elite

President Robert Mugabe, één van de vele klassieke voorbeelden van een bevrijder die later onderdrukker werd.

De netwerkmaatschappij: zo schaffen we de elite af

Hoe schaffen we de elite af? Het antwoord: de netwerkmaatschappij. De steeds grotere verschillen tussen de elite en de rest van de bevolking heeft een hoofdoorzaak. Namelijk: de concentratie van macht en invloed bij een steeds kleinere groep.

Spinnen en webben

In een netwerkmaatschappij (waar onze maatschappij steeds meer op begin te lijken), zijn er meerdere bronnen van macht en meerdere rollen. Een netwerkmaatschappij wordt gekenmerkt door webben van verbindingen. Wie in het centrum van een web zit, heeft veel macht. De  rijkste mensen op dit moment zijn de mensen die enkele van deze webben controleren, zoals sociale mediasites (Facebook), zoekmachines (Google), bankiers (Goldman Sachs). Een groot deel van alle communicatie verloopt via deze sleutelfiguren, de spinnen in het web. Dat verleent hun die macht, en door arbitrage (‘bemiddeling’) kunnen ze de bijbehorende geldstromen aftappen. Hiermee vormen zij de hedendaagse elite. Wat de 1%, waar in alternatieve media vaak over gesproken wordt, hun buitengewone macht geeft is voornamelijk dit netwerkeffect. Zie ze als moderne tolwachters, die een punt beheersen waar iedereen langs moet.

Waarom pogingen in het verleden faalden

President Robert Mugabe, één van de vele klassieke voorbeelden van een bevrijder die later onderdrukker werd.
Netwerkmaatschappij. President Robert Mugabe, één van de vele klassieke voorbeelden van een bevrijder die later onderdrukker werd. De reden: het systeem veranderde niet. Bron: Daily Nation, Kenia

In het verleden zijn er veel revoluties geweest met als doel de elite ten val te brengen. Een bekend voorbeeld is de Franse Revolutie, waarvan de leiders de toenmalige elite, de Franse aristocratie, op bloederige wijze executeerden. Niet lang daarna ontstond een nieuwe elite, in dit geval de Franse bureaucratie.
De reden is dat een revolutie waarbij de elite wordt vervangen, weinig zin heeft. De bestaande structuren vereisen een leiding – en dus een elite. Terwijl het bloed van de vorige elite nog van de guillotine druipt, vormt de nieuwe elite zich al.

Duidelijk is dat een systeem, waarbij alle macht wordt geconcentreerd in de handen van een kleine groep, onvermijdelijk tot elitevorming leidt. Democraten kozen afgevaardigden, communisten vormden de voorhoede van het proletariaat, de mamelukken (in opstand gekomen slaven) vormden zelf een elite, etcetera. Vervangen van de ene groep door de andere heeft weinig zin. In veel gevallen betekent het zelfs een verslechtering, omdat de nieuwe elite onervaren is en zijn zakken nog niet heeft gevuld. Alleen als het systeem zelf wordt veranderd, verdwijnt de elite.

De netwerkmaatschappij zou wél kunnen werken

Alleen een systeem waarbij er geen knooppunten meer zijn, kan zonder een elite functioneren. Tot nu toe was dat lastig. Zonder centraal aanspreekpunt is bijvoorbeeld een haven of een elektriciteitsnetwerk niet te runnen. Nu zijn er meerdere technologieën ontwikkeld, waarmee een totaal decentraal systeem voor het eerst in de geschiedenis daadwerkelijk technisch mogelijk wordt. De belangrijkste hiervan is blockchain. Blockchain vereist geen centrale server. Een op blockchain draaiend sociaal netwerk, of burgerlijke stand, heeft geen beheerder. Alle deelnemers vormen het beheer.  Als iedereen overstapt op blockchain-gebaseerde open-source alternatieven voor banken, sociale netwerken en de burgerlijke stand, is de elite die deze machtsbronnen beheerst haar macht kwijt. Nog meer stappen richting onafhankelijkheid kunnen gezet worden door ook dingen als voedsel, onderdak en kleding in eigen beheer – of lokaal- te vervaardigen. Ook hier zijn nu effectieve technieken voor. Denk aan zonnepanelen, batterijen en 3D-printers.

Dit artikel is een vervolg op: 
Hoe kan de elite de democratie afschaffen?

De Brexit bewijst dat de bevolking de elite stevig in e wielen kan rijden. Hoe zal de elite de kans op herhaling zo klein mogelijk maken?

Hoe kan de elite de democratie afschaffen?

De volksmassa’s roeren zich. Keer op keer laten ze merken dat ze weinig boodschap hebben aan de genuanceerde, economisch verantwoorde plannen van de elite. Deze pakken over het algemeen namelijk slecht uit voor de massa. Hoe kan de elite het zogeheten populisme terugdringen?

Populisme is democratie
In een eerder artikel stelde Visionair reeds vast dat “populisme” in feite het eenentwintigste-eeuwse woord is voor democratie. Een befaamde spreuk onder negentiende-eeuwse militairen in Duitsland was: “tegen democraten helpen slechts soldaten”. Dat ging een tijdje goed, totdat in de laat-negentiende eeuw controle over de factor arbeid, m.a.w. de bevolking, essentieel werd voor industriële vooruitgang. Eén staking omdat je personeel de pest aan je heeft, en je kon niets beginnen met je dure stoomlocomotief of mechanisch weefgetouw. Het ene autocratische regime na het andere kwam ten val. Alleen elites die de bevolking ervan konden overtuigen dat ze hen vertegenwoordigden, zoals gekozen politici en communisten, overleefden deze periode.

Wat is nu anders dan eind negentiende eeuw?
Op dit moment stijgt structureel de werkloosheid. Dit weerspiegelt een belangrijke ontwikkeling: laag- en vooral middelbaar geschoolden (en overigens ook de nodige hooggeschoolden, zoals radiologen) zijn steeds minder nodig in het arbeidsproces. Hun functies worden overgenomen door robots en software. Tegelijkertijd hoopt zich steeds meer waarde op in de infrastructuur, intellectueel eigendom (patentoorlogen) en serverparken zoals Google en Facebook.

Voordelig voor de globale elite
Voor de globale elite die deze infrastructuur, intellectueel eigendom en serverparken beheert, is het van belang dat zij niet gehinderd worden door nationale grenzen en zo min mogelijk belasting hoeven te betalen. Ook willen ze veel immigranten, want deze zorgen voor een grotere markt en hogere onroerend-goed prijzen. Zo kunnen ze optimaal profiteren van het kapitaal dat ze beheersen. Ze willen dat hun patenten wereldwijd gelden en zo lang mogelijk in stand blijven. Dat geldt ook voor het auteursrecht: dat is nu verlengd tot zeventig jaar na de dood van de auteur.

Nadelig voor kansarmen
Voor de kansarmen is dit daarentegen slecht nieuws. Hoe minder belasting de elite betaalt, hoe meer zij moeten betalen en hoe minder sociale voorzieningen er komen. Immigranten pakken hun schaarser wordende banen af. De negentig procent immigranten die geen werk hebben, doen een enorm beroep op de sociale zekerheid, waardoor er minder overblijft voor de eigen bevolking.  Hoge onroerend-goed prijzen betekent dat de kosten voor woonruimte en bedrijfsruimte voor kleine bedrijven de pan uitrijzen. De uitdijende, verstikkende deken van patenten, vooral softwarepatenten, drukken kleine ondernemers zonder terugpest-patenten uit de markt. Ze maken dat kleine uitvinders en ondernemers geen voet aan de grond krijgen en vooral in de VS het aantal nieuwe softwarebedrijven zeer klein is geworden.

De Brexit bewijst dat de bevolking de elite stevig in e wielen kan rijden. Hoe zal de elite de kans op herhaling zo klein mogelijk maken?
De Brexit bewijst dat de bevolking de elite stevig in e wielen kan rijden. Hoe zal de elite de kans op herhaling zo klein mogelijk maken?

Nobodies: best wel lastig
De volksmassa heeft vier wapens om de elite te dwingen naar haar te luisteren. Drie van deze wapens zijn bekend uit de geschiedenis. Ten eerste: stemmen op “populistische” partijen of voor “populistische” standpunten tijdens referenda. Ten tweede: staken. Ten derde: in opstand komen.

Voor twee van deze drie wapens heeft de elite een geschikt antwoord. Staken kan worden tegengegaan door kritische bedrijfsactiviteiten in een dictatoriaal buitenland, bijvoorbeeld China, onder te brengen, of daarmee te dreigen. Oproepen tot een opstand, bijvoorbeeld het platleggen van het Binnenhof of Paleis der Natie, is weliswaar effectief, maar strafbaar, “opruiing”, en kan vaak onder de vergaande terroristenwetgeving worden gebracht. Er zijn de laatste jaren interessante uitvindingen gedaan, uiteraard in het kader van terrorismebestrijding, om af te rekenen met een oproerige bevolking. Blijven over: de verkiezingen. Deze vormen in theorie een effectieve manier om de elite te controleren en de wil van de meerderheid van de bevolking tot uitvoer te brengen.

De elite heeft twee effectieve methodes om dit tegen te gaan. Ten eerste, door steeds meer macht en invloed van gekozen organen naar niet-gekozen entiteiten, zoals de Europese Unie en internationale verdragen over te hevelen. Zo krijgt de gekozen regering steeds minder te zeggen. Ten tweede door het volk te voorzien van gemanipuleerde informatie en gekozen vertegenwoordigers in te kapselen of om te kopen. Dit lukte de laatste jaren uitstekend. Toch is deze methode niet fool-proof. Het volk is soeverein en kan, in theorie, deze internationale verdragen opzeggen en het lidmaatschap van de EU opzeggen als het een parlementaire meerderheid kiest van integere politici. Ik geef toe, een vrij onwaarschijnlijk scenario, maar zoals de meerderheid voor de Brexit uitwijst, kunnen dit soort dingen gebeuren. Al werd de Brexit mogelijk gemaakt door de steun van een deel van de Britse elite.

Democratie afschaffen
De elite bestaat uit zakenmensen. Zakenmensen houden niet van risico. Zeker na de Brexit is de behoefte bij de elite groot aan een structurele oplossing om de onvoorspelbare, oproerige bevolking aan te pakken. Het fundamentele probleem van de elite is dat in theorie de bevolking de macht heeft om ze alles af te pakken. Uiteraard kan de internationale elite uitwijken naar een ander land, maar ook elders kan dit voorbeeld gevolgd worden. Kortom: de elite moet werken aan een oplossing om deze onvoorspelbaarheid te elimineren. Het beste is om democratie geleidelijk af te schaffen. Mensen die hiertegen in opstand komen, kunnen onder de antiterrorismewetgeving opgepakt worden, zoals nu bijvoorbeeld in Turkije en Rusland gebeurt. Denk niet dat bijvoorbeeld Nederland en België  immuun zijn voor dit scenario. Al eerder is het voorgekomen, dat een democratie geleidelijk is veranderd in een dictatuur. Dit kan alleen worden voorkomen, als wordt gekozen voor de vierde manier van verzet tegen de elite. Hierop zal ik in een vervolgartikel in gaan.

Een studie aan Harvard kost studenten een rib uit hun lijf, maar dan kunnen ze met de juiste familie wel bij Skull and Bones.

Elite-universiteiten: zin of onzin?

Geregeld duikt het idee weer op: de universiteiten in Nederland onderverdelen in elite-universiteiten en de rest. Dit omdat steeds meer hoge opleidingen alleen een bron van veel schulden betekenen voor studenten. Wat is het werkelijke probleem, en is de elite-universiteit het antwoord op dit probleem?

Het probleem: studenten die voor werkloosheid worden opgeleid
Studeren is duur. Meer- en hoogbegaafde jongeren worden voor enkele jaren bezig gehouden door hoogopgeleide en hoogbetaalde onderwijskrachten. Dit in dure onderwijslocaties. Ook kunnen de jongeren niet werken in die jaren, maar moeten ergens van leven. Dat kost ook geld. Geld, dat in het verleden de samenleving betaalde, maar dat nu de jongeren zelf in de toekomst (of hun ouders, nu) moeten betalen.
Helaas worden de tienduizenden euro’s die studeren kost, steeds minder makkelijk terugverdiend.  Naarmate er meer hoogopgeleiden komen, wordt de spoeling voor ze dunner. Gelukkig zijn studieleningen renteloos, maar iemand die geen goedbetaalde baan vindt na zijn of haar studie, begint haar werkzame leven met een grote schuld. Kinderen krijgen, of een huis kopen, komen zo buiten bereik van jongeren. Kortom: om met de Argentijnse importbruid van de hoogstbetaalde uitkeringstrekker van Nederland te spreken: een beetje dom.

Hoe gaan elite-universiteiten dit oplossen?
Elite-universiteiten claimen het beste onderwijs te geven, gegeven door de beste (en vooral: hoogstbetaalde) docenten. Kortom: een universiteit op steroïden. Uiteraard kost dat zogeheten elite-onderwijs veel meer dan ‘normaal’ universiteitsonderwijs. Een jaartje Harvard, bijvoorbeeld, kost een student tussen de 64.000 en 69.000 dollar. Ter vergelijking: een jaartje op de gemiddeld aangeschreven Amerikaanse staatsuniversiteit University of Kansas kost een student 5.000 dollar collegegeld, en 20.000 dollar in totaal. Daar staat tegenover dat een Harvard-diploma de student vrijwel zeker een goedbetaalde baan bij de Amerikaanse elite oplevert.

Een studie aan Harvard kost studenten een rib uit hun lijf, maar dan kunnen ze met de juiste familie wel bij Skull and Bones.
Een studie aan Harvard kost studenten een rib uit hun lijf, maar dan kunnen ze met de juiste familie wel bij Skull and Bones.

Elite-universiteiten vergroten niet het aantal banen voor hoogopgeleiden (met uitzondering wellicht van innovatieve technische elite-universiteiten zoals Stanford en MIT, die nieuwe banen-opleverende techniek uitvinden). Opmerkelijk genoeg kennen juist deze een goed beurzensysteem. Er is dus sprake van verdringing, namelijk van niet-elitair opgeleide hoogopgeleiden. Hun baan gaat naar de elitestudent: als je als werkgever de keus hebt tussen iemand van een onbeduidende plattelandsuniversiteit of een graduate van Yale voor dezelfde poet, nou, dan weet je het natuurlijk wel. De werkloze ‘normale’ hoogopgeleiden gaan weer solliciteren op banen waar anders mensen van de middenklasse of zelfs lagere klasse voor in aanmerking zouden komen. Kortom: elite-universiteiten verergeren het probleem juist. De hogere kosten voor elite-onderwijs betekent hogere leningen. Dit terwijl de gemiddelde salarissen van alle hoogopgeleiden door het elite-onderwijs niet stijgen.

Waarom werkt meer onderwijs niet meer?
Peter Thiel, een van de productiefste individuen ter wereld, stelde al terecht dat op dit moment sprake is van ‘peak education’. Meer onderwijs gaat domweg niet werken. Het centrale probleem is niet gebrek aan onderwijs, het probleem is gebrek aan return on investment (ROI) op onderwijs. Dit heeft weer twee oorzaken. De eerste is dat loonkosten – lees: inkomsten voor werknemers – steeds minder belangrijk worden voor werkgevers. Zo is de loonsom in Nederland gedaald, terwijl de salarissen gestegen zijn. De loontaart wordt dus steeds kleiner. Wat ook te maken heeft met het feit, dat de meeste belasting wordt geheven op loon. Het is daarom slimmer om een dure robot neer te zetten dan een werknemer. De tweede is dat er een grote mismatch is tussen de kennis van pas-afgestudeerden en de behoeften van de arbeidsmarkt. Uit deze probleemanalyse blijkt ook dat er twee goede oplossingen zijn voor het onderwijsprobleem. Hierover informatie in het vervolgartikel.

Het hoofdkantoor van de zakenbank Goldman Sachs in New York. deze bank is de spin in het web van veel financiële plunderoperaties. Bronm: Wikimedia Commons

Hoe maken we de elite overbodig?

Topmannen en een enkele topvrouw maken lange werkdagen, terwijl ze met een gewichtige uitdrukking in businessclass over de wereldzeeën suizen. Ze klagen veelvuldig over hun zware leven en hoe slecht gewone stervelingen ze begrijpen. Hoe kunnen we het lijden voor deze stakkers verlichten?

Waarom is er een elite zoals wij die kennen?
Een elite bestaat uit leiders, mensen die leiding geven over een grote groep andere mensen. Leiders bestaan alleen, omdat andere mensen ervoor kiezen ze te gehoorzamen. Een succesvolle leider maakt zichzelf onmisbaar, of geeft andere mensen het idee dat hij onmisbaar is. Onmisbaar wordt je, als niemand om je heen kan bijvoorbeeld omdat je centrale processen stuurt. Dat is het geval met hiërarchische organisaties.

Het hoofdkantoor van de zakenbank Goldman Sachs in New York. deze bank is de spin in het web van veel financiële plunderoperaties. Bronm: Wikimedia Commons
Het hoofdkantoor van de zakenbank Goldman Sachs in New York. deze bank is de spin in het web van veel financiële plunderoperaties. Bron: Wikimedia Commons

De elite bestaat dus, omdat er een aantal hiërarchische organisaties bestaan. Hierbij kan je denken aan multinationals, maar ook aan overheden en internationale organisaties als de VN of de Europese Unie.
De elite heeft een enorme economische macht, omdat een groot deel van onze geldstroom via hiërarchische organisaties loopt. Denk bijvoorbeeld aan energielasten, of onze hypotheek, die meestal vroeg of laat op het bordje van een bank of energiemaatschappij belandt. Maar ook iets kopen bij een groot IT bedrijf als Microsoft, of boodschappen doen bij een supermarktgigant betekent het spekken van de elite.

Hoe breken we hiërarchieën af?
We beschikken allen over twee vormen van stemrecht. Niet alleen kunnen we stemmen voor gemeentes, provincies, de Tweede Kamer en het Europees parlement, we kunnen ook beslissen, hoe we ons geld besteden. Deze vrijheid is in de praktijk erg beperkt: zo betalen we verplicht bijna de helft van ons inkomen aan sociale premies, en nog eens 6-21% BTW over wat we kopen. Wel kunnen we door een kopersstaking de elite enigszins droogleggen. Het geld blijft dan bij de rest van de bevolking, zodat het blijft circuleren in plaats van op wordt gepot door de elite.

Droogleggen van de elite
Hierbij kunnen we de volgende technieken hanteren:
– Kopen bij een zo klein mogelijk bedrijf. Een markthandelaar of zelfstandige slager in plaats van een supermarkt bijvoorbeeld.
– Geef zo min mogelijk uit aan vaste lasten.
– Vermijd banken en de financiële sector zoveel je kunt. Kies voor een bank als Triodos of ASN. De Rabobank, ooit een bank van het gewone volk, is helaas nu in de greep gekomen van de elite, zeg daar je rekening dus zo snel mogelijk op.
– Koop kleine merken of merkloze producten.
– Koop direct van de boer of van de kleine fabrikant zelf.
– Wek zelf je energie op. Probeer, als het even kan, geheel off-grid te leven.
– Koop geen muziek van grote muziekmaatschappijen en top-40 artiesten, maar van artiesten zelf of van kleine onafhankelijke platenlabels.
– Stem op kleine partijen, zoals de Partij voor de Dieren of de kleine christelijke partijen.
– Maak de elite overbodig, door zelf problemen op te lossen in plaats van de hulp van elitaire organisaties in te roepen.
– Help mee, patenten van de elite waardeloos te maken door prior art aan te tonen.
– Kies voor open source alternatieven in plaats van elitaire producten.
– Laat je kind geen modeziekte aanpraten, zodat ze je een dure therapeut aan kunnen smeren.
– Ontwikkel technieken, die dure producten en diensten van de elite overbodig maken.

Laat jullie ideeën hieronder horen.

Veel D66-kopstukken belanden na hun politieke loopbaan op een lucratieve positie bij een zbo. Hierdoor is deze zogenoemde hervormingspartij net als VVD,CDA en PvdA in de praktijk een baantjesmachine.

Hoe verrijkt de elite zich?

Ruwweg bestaat het economische landschap uit werkenden die produceren en een elite, die een groot deel van het surplus dat de werkenden produceren, afroomt. De economische problemen in Nederland zijn voor een groot deel te verklaren, omdat de elite teveel geld van de werkenden afroomt en dit oppot of naar het buitenland doorsluist.

Wat is de elite?
Elite is een term waarmee het ‘beste’ deel uit een populatie wordt aangeduid. Deze populatie kan uit mensen of dingen bestaan. In dit artikel gaan we uit van de sociologische definitie: de groep die anders dan door werken het surplus afroomt en de lakens uitdeelt. Uitkeringsgerechtigden vallen niet onder deze groep, weliswaar ontvangen zij geld zonder daarvoor te werken, maar zij hebben geen beslissingsmogelijkheid.

Veel D66-kopstukken belanden na hun politieke loopbaan op een lucratieve positie bij een zbo. Hierdoor is deze zogenoemde hervormingspartij net als VVD,CDA en PvdA in de praktijk een baantjesmachine.
Veel D66-kopstukken belanden na hun politieke loopbaan op een lucratieve positie bij een zbo. Hierdoor is deze zogenoemde hervormingspartij net als VVD,CDA en PvdA in de praktijk een baantjesmachine.

Tegenwoordig werkt de economie ingewikkelder dan deze onderverdeling. Zo wordt een groot deel van het arbeidssurplus afgeroomd door kleine particuliere beleggers, doorgaans ook werkenden, en institutionele beleggers zoals pensioenfondsen (waarvan de beleggingsopbrengsten ook weer bij gepensioneerde werkenden terecht komen). Elitairen werken doorgaans, en krijgen hier exorbitante salarissen voor uitbetaald. Een betere maatstaf is dus: een elitair is iemand die (veel) meer uitbetaald krijgt dan de concrete toegevoegde waarde die hij (of soms een zij) levert.

Hoe melkt de elite surplussen van de rest van de bevolking?
Werknemers leveren arbeid. Hiervoor in ruil ontvangen zij een salaris. Leveranciers van kennis en kapitaal ontvangen de winst die overblijft. In de praktijk profiteren vooral ‘middle men’ zoals topmanagers en leden van de raad van commissarissen. Zij ontvangen zeer hoge salarissen zonder financieel risico te lopen. Ook topbestuurders van institutionele beleggers verrijken zich graag. Dit zijn dus klassieke voorbeelden van elitairen. De hele financiële sector kan verder worden gezien als één efficiënte melkmachine om productieve bedrijven uit te melken. Bijna de helft van alle winsten in het bedrijfsleven wordt gemaakt in de financiële sector, omdat deze de rest van het bedrijfsleven uitmelkt en afroomt.

Zelfverrijking voor experts
Een andere geliefde melkmachine voor elitairen zijn de verplichte winkelneringen. De overheid is een klassiek voorbeeld en daarom een geliefd doelwit voor elitehaters. Voor een zelfverrijker is de overheid echter weinig interessant, immers, deze staat onder direct toezicht van politici die graag willen scoren bij de kiezers door een ‘graaier’ aan te pakken. ‘Slechts’ een enkele ambtenaar verdient daarom nu meer dan een minister.

Zelfstandige bestuursorganen: de ideale melkmachine
Juist de “op afstand geplaatste” zogenaamde zelfstandige bestuursorganen, zoals het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, onderwijsinstellingen, brancheorganisaties, organisaties die kwaliteitskeurmerken verstrekken en ziekenhuizen, vormen daarom een geliefde plek voor zelfverrijkers.  Zij, of hun vriendjes in de commissie van toezicht, kunnen dan veilig het salaris flink opschroeven. Het lucratiefste zijn baantjes bij instellingen die in de luwte opereren, bijvoorbeeld brancheorganisaties, want daar kan het topsalaris het veiligste worden verhoogd zonder dat het publiek het op tijd doorkrijgt. Ook vormt dit een uitstekend domein om vriendjes aan banen met een “marktconform”  salaris te helpen. Wat weer een mooi excuus is de jaarlijke bijdrage flink op te schroeven.

Ook geliefd zijn baantjes bij bedrijven met een de facto monopoliepositie of waarvan de aandelen in handen zijn van zelfstandige bestuursorganen, zoals een zorgverzekeraar. In een volgend artikel methoden om deze vorm van afpersing te stoppen.

In de Nederlandse elite heersen de nodige spanningen, nu er steeds minder geld is te verdelen.

Scheuren binnen de Nederlandse elite

In de jaren 80 en 90 verdween de polarisatie in de Nederlandse politiek. Met de opkomst van Pim Fortuyn keerde de felheid in de politiek weer volop terug. Wat zijn anno 2013 de belangrijkste meningsverschillen binnen de elite en tussen de elite en de rest van de bevolking?

De 200 van Mertens
De Nederlandse elite was van oudsher klein. Al sinds de Gouden Eeuw en de Pruikentijd worden de echt belangrijke ambten in Nederland verdeeld onder enkele honderden regenten. Als het economisch minder ging, ontstonden er hevige conflicten. Zo kennen we uit geschiedenisboekjes het conflict tussen de prinsgezinden en de republikeinen, het conflict tussen katholieken en protestanten en het conflict tussen arbeiders en elite. De vaderlandse geschiedenis staat bol van dit soort episodes. Ook nu het in Nederland slechter gaat, en er minder leuke baantjes te verdelen zijn, zijn er de nodige conflicten binnen de elite. Immers ook nu bestaan de spreekwoordelijke 200 van Mertens nog steeds. Een beperkt aantal topposities dus, die onder veel aspiranten verdeeld moeten worden. We zullen de belangrijkste conflicten hier noemen.

In de Nederlandse elite heersen de nodige spanningen, nu er steeds minder geld is te verdelen.
In de Nederlandse elite heersen de nodige spanningen. Er is steeds minder geld te verdelen.

Conflict tussen confessionelen en niet-confessionelen
Twee groepen die elkaar echt niet goed liggen worden vertegenwoordigd door de zogeheten middenpartijen CDA en D66. Het CDA, een verenigde partij van katholieken en protestanten, vertegenwoordigt het traditionele middenveld, met andere woorden bestuurders in organisaties die banden hebben met de vroegere christelijke zuilen. Functies worden voornamelijk op basis van connecties verdeeld.

De partij D66 diende als vehikel om een nieuwe plaats te veroveren voor mensen van de babyboomgeneratie, die beter opgeleid was dan hun voorgangers. Nu D66 een stevige vinger in de pap heeft wat betreft burgemeestersbenoemingen, merk je dat de roep om een gekozen burgemeester bij D66 heeft plaatsgemaakt voor een roep om de bestrijding voor “populisme” (dat wil zeggen: directe democratie en de zaken bij de naam noemen) en de roep voor meer onderwijs, een belangrijke werkgever voor D66-partijleden. Waarmee we op het volgende conflict komen.

Conflict tussen populisten en fatsoenlijke mensen
Nederland is verdeeld in twee kampen wat betreft de persoon Wilders en zijn partij PVV, die ruwweg samenvallen met de voorstanders en de tegenstanders van wijlen Pim Fortuyn. Je bent hartstochtelijk voorstander ofwel fel tegenstander. Een middenweg is er klaarblijkelijk niet en de emoties lopen hoog op.

De populisten, waarvan de standpunten, blijkt uit peilingen, door veel meer mensen worden gedeeld dan alleen het PVV-electoraat, vinden de fatsoenlijke mensen naïeve en/of zakkenvullende landverraders. De fatsoenlijke mensen vinden populisten onbeschaafd, minderwaardig PVV-vee. Hierbij wijzen ze graag op het harde, vrij grove taalgebruik van Wilders.

Fatsoenlijke mensen zijn over het algemeen hoogopgeleid in een alfa- of gammastudie, beschikken over een uitgebreid netwerk in elitaire kringen en profiteren volop van hun maatschappelijke positie, bijvoorbeeld als manager in een ziekenhuis, zelfstandig bestuursorgaan of onderwijsinstelling. Populisten zijn vaak opgeleid in de bètawetenschappen, technische of lagere uniformberoepen, zijn vaak zelfstandig ondernemer of werken in het “harde” bedrijfsleven. Vandaar dat populisten graag in de door hun aartsvijanden gecontroleerde kunst- en cultuursector snijden en om vergelijkbare redenen vraagtekens stellen bij investeringen in onderwijs die verder gaan dan bijbrengen van praktisch toepasbare lesstof.

Conflict tussen staatsdienaren en commerciëlen
Er zijn in Nederland twee wegen om aan het toppositie te komen. Het bedrijfsleven of de overheid. Dit trekt ook een verschillend type mensen aan. Op zekerheid gestelde mensen zullen het via de overheid of het bankwezen proberen, de meer risicozoekenden kiezen innovatieve bedrijfstakken. Promotie maken bij de overheid vereist een hoge opleiding of goede connecties in de politiek. Promotie maken in het bedrijfsleven vereist eveneens grote netwerkvaardigheden, maar men wordt meer op prestaties afgerekend. De elite in het zakenleven wil loonmatiging voor werknemers, veel immigratie en lage belastingen. De elite bij de overheid wil hogere belastingen, meer maakbare samenleving en meer regelgeving om daarmee meer lucratieve posities binnen de overheid en zelfstandige bestuursorganen zoals ziekenhuizen te kunnen creëren. Deze vallen ruwweg samen met de partijen PvdA (overheid) en VVD (middenkader groter bedrijfsleven). Dit verklaart ook waarom oud-VVD politici veel te vinden zijn als commissaris of manager bij banken. Oud-PvdA’ers zijn weer meer te vinden in de welzijnssector, bij de zorg en het onderwijs.

Zich ontwikkelende spanningsgebieden
Het voornaamste spanningsveld in Nederland bevindt zich niet zozeer binnen de elite onderling, maar tussen de elite en bevolking. De elite hoeft zich weinig zorgen te maken, zolang de bevolking geen effectieve leiding kent. Wat dat betreft is de een-lid partij PVV, waar slechts enkele tientallen mensen bij betrokken zijn, voor de elite een geschenk uit de hemel. De PVV heeft echt gevaarlijke partijen, zoals de neonazistische NVU, leeg getrokken. De SP is gevaarlijker. Deze partij kent een geolied kader, maar gelukkig voor de elite een niet al te slimme leider. Ook de SP zit nog vast in het oude denken. De SP wil het bestaande systeem handhaven met wat meer herverdeling.

De gevaarlijkste ontwikkeling voor de elite is het ontstaan van een parallelle samenleving, een staat in de staat. Steeds meer mensen keren zich af van de tegenwoordige maatschappij, omdat de oplossingen steeds minder blijkt te werken voor het gewone volk. Als de bevolking bijvoorbeeld zou kiezen voor zelfvoorziening, handelen in een eigen lokale valuta, dingen besluiten via online referenda en zelf alle dingen zal regelen waar gewoonlijk de overheid voor nodig is, dan zal de macht van de elite snel afnemen. Dit is minder science fiction dan het klinkt. De technologie is er al en er zijn slimme, toegewijde mensen aan het werk om deze technologie steeds krachtiger en gebruiksvriendelijker te maken. Over een paar jaar zal het veel gemakkelijker zijn dan nu om off grid te leven, via een open sociaal netwerk stemmingen te houden, te betalen met Bitcoin of een papieren valuta en met een 3D printer te produceren wat nodig is. Deze technieken zullen dan mainstream worden. Het grootste gevaar voor de elite is dus dat zij overbodig wordt.

In het structureel-demografische model van Turchin valt grote ongelijkheid samen met massale armoede en sociale onrust. Bron: Cliodynamics.org

Wiskundige: grote kans op burgeroorlog na 2020

Vergeet huizenbubbel en kredietcrisis, stelt de Amerikaanse historicus en, uitzonderlijk, wiskundige Peter Turchin. De werkelijke reden voor de toenemende conflicten, zoals de shutdown in de Verenigde Staten, is het stadium in de seculiere cyclus waarin we ons bevinden. Wat zijn de gevolgen, en kunnen we nog iets doen aan het voorkomen van deze crisis?

In het structureel-demografische model van Turchin valt grote ongelijkheid samen met massale armoede en sociale onrust. Bron: Cliodynamics.org
In het structureel-demografische model van Turchin valt grote ongelijkheid samen met massale armoede en sociale onrust. Bron: Cliodynamics.org

Wiskunde in de geschiedenis
Historici zijn, is algemeen bekend, over het algemeen niet erg goed in wiskunde en rekenen
. Vermoedelijk, en met de onmogelijkheid voor gewone stervelingen om historische live experimenten uit te voeren, is dit de reden waarom historici kwalitatieve modellen ontwikkelen van historische processen. Nadeel hiervan is dat een kwalitatief model, bijvoorbeeld: het Romeinse Rijk stortte in als gevolg van de verspreiding van het christendom, lastig empirisch getoetst kunnen worden. Je kan  immers niet met een tijdmachine terugreizen en voorkomen dat het christendom ontstaat, nog afgezien van tijdreisparadoxen. Dit is ook de reden waarom vakartikelen van historici meer weg hebben van een verhaal dan van een bèta-wetenschappelijk artikel.

Successen door exacte wetenschappen
Toch proberen steeds meer onderzoekers die zich met dit vakgebied bezighouden kwantitatief toetsbare theorieën te ontwikkelen – en zo te toetsen. Archeologen leveren ook steeds meer vitale informatie. De analyse van DNA in Illyrische botresten, bijvoorbeeld, wees uit dat dit mysterieuze volk dat aan de Adriatische kust leefde, nauw verwant is met de hedendaagse Albanezen. Dit stuurt in één klap verschillende historische theorieën over het lot van de Illyriërs, of de herkomst van de Albanezen, naar de schroothoop. (Raadselachtig genoeg bleek DNA in botresten van de Thraciërs, een volk dat in Bulgarije leefde, het meest verwant te zijn met dat van hedendaagse Italianen. Daar was nog geen historicus opgekomen). Wiskundige Peter Turchin denkt dat ook andere historische vraagstukken met natuurwetenschappelijke methoden kunnen worden opgelost, onder meer de belangrijke vraag wat de oorzaak is van het instorten van grote rijken of beschavingen.

De seculiere cyclus
Een historische theorie waar Turchin aanhanger van is, is de demografisch-structurele hypothese. Volgens deze theorie verklaren verschuivingen in de demografie en de opbouw van een populatie in grote lijnen de lotgevallen van die populatie. Rijken, zoals het Romeinse Rijk, Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten van Noord-Amerika,  zijn onderhevig aan zogeheten seculiere cycli die vele eeuwen in beslag nemen. Deze cycli bestaan uit een consolidatiefase en een desintegratiefase. Het Romeinse rijk kende bijvoorbeeld drie van dergelijke cycli: de koninkrijksfase, de republieksfase en de keizerrijkfase. Tussen deze cycli lag een eeuw van oorlogen en sociale onrust. Het Amerikaanse rijk, dat het Noord-Amerikaanse continent beheerst en alleen door zwakke staten wordt omringd, is stabieler dan het Romeinse Rijk. Toch werd ook de Verenigde Staten geteisterd door perioden van burgeroorlogen en sociale onrust. Deze, ontdekte Turchin, vielen samen met een belangrijk proces: overproductie van de elite.

Wat is overproductie van de elite?
In iedere maatschappij bestaat er een toplaag, de elite, en de ‘common man’. Het is arbitrair om een grens te trekken tussen deze groepen; er bestaat in de meeste landen niet een rigide kastensysteem zoals de adel in Europa of de vier kasten in India. In de vereenvoudigde weergave van Turchin zijn er werkenden en elite. De werkenden zijn boeren, arbeiders en andere uitvoerenden. De elite  consumeert het surplus dat overblijft nadat de arbeiders zijn betaald. Anno 2013 zijn dat bijvoorbeeld aandeelhouders, managers, hoge ambtenaren en politici.

De seculiere cyclus wordt aangedreven door demografische veranderingen en verschillen in de welvaartsverdeling. In de consolidatiefase (opbouwfase) is er veel ruimte om te groeien, dus veel werk. Dit betekent dat de lonen gaan stijgen en dat de inkomensverschillen tussen de elite en het ‘gemene volk’ kleiner worden. Het gevolg is dat het grootste deel van de bevolking tevreden tot zeer tevreden is en dat liefhebbers van oorlog weinig kansen hebben. Deze periode trad in Amerika op tussen 1920 en 1970. De rijkste Amerikaan in 1920, oliebaron John D. Rockefeller, was met een vermogen van 1 miljard toenmalige dollars in verhouding veel rijker dan de rijkste Amerikaan in 1970, Walmart-tycoon Sam Walton (2 miljard 1970-dollars terwijl het inkomen van de modale Amerikaan in die halve eeuw was verachtvoudigd). Na 1970 veranderde dit. De babyboomers solliciteerden massaal, wat tot snel stijgende werkloosheid leidde. Ook explodeerde de immigratie uit Latijns Amerika. De grenzen aan de groei werden zichtbaar. Als gevolg hiervan daalden de lonen, waardoor er meer overbleef voor de elite. Deze groeide dan ook explosief; de ongelijkheid nam sterk toe. Tegelijkertijd groeide de onvrede onder de bevolking. Dit heeft weinig effect, zolang de elite de gelederen gesloten houdt. Dit gaat echter veranderen, als ook de elite in de problemen komt. Op dit moment zien we bijvoorbeeld in Nederland dat er steeds minder topposities voor de elite beschikbaar zijn. De werkloosheid onder typische elite-beroepen zoals manager of consultant stijgt sterk. Er zijn meer kandidaten voor de elite dan er plaatsen zijn om ze op te nemen. Dit proces noemt Turchin “overproductie van de elite”, en dat is gewoonlijk bijzonder slecht nieuws, tenzij je in de wapenhandel zit.

Veel grotere kans op burgeroorlog
Opstanden, die niet de steun genieten van delen van de elite, hebben weinig kans van slagen. De elite sluit de rijen en kan door haar spilfunctie genoeg hulpbronnen mobiliseren, de MSM pers, het leger of een paramilitaire organisatie als de ME bijvoorbeeld, om de opstand neer te slaan. Dit verandert als er binnen de elite scheuren ontstaan. De oorzaak voor de Amerikaanse Burgeroorlog was bijvoorbeeld volgens Turchin, dat de belangen van de zuidelijke slavenhouders (grondstoffen zoals katoen exporteren naar Europa en daar industriële producten kopen) anders lagen dan die van de noordelijke industriëlen, die juist de Amerikaanse markt wilden afsluiten voor import, zodat zij hogere winsten konden maken. Dit splitste de Amerikaanse elite, waardoor de bloedige Amerikaanse Burgeroorlog kon uitbreken. Na de overwinning van de noordelijke industriëlen werd de immigratiesluis wijd opengezet om de noordelijke elite te voorzien van goedkope arbeiders. Pas toen rond 1920 de immigratie aan banden werd gelegd en de lonen structureel werden verhoogd, eindigde de onrust.

Flower power om een eliteplaats te veroveren
Ook de studentenprotesten overal ter wereld in 1968 waren terug te voeren op babyboomer-hoogopgeleiden, aspirant-elitairen dus, waarvoor geen uitzicht op werk was. Om deze machtige groep te appeasen werden de oudere generaties met dure vut-regelingen weggewerkt en explodeerde de sociale sector. Handig, zo’n gasbel. Anno 2013 zijn er minder middelen voor dergelijke genereuze oplossingen, ook omdat het geduld van de westerse belastingbetalers met de elite tot het dieptepunt is gedaald. Een belangrijk kenmerk van het einde van een seculiere cyclus is volgens Turchin een schuldencrisis. Inderdaad zien we de overheidsschuld nu snel oplopen, waardoor belangengroepen niet meer afgekocht kunnen worden. Er zijn inderdaad al enkele breuklijnen binnen de westerse elites zichtbaar, die als we niet kiezen voor verstandig beleid, de kiemen kunnen vormen voor enkele uiterst donkere decennia. Hier zal ik in een volgend artikel op ingaan.

Bronnen
1. Peter Turchin, Arise ‘cliodynamics’, Nature (2008), volledige versie  te lezen op sott.net
2. Peter Turchin, Social Tipping Points and Trend Reversals: A Historical Approach, cliodynamics.ne(2011)

 

Management strategiën van de elite over het volk

Dit bericht is in overleg met Pieter Stuurman overgenomen en hier geplaats. Het origineel is op het blog van Pieter Stuurman te vinden: pieterstuurman.blogspot.nl

Technologie

Beestachtig rijkJe kunt allerlei verdelingen maken binnen de mensheid. De meeste zijn onzinnig en zijn gebaseerd op illusies. Maar de enige werkelijke verdeling is waarschijnlijk die tussen de elite en rest van de mensheid. Vele eeuwen geleden heeft deze elite zich afgesplitst van de rest van de mensheid en vormt sindsdien (in toenemende mate) een subcultuur, of liever een supracultuur met een geheel eigen denkwijze en geheel eigen overtuigingen die van generatie op generatie doorgegeven worden. Een supracultuur waarbinnen men uitsluitend onderling verkeert en die gebaseerd is op de overtuiging van superioriteit ten opzichte van de rest van de mensheid. De mensheid die als hun bezit beschouwd wordt.
Een verdeling dus die al sinds mensenheugenis bestaat, en die, zoals het er nu uitziet, voorlopig niet zal ophouden te bestaan. Het is waarschijnlijk de enige verdeling die niet gebaseerd is op illusie, maar die in alle tijden, op alle plaatsen en door alle onderdrukten aan den lijve ondervonden werd en wordt.Het is een verdeling die gebaseerd is op een elementair verschil in belang. Twee verschillende belangen die haaks op elkaar staan en onverenigbaar zijn.Het belang van de mensheid is niets anders dan te kunnen leven, en te voorzien in haar behoeften. En het belang van de elite is niets anders dan de rest van de mensheid zoveel mogelijk te exploiteren. Voor haar eigen belang en rijkdom. Om de mensheid zo volledig mogelijk uit te zuigen, zonder ook maar enig mededogen voor die mensheid. Of het nou leidt tot verschrikkingen als oorlog, armoede, verhongering en andere vormen van ellende, of tot massale sterfte: de geschiedenis leert dat het de elite letterlijk niets uitmaakt.Het gaat maar om één ding: opbrengst.In alle tijden heeft de elite altijd een maximalisatie van die opbrengst nagestreefd en in de loop der eeuwen is men daar steeds beter in geworden. Voortschrijdend inzicht, overgedragen van vader op zoon, kun je het noemen. Omdat het maximeren van de opbrengst haaks staat op het belang van de bevolking, heeft men altijd systemen nodig gehad om die bevolking te managen. Uit zichzelf zal de bevolking namelijk de vruchten van haar arbeid niet komen aanbieden aan de minieme minderheid waaruit die elite bestaat.

In de loop der tijd heeft men een groot aantal managementtechnieken uitgeprobeerd. Allemaal hadden ze hetzelfde doel:hoe kunnen we zo efficiënt mogelijk gebruik maken van de arbeid van de bevolking, en hoe kunnen we ervoor zorgen dat die arbeid ten goede komt aan ons, in plaats van aan de bevolking zelf? En, niet te vergeten: hoe voorkomen we dat de bevolking, die in aantallen veel groter en dus sterker is dan wij, in opstand komt?

slaveryDie elite heeft verschillende managementtechnieken uitgeprobeerd. Proefjes gedaan, zeg maar. Vergelijk het met de vroegere melkboer die een trekhond had om zijn melkkar voort te trekken. Die melkboer werd geconfronteerd met de vraag: hoe kan ik die hond zo efficiënt mogelijk laten lopen, zonder dat hij mij bijt? Hij kon er de zweep overheen halen, maar dat kostte hemzelf energie, en bovendien werd de hond vals, of op een moment zodanig murw geslagen dat hij niet meer liep. Vervolgens kwam de melkboer op het idee om de hond een worst voor te houden. Aan een hengel vanaf de kar. En hup, de hond ging lopen. Maar na een tijdje kreeg het beest in de gaten dat hij nooit bij de worst zou komen, en stopte met lopen. Pas toen de melkboer de hond af en toe een stukje worst gaf, bleef de hond lopen. De melkboer moest nu de meest efficiënte verhouding zien te vinden tussen beloning en prestatie. Hoe vaker hij een stukje worst gaf, hoe gemotiveerder de hond, hoe harder hij liep. Maar teveel worst verzadigde de hond, en dan hield hij op met lopen totdat hij weer trek kreeg. Weinig worst was natuurlijk voordeliger, maar hield ook in dat het uitgemergelde beest minder hard liep. En het uitproberen van verschillenden managementtechnieken leidde tot voortschrijdend inzicht, en dat inzicht leidde tot een optimale balans tussen de investering in worst, en de opbrengst van de hond. In alle gevallen echter, bleef de hond de slaaf van de melkboer.

Precies op deze manier heeft de elite steeds verfijndere managementtechnieken op de bevolking losgelaten. En dit alles met hetzelfde doel: een optimale opbrengst, en het beheersbaar houden van onvrede onder de bevolking. Oftewel: rijkdom en macht (controle). Eerst in de vorm van ouderwetse slavernij. De zweep dus. Deze techniek is een langdurig succesnummer gebleken, totdat het voortschrijdend inzicht leidde tot een meer efficiënte techniek.Zoals aan ieder managementsysteem, kleefde er aan ouderwetse slavernij een nadeel: de slaven waren eigendom, moesten dus gekocht worden, en daarom ook onderhouden worden. Anders gingen ze dood en verloor de slavenbezitter zijn investering. Bovendien werkten slaven niet erg efficiënt. Ze werden uitsluitend gedreven door de angst voor de zweep. Toen men dit nadeel begon in te zien, kwam men tot een meer efficiënt systeem: laat de slaven ‘vrij’ en laat ze voor zichzelf zorgen.Om in hun levensonderhoud te voorzien waren de voormalige slaven verplicht om te gaan werken voor hun vroegere slavendrijvers. Elders was geen werk en viel er dus niks te verdienen. En van het geld dat ze verdienden, moesten ze nu hun eigen huisjes bouwen en hun eigen voedsel kopen. De voormalige slavendrijver merkte dat de voormalige slaven nu vanzelf harder gingen werken als hij ze minder betaalde. Ze moesten wel. En de oude slavendrijver was nu minder geld kwijt aan loon, dan hij vroeger kwijt was aan voedsel en onderdak voor zijn slaven. Bovendien was de opbrengst per slaaf nu veel groter dan voorheen, omdat de werknemers nu net zo hard werkten als nodig was om in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Hoe minder hij ze betaalde, hoe harder ze moesten werken. Voortschrijdend inzicht. Managementtechniek.1357954717_corporate wage slaveDeze managementtechniek leidde tot de machtsverhouding werkgever/werknemer en dat resulteerde in de industriële revolutie. Die industriële revolutie leidde tot enorme armoede, honger en andere misstanden onder de bevolking. En tot gigantische rijkdom van de elite. Maar omdat de voormalige slaven iets meer vrijheid hadden dan ze hadden toen ze nog letterlijk slaaf waren, leidde dit tot opstanden en stakingen. Ze hadden dan weliswaar iets meer bewegingsvrijheid dan vroeger, maar ze wisten zelf verdomd goed dat ze niet vrij waren. Ze waren voor hun bestaan volledig overgeleverd aan de elite. Deze onvrede leidde tot risico’s en bovendien kostte het de elite veel energie en investeringen om het volk in bedwang te houden.Dus probeerde men iets nieuws. Net zoals de melkboer met zijn hond, kwam de elite tot een inzicht: als we gewenst gedrag belonen met een groter deel van de worst, dan zal het volk zich zo gedragen als wij willen. En als we het volk laten geloven dat ze de vrijheid hebben om zichzelf te kunnen opwerken, en als we daarvoor extra beloning in het vooruitzicht stellen, dan gaat dat volk vanzelf harder werken. En hoewel het een investering vraagt, zal het uiteindelijk leiden tot een grotere opbrengst. Bovendien kunnen we het verkopen als een humanitaire omwenteling, en daarmee ons imago (want dat was nogal negatief) oppoetsen, en dat leidt weer tot minder problemen. Maar deze nieuwe managementtechniek was wel relatief duur. Om het volk rustig en gemotiveerd te houden, moest een relatief groot gedeelte van de winst geïnvesteerd worden in de bevolking. In de vorm van beloning.

Maar het enige criterium was en bleef het optimaliseren van de opbrengst van de arbeid van het volk. Opbrengst die uiteindelijk ten goede moest komen aan de elite. Net als bij een boer die merkt dat zijn vee meer opbrengt als hij het meer ruimte laat. En dat hij een hogere prijs krijgt voor sociaal acceptabel vlees. Maar het gaat uiteindelijk om de opbrengst. In honderd jaar tijd waren de geketende slaven van weleer, geworden tot ‘scharrelslaven’. Er was een balans gevonden tussen investering en opbrengst.

Maar de elite zou de elite niet zijn als ze hiermee genoegen nam. Ook nu was er sprake van voortschrijdend inzicht. Men kwam tot het inzicht dat mensen altijd zullen streven naar het voldoen aan hun behoeften. Daar is niets aan te doen. Die behoeften zijn niet weg te nemen of te beheersen. Dat inzicht leidde tot een nieuwe managementtechniek. En deze keer was de managementtechniek gebaseerd op technologie.

debtSlavery2Men had al geleerd dat de behoeften van mensen weliswaar niet te veranderen zijn, maar dat het plaatsen van een managementtechniek tussen de mensen en hun behoeften zeer efficiënt werkte. Men had dat geleerd door ervaring met de meest efficiënte managementtechniek aller tijden: geld.Voorheen waren kleine gemeenschappen volledig zelfvoorzienend. Binnen de gemeenschap werd alles geproduceerd dat nodig was. Via ruilen kon vrijwel iedereen aan zijn behoeften voldoen. Door het plaatsen van de technologie geld tussen de mensen en hun behoeften, kreeg de elite veel meer controle over het volk. De behoeften waren weliswaar niet te beheersen, maar de tussenstap geld was wel beheersbaar. En daarmee was het volk prima te sturen.Daarnaast werd binnen de traditionele gemeenschap ook voorzien in niet-materiële behoeften. De behoefte aan menselijk contact en communicatie bijvoorbeeld. Aan familiebanden en banden met vrienden. En door dat directe menselijk contact werd ook voorzien in de behoefte aan informatie en kennis.Gesterkt door haar ervaring met het managementgereedschap geld, besloot de elite dat het zinvol was om op zoveel mogelijk gebieden een technologische tussenstap te plaatsen tussen de mensen en hun behoeften. Een technologische tussenstap die door de elite beheerst zou worden en daarmee een gereedschap zou vormen om de bevolking te sturen, zonder al die dure investeringen in beloning en (relatieve) vrijheid voor het volk. Volk dat als eigendom van de elite beschouwd werd en wordt.Het ontwikkelen van deze technologieën zou men overlaten aan het bedrijfsleven. En daarvoor was kapitaal nodig. Het kwam daarom goed uit dat de elite de volledige beheersing had over de kapitaalmarkt. Zo kon men beslissen over welke nieuwe technologie gefinancierd zou worden en welke niet, en daarmee over welke technologie ontwikkeld zou worden en welke niet. En uiteraard werden uitsluitend die technologieën gefinancierd die zouden leiden tot meer controle over de bevolking.Natuurlijk zouden die nieuwe technologieën omarmd (en betaald) moeten worden door de bevolking. Het volk zou van elke nieuwe technologie het ‘voordeel’ moeten ervaren. En dat was niet moeilijk omdat het steeds ging om technologie die het voldoen aan menselijke behoeften gemakkelijker toegankelijk maakte. Maar het volk had niet in de gaten dat diezelfde technologieën beheerst werden door de elite en dat het volk daarmee de toegang tot het voldoen aan hun behoeften uit handen gaf aan die elite. En dat dit de werkelijke reden was van het beschikbaar komen van die technologieën.

Eén van die technologieën waarin geïnvesteerd werd was de telefoon. Toen de radio, de bioscoop, de televisie, de auto, voedseldistributie via gemotoriseerd verkeer, het internet etc.

debt-slaveryHet was voor mensen niet langer noodzakelijk om in gemeenschappen bij elkaar te wonen om aan hun behoefte aan voedsel, contact en communicatie te voldoen. Of om zelfvoorzienend te zijn. En de maatschappij werd daarnaar ingericht. Wonen en werken werden uit elkaar gehaald: de technologie auto werd er tussen geplaatst.  Sociale contacten en informatievoorziening verliepen steeds meer op afstand: de technologie elektronische communicatie werd ertussen geplaatst. Gebieden en landen werden economische monoculturen: de technologie distributie werd er tussen geplaatst. Enzovoort.

En om in de dagelijkse behoeften te voorzien werd het volk afhankelijk van die technologieën. Distributie en vervoer, televisie, telefoon en internet werden noodzakelijk. Tussen de mensen en vrijwel iedere menselijke behoefte was nu een door de elite beheerste technologie geplaatst.

En nu het plan klaar is, en de hele maatschappij ernaar ingericht is, kan men via de gecontroleerde technologieën de menselijke behoeften gaan rantsoeneren en daarmee gedrag afdwingen. En op die manier kan men de bevolking volledig op afstand besturen.

Door het beheersen van de verkeersstromen kan men vervoer rantsoeneren. Door het beheersen van distributie kan men voedselvoorziening rantsoeneren. Door het beheersen van de mediakanalen kan men informatie rantsoeneren. Door het beheersen van telecommunicatie kan men onderling contact rantsoeneren, of, als dat uitkomt, onmogelijk maken. Door het beheersen van de internetinfrastructuur kan men kennis censureren. Zodra het de elite uitkomt. Zodra de tijd rijp is.

De hele samenleving is gebaseerd op elektronische communicatie en andere technologie. En omdat het volk daarvan afhankelijk geworden is en in fysieke verdeeldheid leeft, kan met één druk op de knop het risico op verbondenheid en opstanden geminimaliseerd worden, en kan met één druk op de knop de toegang tot de basisbehoeften (individueel of collectief) gedirigeerd, geminimaliseerd of uitgesloten worden.

Maar daartoe zal pas besloten worden als het technologisch managementsysteem compleet is. En daaraan wordt gewerkt. Pas wanneer de elektronische dictatuur volledig waterdicht is, kan de knop om. Als iedere slaaf voortdurend en volledig geautomatiseerd kan worden gevolgd, en als ieders gedrag volledig in kaart gebracht is, als de technologische gevangenis geheel voltooid is, kan al die technologie, die door het volk in de loop der tijd omarmd is en waar het niet meer zonder kan, gebruikt worden waarvoor het is bedoeld: totale, risicoloze controle. En pas dan zullen de investeringen worden terugverdiend.

Want dan is er geen enkele noodzaak meer om het volk te laten meedelen in de worst en komt alles ten goede aan de elite. Precies zoals altijd de bedoeling was.

De dictatuur van het geld

Een nieuw artikel van de hand van Pieter Stuurman.

—–

european_central_bankOnder invloed van de crisis wordt momenteel het onmogelijke mogelijk. Wanneer ons tien jaar geleden gedicteerd zou zijn: lever je sociale zekerheid in, lever je pensioen in, sta een steeds groter deel van je inkomen af, ga langer werken en krijg daarvoor steeds minder in ruil,dan zouden we collectief NEE geroepen hebben.

Maar nu accepteren we het dat mensen massaal hun werk en dus hun inkomstenbron verliezen, dat hele gezinnen op straat komen, dat ouderen aan hun lot overgelaten worden, en nog veel meer. Omdat geld het enige overgebleven criterium lijkt. Omdat alles daaraan ondergeschikt lijkt, zelfs al hechtten we vroeger grote waarde aan de zorg voor elkaar, aan onbetwiste sociale en maatschappelijke waarden; die waarden verdwijnen als sneeuw voor de zon onder de dictatuur van het geld. En zoals iedereen weet: dictatuur is macht.

Het is de crisis die ons dit allemaal laat accepteren. Die crisis bestaat uit geldgebrek. Geldgebrek laat ons dus zaken accepteren die voorheen onacceptabel waren. En dat is precies de bedoeling van die crisis. De crisis schept het vermogen om mensen dingen te laten doen die ze vanuit zichzelf, zonder crisis, niet zouden willen doen. De crisis is een machtsmiddel. De crisis is daarmee geen crisis maar een machtsgreep.the_puppet_master_by_mini_zilla-d325mdn Macht is het vermogen anderen te laten doen wat jij (de machthebber) wil dat ze doen. En dus ook anderen te laten accepteren wat jij wil dat ze accepteren. Financiële crisis is daarvoor een uiterst effectief instrument. En je kunt dat instrument alleen gebruiken als je de controle hebt over het geld.

Het is de machtselite die deze controle heeft. Daarom is die machtselite de machtselite. De machtselite wordt immers – op ieder moment – gevormd door de groep mensen die de controle over de machtsmiddelen heeft. Degenen die dat niet hebben, vallen simpelweg buiten de machtselite.

De controle over het geld geeft de machtselite een belangrijk (het belangrijkste) deel van haar macht. Geld is daarom een machtsmiddel. Mensen doen niet zomaar wat een machthebber wil, die machthebber moet dat afdwingen. En omdat er maar een paar machthebbers zijn (tegenover miljarden niet-machthebbers) hebben ze daar systemen voor nodig: managementtools. Geld als machtsmiddel is de meest succesvolle managementtechniek ooit.

Maar dat systeem, die techniek, die managementtool, werkt alleen als wij geloven dat we hun geld nodig hebben. Als wij geloven dat we ervan afhankelijk zijn. Alleen dan werkt het middel geld als machtsmiddel.

Maar we hebben geen geld nodig. We hebben dingen nodig: onderdak, voedsel, energie, kleding. Dat is wat we nodig hebben. En al die ding maken wij (de niet-machtselite) zelf. Geen enkel lid van de machtselite heeft zelf ooit iets zinvols geproduceerd. Het enige product van de machtselite is onze afhankelijkheid. Het is hun beroep om ons afhankelijk van ze te maken, want anders hebben ze geen macht, en als ze geen macht hebben zijn ze dus geen machtselite meer. Ons afhankelijk maken is het enige dat ze doen. Het is de enige “bijdrage” die ze aan de wereld leveren.

En onze afhankelijkheid bestaat uit niets meer dan ons geloof dat we alleen beschikking kunnen krijgen over de dingen die we nodig hebben, via het door hen aangeboden en gecontroleerde middel: geld. Ons geloof daarin, ons geloof dat dit de enige manier is om toegang te krijgen tot de dingen die wij (de niet-machtselite) zelf maken, geeft ons de overtuiging afhankelijk te zijn van het door hen aangeboden middel. En dat geeft de elite dus haar macht.

Maar wij hebben de machtselite niet nodig, zij hebben ons nodig. Zij kunnen alleen zijn wat ze willen zijn (machtig) door middel van onze medewerking. En daarom is het voor die machtselite noodzakelijk dat wij blijven geloven dat we geld nodig hebben. Alleen dat geloof maakt geld tot het machtsmiddel dat het is.

Om die reden is het voor de machtselite noodzakelijk om dat geloof te beïnvloeden, of liever nog, te bepalen. Dat hebben ze lang geleden beseft en daarom hebben ze de media opgekocht en onder controle gekregen. Via die media kan men ons dingen laten geloven. Dat is de hele functie van die media.

Een van de belangrijkste dingen die de elite (de werkelijke gebruikers van het middel geld; alleen zij hebben er uiteindelijk baat bij) ons wil laten geloven, is dat leven en samenleven allemaal ongelofelijk ingewikkeld is. Dat is niet zo. Het is alleen het door hen aangeboden systeem dat bewust ingewikkeld gemaakt is.

Leven en samenleven is eenvoudig. Maar het is van doorslaggevend belang voor de elite dat wij dat niet inzien. Ze spiegelen ons via de media voor dat het allemaal heel gecompliceerd is en dat zelfs de “experts” het niet begrijpen, elkaar tegenspreken, zodat wij er niet eens aan beginnen om ernaar te kijken.

En dat betekent dat we het maar al te graag overlaten aan de wijze mannen. De wijze mannen en vrouwen die wij “de regering” noemen. Maar regeringen lossen het niet op. Dat maken we (en met ons alle andere burgers van alle andere landen in Europa en elders) momenteel iedere dag mee. Regeringen lossen het niet op – niet hier en niet in andere landen, niet deze regering en niet de volgende.

En dat is volkomen logisch: die regeringen staan in het krijt bij de geldverschaffers. Alle landen hebben schuld aan de geldleveranciers. En wanneer je rood staat bij de bank, al is het maar een beetje, kun je alleen maar een brood kopen bij de gratie en met de medewerking van die bank. Zegt de bank NEE, dan geen brood.

Omdat overheden altijd rood staan (staatsschuld) en omdat die roodstand altijd groeit (begrotingstekort – al zou het maar 3% zijn) kan geen enkele overheid ook maar een enkele euro uitgeven zonder deze eerst te lenen, en daarvoor heeft die overheid de medewerking en de welwillendheid van die financier nodig.

Overheden en regeringen kunnen zich daarom alleen maar handhaven door naar de pijpen van de geldverschaffers tedansen. Want schuld = afhankelijkheid. Daarom is het onmogelijk dat overheden of regeringen de problemen oplossen. Ze kunnen zich immers alleen bewegen binnen de kaders die gesteld zijn door degenen die de problemen bewust veroorzaken.

Zoals de kaarten nu liggen, hebben de geldverschaffers de wereld in hun zak. Tenminste, zolang wij blijven geloven dat we ze, met hun geldsysteem, nodig hebben.

Maar wij maken de dingen die we nodig hebben niet met geld, maar met uren van ons leven. Met arbeid. Het enige dat we willen, is toegang tot de dingen die we maken (producten, diensten). Daarvoor hebben we een ruilsysteem nodig. Het liefst een eerlijk systeem dat gebaseerd is op rechtvaardige afspraken.

In een eerlijk systeem kan er nooit een fundamenteel tekort aan ruilmiddel zijn. Wel op individueel niveau (als je meer verbruikt dan je bijdraagt) maar collectief gezien niet. Het ruilmiddel gaat over van de ene naar de andere hand, maar collectief gezien is het een gesloten systeem. Er kan (in een eerlijk systeem) er alleen een tekort aan ruilmiddel ontstaan, als dat ruilmiddel niet wordt omgezet in diensten of producten. Wanneer het ruilmiddel uit de roulatie gaat omdat het wordt gereserveerd. Gespaard dus. Als het op de bank blijft staan.

Maar dat is momenteel niet het geval: banken zijn juist “ondergekapitaliseerd” en daarom moeten wij ze “redden” door ze ons geld te geven, zegt men. Teveel op banken vastgezet spaargeld is dus niet de reden van het huidige gebrek aan ruilmiddel.

bankersEr moet dus een andere reden voor het tekort zijn. En die reden is, en kan alleen zijn: omdat de geldverstrekkers, degenen die controle hebben over hoeveelheid geld die ter beschikking staat, dat zo willen.

En ze willen dat omdat ze daarmee onze afhankelijkheid, en daarmee hun macht, vergroten. En meer macht is het logische doel van ieder machtsmiddel, dus ook van het machtsmiddel geld. Maar dat lukt ze alleen als wij daarin meegaan. En wij gaan daarin alleen mee als we denken dat we geen keuze hebben.

Jarenlang hebben ze ons de “voordelen” van het door hun beschikbaar gestelde middel laten ervaren. Natuurlijk, ze konden zoveel geld maken als ze wilden en ons zoveel voordelen gunnen als het ze uitkwam. En de steeds groeiende welvaart heeft ons het aangeboden systeem doen omarmen en dat was precies de bedoeling. Net zolang tot we niet meer anders konden. Tot we afhankelijk waren van het door hun aangeboden systeem, de door hun aangeboden technologie geld. En nu ze de voordelen wegnemen, blijft alleen de afhankelijkheid over. De dictatuur van het geld is wat er overblijft.

Vaak wordt mij gevraagd: ‘Maar hoe dan? Wat moeten we anders doen? Wat is de oplossing?’

Maar die vraag is prematuur. Ondanks alle leuke initiatieven (LETS, alternatief geld etc.) zal er geen verandering plaatsvinden als er niet voldaan is aan de voorwaarden die voor iedere verandering gelden.

Om tot verandering te komen zijn er altijd 3 stappen nodig:

1- Besef van de bestaande situatie. Om tot verandering te komen is het noodzakelijk dat we inzien dat de huidige situatie niet in orde is, en waarom niet. Dat we inzien hoe de situatie waarlijk is en dat die situatie waarlijk niet in orde is.

2- Daaruit ontstaat de wil om de situatie te veranderen. Als aan stap 1 voldaan is, is het onmogelijk om niet iets anders te willen.

3- Dat geeft een onstuitbaar motief om iets te gaan doen om die situatie te verbeteren of aan de bestaande situatie een einde te maken.

Zolang de meeste mensen de werkelijke aard van de huidige situatie nog niet zien, zal er nooit voldoende draagkracht zijn voor verandering. Dan blijven we steken bij stap 1.

3t84vaZolang mensen zich nog niet afvragen: ‘Is het wel een goed idee om ons volledig afhankelijk te laten zijn van een middel dat in handen is van een paar mensen? Is het wel nodig dat we naar de pijpen dansen van de verstrekkers van dat middel? Waarom hebben wij dat middel nodig om toegang te krijgen tot alle dingen die we nodig hebben en die we zelf maken?’ Is de aard van het middel (wat het werkelijk IS) wel rechtvaardig?’, zolang mensen zich dat niet afvragen, zal er niets veranderen en dan blijft het onmogelijk om ons te onttrekken aan de dictatuur van het geld en dus aan de totale horigheid aan de verstrekkers ervan.

Wij hebben hun geldsysteem niet nodig om te kunnen doen wat we willen: het ruilbaar maken van onze arbeid en elkaar zo het leven mogelijk maken. Wij zijn best in staat om daar onderling eerlijke en rechtvaardige afspraken over te maken, hoe die er dan ook precies mogen uitzien.

WIJ hebben hun geldsysteem niet nodig om te doen wat WIJ willen: samen leven. ZIJ hebben het geldsysteem nodig om te kunnen doen wat ZIJ willen: machthebber zijn.

Wijzelf zijn de enigen die ons aan deze onderwerping kunnen onttrekken want wij zijn de enigen die deze dictatuur in stand houden. Het is uitsluitend onze onwetendheid en ons geloof (geloof, waar dan ook in, kan alleen bestaan in onwetendheid) die deze dictatuur in staat stelt een dictatuur te zijn. De dictators zullen uit zichzelf hun positie niet opgeven. Wijzelf hebben de zeggenschap over onszelf, weggegeven aan de dictators. Wijzelf zijn dan ook de enigen die het kunnen terugnemen. Op ieder moment.

Zodra we inzien dat we gefopt zijn, dat het om een wisseltruc ging, dat we hebben zitten slapen toen de dictators er met onze arbeid, onze sociale en maatschappelijke waarden en ons welzijn vandoor gingen door ons een lokaas voor te houden; zodra we inzien dat we zo dom geweest zijn om erin te bijten; zodra we dat inzien, dan begrijpen we dat de schulden waarop die afhankelijkheid gebaseerd is, uit nepschulden bestaan, uit systematische oplichting; zodra we dat begrijpen, dan is er geen andere mogelijkheid meer dan te besluiten dat we die schuld (en daarmee de afhankelijkheid) niet meer erkennen. En dan is het afgelopen met de dictatuur.

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Weblog Pieter Stuurman
-) Eerdere artikelen van Pieter Stuurman op visionair
-) Ons Geld Beweging – voor de hervorming van ons economische systeem
-) Hoe eerlijk is ons huidige economische systeem?
-) Bewustzijn over het bankensysteem groeit wereldwijd
-) Hoe 147 bedrijven 40% van de wereldwijde rijkdom onder controle hebben
-) De 300 rijkste mensen bezitten meer dan de 3 miljard armste mensen
-) Wie vormen het private internationale bankenkartel

Welvaartsongelijkheid in de VS

Infographics over de verdeling van de rijkdom in de VS, met de nadruk zowel de ongelijkheid en het verschil tussen onze perceptie van ongelijkheid en de werkelijke aantallen. De realiteit is vaak niet wat we denken dat het is.