Een nieuw artikel van de hand van Pieter Stuurman.
—–
Onder invloed van de crisis wordt momenteel het onmogelijke mogelijk. Wanneer ons tien jaar geleden gedicteerd zou zijn: lever je sociale zekerheid in, lever je pensioen in, sta een steeds groter deel van je inkomen af, ga langer werken en krijg daarvoor steeds minder in ruil,dan zouden we collectief NEE geroepen hebben.
Maar nu accepteren we het dat mensen massaal hun werk en dus hun inkomstenbron verliezen, dat hele gezinnen op straat komen, dat ouderen aan hun lot overgelaten worden, en nog veel meer. Omdat geld het enige overgebleven criterium lijkt. Omdat alles daaraan ondergeschikt lijkt, zelfs al hechtten we vroeger grote waarde aan de zorg voor elkaar, aan onbetwiste sociale en maatschappelijke waarden; die waarden verdwijnen als sneeuw voor de zon onder de dictatuur van het geld. En zoals iedereen weet: dictatuur is macht.
Het is de crisis die ons dit allemaal laat accepteren. Die crisis bestaat uit geldgebrek. Geldgebrek laat ons dus zaken accepteren die voorheen onacceptabel waren. En dat is precies de bedoeling van die crisis. De crisis schept het vermogen om mensen dingen te laten doen die ze vanuit zichzelf, zonder crisis, niet zouden willen doen. De crisis is een machtsmiddel. De crisis is daarmee geen crisis maar een machtsgreep. Macht is het vermogen anderen te laten doen wat jij (de machthebber) wil dat ze doen. En dus ook anderen te laten accepteren wat jij wil dat ze accepteren. Financiële crisis is daarvoor een uiterst effectief instrument. En je kunt dat instrument alleen gebruiken als je de controle hebt over het geld.
Het is de machtselite die deze controle heeft. Daarom is die machtselite de machtselite. De machtselite wordt immers – op ieder moment – gevormd door de groep mensen die de controle over de machtsmiddelen heeft. Degenen die dat niet hebben, vallen simpelweg buiten de machtselite.
De controle over het geld geeft de machtselite een belangrijk (het belangrijkste) deel van haar macht. Geld is daarom een machtsmiddel. Mensen doen niet zomaar wat een machthebber wil, die machthebber moet dat afdwingen. En omdat er maar een paar machthebbers zijn (tegenover miljarden niet-machthebbers) hebben ze daar systemen voor nodig: managementtools. Geld als machtsmiddel is de meest succesvolle managementtechniek ooit.
Maar dat systeem, die techniek, die managementtool, werkt alleen als wij geloven dat we hun geld nodig hebben. Als wij geloven dat we ervan afhankelijk zijn. Alleen dan werkt het middel geld als machtsmiddel.
Maar we hebben geen geld nodig. We hebben dingen nodig: onderdak, voedsel, energie, kleding. Dat is wat we nodig hebben. En al die ding maken wij (de niet-machtselite) zelf. Geen enkel lid van de machtselite heeft zelf ooit iets zinvols geproduceerd. Het enige product van de machtselite is onze afhankelijkheid. Het is hun beroep om ons afhankelijk van ze te maken, want anders hebben ze geen macht, en als ze geen macht hebben zijn ze dus geen machtselite meer. Ons afhankelijk maken is het enige dat ze doen. Het is de enige “bijdrage” die ze aan de wereld leveren.
En onze afhankelijkheid bestaat uit niets meer dan ons geloof dat we alleen beschikking kunnen krijgen over de dingen die we nodig hebben, via het door hen aangeboden en gecontroleerde middel: geld. Ons geloof daarin, ons geloof dat dit de enige manier is om toegang te krijgen tot de dingen die wij (de niet-machtselite) zelf maken, geeft ons de overtuiging afhankelijk te zijn van het door hen aangeboden middel. En dat geeft de elite dus haar macht.
Maar wij hebben de machtselite niet nodig, zij hebben ons nodig. Zij kunnen alleen zijn wat ze willen zijn (machtig) door middel van onze medewerking. En daarom is het voor die machtselite noodzakelijk dat wij blijven geloven dat we geld nodig hebben. Alleen dat geloof maakt geld tot het machtsmiddel dat het is.
Om die reden is het voor de machtselite noodzakelijk om dat geloof te beïnvloeden, of liever nog, te bepalen. Dat hebben ze lang geleden beseft en daarom hebben ze de media opgekocht en onder controle gekregen. Via die media kan men ons dingen laten geloven. Dat is de hele functie van die media.
Een van de belangrijkste dingen die de elite (de werkelijke gebruikers van het middel geld; alleen zij hebben er uiteindelijk baat bij) ons wil laten geloven, is dat leven en samenleven allemaal ongelofelijk ingewikkeld is. Dat is niet zo. Het is alleen het door hen aangeboden systeem dat bewust ingewikkeld gemaakt is.
Leven en samenleven is eenvoudig. Maar het is van doorslaggevend belang voor de elite dat wij dat niet inzien. Ze spiegelen ons via de media voor dat het allemaal heel gecompliceerd is en dat zelfs de “experts” het niet begrijpen, elkaar tegenspreken, zodat wij er niet eens aan beginnen om ernaar te kijken.
En dat betekent dat we het maar al te graag overlaten aan de wijze mannen. De wijze mannen en vrouwen die wij “de regering” noemen. Maar regeringen lossen het niet op. Dat maken we (en met ons alle andere burgers van alle andere landen in Europa en elders) momenteel iedere dag mee. Regeringen lossen het niet op – niet hier en niet in andere landen, niet deze regering en niet de volgende.
En dat is volkomen logisch: die regeringen staan in het krijt bij de geldverschaffers. Alle landen hebben schuld aan de geldleveranciers. En wanneer je rood staat bij de bank, al is het maar een beetje, kun je alleen maar een brood kopen bij de gratie en met de medewerking van die bank. Zegt de bank NEE, dan geen brood.
Omdat overheden altijd rood staan (staatsschuld) en omdat die roodstand altijd groeit (begrotingstekort – al zou het maar 3% zijn) kan geen enkele overheid ook maar een enkele euro uitgeven zonder deze eerst te lenen, en daarvoor heeft die overheid de medewerking en de welwillendheid van die financier nodig.
Overheden en regeringen kunnen zich daarom alleen maar handhaven door naar de pijpen van de geldverschaffers tedansen. Want schuld = afhankelijkheid. Daarom is het onmogelijk dat overheden of regeringen de problemen oplossen. Ze kunnen zich immers alleen bewegen binnen de kaders die gesteld zijn door degenen die de problemen bewust veroorzaken.
Zoals de kaarten nu liggen, hebben de geldverschaffers de wereld in hun zak. Tenminste, zolang wij blijven geloven dat we ze, met hun geldsysteem, nodig hebben.
Maar wij maken de dingen die we nodig hebben niet met geld, maar met uren van ons leven. Met arbeid. Het enige dat we willen, is toegang tot de dingen die we maken (producten, diensten). Daarvoor hebben we een ruilsysteem nodig. Het liefst een eerlijk systeem dat gebaseerd is op rechtvaardige afspraken.
In een eerlijk systeem kan er nooit een fundamenteel tekort aan ruilmiddel zijn. Wel op individueel niveau (als je meer verbruikt dan je bijdraagt) maar collectief gezien niet. Het ruilmiddel gaat over van de ene naar de andere hand, maar collectief gezien is het een gesloten systeem. Er kan (in een eerlijk systeem) er alleen een tekort aan ruilmiddel ontstaan, als dat ruilmiddel niet wordt omgezet in diensten of producten. Wanneer het ruilmiddel uit de roulatie gaat omdat het wordt gereserveerd. Gespaard dus. Als het op de bank blijft staan.
Maar dat is momenteel niet het geval: banken zijn juist “ondergekapitaliseerd” en daarom moeten wij ze “redden” door ze ons geld te geven, zegt men. Teveel op banken vastgezet spaargeld is dus niet de reden van het huidige gebrek aan ruilmiddel.
Er moet dus een andere reden voor het tekort zijn. En die reden is, en kan alleen zijn: omdat de geldverstrekkers, degenen die controle hebben over hoeveelheid geld die ter beschikking staat, dat zo willen.
En ze willen dat omdat ze daarmee onze afhankelijkheid, en daarmee hun macht, vergroten. En meer macht is het logische doel van ieder machtsmiddel, dus ook van het machtsmiddel geld. Maar dat lukt ze alleen als wij daarin meegaan. En wij gaan daarin alleen mee als we denken dat we geen keuze hebben.
Jarenlang hebben ze ons de “voordelen” van het door hun beschikbaar gestelde middel laten ervaren. Natuurlijk, ze konden zoveel geld maken als ze wilden en ons zoveel voordelen gunnen als het ze uitkwam. En de steeds groeiende welvaart heeft ons het aangeboden systeem doen omarmen en dat was precies de bedoeling. Net zolang tot we niet meer anders konden. Tot we afhankelijk waren van het door hun aangeboden systeem, de door hun aangeboden technologie geld. En nu ze de voordelen wegnemen, blijft alleen de afhankelijkheid over. De dictatuur van het geld is wat er overblijft.
Vaak wordt mij gevraagd: ‘Maar hoe dan? Wat moeten we anders doen? Wat is de oplossing?’
Maar die vraag is prematuur. Ondanks alle leuke initiatieven (LETS, alternatief geld etc.) zal er geen verandering plaatsvinden als er niet voldaan is aan de voorwaarden die voor iedere verandering gelden.
Om tot verandering te komen zijn er altijd 3 stappen nodig:
1- Besef van de bestaande situatie. Om tot verandering te komen is het noodzakelijk dat we inzien dat de huidige situatie niet in orde is, en waarom niet. Dat we inzien hoe de situatie waarlijk is en dat die situatie waarlijk niet in orde is.
2- Daaruit ontstaat de wil om de situatie te veranderen. Als aan stap 1 voldaan is, is het onmogelijk om niet iets anders te willen.
3- Dat geeft een onstuitbaar motief om iets te gaan doen om die situatie te verbeteren of aan de bestaande situatie een einde te maken.
Zolang de meeste mensen de werkelijke aard van de huidige situatie nog niet zien, zal er nooit voldoende draagkracht zijn voor verandering. Dan blijven we steken bij stap 1.
Zolang mensen zich nog niet afvragen: ‘Is het wel een goed idee om ons volledig afhankelijk te laten zijn van een middel dat in handen is van een paar mensen? Is het wel nodig dat we naar de pijpen dansen van de verstrekkers van dat middel? Waarom hebben wij dat middel nodig om toegang te krijgen tot alle dingen die we nodig hebben en die we zelf maken?’ Is de aard van het middel (wat het werkelijk IS) wel rechtvaardig?’, zolang mensen zich dat niet afvragen, zal er niets veranderen en dan blijft het onmogelijk om ons te onttrekken aan de dictatuur van het geld en dus aan de totale horigheid aan de verstrekkers ervan.
Wij hebben hun geldsysteem niet nodig om te kunnen doen wat we willen: het ruilbaar maken van onze arbeid en elkaar zo het leven mogelijk maken. Wij zijn best in staat om daar onderling eerlijke en rechtvaardige afspraken over te maken, hoe die er dan ook precies mogen uitzien.
WIJ hebben hun geldsysteem niet nodig om te doen wat WIJ willen: samen leven. ZIJ hebben het geldsysteem nodig om te kunnen doen wat ZIJ willen: machthebber zijn.
Wijzelf zijn de enigen die ons aan deze onderwerping kunnen onttrekken want wij zijn de enigen die deze dictatuur in stand houden. Het is uitsluitend onze onwetendheid en ons geloof (geloof, waar dan ook in, kan alleen bestaan in onwetendheid) die deze dictatuur in staat stelt een dictatuur te zijn. De dictators zullen uit zichzelf hun positie niet opgeven. Wijzelf hebben de zeggenschap over onszelf, weggegeven aan de dictators. Wijzelf zijn dan ook de enigen die het kunnen terugnemen. Op ieder moment.
Zodra we inzien dat we gefopt zijn, dat het om een wisseltruc ging, dat we hebben zitten slapen toen de dictators er met onze arbeid, onze sociale en maatschappelijke waarden en ons welzijn vandoor gingen door ons een lokaas voor te houden; zodra we inzien dat we zo dom geweest zijn om erin te bijten; zodra we dat inzien, dan begrijpen we dat de schulden waarop die afhankelijkheid gebaseerd is, uit nepschulden bestaan, uit systematische oplichting; zodra we dat begrijpen, dan is er geen andere mogelijkheid meer dan te besluiten dat we die schuld (en daarmee de afhankelijkheid) niet meer erkennen. En dan is het afgelopen met de dictatuur.
Aanverwante artikelen en informatie:
-) Weblog Pieter Stuurman
-) Eerdere artikelen van Pieter Stuurman op visionair
-) Ons Geld Beweging – voor de hervorming van ons economische systeem
-) Hoe eerlijk is ons huidige economische systeem?
-) Bewustzijn over het bankensysteem groeit wereldwijd
-) Hoe 147 bedrijven 40% van de wereldwijde rijkdom onder controle hebben
-) De 300 rijkste mensen bezitten meer dan de 3 miljard armste mensen
-) Wie vormen het private internationale bankenkartel