maatschappij

Steve Jobs loste de problemen van de middenklasse zo doeltreffend op dat hij multimiljonair werd.

Herverdeling bevordert innovatie

Er zijn verschillende redenen waarom herverdeling ervoor zorgt dat meer uitvindingen worden gedaan. Het is niet voor niets dat egalitaire landen zoals Zweden bovenaan staan in innovatie-indexen. Hoe komt het dat herverdeling dit stimulerende effect heeft?

Wat is innovatie precies?
Innovatie is het bedenken van nieuwe dingen. Volgens de definitie van Van Dale: in·no·va·tie (de; v; meervoud: innovaties) 1. invoering van een nieuwigheid.
Meestal, al hebben sommige mensen dat niet door, wordt ermee bedoeld: nuttige nieuwe dingen. Een innovatie kan een nieuw apparaat zijn, maar bijvoorbeeld ook een slimmere manier om de administratie te organiseren. Duizenden jaren van innovaties, van de landbouw tot zonne-energie, hebben ertoe geleid dat wij nu veel gezonder en rijker zijn dan onze verre voorouders. Innovaties zijn dus uiterst belangrijk, om niet te zeggen van levensbelang voor ons.

Steve Jobs loste de problemen van de middenklasse zo doeltreffend op dat hij multimiljonair werd.
Steve Jobs loste de problemen van de middenklasse zo doeltreffend op dat hij multimiljonair werd.

Wat heb je nodig voor innovatie?
Aan de basis van innovatie ligt creativiteit. Creativiteit komt in feite neer op variatie op een thema. Iemand die innoveert, neemt afstand van de bestaande situatie, bekijkt deze en denkt na over hoe het slimmer zou kunnen. Hoe meer iemand weet en hoe meer iemand kan proberen, hoe meer mogelijkheden er voor creativiteit zijn. Een creatief iemand ziet veel meer “draaiknoppen” dan een weinig creatief iemand, waar mogelijkheden voor verbetering zijn. Wij mensen zijn heel sterk in patroonherkenning. Daarom is een zekere mate van psychische diversiteit nodig. Hoe groter het reservoir van patronen waar wij uit kunnen putten, hoe groter de kans dat wij een passend patroon kunnen vinden. Verder moet er een duidelijk probleem zijn. De kans dat een groep mensen bijvoorbeeld een boot uitvindt, is een stuk groter in Nederland dan in de Sahara. Hoe meer problemen, hoe meer prikkels om innovaties te bedenken. Het grappige is, dat een innovatie vaak op een heel ander vakgebied ook gebruikt kan worden. Zo had Tim Berners-Lee nooit bevroed dat zijn HTML standaard, die voor de grote doorbraak van internet zorgde, ooit buiten de statige gebouwen van het CERN gebruikt zou worden.

Kortom, samengevat: de volgende voorwaarden zijn nodig voor innovatie:
– afstand kunnen nemen van de bestaande situatie
– de aanwezigheid van een probleem (!)
– het probleem zien en goed begrijpen
– kennis van het liefst zoveel mogelijk patronen
– de vrijheid om te kunnen experimenteren en proberen.

Waarom zorgt meer gelijkheid voor meer innovatie?
De elite vertegenwoordigt een monocultuur. Om er bijvoorbeeld bij te horen in de Nederlandse elite, moet je een liefhebber zijn van golf, kaviaar, diversiteit, tolerantie en een woning binnen de Amsterdamse grachtengordel of een villadorp als Blaricum. De elite probeert weliswaar om heel veel culturele indrukken op te doen, maar moet toch strenge groepsnormen hanteren om onderling uit te maken wie er meer en wie minder elitair is. Dit betekent, dat elitairen over het algemeen niet erg creatief zijn. Vooral omdat elitairen zich doorgaans te goed voelen voor techniek, de meest productieve bron van innovaties, en hun creativiteit voornamelijk op het gebied van creatief boekhouden tot uitdrukking komt.

Bij kleine ongelijkheid kan ook de middenklasse en tot op zekere hoogte ook de onderklasse beschikken over het vermogen om afstand te nemen, problemen te benoemen, deze te begrijpen, kennis van patronen op te doen en over vrijheid om een oplossing te verzinnen. Ook worden bij kleine ongelijkheid niet alleen de problemen van de elite , maar ook de problemen van de midden-en onderklasse relevant, wat uiteraard een veel grotere lawine van innovaties oplevert. Deze vrijheid was in een negentiende-eeuwse textielfabriek waar werkdagen van 12 uur of meer werden gemaakt, vanzelfsprekend veel kleiner. In een land als Zweden daarentegen is deze vrijheid veel groter. Een gezonde middenklasse is essentieel voor innovatie.

Veel mensen willen terug naar de natuur. Deze beweging bestaat al langer, zoals deze commune uit 1969.

Het oog gericht op de toekomst

Wereldverbeteraars zijn eigenwijze mensen. Hoe krijgen we alle neuzen één richting op, zodat we werkelijk wat van de grond krijgen?

Uitdijend heelal van initiatieven
Rond 2012 kwam ik langs op visionair.nl en voegde het toe aan mijn verzameling van mensen/websites/organisaties die naar een betere toekomst willen of die de heersende denkrichtingen met dat doel willen bestrijden. Deze zin schetst meteen al het probleem: het is een uitdijend heelal van individuele initiatieven die allemaal graag iets aan de wereld te willen verbeteren. Dat was vroeger natuurlijk ook al zo, het internet maakt het alleen gemakkelijker om “iets” op te zetten en het enigszins zichtbaar te maken.

Veel mensen willen terug naar de natuur. Deze beweging bestaat al langer, zoals deze commune uit 1969.
Veel mensen willen terug naar de natuur. Deze beweging bestaat al langer, zoals deze commune uit 1969.

“Paradijs”
Waar we in abstracte zin naar toe willen, daar zijn al die sites (en ik) het meestal snel over eens: Een soort van paradijs, waarin iedereen elkaar respectvol bejegend en als medemens ziet, waarin materialisme niet de boventoon voert en waarin we zorgvuldig/duurzaam omgaan met “de natuur”. De meesten vragen zich niet af of een dergelijke paradijselijke toestand mogelijk is en zo ja hoe ver in de toekomst die ligt. En men vraagt zich helemaal niet af hoe we daar met zijn 9 miljarden naar toe zouden moeten roeien. Het komt er meestal op neer dat je moet meedoen aan een of ander duurzaam en/of spiritueel project. Als iedereen dat namelijk doet dan lossen de problemen zich vanzelf op. Aan het voorgestelde handelen ligt geen serieus te nemen analyse van de huidige “toestand van de wereld” ten grondslag. En als je niet weet waar je bent kun je ook nergens naar toe.

Individualisme het probleem
Over de oppervlakkige verschijnselen van die toestand zijn we het ook snel eens: Te veel materialisme, onrechtvaardige verdeling, falende instituties (politieke partijen, rechtelijke macht, overheid, religies, EU, banken,…). Maar een van de belangrijkste kenmerken van de huidige “toestand van de wereld”, het individualisme van de hedendaagse (westerse) mens wordt over het hoofd gezien. Een individualisme dat niet beperkt is tot de deelnemers aan de falende instituties maar dat iedere vorm van een georganiseerd “anders” in de weg zit.
Individualisme moet niet verward worden met egoïsme. De kern van het individualisme is dat men denkt de waarheid in pacht te hebben. Die waarheid hoeft helemaal niet in te houden dat men ten allen tijde het eigen welzijn voorop stelt. Zelf te weten wat goed (en kwaad) is en zich op dat vlak door niemand iets wil laten aanleunen is de kern van de zaak. Dit individualisme maakt communicatie over gemeenschappelijke doelen, en daarmee werkelijke groepsvorming onmogelijk. Het is voor de individualist nauwelijks te accepteren dat iemand anders iets beter kan of weet. Nou ja, van een pianist willen we nog wel aanvaarden dat die beter piano kan spelen en dat als je dat zelf wil leren je je aan zijn kennis en kunde moet onderwerpen, maar over morele zaken en politiek (in de brede zin) laten de meeste mensen zich niets zeggen. Het minst degenen die zo ver zijn dat ze een initiatief nemen, bijvoorbeeld een website bouwen. Het beste wat men kan bereiken is een vorm van toevallige gelijkgestemdheid of een belangengemeenschap, die onder enige druk van omstandigheden weer als los zand uit elkaar valt. Mensen die daar wat meer over willen weten raad ik aan het boek “Identiteit” van Paul Verhaeghe te lezen. Een bespreking staat op mijn blog.

Hoe starten we een  kansrijke groep?
Ik ben nu anderhalf jaar bezig om heel langzaam mensen om de tafel te krijgen die dit probleem bij zichzelf en bij elkaar willen aanpakken en willen proberen tot effectieve groepsvorming te komen. Het doel is dat we het eens zijn over waar we naar toe willen en, nog belangrijker waar we naar toe kunnen en hoe dat zou moeten. Maar ook dat de groep ook een thuis wordt: dat je je goed en sterk voelt omdat je er deel van uit maakt. Het is een zaak van richting proberen aan te brengen en te proberen om de vele op zich misschien goede initiatieven te verbinden en tot een effectieve politieke kracht te maken. En daarmee bedoel ik niet het oprichten van nog een partij. Misschien gaan we wel met zijn allen prosumeren of vormen een sustainocratie. Voorlopig wordt ik nogal dol van al die verwarrende eigenwijze wegwijzers.

Wat als we onze samenleving delen met robots?

In het dagelijks leven merken we nu nog weinig van robots. Alleen fabrieksarbeiders zal het pijlsnel oprukken van robots in fabrieken niet ontgaan zijn. Daar gaat de komende tien jaar verandering in komen, stelt robotonderzoeker Illa Reza Nourbaksh in zijn nieuwe boek Robot Futures.

robotbookAls we humanoïde apparaten gaan bouwen, introduceren we in feite een nieuwe soort op aarde die voor een deel uit materie, voor een deel uit informatie bestaat. De robotica in de 21e eeuw streeft er naar robots te ontwikkelen die de mens niet evenaren, maar overtreffen. De robots van de toekomst zullen, meer nog dan robots nu kunnen, in staat zijn voor mensen onbereikbare plaatsen te bezoeken en voorzien zijn van kunstmatige intelligentie.

De robots zullen volledig verbonden zijn met de digitale wereld en beter dan wij in staat zijn om online taken uit te voeren. In zijn boek Robot Futures verkent roboticus Illah Reza Nourbaksh de gevolgen op onze maatschappij, als we onze wereld zullen delen met wezens die veel sterker en slimmer zijn dan wij. Nourbaksh denkt aan een toekomst waarin adbots interactieve reclame tonen, speelgoeddrones die blikken volgen en telepresence door middel van robots. Je kan je zelfs voorstellen dat een wolk van nanorobots mensen in staat stelt van vorm te veranderen. Elke hierboven genoemde suggestie is nu al in primitieve vorm technisch mogelijk. Nourbaksh verkent de sociale gevolgen van ieder scenario.

Robots zullen namelijk bepaalde machtsevenwichten dramatisch doen verschuiven. De rol van kapitaal wordt belangrijker, wat betekent dat multinationals en rijke organisaties nog veel meer macht krijgen. Ook kunnen individuen robots gebruiken voor illegale handelingen. Stel dat alle keyboard warriors die nu internetfora als Fok! of NuJij bevolken, hun robots de snelweg laten blokkeren of het Binnenhof bezetten. Of dat mijngigant Rio Tinto vervelende Peruaanse dorpelingen,die protesteren tegen een nieuwe mijn, door een robotlegertje in elkaar laat beuken.

Nourbakhsh heeft een eigen visie ontwikkeld: robotica die erop is gericht om burgers en groepen burgers extra mogelijkheden te geven. Inderdaad is dit een veel aantrekkelijker toekomstperspectief dan Hollywoodkrakers als Robocop of Terminator…

Boek:
Robot Futures

Een geliefd onderwerp voor samenzweringsdenkers is het merkwaardige 'alziend oog' boven een piramide dat op Amerikaanse dollarbiljetten aan te treffen is.

Is een complotloze wereld mogelijk?

Samenzweringen bestaan. Er is deugdelijk historisch bewijs van bijvoorbeeld de samenzwering om Julius Caesar te vermoorden, de mislukte fascistische machtsovername in de VS en, meer recent, kartels van fabrikanten. Zijn samenzweringen altijd per definitie ongewenst en hoe zou een wereld er uit zien waarin samenzweringen onmogelijk zijn?

Wat is een samenzwering?
Wikipedia definieert een samenzwering als een geheime samenwerking tussen diverse individuen om een bepaald doel te bereiken. Het gaat hier om een doel, dat niet bereikt kan worden als publiek bekend is waar de samenwerkende personen mee bezig zijn. Soms kan geheimhouding nuttig zijn om een bepaald positief doel te bereiken. Een relatief onschuldig voorbeeld is het sinterklaasfeest, in feite een samenzwering van volwassenen tegen kleine kinderen waar zelfs televisiepersoneel bij betrokken is. De historische betekenis van het begrip samenzwering is meer politiek beladen en houdt het samenwerken om een onwettige daad te plegen, zoals een staatsgreep, in.

Een geliefd onderwerp voor samenzweringsdenkers is het merkwaardige 'alziend oog' boven een piramide dat op Amerikaanse dollarbiljetten aan te treffen is.
Een geliefd onderwerp voor samenzweringsdenkers is het merkwaardige ‘alziend oog’ boven een piramide dat op Amerikaanse dollarbiljetten aan te treffen is.

Zijn samenzweringen sprookjes?
De menselijke geschiedenis staat bol van de samenzweringen. Zo waren er in het Romeinse Rijk, islamitische en Europese vorstenhoven voortdurend samenzweringen aan de gang die met de regelmaat van de klok worden ontdekt.  Afgaande op het verleden, zou het dus buitengewoon onwaarschijnlijk zijn dat er nu geen samenzweringen aan de gang zijn. En dat blijkt ook. Geregeld komen er bijvoorbeeld illegale kartels of spionageaffaires aan het licht.

Zijn samenzweringen altijd verkeerd?
In een jurisdictie waarin een kwaadaardig persoon of regime het voor het zeggen heeft, zoals nazi-Duitsland, is een samenzwering de enige manier om de kwaadaardige macht omver te werpen. Een bekend voorbeeld is de samenzwering van de Duitse generaal Von Stauffenberg om Hitler te vermoorden en het op een akkoordje te gooien met de geallieerden. Was deze samenzwering gelukt, dan had dat heel wat levens van onder meer joden gescheeld. Er zijn ook samenzweringen bekend waarbij het grote publiek in het ongewisse wordt gelaten om geen onnodige paniek te veroorzaken. Deze zijn heel wat meer omstreden. Weliswaar is de gemiddelde mens een stuk minder intelligent dan een topwetenschapper, maar dit geldt niet voor ieder mens. Ook minder intelligente mensen kunnen, na enige uitleg,  de gevolgen uitstekend begrijpen van bepaald beleid, zoals het door de regering garant staan voor gokkende en frauderende bankiers. Als bepaald beleid niet aan het volk is uit te leggen, is het doorgaans verstandiger dit beleid niet te voeren.

Kortom: de vraag of een samenzwering verkeerd is, is dus te beantwoorden door te kijken naar de sociale omgeving waarin de samenzwering plaatsvindt en naar de doelen die de samenzweerders willen bereiken. Als deze doelen de belangen van anderen schaden en de samenzweerders een oneerlijk voordeel geven, is de samenzwering verkeerd.

Is een samenleving denkbaar waarin samenzweringen niet meer effectief zijn?
Samenzweringen ontstaan als er drie dingen voorhanden zijn:
1. een machtsconcentratie, d.w.z. het vermogen van weinigen om disproportioneel veel invloed op velen uit te oefenen;
2. het vermogen tot geheimhouding;
3. de aanwezigheid van een motief om een samenzwering te beginnen, doorgaans om een oneerlijk voordeel te bereiken ten koste van anderen.
Samenzweringen kunnen in de toekomst voorkomen worden als een of meerdere van deze drie pijlers verdwijnen. Een hoopgevende ontwikkeling is dat geheimhouding steeds moeilijker wordt. Surveillanceapparatuur, een exploderende hoeveelheid rekenvermogen bij computers en het open internet maken, dat het steeds moeilijker wordt voor een persoon om te liegen zonder betrapt te worden. Wat betreft een machtsconcentratie zijn er zowel ontwikkelingen die leiden tot een grotere machtsconcentratie (monopolie van giganten als Google, Apple en Facebook), als ontwikkelingen die leiden tot een grotere democratisering (decentrale energieopwekking d.m.w. zonnepanelen; decentrale productie met een 3D-printer). Zowel de eigenaren van Google als die van Facebook zijn graag geziene gasten op de omstreden, besloten Bilderbergconferenties, die op Visionair al uitgebreid aan bod zijn gekomen.

Hoewel het naderende Cornucopia armoede, naar de maatstaven van nu, tot iets van het verleden zal maken, is er wel een explosie van technologie, waaronder technologie om veel ellende mee aan te richten. Denk aan het uitprinten  van chemische reactorcircuits voor zenuwgas, bouwen van moordende drones en het ontwerpen van een verwoestend virus. Deze zal gestopt moeten worden, wat vermoedelijk als excuus zal worden gebruikt om democratiserende technologie aan banden te leggen.

Samurai van het Japanse eiland Satsuma gedurende de Boshin oorlog. De sociale mobiliteit in Japan tijdens het Tokugawa regime was nul. Als jij als boer niet aan de kant ging voor een samurai, werd je hoofd er af geslagen. Bron: Wikimedia Commons

Sociale mobiliteit groter dan ooit

Er is een gezegde ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje’. Wat je ook doet, als je in de onderklasse geboren bent, zul jij nooit lid van de bovenklasse worden. Het hoort een beetje bij de calvinistische instelling van Nederland, waar bv. in de VS juist het ideaal van de American Dream wordt nagestreefd. Sommigen noemen de dit rat race, anderen zien het als de maatschappelijke ladder beklimmen. Maken we ons niet onterecht druk over maatschappelijke ongelijkheid?

Samurai van het Japanse eiland Satsuma gedurende de Boshin oorlog. De sociale mobiliteit in Japan tijdens het Tokugawa regime was nul. Als jij als boer niet aan de kant ging voor een samurai, werd je hoofd er af geslagen. Bron: Wikimedia Commons
Samurai van het Japanse eiland Satsuma gedurende de Boshin oorlog. De sociale mobiliteit in Japan tijdens het Tokugawa regime was nul. Als jij als boer niet aan de kant ging voor een samurai, werd je hoofd er af geslagen. Bron: Wikimedia Commons

Middenklasse
Waar in niet zo lang verleden afkomst bijna allesbepalend was voor je ontwikkeling, is er in een moderne en ontwikkelde systemen een brede middenklasse, waarin talent meer mogelijkheden heeft om zich te ontwikkelen. Circa 10.000 jaar geleden werd de landbouw uitgevonden, 5000 jaar geleden het schrift. Daarvoor was er een jagers-verzamelaars maatschappij, waar kennis mondeling werd doorgegeven door de ouderen. Voor inventiviteit was er niet veel plaats (het voorzien in de basisbehoeften was al moeilijk genoeg)  en fysieke kwaliteiten als kracht en uithoudingsvermogen waren doorslaggevend (dit vinden we onderbewust nog terug in wat we in het algemeen  lichamelijk aantrekkelijk vinden aan andere mensen). Met de ontwikkeling van het schrift, ontstonden er nieuwe mogelijkheden om kennis door te geven en te verspreiden. Het schrift was daarmee ook een belangrijke stimulans in de ontwikkeling van beschaving, omdat het kon worden vastgelegd, en niet afhankelijk was van een persoon. Papier is letterlijk geduldig.

Democratisering van informatie
Nu had vroeger alleen een kleine groep toegang tot deze ’technologie. Deze werd van nature gebruikt voor wat zij toen belangrijk achtte. Naast de ontwikkeling van bestuurlijke systemen, werd ook religie belangrijker als instituut. Dit is mede de oorzaak van het succes van de monotheïstische godsdiensten, omdat de kracht van een uniforme boodschap, uiteengezet in boekvorm, verspreid kon worden, wat weer tot sterkere sociale structuren leidde. Binnen deze structuren ontstonden de mogelijkheden voor mensen om zicht te ontwikkelen. Want van adel kon je niet worden, daarvoor moest men zo geboren worden. Binnen deze machtsstructuren was er wel iets van groei mogelijk, om meer van het leven te maken dan het basale overleven.

Van gildes tot boekdrukkunst
Tot 500 jaar geleden leerde je een kunde die doorgaans van meester tot leerling,  van generatie op generatie werd doorgegeven. De toegang tot kennis was nog steeds beperkt, maar door de ontwikkeling van het boekdrukken werd het makkelijker om kennis te verspreiden.  Dit zette de renaissance en de verlichting in gang, die de weg voorbereidde voor de verworvenheden die we nu hebben. In de oude wereld waar je met kracht van woord en/of daad een positie in de maatschappij kon veroveren, werd geleidelijk plaats gemaakt voor kennis.

De verandering die onze samenleving de laatste 50 jaar heeft doorgemaakt is ongekend. Burgerrechten, feminisme, rassengelijkheid, opkomst van de burgerluchtvaart,  massamedia, de wereld werd kleiner en de maatschappij mobieler. Het percentage van de mensen die hebben leren lezen en schrijven is enorm gegroeid. Steeds meer mensen hebben en krijgen toegang tot kennis. Zaken die nu vanzelfsprekend zijn, zijn  iets van de laatste decennia. Hiervoor was er veel minder mogelijk.

Tweedeling is mythe
Momenteel hebben we te kampen met maatschappelijke issues, zoals problemen in het onderwijs, de bekostiging van de zorg en het sociale stelsel, omdat de groei die we lang hadden, niet meer vanzelfsprekend is. Desondanks zijn er voor mensen van eenvoudige komaf nog genoeg mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Met studie en hard werken, door creatieve expressie zoals zang, dans, film, en algemener met doorzettingsvermogen en door gewoon slimmer en beter te zijn dan anderen, zijn er mogelijkheden om aan de middelmaat te ontsnappen. Dankzij internet en informatietechnologie is er bijna geen excuus meer om het niet te snappen. Alle kennis die nodig is, is voorhanden, je moet het (be)grijpen.

Het werkende leven wordt nu in één klap beëindigd bij het 65e jaar (of later). is dat wel slim?

Een optimale verdeling van werk: arbeidstijdsverkorting dankzij de 80 formule II

De 80 formule: vanaf veertig jaar elk jaar een uur per week minder werken met behoud van het salaris tot en met 54 jaar met mogelijkheden tot doorwerken tot 67 (lagere inkomens) of zelfs 78 jaar (topinkomens). Niet alleen is de 80 formule veel prettiger voor werknemers. Dit blijkt ook tot elegante bezuinigingen te leiden.

In het vorige artikel heb ik beschreven wat de voordelen zijn van de arbeidstijdsverkorting dankzij de 80 formule: vanaf veertig jaar elk jaar een uur per week minder werken met behoud van het salaris tot en met 54 jaar met mogelijkheden tot doorwerken tot 67 (lagere inkomens) of zelfs 78 jaar (topinkomens).

Het werkende leven wordt nu in één klap beëindigd bij het 65e jaar (of later). Is dat wel slim?

Om de 80 formule inkomensonafhankelijk te maken, heb ik de mogelijkheden onderzocht om tot en met 69 jaar het salaris dat op veertig jarige leeftijd werd betaald te behouden. Dus, een scenario waarbij in de nabije toekomst werknemers vanaf veertig jaar elk jaar een uur per week minder werken bij volledig behoud van salaris tot en met 69 jaar. Dus, een werknemer die op veertig jarige leeftijd € 4000 per maand verdient bij een veertigurige werkweek, blijft € 4000 per maand verdienen bij een 30 urige werkweek op 50 jarige leeftijd en een 11 urige werkweek op 69 jarige leeftijd.

Bij een gemiddelde salarisverhoging inclusief inflatie correctie van 3,5% per jaar stijgt het salaris aanvankelijk, met een maximum van 106% van 49 tot 53 jaar, waarna het salaris weer langzaamaan omlaag gaat tot 75% op 69 jarige leeftijd. Wat houdt dit in?

Dit houdt in dat de werkgever de salarisverhoging die plaatsvindt tussen 41 en 59 jaar te sparen in het pensioensfonds en dit weer vrij te geven en te corrigeren op de inflatie zodra het salaris lager wordt dan 100%, dus vanaf 61 jarige leeftijd tot en met 69 jarige leeftijd. In het model komt uit dat slechts in het laatste jaar dus op 69 jarige leeftijd het salaris met enkele procenten minder wordt.

Dus, eureka, hier is een oplossing om op een elegante wijze te bezuinigen, waarbij zoveel mogelijk arbeidsplaatsen worden behouden en de pensioensgerechtigde leeftijd omhoog wordt geschroefd naar 70 jaar. Mensen gaan geleidelijk minder werken, dus vallen bij aanvang van hun pensioen niet meer in een groot gat.

De allereerste benzineauto van Benz (hier een replica) had nog veel weg van een koets zonder paarden. De voortdurende doorontwikkeling op basis van de benzineauto qwas een van de pijlers van de Tweede Industriële Revolutie. Bron: Wikimedia Commons

Wie geen kennis heeft van het verleden, heeft geen toekomst

De mensheid wordt momenteel geconfronteerd met dezelfde problemen als aan het eind van de tweede industriële revolutie: dalende beursindexen, sterk oplopende werkloosheid, torenhoge schulden van bedrijven en overheden en de slechte financiële posities van banken. Iedere productiefase, of iedere maatschappij of ander menselijk verschijnsel, doorloopt een zogenaamd transformatieproces, een transitie.

In dit artikel wordt aan de hand van zo’n transitie aangegeven, waar we met onze huidige maatschappij staan.

Derde industriële revolutie
Kijkend naar de kenmerken van de fasen waarin maatschappelijke transformatieprocessen zich voltrekken, zou het heel goed kunnen, dat we nu aan het eind van de zogenaamde derde industriële revolutie zitten. Transities zijn doorgaans maatschappelijke transformatieprocessen, die tenminste één generatie beslaan. Transities hebben (Bron: Prof. dr. ir. Jan Rotmans) de volgende eigenschappen:
– het betreft een structurele verandering van de maatschappij, of een complex deelsysteem daarvan;
– er is sprake van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende technologische, economische, ecologische, sociaal-culturele en institutionele ontwikkelingen op verschillende schaalniveaus;
– het is de resultante van langzame veranderingen (ontwikkelingen in voorraden) en snelle dynamiek (stromen).
Voorbeelden van historische transities zijn de demografische transitie, de verstedelijking en de overgang van kolen naar aardgas, die een transitie in de energiehuishouding impliceerde. Een transitie ligt niet bij voorbaat vast, omdat er gedurende een veranderingsproces altijd sprake is van aanpassen aan, leren van, en inspelen op nieuwe situaties door reagerende personen, groepen en instanties. Een transitie is dus geen wetmatigheid.

Vier transitiefasen
In het algemeen beschrijven transities de S-curve en zijn vier transitiefasen te onderscheiden:
1. een voorontwikkelingsfase van dynamisch evenwicht waarin de status-quo niet zichtbaar verandert;
2. een ‘take-off’-fase waarin het veranderingsproces op gang komt, doordat de toestand van het systeem begint te verschuiven;
3. een versnellingsfase waarin zichtbaar structurele veranderingen plaatsvinden door een cumulatie van op elkaar inspelende sociaal-culturele, economische, ecologische en institutionele veranderingen; in de versnellingsfase is sprake van collectieve leerprocessen, diffusie en processen van inbedding;
4. een stabilisatiefase waarin de snelheid van maatschappelijke verandering afneemt en al lerend een nieuw dynamisch evenwicht wordt bereikt.

Drie ingrijpende economische transities
Als we naar de rol van de factor bedrijfsorganisatie en productietechnologie in de economie van de laatste twee eeuwen kijken, hebben er drie ingrijpende transities plaatsgevonden:

1. De eerste industriële revolutie
De eerste industriële revolutie duurde van circa 1780 tot circa 1850. Kenmerkend was de overgang van kleinschalig handwerk naar gemechaniseerde productie in fabrieken. Grote aanjager in dit overgangsproces was de stoommachine, die door toepassingen in de spoorwegen (stoomtrein) en de scheepvaart (stoomschip) tevens zorgde voor een revolutie in het transportwezen. De eerste industriële revolutie concentreerde zich in de katoenindustrie. Omdat stoommachines op steenkool liepen en van ijzer werden gemaakt, kwamen ook de steenkoolmijnbouw, de ijzerindustrie en de machinebouw tot grote bloei.
Het begin van het einde van deze revolutie was 1845 toen Friedrich Engels, zoon van een Duitse textielbaron, de omstandigheden waarin de arbeiders van Engeland leefden en werkten, beschreef in ‘De toestand van de arbeidersklasse in Engeland’.

De allereerste benzineauto van Benz (hier een replica) had nog veel weg van een koets zonder paarden. De voortdurende doorontwikkeling op basis van de benzineauto qwas een van de pijlers van de Tweede Industriële Revolutie. Bron: Wikimedia Commons
De allereerste benzineauto van Benz (hier een replica) had nog veel weg van een koets zonder paarden. De voortdurende doorontwikkeling op basis van de benzineauto qwas een van de pijlers van de Tweede Industriële Revolutie. Bron: Wikimedia Commons

2. De tweede industriële revolutie
De tweede industriële revolutie duurde van circa 1870 tot omstreeks 1930. Kenmerkend was de verdergaande mechanisatie door de invoering van de lopende band, de vervanging van ijzer door staal en de ontwikkeling van de chemische industrie. Daarnaast werden steenkool en water vervangen door olie en electriciteit en kwam de benzinemotor tot ontwikkeling. Terwijl de eerste industriële revolutie op gang werd gebracht door (soms toevallige) uitvindingen van amateurs, werd de tweede industriële revolutie juist op gang gebracht door ondernemingen die veel geld investeerden in professioneel onderzoek (‘research’) naar nieuwe producten en productiemethoden. Om over voldoende kapitaal te beschikken, fuseerden kleine bedrijven tot grootschalige ondernemingen, die werden geleid door professionele managers. Ook werden aandelen uitgegeven. Deze ontwikkelingen leidden tot de overgang van het traditionele familiebedrijf naar de naamloze vennootschappen en multinationals. De revolutie eindigde na de ‘roaring twenties’ in Amerika, met de beurskrach in New York in 1929.

3. De derde industriële revolutie
De derde industriële revolutie begon in circa 1940 en loopt nu op zijn einde. De Verenigde Staten en Japan hebben een leidende rol in de ontwikkeling van computers gespeeld. In de VS werd gedurende de Tweede Wereldoorlog koortsachtig gewerkt aan militaire toepassingen van computertechnologie. Na de oorlog breidde het Amerikaanse ruimtevaartprogramma het aantal toepassingen uit. Japan specialiseerde zich in de ontwikkeling van de industriële toepassing van de computer: de robot. Intussen speelt de computer- en de communicatietechnologie een onvervangbare rol in alle delen van de wereld. De versnellingsfase is omstreeks 1980 begonnen door de komst van de microprocessor.

Gevolgen van de drie industriële revoluties
De eerste (en de tweede revolutie) veranderde een agrarische samenleving naar een industriële samenleving, waarin de mechanisatie de mens (uiteindelijk) ontlastte van lichamelijke arbeid. De ambachtelijke nijverheid kon niet concurreren met de fabrieken die producten van dezelfde, of zelfs betere kwaliteit op de markt brachten tegen een lagere prijs. Het gevolg was dat veel ambachtelijke bedrijven failliet gingen en de voormalig werknemers in de industrie aan het werk gingen. De gevolgen van de industrialisatie waren te zien in het proces van de snelle urbanisatie van voorheen relatief kleine dorpen en stadjes waar de nieuwe fabrieken kwamen. Deze veranderden in een vuile en ongezonde industriesteden. Toch stroomden de mensen van het platteland er noodgedwongen massaal heen voor werk. Er ontstond daardoor een nieuwe sociale klasse: de arbeiders, oftewel het industriële proletariaat. Ze woonden in overbevolkte krottenwijken in slechte behuizing met nauwelijks sanitair. De gemiddelde levensverwachting was er laag, en de kindersterfte hoog. De elite accepteerde het vuil van de fabrieken als de onontkoombare prijs voor hun succes. De schoorstenen waren symbolen van economische macht, maar ook van maatschappelijke ongelijkheid. Deze maatschappelijke ongelijkheid zie je na elke revolutie terug. De kloof tussen de onderkant en de bovenkant van de samenleving wordt erg groot.
Uiteindelijk volgen er altijd tegenreacties om deze kloof weer kleiner te maken. Er kan worden gesteld dat de Industriële revoluties de voorwaarden hebben geschapen voor een maatschappij zonder of met weinig armoede.
De derde revolutie veranderde een industriële samenleving naar een dienstensamenleving. Waar de mechanisatie de mens ontlastte van lichamelijke arbeid, ontlastte de computer hem van geestelijke arbeid. Deze revolutie veroorzaakte het meer en meer overbodig worden van lagere functies in de industrie en het ontstaan van totaal nieuwe functies in de dienstensector.

Industriële revoluties en beursindexen
Halverwege de tweede Industriële revolutie, in 1896, werd de Dow Jones Industrial Average voor het eerst gepubliceerd. De Dow Jones Industrial Average (DJIA) index is de oudste aandelenindex van de Verenigde Staten. Dit was een rechtstreeks gemiddelde van de koersen van twaalf aandelen.
Een select clubje journalisten van The Wall Street Journal beslist welke bedrijven deel uitmaken van invloedrijkste beursindex ter wereld. Integenstelling tot de meeste andere indices is de Dow een prijsgewogen index. Dat betekent dat aandelen met een hoge absolute beurskoers een grote stempel drukken op de beweging van de index.
De S&P index is een naar marktwaarde gewogen index. De 500 grootste Amerikaanse bedrijven gemeten naar hun marktkapitalisatie zijn opgenomen in deze index, die samengesteld wordt door de kredietbeoordelaar Standard & Poor’s.

Wat zegt een beursindex zoals DJIA en S&P 50 eigenlijk?
In veel grafieken is de y-as een vaste eenheid, zoals kg, meter, liter of euro.
Bij deze index-grafieken lijkt dit ook zo, want op de y-as wordt de eenheid in punten gebruikt. Niets is echter minder waar! Een index-punt is namelijk geen vaste eenheid in de tijd en je mag er dan ook historisch gezien geen enkele betekenis aan hechten.
Een index wordt berekend aan de hand van een mandje aandelen. Bij elke index gebeurt dat volgens een bepaalde formule en de uitkomst van de formule levert een aantal punten op. Een grote fout die veel mensen maken is, dat er waarde gehecht wordt aan deze grafieken. Deze grafieken zijn echter erg bedriegelijk.

Mandje aandelen
Een index wordt berekend aan de hand van een mandje aandelen. Bij elke index gebeurt dat volgens een bepaalde formule en als uitkomst krijg je dan een aantal punten. Dat mandje van aandelen wordt bij elke index echter regelmatig veranderd. Voor de nieuwe periode wordt dus de waarde van een ander mandje aandelen gemeten. Het is natuurlijk vreemd dat je de verschillende mandjes als zelfde eenheid projecteert.
Na een periode van 25 jaar wordt de waarde van een mandje appels vergeleken met de waarde van een mandje peren. Er zitten momenteel nog maar zes van de 30 oorspronkelijke bedrijven in de Dow Jones in vergelijking met het tijdstip (1979) dat de versnellingsfase van de laatste revolutie begon.

Formule
Het wordt nog vreemder als bij elke overgang van mandjes ook nog eens de formule waarmee de index wordt berekend, verandert. Dit gebeurt omdat de index, de uitkomst van de twee formules van beide mandjes, op het moment van verandering dezelfde uitkomst moet opleveren. De index-grafiek van de twee tijdsperioden moet per slot van rekening wel op elkaar aansluiten. Bij de Dow Jones bijvoorbeeld, worden alle koersen van de dertig Dow-aandelen bij elkaar opgeteld en vervolgens door een getal gedeeld. Door wijzigingen in het mandje en door aandelensplitsingen wordt de deler telkens veranderd. De deler bedraagt momenteel 0,132319125, maar in 1985 was de deler nog meer dan een. Een indexpunt in de ene periode wordt dus op een hele andere manier berekend dan in een andere periode.
Dow1985 = (x1 + x2 + ……..+x30) / 1
Dow2009 = (x1 + x2 + …….. + x30) / 0,132319125
In de jaren 90 van de vorige eeuw zijn er veel aandelensplitsingen geweest. Om de breuk gelijk te houden is zowel de teller als de noemer van de breuk veranderd. Een koersstijging van een dollar van het mandje in 2012 levert dus de facto 7,5 meer indexpunten dan in 1985. Omdat er in de jaren 90 nogal wat aandelensplitsingen zijn geweest, is dit waarschijnlijk de oorzaak waarom de Dow Jones in deze periode bijna exponentieel is gestegen.
Momenteel staat de Dow op 13207. Bij het hanteren van de formule uit 1985 zou de index nu op 1760 staan.

Steeds wisselende samenstelling
Het meest vreemde is natuurlijk de steeds wijzigende samenstelling van het mandje. Over het algemeen is het zo dat bij het wijzigen van het mandje, bedrijven die in een stabilisatiefase of de aftakelingsfase van hun cyclus zitten, uit het mandje gehaald worden. Bedrijven die in de ‘take-off’-fase of versnellingsfase van hun cyclus zitten worden toegevoegd. De kans dat de index na de wijziging van het mandje en de formule stijgt, is dan natuurlijk vele malen groter dan dat de index gaat dalen. Daar hoef je geen kansberekening op los te laten, met name als deze methode wordt toegepast in de versnellingsfase van een transitie. Vanaf 1980 zijn zeven ICT-bedrijven ( 3M, AT&T, Cisco, H P, IBM, Intel, Microsoft), de motoren van de laaste revolutie toegevoegd aan de Dow Jones en vijf financiële instellingen, deze spelen een belangrijke rol bij elke transitie.

Piramidespel
In principe is er een piramidespel gecreëerd. De index evolueert positief zolang er bedrijven die in de ‘take-off’-fase of versnellingsfase van hun cyclus zitten, aan worden toegevoegd. Aan het eind van een transitie zullen dit er echter steeds minder worden. Dit betekent dat de mandjes steeds minder gereset zullen worden.

Zullen Beursindexen verder dalen?
Het bepalen van de beursindexwaarden en resets “van mandjes” zoals hierboven beschreven en de weergave van indexen in historische grafieken zijn bruikbare indicatoren om aan te geven in welke fase een industriële revolutie zich bevindt.
De indexen geven aan dat de derde industriële revolutie zich duidelijk in de verzadigings- en aftakelingsfase bevindt. Deze fase kenmerkt zich, doordat de markt verzadigd is en de concurrentie toeneemt. Alleen de sterkste bedrijven kunnen de concurrentie aan, of nemen de concurrentie over (denk aan de overnames die Oracle en Microsoft de laatste jaren hebben gedaan). Onder de motorkap is er in ICT-land relatief weinig technisch nieuws meer onder de zon, alhoewel de marketingmachines vanuit Amerika ons anders willen laten geloven.
In de voorontwikkelingsfase en take-off fase van een transitie ontstaan er veel nieuwe bedrijven. Het is een divergerend proces. Met name financiële instellingen spelen een belangrijke rol. Er is in deze fase per slot van rekening veel financiering nodig. De grafiek van de salariëring van de financiële sector vertoont dan ook dezelfde s-curve als van beide revoluties.
Beleggers worden euforisch bij het horen van fusies en overnames. In feite geven fusies en overnames de convergerende processen weer aan het einde van een transitie. Objectief gezien is elke fusie of overname een mogelijkheid extra efficiënt te produceren, maar ook een vermindering van economische activiteiten. Dit wordt pijnlijk duidelijk als we naar de werkloosheidscijfers van diverse samenlevingen kijken.
Nieuwe industriële revoluties ontstaan door nieuwe ideeën, uitvindingen en ontdekkingen, ofwel nieuwe kennis of inzichten. De vraag is of we ook hier als mensheid een verzadigingspunt hebben bereikt. Er zullen steeds minder bedrijven komen in de ‘take-off’-fase of versnellingsfase die de bedrijven in de stabilisatiefase of de aftakelingsfase in het indexenmandje kunnen vervangen.

Herhaalt de geschiedenis zich?
De mensheid wordt momenteel geconfronteerd met dezelfde problemen als aan het eind van de tweede industriële revolutie, zoals dalende beursindexen, sterk oplopende werkloosheid, torenhoge schulden van bedrijven en overheden en de slechte financiële posities van banken.
De historie heeft geleerd dat vijf pijlers voor een stabiele samenleving onontbeerlijk zijn: voedsel, veiligheid, gezondheid, welzijn en kennis.
Transities worden geïnitieerd door uitvindingen en ontdekkingen, dus nieuwe kennis van de mens. Nieuwe kennis heeft weer invloed op de vier andere componenten in een samenleving. Er worden momenteel weinig nieuwe uitvindingen of ontdekkingen gedaan. Dus de kans op korte termijn op een nieuwe industriële revolutie is niet erg groot.
Aan het eind van elke transitie komt de pijler welzijn in het gevaar. Dit hebben we na elke industriële revolutie kunnen constateren. De pijler welzijn van een samenleving dreigt ook nu weer om te vallen. De historie heeft geleerd dat het omvallen van de pijler welzijn altijd resulteert in revolutie. Door de grote werkloosheid na de tweede industriële revolutie is er door veel samenlevingen een nieuwe transitie geïnitieerd, namelijk het creëren van een oorlogseconomie. Deze economie bloeide met name in de periode 1940 – 1945. Samenlevingen zullen ook nu weer een keuze moeten maken welke transitie zal worden ingezet. Wie geen kennis heeft van het verleden, heeft geen toekomst.

Lees ook
Huidige crisis: een wetmatigheid?

De onverkwikkelijke gang van zaken rond Marco Kroon toont de dubbelzinnige houding van de Nederlanders tegenover helden. Bron: Wikimedia Commons

Gezocht: held (m/v)

Een belangrijke reden waarom mensen nu ontevreden zijn is het ontbreken van de zin van het leven. Nederlanders zijn weinig zachtzinnig voor helden. Onterecht: iedereen droomt er diep in zijn hart van om held te worden.  Wordt het niet tijd de held weer in ere te herstellen?

De onverkwikkelijke gang van zaken rond Marco Kroon toont de dubbelzinnige houding van de Nederlanders tegenover helden. Bron: Wikimedia Commons
De onverkwikkelijke gang van zaken rond Marco Kroon toont de dubbelzinnige houding van de Nederlanders tegenover helden. Bron: Wikimedia Commons

De held als belichaming van culturele normen en waarden
Helden zijn mensen die groter lijken dan het leven zelf. Net als hun tegenhanger, de schurk, belichamen ze één kant van de menselijke conditie. Wat iemand een held maakt is de belichaming van de normen en waarden van de cultuur waarin de held leeft. Om die reden zijn helden in verschillende culturen ook vaak totaal verschillend van karakter. De Romein Titus Manlius Torquatus bracht bijvoorbeeld zijn zoon ter dood omdat deze orders niet op had gevolgd (ook al leidde dat tot een grote overwinning voor het Romeinse leger). Naar westerse normen zou deze zoon een held zijn geweest en de vader een rigide, gevoelsarme psychopaat. In de klassiek-Romeinse cultuur ging discipline boven alles, waardoor de extreme daad van Torquatus senior hem een heldenstatus opleverde. Er zit dus veel waarheid in de uitspraak: toon mij uw helden en ik toon u wat uw normen en waarden zijn.

Geen held maar geld
Opmerkelijk van het Nederland anno nu is de afwezigheid van duidelijke helden. De helden die er zijn, zijn omstreden. Een goed voorbeeld is de vermoorde politicus Pim Fortuyn, door één deel van de bevolking als held vereerd wegens zijn  onorthodoxe standpunten en manier van politiek voeren, door een ander deel verfoeid wegens de tweedeling en polarisatie die de man veroorzaakte. De militair Marco Kroon kreeg de militaire Willemsorde uitgereikt wegens moedig en kundig optreden tijdens de Afghanistanoorlog, maar raakte later in de problemen vanwege vermeend cocaïnegebruik, wat reden was voor defensie-ambtenaren hem zijn Willemsorde af proberen te nemen (dit terwijl cocaïnegebruik een victimless crime is). Klaarblijkelijk hebben we een nogal dubbelzinnige relatie met helden.

Dubbele moraal
Het gevolg is dat het voor Nederlanders niet duidelijk is wat er nou eigenlijk van ze verwacht wordt. Voor immigranten is dit probleem nog groter. Ze krijgen voortdurend te horen dat ze zich moeten aanpassen en moeten integreren, maar niet duidelijk is hoe of waaran. Moeten ze zich net zo klem zuipen als de Nederlandse jeugd, of net zo met overgave bezig met het principeloos zakken vullen en vervolgens het geld zo snel mogelijk weer verkwisten? Opmerkelijk genoeg is er onder de Nederlandse bevolking meer waardering voor één van de slechtst geïntegreerde groepen: de Chinezen. In tegenstelling tot de inboorlingen zijn de Chinezen spaarzaam, bescheiden, hardwerkend en meer ingesteld op doen dan op praten. Het lijkt er dus op dat de Nederlandse elite er twee sets moraliteit op nahoudt: een “progressieve” mentaliteit voor de bühne en een verborgen normen- en waardenstelsel waarmee mensen werkelijk worden beoordeeld.

Een geschikte held voor Nederland
Ik denk dat de Nederlandse elite op moet houden met haar zakkenvullen en werkelijk het goede voorbeeld moet geven. Bescheidenheid, hard werken en prestatie boven mooie woorden stellen. Geen cultuurrelativisme, maar deugden die voor Nederland, een vruchtbare lap voormalige  moerasgrond in een rivierdelta, bewezen hebben te werken. Ongeveer zoals de Duitsers de afgelopen jaren hebben gedaan. En afstand te doen van een andere historische erfenis: de baantjesjagerij van de Pruikentijd. Wat dat betreft is er een andere oude Romein, die als geschikte held kan dienen. Lucius Quinctius Cincinnatus deed onmiddelijk afstand van zijn autoriteit nadat de oorlog gewonnen was en keerde terug naar zijn bestaan als eenvoudige boer.

Het vrouwelijke lichaam vertoont veel meer seksuele kenmerken dan het mannenlichaam, kortom: is er voor gemaakt om de aandacht te trekken.

Schoonheid en seksisme

Zijn vrouwen die veel aandacht aan hun uiterlijk besteden slachtoffers van een patriarchale cultuur, zoals feministen en islamisten beweren?

Het vrouwelijke lichaam vertoont veel meer seksuele kenmerken dan het mannenlichaam, kortom: is er voor gemaakt om de aandacht te trekken.
Het vrouwelijke lichaam vertoont veel meer seksuele kenmerken dan het mannenlichaam, kortom: is er voor gemaakt om de aandacht te trekken.

Waarom kent het vrouwenlichaam meer seksuele kenmerken dan het mannenlichaam?
In tegenstelling tot de meeste diersoorten, waar het mannetje de opvallendste verschijning kent, kent het lichaam van de menselijke vrouw de meeste seksuele kenmerken. Denk aan de voor zuigelingen onpraktisch grote borsten, sierlijke heupen en ronde billen. Het vrouwenlichaam is, kortom,  geëvolueerd om de man aan te trekken en op te winden. Vrouwen worden niet gedwongen kledingwinkels en dergelijke te bezoeken. Integendeel: de meeste mannen haten dat soort winkels als de ziekte. De vrouwen die werken als fotomodel, verdienen met vrij gemakkelijk werk veel geld. Meer geld dan mannelijke modellen voor hetzelfde werk.  Dit in tegenstelling tot de meeste andere beroepen,waar vrouwen nog wel minder verdienen.

Schoonheid als wapen van de vrouw
Een mooie en intelligente vrouw weet hoe ze haar schoonheid effectief kan inzetten om veel voordelen te behalen en mannen om haar vinger te winden. Ze kan hiermee mannen overhalen om veel cadeautjes voor haar te kopen, voor haar te zorgen of, als ze de man in kwestie de moeite waard vindt, haar ten huwelijk te vragen. Uit onderzoeken blijkt keer op keer dat mooie mensen meer verdienen dan lelijke mensen en hoger in de pikorde staan. Mooie mensen hebben ook een rijker liefdesleven en kunnen superieure, bijvoorbeeld erg rijke, succesvolle of aantrekkelijke, partners aantrekken. Een vrouw zal er daarom niet snel vrijwillig voor kiezen om dit zeer krachtige wapen uit handen te geven (tenzij haar persoonlijke veiligheid op het spel staat, doorgaans een uitzondering).

Burqa’s in belang mannen
Het zijn daarom geen vrouwen, maar mannen geweest die de sluier hebben uitgevonden om daarmee een gevaarlijk wapen uit handen van vrouwen te slaan. Ook het idee vrouwen op te sluiten in een klein wereldje, de harem, waarin hij de enige man is en ze tegen elkaar kan opstoken, komt van de man. Hij weet dat zijn veroveringen veilig zijn opgesloten en dat hij buiten de deur op jacht kan naar nieuwe aanwinsten voor zijn  collectie. Heel slim van die mannen is dat ze bovendien de vrouwen wijsmaken dat het in hun belang is.
Het ironische is dat mannen hiermee uiteindelijk hun eigen glazen ingooien. Allen een kleine groep machtige mannen komt seksueel gezien aan zijn trekken. De meeste islamitische mannen hebben een beroerder leven, maar wordt voorgespiegeld dat ze in het hiernamaals, of nu,  “als Allah het wil” en ze een mazzeltje bezorgt, alsnog een harem kunnen aanleggen. Een verstandige man weet dat de seksueel meest aantrekkelijke vrouw een vrouw is, die vrij en gelukkig is. Hij zit er dan ook niet mee dat andere mannen bewonderend naar haar kijken. Deze geweldige, aantrekkelijke vrouw kiest immers voor hem! Het voortdurende spel van aantrekken en afstoten dat de relatie tussen man en vrouw kenmerkt, houdt de relatie dynamisch en opwindend.

Lees ook:
Discriminatie lelijke mensen: alledaags racisme

Komt de internet democratie eraan?

Het idee van een democratie waarin iedere persoon een gelijke stem heeft en eenieder zijn of haar ideeën mag geven om de maatschappij te verbeteren is prachtig. Met dank aan het internet lijkt dit idee ook beter gerealiseerd te kunnen worden dan ooit tevoren in onze geschiedenis. Zo maakt de Duitse Piraten Partij onder meer gebruik van een interessant systeem wat Liquid Feedback wordt genoemd. Via een geavanceerd webplatform kan iedereen meedenken en schrijven over moties in de politiek. Zo maakt de partij veel beter gebruik van de intelligentie, creativiteit en de visionaire ideeën die er bij alle mensen in hun partij leven. Dit is een stuk slimmer en democratischer dan hoe de gemiddelde politieke partij momenteel werkt, waar de positie in de hiërarchie van de partij vaak doorslaggevend is.

 

Daarnaast kunnen mensen hun stem tot in detail delegeren aan andere mensen in de partij. Inplaats van het systeem waar we nu in zitten en we op een partij kunnen stemmen, stelt dit systeem mensen in staat of zelf te stemmen op allerlei issues of hun stem aan een persoon te geven waar ze vertrouwen in hebben per onderwerp. Zo is in Duitsland een professor die niet eens in het bestuur van de partij zit uitgegroeid tot één van de machtigste piraten, gewoon omdat andere mensen zijn voorstellen waardevol vinden en zijn gezonde verstand waarderen en daarom hun stem aan hem gedelegeerd hebben. Deze man hoeft niet mee te doen aan al het politieke gekonkel om op te klimmen in de partijstructuur maar kan gewoon naast zijn werk via de computer meedenken en concreet meebouwen aan de toekomst van zijn land. Dit systeem maakt de politiek veel meer een technisch proces waarbij de kwaliteit van ideeën en argumentatie het belangrijkst worden inplaats van het PR spel waarin veel politici vandaag de dag in lijken te verzanden.

Hieronder een uitgebreide presentatie van het systeem door de Duitse Piraten Partij (in het Duits).

 

De piraten partij in Duitsland doet het mede door hun gebruik van dit systeem erg goed en zij staan momenteel 3de in de nationale peilingen. Hieronder een korte impressie die de NOS maakte.

 

Het systeem van liquid feedback is Open Source dus iedereen kan er aan meebouwen. Wellicht is het interessant het systeem in het Nederlands over te zetten en er ook hier experimenten mee te gaan doen.
Mochten mensen meer weten over dit systeem, bijvoorbeeld of het in Nederland al ergens wordt toegepast,  of als er ergens anders meer informatie over te vinden is (het liefst in het Nederlands of Engels) dan is dat ook zeer welkom. Dit nieuwe systeem van een veel gedetailleerdere democratie lijkt een ware revolutie in het politieke domein te ontketenen in Duitsland, welke politieke partij in Nederland durft hier gebruik van te gaan maken?

Aanverwante artikelen:
-) Piratenpartij, partij voor de informatie
-) De open source overheid deel I
-) De open source overheid deel II
-) De open source overheid deel III
-) Eerdere artikelen met Clay Shirky op visionair
-) Gratis leren programmeren via The Code Academy
-) Veranderingen in de maatschappij
-) Komt de internet democratie eraan?