Appenzell nog op de ouderwetse manier.

Hoe werkt een referendum?
Aan een bepaalde groep kiezers wordt een bepaalde, gesloten vraag voorgelegd, gewoonlijk (niet altijd) een vraag waar je met ja of nee op kan antwoorden. Een enkele keer zijn er ook meer dan twee keuzes. Voor- en tegenstanders krijgen in principe uitgebreid de kans om in de weken of maanden daarvoor duidelijk te maken waarom het het verstandigste is, ja of nee te stemmen. Dan breekt de dag aan waarop gestemd kan worden en voor- en tegenstemmers brengen hun stem uit. Of boycotten het referendum als het kansloos is, want vaak wordt een minimaal opkomstpercentage geëist om de uitslag geldig te laten worden.Technisch gesproken kunnen er dan dus drie typen stemmen worden uitgebracht: voor, tegen of het referendum torpederen door niet te stemmen.

De argumenten tegen het referendum
In Nederland is het referendum tot nu toe getorpedeerd door de drie gevestigde grote politieke partijen. Zo zijn CDA en VVD verklaarde tegenstanders van het referendum. Er staat in het verkiezingsprogramma van de grootste oppositiepartij PvdA dat een referendum ‘wenselijk’ is, maar in werkelijkheid laat de partij als het er werkelijk om spant, doorgaans afweten. De kleine christelijke partijen zijn ook tegen het referendum om dezelfde redenen als CDA en VVD. De kleinere en nieuwere partijen zijn voorstander.

Deze argumenten van de tegenstanders CDA en VVD zijn letterlijk overgenomen van hun verkiezingsprogramma.

  1. Volksvertegenwoordigers en bestuurders zijn gekozen om beslissingen te nemen. Het is hun taak alle voor- en nadelen bij een beleidsbeslissing af te wegen.[1]
  2. Volksvertegenwoordigers en bestuurders nemen tijd om naar alle belangengroepen te luisteren. Kiezers hebben vaak minder zicht op alle belangen die meespelen, omdat zij niet over alle informatie beschikken.[1]
  3. Bij een referendum kunnen mensen alleen met ja of nee antwoorden. Ze kunnen geen nuances of argumenten aangeven.[1]
  4. Mensen die veel belang hebben bij het onderwerp zullen eerder gaan stemmen dan mensen die er niet bij betrokken zijn. Zo kan het voorkomen dat voornamelijk felle tegenstanders of felle voorstanders naar de stembus gaan. Hierdoor krijg je een eenzijdig beeld van de werkelijkheid.[1]
  5. Door een referendum te houden, krijgt de kiezer de indruk dat de uitkomst zal worden uitgevoerd. Maar omdat een referendum in Nederland niet bindend is, hoeven bestuurders en volksvertegenwoordigers niets met de uitslag te doen. Dit kan zeer teleurstellend zijn voor de kiezer.[1]
  6. Een referendum, waarin de burgers zich kunnen uitspreken over een aangenomen wet (correctief wetgevingsreferendum) is in strijd met onze representatieve democratie, omdat het parlement kan worden overstemd.[2]
  7. Bij een referendum kan de vraagstelling gemanipuleerd worden. [2]
  8. Kiezers kunnen andere beweegredenen hebben dan het onderwerp van het referendum.[2]

De Christenunie heeft een genuanceerder en ook filosofisch degelijk onderbouwd standpunt. Ze is tegen het raadplegend referendum, omdat hierdoor parlementsleden niet meer ‘zonder last of ruggespraak’ besluiten kunnen nemen. Immers, als ze beloven de uitslag van het referendum over te nemen, zijn ze hierdoor gebonden.  Wel vindt de Christenunie sinds 2006 dat er een correctief referendum moet komen, waarbij de bevolking ongewenste besluiten van de regering en de Staten Generaal kan terugdraaien. Geen overbodige luxe, als je denkt aan allerlei internationale verdragen met verregaande gevolgen voor de Nederlandse soevereiniteit. Wel ziet de CU dit als een paardenmiddel, dat alleen in ernstige gevallen toegepast moet worden. Ook moet de opkomst voor het referendum dan hoger dan vijftig procent van de kiezers zijn.[3] Het standpunt van de streng-gereformeerde SGP lijkt in grote lijnen op dat van het CDA[4].

Representatieve democratie werkt slecht
Persoonlijk ben ik voorstander van het referendum, omdat de representatieve democratie, die vaak wordt voorgesteld als het summum van democratie, dat niet is. Politici zijn een heel ander slag mensen dan de gemiddelde Nederlander. Dat is ook logisch. Het vereist een intensieve politieke carrière en heel wat subtiel ellebogenwerk om voldoende hoog op de kieslijst te komen. Er kan bij politici niet op worden gerekend dat ze altijd voor de belangen van hun kiezers opkomen. De lokkende werking van een goedbetaald commissariaat bij een groot bedrijf of topbaantje bij de VN of EU, is veel groter dan de plicht zich aan verkiezingsbeloftes te houden en ach, de volgende verkiezingsdatum is nog ver. Dat het parlement ver van de bevolking afstaat blijkt wel uit de stemverhoudingen wat betreft de beruchte Europese Grondwet. Viervijfde van de Tweede Kamer, inclusief de Grote Drie en D’66, was voor[5]. Van de Nederlandse kiezers die gingen stemmen, stemde 61,6% tegen.

Argumenten tegenstanders deugen niet
Als het voornaamste argument, de ‘heilige’ representatieve democratie, met een flinke korrel zout genomen wordt, vallen ook de overige argumenten aan duigen. Representatieve democratie is geen doel, het is een middel, namelijk om het land bestuurbaar te houden en tegelijkertijd de kiezer zoveel mogelijk inspraak te geven.
Een beroep op de ’taak'(1) is daarom onzinnig. Immers, deze taakomschrijving kan worden aangepast. Dat gebeurt in het bedrijfsleven immers ook en dat werkt prima. Zo kan bijvoorbeeld af worden gesproken dat het volk over belangrijke zaken zoals een internationaal verdrag met verstrekkende gevolgen, rechtstreeks moet kunnen beslissen.
Ook argument (2), de beperkte kennis van de kiezer, is een non-argument. Van mensen die contact hebben gehad met politici hoorde ik dat ze niet bijster onder de indruk waren van hun intellectuele vermogens of vakkennis. Kiezers zullen dezelfde techniek toepassen als politici als ze iets niet weten: autoriteiten raadplegen. En puur statistisch gezien zullen miljoenen kiezers gemiddeld minder stommiteiten uithalen dan een handjevol koehandelaars.
Argument (3) is het gebrek aan nuance. Een ingewikkelde politieke kwestie wordt teruggebracht tot een ja/nee vraag. Dit is geheel juist, maar in sommige gevallen juist wenselijk. Zo kan je niet half de oorlog verklaren aan een ander land of een verdrag half ondertekenen. Een referendum moet dan ook alleen in die gevallen worden gehouden. Een halfbakken compromis, of een uitruil van de ene slechte maatregel tegen de andere, is in deze gevallen erger dan een duidelijk keuze voor of tegen.
Argument (4) wordt ook graag gebruikt als argument tegen de democratie. Alleen gemotiveerde mensen zullen stemmen. Dat heeft ook voordelen. Mensen zijn gemotiveerd als ze meer dan gemiddeld van het onderwerp afweten.
Argument (5), de kiezer raakt teleurgesteld omdat het referendum niet bindend is, is een beetje hypocriet van het CDA. Het CDA is immers principieel tegen een bindend referendum.
Argument (6), het parlement kan in een correctief referendum worden overstemd, is ook weer een non-argument. Immers: het doel van een parlement is het vertegenwoordigen van de kiezer. En wie kan de kiezers beter vertegenwoordigen dan de kiezers zelf?
Argument (7) is dat de vraagstelling gemanipuleerd kan worden. Geheel juist. Daarom moeten beide partijen het eens worden over de verwoording van de stelling.
Argument (8) is dat kiezers het referendum zullen misbruiken om voor of tegen de regering te stemmen. Dat risico is zeker aanwezig, maar opmerkelijk genoeg hoor je politici nooit over een ander probleem, namelijk dat kiezers vaak om heel andere redenen op politici stemmen dan deze denken. Als er veel referenda worden gehouden, zullen kiezers dit ook minder snel doen. Kiezers kunnen dan op vakbekwame bestuurders stemmen met wie ze het politiek niet altijd eens zijn, en dan door middel van raadplegende en correctieve referenda bijsturen.

Referendum in moderne vorm
Het is tegenwoordig gemakkelijker dan ooit om een volksraadpleging te houden. Je kan bijvoorbeeld gebruik maken van het DigID systeem, al zal dat veel en veel beter beveiligd moeten worden, met bijvoorbeeld PGP, dan nu het geval is. Dat is sowieso toch al een verstandig idee.

Bronnen
1. CDA Standpunt: Referendum
2. VVD – Referendum
3. Christenunie – Standpunten op thema: referenda
4. Wetenschappelijk instituut SGP: Referendum
5. Kamermeerderheid steunt Europese Grondwet – Volkskrant (2004)

Kung Fu Tse of Confucius (551 – 479 vC) stond in feite een autoritaire, technocratische regeringsvorm voor.

Zou een technocratie kunnen werken?

Een democratie is maar lastig, vinden veel mensen. Het volk laat zich makkelijk in de luren leggen door een luidruchtige populist en is niet in staat om voor zichzelf te beslissen. Zou het niet handig zijn het land te laten regeren door kundige bestuurders, kortom door een technocratie? Of maken ze hier een fundamentele denkfout?

Is de democratie het best denkbare systeem?
Hoewel steeds meer landen veranderen in democratieën, ligt de democratie als begrip steeds meer onder vuur. Leken kiezen een parlement, dat elke paar jaar, bijvoorbeeld vier jaar of zes jaar, een regering vormt die de rest van die jaren min of meer haar gang kan gaan. Alleen tijdens de verkiezingen wordt de regering op haar beleid afgerekend. Regeringen nemen daarom de impopulairste maatregelen, zoals het verhogen van de rente of bezuinigingen in het begin van hun regeerperiode. Als de verkiezingen naderen worden juist de leuke dingen voor de kiezers gepland. Veel verder dan vier jaar vooruit denken politici dan ook niet. Sommige regeringen, zoals de Griekse, staken zich flink in de schulden en schoven de zwarte piet door naar de volgende regering. In Balkenende-termen: eerst het zuur, dan het zoet. Het is uiteraard de vraag of dat verstandig is. In de woorden van Churchill: “democratie is het minst slechte regeersysteem”. Zou een technocratie beter werken?

Singapore: technocratie in de praktijk
Sommige landen (het voornamelijk door etnische Han-Chinezen bewoonde Singapore is een schoolvoorbeeld) worden op een autoritaire manier geregeerd door een aantal bestuurders. In tegenstelling tot in een dictatuur verrijken ze zichzelf niet buitensporig. Al is er weinig vrijheid op politiek terrein,  qua bestuur doen ze het niet slecht. In veel opzichten wordt bijvoorbeeld Singapore geleid als een onderneming, waar de CEO absolute macht heeft. Dat vertaalt zich in indrukwekkende groeicijfers. Singapore was bij de onafhankelijkheid straatarm, maar is nu het rijkste land van Oost-Azië met een welvaartspeil vergelijkbaar met dat van Nederland en België. Voor Singapore heeft technocratisch bestuur dus goed gewerkt.

Deugd, volgens het confucianisme

Kung Fu Tse of Confucius (551 – 479 vC) stond in feite een autoritaire, technocratische regeringsvorm voor.
Kung Fu Tse of Confucius (551 – 479 vC) stond in feite een autoritaire, technocratische regeringsvorm voor.

Hierbij helpt het confucianisme, de traditioneel-Chinese politieke filosofie. Volgens het confucianisme is de taak van de leiders de deugdzaamheid te bewaren, verwoord in de zes confucianistische principes: Ren, Xiao, Yi, Li, Chung en Shu, respectievelijk: menselijkheid, kinderlijke trouw, rechtvaardigheid, fatsoen, trouw, wederkerigheid. De deugd van de heersers straalt af op de onderdanen.

Dus niet: een land krijgt de regering die het verdient, maar: een staatshoofd krijgt het land dat hij verdient. Hij, want vrouwen hebben in het patriarchale confucianisme weinig te vertellen. Hun vader of man is hun heerser.

Zolang de heerser zich deugdzaam gedraagt, houdt hij het mandaat van de Hemel. Een Chinese heerser doet er dus alles aan om in ieder geval de indruk te wekken dat hij deugdzaam is, anders zal het volk hem wegjagen. Dit controlesysteem werkt vrij effectief. Vergeleken met andere landen met een vergelijkbare geschiedenis is het bestuur in Chineessprekende landen autoritair, maar van beter dan gemiddeld niveau.

Zelfstandige bestuursorganen als mengvorm tussen technocratie en democratie
Taken die een langduriger planning eisen, worden in Nederland vaak uitbesteed aan een agentschap of zelfstandig bestuursorgaan. Een bekend voorbeeld van een agentschap is Rijkswaterstaat, dat grote projecten als de Deltawerken of de aanleg van een nieuwe snelweg vaak in tientallen jaren uit laat voeren. Een agentschap heeft een redelijk zelfstandige rol, maar valt wel onder ministeriële verantwoordelijkheid. Een minister kan falende bestuurders dan ook ontslaan.

De kwaliteit van zelfstandig bestuursorganen is doorgaans matig tot slecht. Het Centrale Bureau Rijvaardigheidsbewijzen functioneert zo slecht, dat staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen nu op het punt staat deze rotte appel compleet op te doeken. Kortom: technocratisch bestuur functioneert alleen als de legitimiteit van de bestuurders rechtstreeks afhangt van hun prestaties.

Kan een technocratie filosofisch wel?
Er is ook een filosofisch manco aan de technocratie. Een technocratie beoogt het best denkbare bestuur te verschaffen aan een groep mensen. De vraag is alleen: welke doelen worden gesteld, waaraan wordt afgemeten wat het best denkbare bestuur is? Bij een commercieel bedrijf zijn deze eenduidig: zoveel mogelijk aandeelhouderswaarde creëren, gewoonlijk (niet altijd) door veel winst te maken. Deze norm is hoewel omstreden, redelijk eenduidig: een hoge aandelenkoers betekent dat de bestuurders het goed doen. In een staat geldt hier: beauty is in the eye of the beholder. De SGP heeft hier totaal andere ideeën over dan de SP of de Libertarische Partij. Pas als de bevolking het in grote lijnen eens is over aan welke eisen goed bestuur moet voldoen, is een technocratisch bestuur haalbaar. Deze situatie heerste in het Nederland van de jaren negentig, toen de diverse paarse kabinetten aan de macht waren.

Lees ook: Democratie afschaffen om de wereld te redden?

Margarine werd uitgevonden na een succesvolle prijsvraag uitgeschreven door Napoleon III.

Loof innovatieprijzen uit

Alleen al in Nederland en Vlaanderen wonen er 22 miljoen probleemoplossers uit diverse totaal verschillende vakgebieden. Hoe boor je dat enorme menselijke potentieel zo goed mogelijk aan? Misschien door een in de negentiende eeuw heel succesvolle methode weer nieuw leven in te blazen…

Margarine werd uitgevonden na een succesvolle prijsvraag uitgeschreven door Napoleon III.
Margarine werd uitgevonden na een succesvolle prijsvraag uitgeschreven door Napoleon III.

Ambtelijke commissies en adviesbureaus werken nauwelijks
Nederland kent een uitgesproken overlegcultuur. Geen wonder dat besluiten vaak in een ambtelijke commissie worden genomen. Een mooi voorbeeld is de weinig visionaire Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, die wordt bemensd door overheidsbureaucraten en een enkele hoogleraar die al over zijn houdbaarheidsdatum heen is. Volgens deze raad is een sterke CO2-toename een probleem (terwijl kenners peak oil en hiermee een gedwongen afkicken van fossiele brandstof al in 2006 zagen aankomen) en rijden we tot 2020 nog massaal in benzineauto’s (dit terwijl recent NiMH onderzoek en de doorbraak in goedkope zonnepanelen elektrische auto’s goedkoper gaat maken dan fossiel – zelfs zonder subsidie).
In Nederland is de consultancy een bloeiende bedrijfstak. Vooral de overheid is een gulle inkoper van advies:  prijzige adviesbureaus en onderzoeksbureaus worden ingehuurd om nietszeggende rapporten te fabriceren, die de opdrachtgevende ambtenaren dan weer kunnen gebruiken om hun eigen plannen door te drukken. Vaak wordt hetzelfde onderzoek meerdere keren uitgevoerd.

De oorzaak: intellectuele inteelt
Voor adviseurs geldt hetzelfde als voor de bestuurlijke cultuur in Nederland in het algemeen. Er wordt in een heel kleine vijver van ex-politici, grossiers in commissariaten en topambtenaren gevist. Lidmaatschap van commissies gebeurt door coöptatie, met andere woorden: steeds dezelfde vriendjes worden ingehuurd. Dit is uiteraard niet erg efficiënt. Zoals reeds eerder op Visionair.nl besproken, is een succesvolle bestuurder een compromiszoeker, iemand die niet al te slim is (of zich succesvol van de domme houdt) zodat hij niet als bedreiging wordt gezien. Het gaat hier om mensen die gedurende hun carrière niet al te ver boven het maaiveld uitsteekt. Geen wonder dus dat het niet erg wil opschieten met de innovatieve gehalte in diverse Nederlandse innovatiegremia. Nuttig om eenmaal genomen besluiten door te drukken (gezien hun uitgebreide netwerk) maar niet in staat tot creatieve conceptontwikkeling. Daat ga je de innovatieoorlog niet mee winnen.

De oplossing: democratiseer het innovatieproces
Nederland en de meeste andere rijke landen zijn democratieën. Dat is niet voor niets: de praktijk wijst uit dat een land met enige vorm van representatief bestuur effectiever de sociale hulpbronnen benut dan een dictatoriaal geregeerd land. Tijd dus voor de volgende logische stap. Waarom niet het volk ook mee laten denken met oplossingen voor problemen? Alle Nederlanders en Vlamingen samen vertegenwoordigen een enorme denktank, die vertegenwoordigd is in letterlijk alle geledingen van de samenleving. Sterker nog: de grote hoeveelheid immigranten uit alle delen van de wereld leveren een scherpe blik op de situatie in de rest van de wereld. Zij kunnen putten uit totaal andere culturele tradities. Juist op het voornaamste punt waar een multiculturele samenleving tot voordeel strekt, het probleemoplossend vermogen, wordt hier het minste van gebruik gemaakt. Dit heeft dan weer alles te maken met het zieligheidscomplex ten opzichte van immigranten.

Als prijsvragen worden uitgeschreven om problemen op te lossen, zet je daarmee een enorme groep mensen aan het werk om creatieve oplossingen te bedenken, variërend van loodgieters tot hoogleraren culturele antropologie. In de negentiende eeuw bleek dit systeem goed te werken. Zo is margarine uitgevonden door de Franse chemicus Hippolyte Mège-Mouriès die meedeed aan een prijsvraag door keizer Napoleon III om een smeerbare, goedkope en voedzame kunstboter te ontwikkelen voor de arbeiders. Dit zou ook uitstekend werken om methodes te ontwikkelen om de overheid te helpen te bezuinigen of om maatschappelijke problemen op te lossen. Maar misschien wil de overheid dat wel niet. Net als sommige mensen willen ambtenaren vooral dat er naar hun problemen geluisterd wordt, niet dat ze opgelost worden.

Nederland verdient beter dan de regenten waar we nu mee opgescheept zitten.

Stel open sollicitaties verplicht bij alle overheidsfuncties

Waarom worden we bestuurd door derderangs non-valeurs? Er bestaan strenge Europese aanbestedingsregels die vriendjespolitiek moeten voorkomen. Tegelijkertijd is vriendjespolitiek en gekonkelfoes schering en inslag bij politieke en overheidsbenoemingen. Tijd voor verandering.

Nederland verdient beter dan de regenten waar we nu mee opgescheept zitten.
Nederland verdient beter dan de regenten waar we nu mee opgescheept zitten.

Het is in Nederland schering en inslag, al sinds de pruikentijd.

Bepaalde namen duiken keer op keer op. Enkele honderden mannen (en een enkele vrouw) runnen dit land en spelen elkaar keer op keer de bal toe: de “Tweehonderd van Mertens“, genoemd naar vakbondsbestuurder Jan Mertens die de aandacht vestigde op het fenomeen.

Eerder genoemd op Visionair is de VVD’er Franssen. Ook de omstreden PvdA-rasregent Jacques Wallage duikt keer op keer weer op in het bestuurderscircuit.

De reden is dat hoge ambtelijke en politieke functies niet vervuld worden via een open sollicitatie, maar via vriendjespolitiek. De bekende old-boys networks waarin buitenstaanders moeilijk binnendringen.

Overigens is dat in de top van het bedrijfsleven niet veel anders en bestaat er in Nederland (net als in Japan) een nauwe verbinding tussen overheid, politiek en bedrijfsleven.

Bestuurders zijn opportunisten en conformisten, want alleen zulke lieden worden gepromoveerd
We hebben het al eerder aangestipt: de persoonseigenschappen die geschikt zijn om vooruit te komen in de politiek of het bedrijfsleven, zijn niet de persoonseigenschappen die van visionaire bestuurders worden gevraagd. Visionairen zijn baanbrekend en doorgaans omstreden. Politici en bestuurders willen niet iemand naast zich of boven zich die slimmer is dan zij. Die is namelijk onvoorspelbaar en  lastig te manipuleren. Ook laat zo iemand zich vaak leiden door idealen of rechtvaardigheidsgevoel in plaats van de in bestuurderskringen geprevaleerde voor-wat-hoort wat praktijken waarin bijvoorbeeld Wallage een meester is.

Natuurlijk zal een goed bestuurder zowel visionair als realist en netwerker moeten zijn. Een bestuurder die alleen visionair is zal vermoedelijk kansloze, irreële besluiten  nemen omdat hij zijn tijd te ver vooruit is. Op dit moment moeten we echter vaststellen dat er nauwelijks sprake is van visionair denken bij welke bestuurder dan ook. Enkele voorbeelden. In plaats van doortastend het massale misbruik van antibiotica totaal te stoppen (bijvoorbeeld door bepaalde middelen voor niet-menselijk gebruik totaal te verbieden), wilde de betrokken CDA-minister Verburg het verbruik met een percentage terugbrengen. Mevrouw heeft duidelijk weinig begrepen van microbiologie en vindt de volksgezondheid onderhandelbaar. Het Nederlandse energievraagstuk is van nationaal belang en een lange-termijn probleem. Toch zien we ad-hoc beleid dat de ontwikkeling van olievervangers onmogelijk maakt – hoewel hierbij ook de zeer machtige positie van oliereus Koninklijke Olie/Shell een belangrijke rol speelt.

Open sollicitaties
Het wordt dus tijd voor een totaal andere sollicitatieprocedure. De kleine pool van middelmatig begaafde carrièrejagers en politieke vergadertijgers moet worden uitgebreid tot alle Nederlanders die objectief aan de kwalificaties voldoen. Hier moeten net als voor aanbestedingsprocedures, transparante regels voor komen. Een goede inspiratiebron is bijvoorbeeld het klassiek-Chinese keizerlijke examensysteem waarbij iedereen die slaagde voor het loodzware mandarijnenexamen, een functie als mandarijn (Chinees ambtenaar) kreeg aangeboden. Zelfs de zoon van een eenvoudige boer.  De reden dat het keizerlijke China in staat was een enorm gebied met zeer veel mensen (China is zo groot als geheel Europa) te besturen was mede de hoge kwaliteit van de mensen die de bureaucratie bemanden.  Deze examens zullen moeten worden vergezeld van een systeem om de bestuurlijke competenties vast te stellen.