Zoekresultaten voor: frans de waal

Transition towns, een voorbeeld van energiezuiniger leven. Bron/copyright: earttheasy.com

Twaalf uitvinders leggen grondslag voor opvolger fossiele economie

In een Frans kasteel werken twaalf ontwikkelaars van bouwstenen voor duurzame productie aan een opvolger voor de fossiele-brandstof gebaseerde economie van nu.

De twaalf projecten moeten na een maand in een soort ‘skunk works’, een op elkaar afgestemd open source geheel vormen. Dit moet als het ware de eerste zelfreplicerende cel worden van een nieuwe economie. Alle onderdelen worden open source en patentvrij en kunnen in Fablabs worden gefabriceerd.

De twaalf uitgangselementen zijn:

Transition towns, een voorbeeld van energiezuiniger leven. Bron/copyright: earttheasy.com
Transition towns, een voorbeeld van energiezuiniger leven. Bron/copyright: earttheasy.com

– de 30 dollar windturbine met een vermogen tot 1000 watt bij optimale windsnelheid
– AKER, open-source freesbare onderdelen voor urban farming
– Biceps Cultivatus, een keukenconcept waarbij koelkast en food processors zijn vervangen door spierkracht-gebaseerde alternatieven
– Bicitractor, een met pedaalkracht aangedreven tractor
– Faircap, een voor €1 3d printbaar waterfilter dat bacteriën uit water kan filteren
– Nautile, een energiezuinig alternatief voor de waterkoker, ontwikkeld in België
– Open Energy Monitor, een app die het energieverbruik en energieproductie van diverse bronnen in kaart brengt
– Ownfood, een robotische broeikas die met behulp van een smartphone is te bedienen en in de gaten te houden is
– Solarose, een stoomturbine op zonne-energie
– Showerloop, een douche die de warmte terugwint en water zuivert, waardoor je 90% minder douchewater en energie nodig hebt
– Sunzilla, een combinatie van zonnepanelen en accu, die een dieselgenerator vervangt
– Vélo M2, een uitbreidingsset voor de open source vrachtfiets XYZ Cargo, ontwikkeld in België

Uiteraard zijn de twaalf projectgroepen, waarin vijfhonderd ‘makers’ samenwerken, alleen voldoende om een eerste aanzet te geven. Alleen als de creatieve energie van miljarden aardbewoners wordt gericht op het creëren van een duurzame opvolger van de tegenwoordige consumptiemaatschappij, zullen we op tijd de klimaatverandering en zware ecologische verwoesting kunnen stoppen en de wereld in een betere plek veranderen.

Wat bijvoorbeeld ontbreekt aan dit lijstje en m.i. zeer belangrijk is, zijn machines voor het winnen en verwerken van grondstoffen, zoals metalen en constructiemateriaal, uit afval en omgevingsmateriaal. Triplex uit oud papier of algen, omsmelters van aluminium blikjes, dat soort spul. En een cradle-to-cradle zonnepaneelfabriek. Dit zijn nou net de meest energieslurpende en vervuilende activiteiten. Misschien wat voor onze lezers om te ontwikkelen?

Meer informatie
POC21

Een gesprek over evolutie, moraliteit en religie

Een interessante lezing met oud landgenoot en primatoloog Frans de Waal die het gesprek aangaat met Jeff Schloss over evolutie, moraliteit en religie. Beide geven ze hun unieke standpunten op deze materie. Een plezier om naar te luisteren.

Join The Veritas Forum for an in-depth conversation on evolution, morality, and religion between two experts, Professors Frans de Waal and Jeff Schloss.

Full library available AD FREE at http://www.veritas.org/talks.

Over the past two decades, The Veritas Forum has been hosting vibrant discussions on life’s hardest questions and engaging the world’s leading colleges and universities with Christian perspectives and the relevance of Jesus. Learn more at http://www.veritas.org, with upcoming events and over 600 pieces of media on topics including science, philosophy, music, business, medicine, and more!

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Eerdere artikelen op visionair over Frans de Waal

Kennen dieren moreel gedrag?

Niet iedereen is even blij met het idee dat mensen nauw verwant zijn aan mensapen :-)

Frans de Waal onderzoekt al lange tijd mensapen en hun gedrag. Hij heeft hier zeer interessante en plezierig leesbare boeken over geschreven die wereldwijd worden gelezen zoals: Chimpansee politiek, De aap in ons, Tijd voor empaty, De Aap en de Sushimeester etc. Hij laat met zijn onderzoek naar o.a. Chimpansees en Bonobo`s zien dat veel gedrag van deze dieren ook is terug te vinden bij mensen. Door mensapen te bestuderen kunnen we wellicht een boel over onszelf als soort leren.  In onderstaande lezing bij TED gaat hij vooral in op de vraag of andere dieren naast de mens ook moreel gedrag kennen. Hieronder de beschrijving zoals deze op TED te vinden is, de video heeft Nederlandse ondertiteling.

Empathie, samenwerking, fairness en wederkerigheid — geven om het welzijn van anderen lijkt een heel menselijke eigenschap. Maar Frans de Waal toont enkele verrassende video’s van gedragstesten met primaten en andere zoogdieren, die aantonen hoeveel van deze morele eigenschappen we allemaal delen.


 

Wat denken de lezers na het zien van deze beelden, zijn dieren net zo (im)moreel als mensen?

Verwante artikelen:
-) De oorsprong van ons lichaam – BBC documentaire serie
-) Diversiteit, de bouwsteen van moeder natuur
-) Voortbestaan, het basispatroon van al het leven
-) De dood, een verkenning

RSA animatie – De waarheid achter oneerlijkheid

In deze RSA animatie komt oneerlijkheid aan bod. De grens tussen eerlijk en oneerlijk benaderen we nogal subjectief. Waardoor komt dit en hoe kunnen we de schuldgevoelens van oneerlijkheid bevrijden zodat mensen niet voorgoed overstappen naar “the dark side”.

Are you more honest than a banker? Under what circumstances would you lie, or cheat, and what effect does your deception have on society at large? Dan Ariely, one of the world’s leading voices on human motivation and behaviour is the latest big thinker to get the RSA Animate treatment.

Taken from a lecture given at the RSA in July 2012 . Watch the longer talk here http://www.youtube.com/watch?v=ZGGxguJsirI

The RSA is a 258 year-old charity devoted to driving social progress and spreading world-changing ideas. For more information about the RSA, visit http://www.thersa.org

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Overzicht van andere RSA animaties
-) Het nut van dankbaarheid
-) De evolutie van compassie
-) Frans de Waal – Dieren kennen moreel gedrag
-) In het licht van voortbestaan

TED – De evolutie van compassie

Robert Wright maakt gebruik van evolutionaire biologie en de speltheorie om uit te leggen waarom we waarde hechten aan de gouden regel (‘Behandel anderen …”), waarom we hem soms negeren en waarom er hoop is dat we in de nabije toekomst de compassie om hem te volgen zullen kunnen opbrengen.

 

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Frans de Waal – Dieren kennen moreel gedrag
-) In het licht van voortbestaan
-) How feeling connected makes us do good deeds
-) On the self-perpetuating nature of compassion

In het licht van voortbestaan – update

Eet, overleef, reproduceer. Het basispatroon wat alle levende organismen bewust of onbewust lijken te volgen.

Voortbestaan is het basispatroon wat alle levende organismen bewust of onbewust lijken te volgen. Dieren, planten, bacteriën, etc. Allemaal proberen ze zo goed mogelijk voort te bestaan. De mens vormt hier als lid van het dierenrijk geen uitzondering op. In de basis is het leven dan ook buitengewoon simpel. Verzamel voldoende energie om te groeien en jezelf in stand te houden, en geef eventueel je genen door aan een volgende generatie.

Het leven mag dan in het basispatroon simpel zijn, het is echter verre van simplistisch. Er zijn namelijk een enorm aantal verschillende strategieën om dit patroon te volgen. De BBC laat met haar documentaires van o.a. Planet EarthThe Blue Planet & Earthflight de enorme diversiteit van het leven zien. Ook de film Home laat een prachtig overzicht zien van de aarde en haar vele bewoners. Of je nu een paddenstoel, een boom of een mens bent, allemaal zijn het voorbeelden van succesvolle paden om gehoor te geven aan het simpele patroon van leven, voortbestaan.

De basis voor het leven

De zon is hierbij de energiecentrale die het leven op aarde van de benodigde energie voorziet in haar voortbestaansspel. Planten zijn in staat om met behulp van zonne-energie complexe biologische verbindingen te maken. Andere organismen waaronder ook de mens gebruiken deze weer om aan hun energie (in de vorm van voedsel) te komen.

De zon levert de energie voor het grote voortbestaansspel wat we met zijn allen op planeet aarde spelen.

Het is slim om de energie van de zon zo efficiënt, lokaal en direct mogelijk te gebruiken. Hoe sneller je de energie van de zon om kunt zetten in producten die je nodig hebt voor je eigen voortbestaan, hoe gemakkelijker je voortbestaan wordt.

Een handige methode die hierbij kan helpen is permacultuur. Permacultuursystemen kunnen de mens voorzien van gezond voedsel, schoon water, een prettige leefomgeving, etc. Via de ontwerpprincipes van permacultuur kunnen mensen functionele ecosystemen om zich heen ontwerpen, energieneutrale of zelfs energieproducerende huizen bouwen en aanvullende lokale economische systemen opzetten. Zo kan de mens in samenwerking met haar natuurlijke omgeving ook op de langere termijn goed voortbestaan.

De Piramide van Maslow en de 8 drijfveren van het voortbestaan

Maar laten we breder kijken dan de directe omgeving. Wat vindt de mens daarnaast belangrijk? De piramide van Maslow bekijkt de wensen van mensen op individueel niveau. Volgens Maslow beginnen mensen de piramide van onderaan op te vullen en zodra dat niveau is volgemaakt, kan de mens een stap in de piramide omhoog.

 

Maslows behoeftehiërarchie ziet er als volgt uit:

  1. Organische of lichamelijke behoeften. Hieronder vallen onder meer behoefte aan slaap, voedsel, drinken en het uitscheiden van ontlasting. Maslow classificeert hieronder ook seks en andere lichamelijke zaken zoals sport en comfort.
  2. Behoefte aan veiligheid en zekerheid, het individu gaat beveiliging zoeken in een georganiseerde kleine of grote groep. Dit kan bijvoorbeeld de buurt, het gezin of het bedrijf zijn. Typische voorbeelden zijn: huisvesting, werk en relaties.
  3. Behoefte aan saamhorigheid, behoefte aan vriendschap, liefde en positief-sociale relaties.
  4. Behoefte aan waardering, erkenning en zelfrespect, die de competentie en het aanzien in groepsverband verhogen; het belang hechten aan de status in sociaal verband.
  5. Behoefte aan zelfverwerkelijking of zelfactualisatie, is de behoefte om je persoonlijkheid en je mentale groeimogelijkheden te ontwikkelen. Het sociale milieu is hierbij niet weg te cijferen als steunende basis.

Naast Maslow, die dieper ingaat op de behoeftes van het individu, is er een filosofie die ook voortbestaan als uitgangspunt neemt. Deze trekt voortbestaan echter veel breder dan het individu, en deelt het op in 8 drijfveren van voortbestaan. De drijfveren die worden onderscheiden zijn:

  1. Het individu en de persoonlijke ontwikkeling van iemand zelf.
  2. Seks, het gezin en andere vormen van creatie.
  3. Groepen waar mensen voor kiezen om aan deel te nemen.
  4. De gehele mensheid oftewel alle individuen van de soort mens.
  5. Alle levende organismen buiten de mens zoals dieren, planten, etc.
  6. De fysieke wereld; bestaande uit materie, energie, ruimte en tijd.
  7. Spiritualiteit/levenskracht, datgene wat het fysieke universum kan bezielen.
  8. Voorbestaan in de meest brede zin van het woord, ook wel de definitie van god binnen deze denktrend.
    (Bekijk hier eventueel een filmpje over deze 8 drijfveren van het voortbestaan)
Hoe dragen 3D-printers bij aan ons voortbestaan? En zijn ze eventueel nog te optimaliseren zodat ze op zoveel mogelijk drijfveren het voortbestaan ondersteunen? Bijv. door recyclebare printmaterialen te gebruiken.

In het licht van voortbestaan

Na deze verdieping en verbreding is het interessant om alles wat we kennen eens in het licht van voortbestaan te bekijken. Op welke manier leveren de zaken om ons heen een bijdrage aan het voortbestaan? Kunnen we concrete voorbeelden vinden? Van een vork tot regenkleding en van een appelboom tot 3d-printers. Hoe dragen ze concreet bij aan het voortbestaan?

Zitten er naast voordelen ook nadelen voor het voortbestaan aan bepaalde zaken? Vele industriële producten zijn bijvoorbeeld in een bepaalde mate nuttig voor de mensen die er gebruik van maken, aan de andere kant zorgen ze vaak ook voor vervuiling van de natuur wat nadelig is voor het voortbestaan. Zaken kunnen op de ene drijfveer een voordeel hebben maar op een andere een nadeel. Zijn dat soort zaken eventueel te verbeteren en te optimaliseren zodat ze op alle drijfveren zo veel mogelijk voordelen hebben en tegelijkertijd zo weinig mogelijk nadelen?

De wereld bekijken in het licht van overleving geeft een praktisch handvat om zaken relatief gemakkelijk op waarde te schatten. Het is daarbij interessant om te zien dat voortbestaanswaarde en financiële waarde soms ver uit elkaar liggen. Zo is schoon water essentieel voor het voortbestaan van eigenlijk alle levende organismen op aarde maar in financieel opzicht wordt het amper gewaardeerd. Diamanten daarentegen hebben enige voortbestaanswaarde in industriële toepassingen en in menselijke sociale klim spelletjes maar verder is de waarde voor het voortbestaan zeer beperkt. Terwijl diamanten vanuit het economische systeem juist heel sterk worden gewaardeerd.

De voortbestaanswaarde en de toegekende monetaire waarde van zaken kunnen enorm van elkaar verschillen.

Het is daarom nuttig om van zaken eerst de voortbestaanswaarde vast te stellen en daarna pas naar het prijskaartje te kijken wat het financiële systeem eraan hangt. Zo voorkom je dat je niet vergeet waarde toe te kennen aan de meest belangrijke zaken van je voortbestaan zoals gezond eten, een schoon milieu en een veilige plezierige omgeving. Want anders is het maar al te gemakkelijk je blind te staren op materiële zaken als auto`s en televisies. (die overigens beide ook zeker een bepaalde voortbestaanswaarde hebben)

De wereld om je heen bekijken vanuit de theorie van Maslow en de acht drijfveren van voortbestaan kan een heel nieuw licht op de wereld werpen. Kan het ook ons helpen richting te geven aan onze toekomst? Welke voortbestaans strategieën en patronen zijn tot nu toe succesvol geweest voor de mensheid, en zijn deze patronen te gebruiken om het toekomstige voorbestaan hiermee te vergroten?

Geloof niets, maar begrijp zoveel mogelijk als je kunt.

1) Wetenschap

Als eerste is het onderzoeken en begrijpen van de wereld om ons heen zeer nuttig gebleken. De wetenschappelijke methode is ontwikkeld om zo open en objectief mogelijk kennis te vergaren. Kennis die berust op herhaalbaarheid en niet op autoriteit. Deze manier van de wereld benaderen is buitengewoon waardevol geweest. Veel van de uitvindingen die het leven voor mensen enorm verbeterd hebben zijn via deze weg tot ons gekomen. Het lijkt dan ook verstandig om deze methode te blijven volgen en zo objectief en praktisch mogelijk de wereld om ons heen te blijven verkennen.

2) Open communicatie

Een andere nuttig gebleken strategie is het uitwisselen van ideeën tussen mensen. Dit begon met gesproken taal via volksverhalen en liederen. Later werd dit aangevuld met het schrift en de boekdrukkunst waardoor ideeën veel breder verspreid konden worden, en gemakkelijker bewaard konden blijven. Met de uitvinding van het internet is de uitwisseling van ideeën tussen mensen nog veel gemakkelijker geworden. Laten we er dan ook voor zorgen dat ieder mens in de wereld zo snel mogelijk toegang krijgt tot het internet.
Er is daarna nog slechts één grote barrière die wereldwijde uitwisseling van ideeën tussen alle mensen van de aarde in de weg staat en dat is het feit dat mensen over de wereld allemaal verschillende talen spreken. Het Esperanto probeert deze laatste barrière uit de weg te ruimen. Esperanto is speciaal ontworpen om de mensheid te verenigen in een gezamenlijke taal die nationaliteit overstijgt en eenvoudig te leren is.
Met het oplossen van de taalbarrière, op welke manier dan ook, in combinatie met toegang tot het internet voor alle aardbewoners zal voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid optimale communicatie tussen alle mensen van de wereld mogelijk zijn. Een toename in de uitwisseling van ideeën tussen mensen is in het verleden altijd zeer positief voor het voortbestaan van de mens geweest. Dit lijkt dan ook iets waar we ons actief voor in zouden moeten zetten.

3) Hernieuwbare energie

De beschikbaarheid van energie en grondstoffen is een derde belangrijke factor. Het begin van de landbouw kan gezien worden als het begin van het systematisch oogsten van zonne-energie in een vorm die voor mensen bruikbaar was, namelijk eetbare planten. Later ontdekte de mensheid fossiele brandstoffen, geconcentreerde vormen van zonne-energie verzameld over miljoenen jaren. Hier maken we nog steeds veel gebruik van maar velen beseffen zich inmiddels goed dat deze fossiele brandstoffen vroeger of later opraken. Daarbij kennen ze ook de nodige nadelen zoals milieuvervuiling en de vele conflicten die er wereldwijd over worden uitgevochten. Inmiddels zijn er gelukkig dan ook volop technologieën beschikbaar die hernieuwbare energiebronnen zoals de zon, wind, water, getijden, aardwarmte, geothermie, etc. kunnen oogsten.

Een oppervlak ter grootte van Frankrijk is nodig om de hele wereld in de jaarlijkse energiebehoefte te voorzien met zonne-energie. Er zijn woestijnen en oceanen waar zonne-energie relatief gemakkelijk is op te vangen zonder destructie van natuur. Het veelvuldig oogsten van hernieuwbare energie kan wellicht voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid zorgen voor een overvloed van energie zonder conflicten. Er is immers genoeg voor iedereen en het is overal beschikbaar als je de technologie installeert om het te oogsten. En van techniek is altijd gebleken dat hoe meer je het gebruikt, hoe goedkoper het wordt. Door grootschalig direct de energie van de zon en andere hernieuwbare bronnen te gaan oogsten kan energie telkens goedkoper worden en kunnen alle mensen hier in overvloed toegang tot hebben.

Op het gebied van grondstoffen is het vooral belangrijk hier op een cyclische manier mee om te gaan, als je je grondstoffen telkens hergebruikt kan er enorm veel werk en afval worden bespaard op de langere termijn. Ook wordt het met veel hernieuwbare en goedkope energie mogelijk grondstoffen uit zeewater te gaan winnen wat ons een praktisch oneindige bron aan grondstoffen kan opleveren.

4) Ruimtevaart

Een vierde strategie is het exploreren van nieuwe gebieden om te leven. Goede en snelle verbindingen via weg, spoor, water en de lucht zorgen ervoor dat mensen en materialen zich snel kunnen verplaatsen over de planeet als dat wenselijk of nodig is. Een goede en bij voorkeur energiezuinige efficiënte infrastructuur die mensen over de wereld met elkaar verbindt zal het voortbestaan verder vergroten.

En nu het aardoppervlak volledig in kaart is gebracht is het logisch om ook buiten de aarde te gaan kijken. Wellicht kunnen we zo het leven van de aarde verspreiden buiten onze aardbolRuimtevaart geeft de mensheid daarnaast een gezamenlijk uitdagend doel waar we allemaal voordeel van kunnen hebben. Sterker nog als de mensheid niet de stap maakt naar andere planeten stopt ons voortbestaansspel hier op aarde op termijn vanzelf.

5) Vreedzame samenwerking

Vreedzame samenwerking is een laatste strategie om een goed voortbestaan voor de mensheid te realiseren. In het verleden is maar al te vaak gebleken wat een enorm verlies de mensheid lijdt als ze in conflict treedt met zichzelf. Het onderstaande filmpje van Carl Sagan laat helder zien hoe onnozel deze conflicten eigenlijk zijn als we naar het grotere plaatje kijken.

 

Met voortbestaan als praktisch idee kunnen we de wereld van vandaag beter en slimmer inrichten. Ook kan er een duidelijk en constructief pad voor de toekomst mee worden uitgezet. Met deze kennis kan er direct en op een praktische manier worden begonnen om het voortbestaan van ons allen te vergroten.

“Do the best you can, with what you have, where you are.
We are the people we have been waiting for, now is the time.”
Anonymous

Aanverwante artikelen en informatie:
-) De Happy Planet Index
-) Permacultuur in Nederland
-) Tegenlicht over Permacultuur: Groen Goud
-) Transition Towns met Rob Hopkins
-) Transitie naar een Olie Arme Toekomst
-) Tegenlicht over Power to the People
-) Tegenlicht over Cleantech, de schone toekomst 
-) Tegenlicht over Cradle to Cradle
-) 21 leefregels gebaseerd op gezond verstand
-) De 30 universele rechten van de mens
-) Goedkoop op wereldreis, drie strategieën
-) Compassievolle Communicatie
-) Het spel dat je leven met 10 jaar kan verlengen
-) Menselijke seksualiteit nader bekeken

Aanverwante filosofische artikelen:
-) Diversiteit, de bouwsteen van het leven
-) Het begin en einde van goed en kwaad
-) Eigen en sociale identiteit
-) Ego: het strategische zelf
-) Een revolutie in het eigen denken
-) Alan Watts over de aard van bewustzijn
-) De dood, een verkenning
-) Eindeloos Bewustzijn
-) DMT – The Spirit Molecule
-) Geloof is de oorzaak van zowel identiteit als lijden
-) Volg je hoogste passie, met integriteit en zonder verwachtingen
-) Tijd en Aandacht

Aanverwante artikelen en informatie over persoonlijke vrijheid en zelfeigenaarschap
-) Youtube kanaal Larken Rose
-) The Story of the Tiny Dot
-) The Non Aggression Principle
-) Larken Rose in de rol van een Statist
-) De plantage van koning Willem
-) Als jij koning zou zijn
-) Intensieve menshouderij
-) Josie The Outlaw over zelfeigenaarschap
-) Discussie over Voluntarism vs Authority
-) Lezingenserie over The Natural Law or The Real Law of Attraction door Mark Passio
-) Het einde van al het kwaad, een boek van Jeremy Locke
-) Het meest gevaarlijke (bij)geloof, een boek van Larken Rose
-) Bashar, volg je hoogst passie met integriteit en zonder verwachtingen

(Op het internet hebben de lezers de macht! Zij bepalen welke informatie de wereld rond gaat! U bent zich er misschien niet van bewust, maar als elke lezer een link stuurt naar 3 geïnteresseerde personen, dan zijn er maar 20 stappen nodig om 3,486,784,401 mensen te bereiken! Wil je dat zien gebeuren? Gebruik je macht! Dit stuk mag dan ook vrij door iedereen overgenomen worden op websites, blogs, of om door te sturen aan familie, vrienden, kennissen  collega`s, politici, bankiers, economen, professoren, politie agenten, etc. graag zelfs hoe meer mensen dit weten en erover meediscussiëren hoe beter. Zet a.u.b. wel de bron erbij zodat mensen mee kunnen doen in de discussie hieronder als ze dat willen.)

Macht

Wikipedia definieert macht vanuit de sociale wetenschappen als volgt: Macht is het vermogen van personen of groepen om andere personen, groepen of zaken de wil op te leggen, eventueel tegen de wensen of belangen van die anderen in.

De huidige piramide van macht, onderdanen betalen via het systeem van rente (onbewust) geld aan een kleine elitie die dit nuttig gebruiken om hun eigen positie via de mainstream media en waar nodig met geweld in stand te houden.

Als je het in termen van voortbestaan zou uitdrukken is macht het in staat zijn zelf (beter) voort te bestaan ten koste van een gedeelte van het voortbestaan van anderen. Kortom je laat anderen (een gedeelte van) het werk doen voor jouw voortbestaan. Als we vanuit voortbestaan kijken naar macht dan is het doel even kort door de bocht gezien vaak driedelig. Het verkrijgen van een goed/beter territorium,  toegang tot waardevolle hulpbronnen voor het voortbestaan zoals voedsel etc. en een toename in paringskansen. In die zin is de behoefte naar macht en het streven naar macht vanuit de biologie volledig logisch te verklaren.

Als we kijken naar onze meest directe verwanten in de biologie dan kunnen we wellicht een beeld krijgen hoe macht bij aapachtige groepsdieren werkt. Frans de Waal deed een uitgebreide studie en schreef er een boek over met de titel: Chimpansee politiek, macht en seks onder mensapen. Het beeld wat hierin naar voren komt is zeer interessant. Als eerste zijn het bij Chimpansees vooral de mannetjes die om de macht strijden en dit heeft een evolutionaire reden, mannetjes met de meeste macht in de groep hebben het eerste recht om te eten en hebben het recht om met de meeste vrouwtjes te paren. Alleen door dit laatste feit krijg je het effect dat de machtsbeluste mannetjes meer nageslacht krijgen en dus heb je de evolutionaire basis voor een systeem waarin de mannetjes naar macht streven.

Chimpansees verkrijgen hun macht doordat ze in staat zijn hun concurrenten te intimideren met geweld of de dreiging van geweld. Dit kan individueel zijn maar ze kunnen ook coalities met andere mannetjes aangaan om zo naar de top van de macht te klimmen.

Maar er zitten niet alleen maar voordelen aan het hebben van de machtspositie. Voor de dominante aap zelf is het vaak een enorm stressvolle positie om in te zijn omdat al de concurrenten behoefte hebben om de positie over te nemen. Oftwel elk voordeel heeft zijn nadeel. In het boek van Frans de Waal worden de meest machtige apen dan ook vaak niet zo oud.

Maar hoe zit dit eigenlijk bij mensen, wat zijn de evolutionaire drijfveren bij mensen naar het vergaren van macht? En wat zijn bij mensen de strategieën om macht te verwerven? Via welke mechanismen wordt er momenteel macht uitgeoefend? En naast de voordelen van macht wat zijn bij mensen de nadelen van macht?

Het boek van Robert Greene, De 48 wetten van de macht is wellicht een interessante introductie in menselijke machtsstrategieën. Hieronder een drietal fragmenten.

Wet 11 Maak mensen van u afhankelijk – en houd dat zo

Om uw eigen onafhankelijkheid te kunnen handhaven moet u ervoor zorgen dat u volstrekt onmisbaar wordt. Hoe meer men op u leunt en steunt, hoe groter uw vrijheid is. Zorg ervoor dat mensen voor hun geluk en voorspoed van u afhankelijk zijn en u zult niets te vrezen hebben. Vertel ze echter niet zoveel dat ze het eventueel toch nog zonder u zouden kunnen stellen.

Wet 27 Mensen lopen graag gedwee achter het vaandel aan – maak daar gebruik van

Mensen hebben veelal een sterk verlangen om ergens in te geloven. Maak van dat verlangen gebruik en geef ze een zaak waarvoor ze kunnen strijden, verschaf ze een nieuw geloof Houd uw woorden vaag maar vol belofte: leg sterker de nadruk Op enthousiasme dan Op rationaliteit en helder denken. Verschaf uw nieuwe discipelen een ritueel, vraag ze offers voor u te brengen. In een tijdsgewricht zonder georganiseerde religies en grote geesten zal uw nieuwe geloof u ongekende macht verlenen.

Wet 48 Word vormloos

Wie een vorm kiest door een helder plan te hanteren, stelt zich bloot aan aanvallen. Blijf liever buigzaam en in beweging in plaats van een vorm aan te nemen die uw vijand houvast biedt. Accepteer het feit dat niets zeker, dat geen wet onwrikbaar is. De beste manier om u te beschermen is vormloos en vloeibaar te zijn als water gok nooit op bestendigheid. Alles verandert.

Berlusconi deed precies wat biologisch gezien het voordeel van machtsvergaren is, het aantal paringskansen vergroten.

Gezien de voordelen die macht oplevert voor het voortbestaan is het duidelijk dat er altijd een streven naar macht zal zijn. Echter is deze strijd niet in een bepaalde vorm te gieten die voor zoveel mogelijk mensen in het voordeel werkt? Of kunnen de motieven voor macht niet ook op een andere manier worden ingevuld? Hoe zouden de machtsstructuren van de toekomst eruit kunnen zien mocht het huidige systeem van macht een update nodig hebben?

Eigen en sociale identiteit

Identiteit wordt omschreven als datgene wat we denken dat we zijn in onze eigen ogen. Dit kan vele verschillende zaken omvatten, onze bezittingen, onze relaties, ons werk, ons uiterlijk, onze gedachten, onze interesses etc.

In het verlengde daarvan is sociale identiteit het bewustzijn van een persoon tot een bepaalde groep te behoren, en door anderen als zodanig behandeld te worden. Beide concepten zijn fundamenteel aan hoe we ons leven beleven. Daarom eens een wat dieper onderzoek in deze twee concepten.

De eigen identiteit

Onze eigen identiteit komt zeer dicht bij de vraag van wie we eigenlijk zijn. Sommige mensen zijn zich sterk van hun eigen identiteit bewust maar anderen, waaronder verschillende filosofen hebben in deze vraag een aanleiding gezien om te speculeren over de aard van onszelf.

visionaire revolutie
Wie ben ik, is de vraag die mensen al vanaf het begin der tijden zichzelf hebben gesteld, en waar we eigenlijk nog nooit helemaal uit zijn. – Vitruvius Man, publiek domein

In aanvulling hebben ook vele religies geprobeerd een helder antwoord op deze vraag te vinden. Filosofen en religies zijn zo onder andere tot concepten als de ziel, de geest, het verstand, het ego, zelfbewustzijn, het lichaam, de relatie met de wereld om ons heen, etc. als antwoord gekomen.

Sommige mensen vonden deze vraag zo moeilijk dat ze aan de andere kant zijn begonnen. Ze hebben geprobeerd uit te sluiten wat we niet zijn. Zo zijn we volgens sommige ideeën niet ons bezit, niet onze relaties, niet ons lichaam, niet onze hersenen, niet ons verstand en ook niet onze gedachten.

Over de vraag wie en wat we zijn wordt  al sinds het begin der tijden nagedacht en het is wellicht aan iedereen zelf om daar een bevredigend antwoord te vinden. Als we het op een praktisch niveau bekijken dan willen we zo goed mogelijk voortbestaan, we willen graag gelukkig zijn en zo min mogelijk lijden.

Een hedendaagse scan met MRI. (Wikimedia commons)
Onderzoek eerst je gedachten voordat je ze gaat geloven. Oftewel geloof niet alles je denkt. Een hedendaagse scan met MRI. (Wikimedia commons)

Ons lijden kan echter rechtstreeks voortkomen uit wat we geloven wat we zijn of wat we denken. Een dame die een interessante methode heeft ontwikkeld om de gedachten die je gelooft te onderzoeken is Byron Katie. Zij zegt dat mensen vaak hun gedachten geloven zonder dat ze deze goed onderzoeken.

Doordat we geloof hechten aan gedachten die niet in overeenstemming zijn met de realiteit ontstaat lijden. Een interessante theorie die overeenkomt met veel Oosterse religies en filosofieën.

Het interessante van Byron Katie is echter dat ze mensen een praktische methode aanreikt om hun stressvolle gedachten te onderzoeken. Zij roept mensen op om de gedachten die stress of andere onwenselijke gevoelens oproepen aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Geloof dus niet je gedachten zonder ze eerst te onderzoeken. Zij doet dit met behulp van de volgende 4 simpele vragen en een methode om de stressvolle gedachte daarna van verschillende kanten te belichten.

1) Is het waar?
2) Kun je absoluut weten dat het waar is?
3) Hoe reageer je, wat gebeurt er als je die gedachte gelooft?
4) Wie zou je zijn zonder de gedachte? Draai het concept dat u in twijfel trekt om en zorg ervoor dat u van elke ommekeer ten minste drie echte, specifieke voorbeelden vindt.

Abraham Lincoln leidde de Unie tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Hij was een goede leider omdat hij zowel een goede machiavellist was, als een idealist.
Heb jij ideeën of hebben ideeën jou? – Abraham Lincoln, public domain

Op haar website is veel over deze simpele methode van onderzoek te vinden. Daarbij legt ook de volgende film haar methode duidelijk uit. Hoewel deze film naar mijn menig wat zweverig is aangezet is haar methode om je gedachten te onderzoeken buitengewoon effectief en kan deze methode tot zeer nuttige inzichten leiden. Kortom probeer even langs de New Age achtige vorm te kijken en je vooral te richten op de inhoud. En probeer haar methode vooral zelf ook uit in de praktijk. Onderzoek een aantal stressvolle gedachten van jezelf zodat je kunt kijken of deze methode voor je werkt of niet.

Onderzoek je gedachten met deze methode en zo zou je maar zo eens bij je werkelijke identiteit kunnen uitkomen, als dat concept zelf in ieder geval niet ook een stressvolle gedachte is

Sociale identiteit

Met veel humor behandelt Morris onderwerpen als seks, status, creativiteit en intelligentie in de menselijke dierentuin die de wereld is geworden.

Dan een stapje breder, het concept sociale identiteit. Desmond Morris is een schrijver die veel onderzoek heeft gedaan naar de mens en het gedrag van de mens door naar onze biologische achtergrond te kijken. Als auteur van o.a. “De Naakte Aap“, en “De Mensentuin“, was hij een van de eerste mensen die het begrip sociale identiteit omschreef.

Hij zegt dat mensen net zo veel behoeft aan sociale identiteit hebben als aan eten en drinken. Juist vanwege onze historische wortels als groepsdier. Wat hij bedoelt met sociale identiteit is dat mensen zichzelf identificeren als een onderdeel van een bepaalde groep. Uit die identificatie halen zij sociale waarde en een gevoel van sociale stabiliteit.

Een paar voorbeelden van sociale identiteit; ik ben een fan van sportclub x,  ik ben Nederlander/Belg/etc, ik ben onderdeel van geloofsgemeenschap y, ik ben een man/vrouw, ik ben hetero/bi/homoseksueel etc. Kortom er zijn oneindig veel sociale identiteiten.

Mensen bouwen een sociale identiteit op uit vele verschillende bronnen en mensen kunnen dus vele verschillende sociale identiteiten tegelijkertijd hebben, zolang ze maar van een verschillende orde zijn en niet met elkaar in conflict treden. Volgens Desmond Morris geven deze identificaties een rust en stabiliteit die nodig is voor groepsdieren. Het heeft echter ook een keerzijde.

Door een bepaalde identiteit aan te nemen kan deze identiteit ook bedreigd worden en kunnen mensen juist fel ten strijde trekken tegen identiteiten op eenzelfde niveau die zij als bedreigend of concurrerend ervaren. Voorbeelden hiervan zijn voetbalfans van club A die een hekel hebben aan voetbalfans van club B. Als je je heel sterk een christen voelt dan kan juist een andere religie bedreigend overkomen voor je identiteit. Dit ziet Morris als de schaduwkant van sociale identiteit.

Zodra je kiest heb je zelf een identiteit maar daardoor kan die identiteit ook bedreigd worden. Volgens Morris is de behoefte een sociale identiteit zo sterk dat mensen bereid zijn voor deze sociale identiteit desnoods te sterven. Dit biologisch verklaarbare mechanisme is helaas dan ook in veel gevallen de reden achter conflicten. Van confrontaties van voetbalhooligans tot burgeroorlogen in een land tot oorlogen tussen nationaliteiten en zelfs eeuwen durende oorlogen die de oorsprong vinden in de religieuze identiteit van mensen.

Nationale identiteit is een overduidelijke vorm van sociale identiteit zoals Desmond Morris het omschrijft. De geschiedenis laat zien hoeveel belang mensen hechten aan deze sociale identiteit en dat ze bereid zijn eventueel voor die identiteit te sterven.
Hoe vloeibaar is identeit? Het Ying Yang symbool laat eigenlijk al zien dat elke identiteit automatisch een klein deeltje van een tegenovergestelde identiteit bevat. Identeit bestaat namelijk bij de gratie van andere vergelijkbare identiteiten op hetzelfde niveau. Hoe zinloos is het om jezelf Nederlander te noemen als er geen andere landen zouden zijn? – Deedster, Pixabay

Interessant genoeg geeft Morris ook een gereedschap om confronterende identiteiten tot vrede met elkaar te brengen. Volgens hem kun je een conflict oplossen door naar een overkoepelende identiteit van beide sociale identiteiten te zoeken en deze te benadrukken. Je zou de Feyenoord en Ajax fans die tegen elkaar strijden vanwege hun verschillende identiteit op hetzelfde niveau bijvoorbeeld kunnen laten samenkomen in het feit dat ze beide liefhebbers van voetbal zijn, een gezamenlijke identiteit. Gezamenlijk zouden ze wellicht graag ten strijde trekken tegen liefhebbers van een andere sport. Zou je die twee groepen dan weer vredig willen samenbrengen dan zou je moeten benadrukken dat het allemaal sportliefhebbers zijn. Zet dat weer tegen kunstliefhebbers en je zou weer een conflict uit kunnen lokken, etc.

Als je dit mechansime van sociale identiteit eenmaal begrijpt gaat er een wereld van mogelijkheden open. Kijk bijvoorbeeld naar de reclamewereld die hun producten vaak proberen te verkopen alsof je een (sociale) identiteit koopt.

Verder is het te gebruiken om conflicten op te lossen of juist om conflicten te starten. Immers hoe makkelijk is het voor iemand om een bepaalde identiteit heel sterk te benadrukken, deze “superieur en/of goed” te verklaren en dan daar een “minderwaardige en/of slechte” maar gelijksoortige identiteit tegenover te zetten.

Juist een andere identiteit kan een sterker gevoel voor de eigen identiteit opleveren en dit zo meer “waarde” geven. Dit spelletje wordt ook wel -verdeel en heers genoemd- en werd al uitgebreid door onze voorouders gespeeld. Ook tegenwoordig wordt nog steeds overal om ons heen gebruikt in de maatschappij.

De behoefte aan sociale identiteit van mensen, en het gemak waarmee machthebbers hierop mensen tegen elkaar uit kunnen spelen is volgens Morris de reden dat de mensheid nooit wereldvrede zal kennen.

Volgens Morris is de behoefte aan sociale identiteit en het gemak waarmee dit mechanisme is uit te buiten de reden dat de mensheid wellicht nooit zonder interne conflicten zal zijn. Hoe treurig is dit echter als we beseffen dat veel geweld niets meer is dan een conflict tussen gecreëerde identiteiten waar mensen sterk in geloven en dus aan vasthouden. Wellicht is het puur een zaak van een overkoepelende identiteit te vinden waar alle mensen zich in kunnen vinden.

Om mensen in vrede met elkaar te laten leven zou bijvoorbeeld de identiteit mens sterk kunnen worden benadrukt. Dit onderstaande fragment van de Dalai Lama lijkt dat op een succesvolle manier te doen.

Tot zover de verdieping in sociale identiteit. Twee vragen voor de lezers. Wat zijn de ideeën over de eigen identiteit oftewel wie of wat ben ik? En, wat voor overkoepelende sociale identiteiten zijn er te vinden zodat mensen op grote schaal wellicht vrediger met elkaar om zouden kunnen gaan?

Of mensen nu mooi en vriendelijk of onaantrekkelijk en storend zijn, uiteindelijk zijn ze mensen, net als jijzelf. Net als zijzelf willen ze geluk en geen lijden. Bovendien is hun recht om lijden te overwinnen en gelukkig te zijn gelijk aan dat van jezelf. Als je nu erkent dat alle wezens gelijk zijn in zowel hun verlangen naar geluk als hun recht om het te verkrijgen, voel je automatisch empathie en nabijheid voor hen.

Door je geest te laten wennen aan dit gevoel van universeel altruïsme, je ontwikkelt een verantwoordelijkheidsgevoel voor anderen: de wens om hen actief te helpen hun problemen te overwinnen. Deze wens is ook niet selectief; het geldt in gelijke mate voor iedereen.

Zolang het mensen zijn die net als jij plezier en pijn ervaren, is er geen logische basis om onderscheid te maken tussen hen of om je bezorgdheid voor hen te veranderen als ze zich negatief gedragen.

Dalai Lama

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Webiste Byron Katie met haar methode The Work
-) Wikipedia over Desmond Morris en zijn werk
-) Ego, het strategische zelf
-) Ego vs. Zelf
-) In het licht van voortbestaan
-) Diversiteit, de bouwsteen van het leven
-) Het begin en einde van goed en kwaad
-) Eigen en sociale identiteit
-) De dood, een verkenning
-) Eindeloos Bewustzijn

(Op het internet hebben de lezers de macht! Zij bepalen welke informatie de wereld rond gaat! U bent zich er misschien niet van bewust, maar als elke lezer een link stuurt naar 3 geïnteresseerde personen, dan zijn er maar 20 stappen nodig om 3,486,784,401 mensen te bereiken! Wil je dat zien gebeuren? Gebruik je macht! Dit stuk mag dan ook vrij door iedereen overgenomen worden op websites, blogs, of om door te sturen aan familie, vrienden, kennisen, collega`s, politici, bankiers, economen, professoren, politie agenten, etc. graag zelfs hoe meer mensen dit weten en erover meediscussiëren hoe beter.  Zet a.u.b. wel de bron erbij zodat mensen mee kunnen doen in de discussie hieronder als ze dat willen.)

Een Syrische vluchteling aan het werk als kapper in het Za'atari vluchtelingenkamp in Jordanië. Bron: UNHCR

Kan neokolonialisme het Midden Oosten redden?

Met uitzondering van enkele stabiele staten zoals Marokko en Jordanië, kunnen we concluderen dat het Midden Oosten van nu een disfunctionele ellende is. Kunnen we door neokolonialisme wat aan doen?

Erfenis van het Ottomaanse Rijk en kolonialisme
Aan het einde van de negentiende eeuw stortte het Ottomaanse Rijk in elkaar. Gebieden die voor de Ottomanen vooral verliesposten waren, zoals Noord-Afrika en het Midden Oosten, vielen het eerst ten prooi. Het Ottomaanse bestuur was gebaseerd op de islamitische wetgeving (soennitische variant), de sharia, maar kende vergeleken met bijvoorbeeld het Saoedische regime of IS een liberale praxis. Zo kenden etnische en religieuze minderheden, zoals Druzen of Koerden, tot op zekere hoogte zelfbestuur en waren er vrijheden, zoals openlijke homoseksualiteit en het drinken van alcohol, die je in een streng islamitisch land als Mauritanië of Iran nu maar beter uit je hoofd kan laten en in het geval van homoseksualiteit zelfs in het toenmalige Europa nog ongekend waren. Geregeld waren er perioden van religieuze zuivering, als een meer fundamentalistische sultan aan de macht kwam.

Een Syrische vluchteling aan het werk als kapper in het Za'atari vluchtelingenkamp in Jordanië. Bron: UNHCR
Een Syrische vluchteling aan het werk als kapper in het Za’atari vluchtelingenkamp in Jordanië. Bron: UNHCR

Na de kolonisatie door de Britten en de Fransen, of zoals in Libië, de Italianen, werd er in de meeste gevallen Romeins burgerlijk recht ingevoerd naar het model van de kolonisator. Dit betekende bijvoorbeeld de afschaffing van de slavernij en een einde aan de politieke achterstelling van vrouwen en niet-islamieten. Ook werd er het begin van een moderne staat en onderwijssysteem opgezet. Dit waren zonder meer positieve ontwikkelingen. Minder positief was de verdeel-en-heerspolitiek van de kolonisatoren en de arbitraire grenzen die ze trokken. Zo werd het woongebied van de Koerden, een volk van meer dan dertig miljoen mensen, opgedeeld onder vijf staten. De verdeel en heerspolitiek kweekte veel afgunst onder de bevolking van onder meer Syrië en Irak. Beide werden een bron van veel bloedvergieten.

Hoe zou neokolonialisme er uit moeten komen te zien?
De eerste stap is het vestigen van militair fiat, dat wil zeggen: onbetwiste militaire heerschappij. Een gebied zou onder beheer moeten komen van een vredesmacht van de Verenigde Naties (“mandaatgebied”). Er komt zero tolerance voor haatpredikers; deze worden in een TBS-kliniek opgesloten.

Hier zouden elementaire onderwijs-, medische en bestuurlijke voorzieningen moeten worden getroffen, waarbij het e-government concept een grote rol kan spelen. Om dit te bekostigen zouden rijke landen zoals die van de Europese Unie, Noord Amerika, Japan en het Arabisch schiereiland enige bijdragen moeten leveren. Deze bijdragen zouden in natura kunnen zijn, denk aan voedsel en medicijnen. Hiervan is er in principe een enorme overcapaciteit in de fabrieken; het zou maar weinig kosten om extra te produceren. In principe zijn er nu exponentiële technieken, waarmee voor ongeveer vijfduizend euro per vluchtelingengezin zaken als zonne-energie, waterzuivering, onderdak, computers en kleding zijn te regelen. Om tien miljoen mensen te voeden (een ruwe schatting van het aantal op dit moment ontheemde mensen in het Midden Oosten) zou je als aanvulling van voedselhulp en lokaal geproduceerde landbouwgewassen, groente en fruit, op afvalwater eendenkroos kunnen kweken.

Zelfstandig worden
Werk heeft drie grote voordelen: het brengt welvaart, het verdrijft de verveling en vergroot het gevoel voor eigenwaarde. De manier waarop vluchtelingenkampen nu zijn opgezet is daarom ook fundamenteel verkeerd. In principe kunnen de vluchtelingenkampen veel beter en ook goedkoper gerund worden als vluchtelingen zelf zoveel mogelijk doen en er ook fabrieken, kantoren en werkplaatsen met Fablabs komen. Fabrikanten en bedrijven kunnen werk uitbesteden naar vluchtelingenkampen via telewerken en telepresence. Uiteraard komt er ook goede scholing via open-source leermaterialen. Waarschijnlijk zal het ontbreken van onnodige regelgeving en de sociale stabiliteit een enorme economische boom opleveren. De vluchtelingen beginnen letterlijk uit het niets, waardoor “blue ocean” oplossingen mogelijk zijn.

Zelfbestuur
Uiteraard is de meest gewenste situatie dat niet anderen, maar de vluchtelingen zelf hun lot in eigen hand nemen. Daarom moet begonnen worden met beperkt zelfbestuur op lokaal niveau. Vanzelfsprekend worden alle partijen op salafistische en andere politiek-islamitische grondslag verboden. Hierdoor leren de mensen om te onderhandelen en samen te werken met andere partijen. Naarmate de politieke ervaring groeit, kunnen er grotere eenheden worden gevormd, waarna de zelfstandigheid stap voor stap toeneemt.

Wetsregels: piekregulering en de last van complexiteit

De laatste jaren is het aantal wetten en regels geëxplodeerd. Steeds meer mensen vragen zich af of dit gewenst is. Ook binnen de rechterlijke macht zelf, die zucht onder de gevolgen van steeds meer, dikwijls conflicterende of dubbelzinnige, rechtsregels, gaan stemmen op om de wildgroei aan wetten en regels aan te pakken. In onderstaand stuk, ons toegezonden door lezer Alexander van Steenberge, een analyse van de problematiek.

De 106 geboden

1. REGELDICHTHEID – Geen maatschappelijk probleem te klein of te groot, of de regelgever laat er zijn licht op schijnen.  Elk maatschappelijk probleem krijgt een papieren antwoord in de vorm van een ronkende rechtsregel.  Zowel op Europees, nationaal, als lokaal niveau lijkt het aantal regelgevende initiatieven exponentieel toe te nemen waarbij de regelgever zich op nieuw terrein waagt en bestaande regels aan de lopende band verandert.  Aangejaagd door economische, sociale en financiële crises, onveiligheid, overlast, dreiging van terrorisme, ecologische rampspoed en steeds complexer wordende samenleving legt de regelgever een rits verplichtingen op waarvan de naleving wordt afgedwongen door strafrechtelijke of administratieve sancties of door administratieve en andere maatregelen.   Dit leidt tot een enorme regeldichtheid.

2. Elk maatschappelijk probleem wordt gereduceerd tot de vaststelling dat er onvoldoende rechtsregels zijn of het sanctioneringsapparaat onvoldoende krachtig is.  â€˜Maar is wetgeving het panacee voor elke maatschappelijke uitdaging?’; ‘Leiden de goede bedoelingen die achter de zoveelste reparatiewet schuilen, tot maatschappelijke vooruitgang?’; en ‘Is de burger gebaat bij een toenemende complexiteit van het recht?’.  Intuïtief voelt men aan dat op deze vragen een negatief antwoord moet worden geformuleerd.  De eerste reden is dat elk wetgevend optreden steeds met een last gepaard gaat, die niet altijd zichtbaar is met het blote oog.  Ten tweede zijn rechtsregels niet in staat om een complexe samenleving van alle onheil te behoeden en kunnen soms zelf aanleiding geven tot ongewenste effecten.  Ten derde is er de kost van complexiteit.  De last van een bijkomende rechtsregel als er al veel rechtsregels zijn, neemt meer dan evenredig toe.    De ironie wil dat hoe meer er wordt geregeld, hoe groter de rechtsonzekerheid en het gevoel van willekeur wordt.  De rechtsonderhorige raakt het overzicht stilaan kwijt.  Gevoelens van machteloosheid, willekeur en vervreemding zijn stilaan zijn deel.  De regelgever heeft voor dit alles te weinig oog bij de opmaak van nieuwe regels.  De regelgever vergeet te vaak dat een stortvloed aan regels een reeks van verborgen kosten met zich meebrengt.

 

De last van rechtsregels

3. INLEIDING – De inwerkingtreding van een nieuwe of gewijzigde rechtsregel wordt steeds vergezeld van een last.  Nieuwe of gewijzigde regels vergen inspanningen van de rechtsonderhorige.  Minimaal bestaat de last uit de tijd die nodig is om zich te vergewissen van de inhoud van deze rechtsregel.  Bijkomende lasten bestaan uit de inperking van de keuzevrijheid van de rechtsonderhorigen alsook uit  de inspanningen die de rechtsonderhorige dient te leveren zijn om zich te conformeren aan de nieuwe verplichtingen.

4. KENMERKEN – De lasten als gevolg van rechtsregels vertonen de volgende kenmerken.  Ze zijn niet louter economisch becijferbaar (a).  Ze kunnen zowel direct als indirect zijn (b).  Ze leiden tot een verlies van doelmatigheid (c).  Ze zijn zichtbaar of verborgen (d) en nemen meer dan evenredig toe naarmate de regelgeving complexer wordt (e).

 

(a) RUIM – De lasten die gepaard gaan met rechtsregels zijn veel ruimer dan een economisch becijferbare geldwaarde.  Deze lasten kunnen vele vormen aannemen.  Het kan bestaan uit het verlies van vrijheid, het minder beschikbaar zijn van tijd, of een toegenomen rechtsonzekerheid bij nieuwe en onduidelijke rechtsregels, etc.

(b) (IN)DIRECT – Nieuwe rechtsregels leiden ook tot indirecte kosten.  Een nieuwe rechtsregel gaat gepaard met de noodzaak om de naleving ervan te controleren en te sanctioneren, wat een bijkomend beslag legt op de werking van een bestuur of rechter.  Om de naleving van deze nieuwe rechtsregels te verzekeren, zullen middelen vanuit de openbare financiën moeten worden aangesproken.

(c) VERLIES DOELMATIGHEID – Het is niet alleen de burger die de prijs voor rechtsregels draagt, ook aan het bestuur worden talrijke verplichtingen opgelegd alvorens een bepaalde beslissing te nemen waardoor de doelmatigheid van het bestuur wordt aangetast.  De verplichte naleving van talrijke inhoudelijke en vormelijke voorwaarden kan een verlies van efficiëntie betekenen.

(d) ZICHTBAAR/VERBORGEN – De volledige last veroorzaakt door een rechtsregel is niet altijd voor directe constatering vatbaar.  Er is niet zelden sprake van verborgen lasten of opportuniteitskosten die de balans van de rechtsregel kunnen doen omslaan.

(e) EXPONENTIEEL – Naarmate de regelgeving toeneemt en complexer wordt, nemen de lasten meer dan evenredig toe.


Over wat men ziet en wat men niet ziet

5. REEKS EFFECTEN – Zoals Frédéric Bastiat, een negentiende-eeuwse Franse denker, stelt, heeft een wet niet één, maar een hele reeks gevolgen.  Van die gevolgen is enkel het eerste een onmiddellijk effect zichtbaar.  Het verschijnt tegelijk met de oorzaak, men ziet het.  De andere gevolgen verschijnen pas achteraf, men ziet ze niet, men kan van geluk spreken als we ze voorzien.  Het verschil tussen een slechte en een goede wetgever bestaat erin dat de slechte wetgever enkel naar het zichtbare gevolg kijkt, terwijl de goede wetgever zowel rekening houdt met het gevolg dat gezien kan worden, als met de gevolgen die voorzien moeten worden.  Het verschil is enorm, want het is bijna altijd zo dat als het onmiddellijk gevolg positief is, de latere gevolgen negatief zijn, en vice versa.

 

OPPORTUNITEITSKOST – Een regelgever dient bij het opmaken van een rechtsregel niet alleen de onmiddellijke tastbare gevolgen na de inwerkingtreding van de rechtsregel te zien, maar dient ook de verborgen gevolgen die het lichamelijk oog niet ziet, onder het geestesoog te brengen.  Dit is een moeilijke opdracht en daar onderscheidt een goede wetgever zich van een slechte wetgever.  Een goede wetgever wil vooruitziend zijn en zo goed mogelijk nagaan wat de effecten van de wet zullen zijn na publicatie in het Belgisch Staatsblad.  Zo zal de uitbetaling van een subsidie in de vorm van bijvoorbeeld een renovatiepremie een zichtbaar effect zijn van de regelgeving hieromtrent.  Evenwel dient dit geld van ergens anders te komen, met name van belastingen.  Dit geld kan dus niet voor andere doeleinden worden aangewend.  Dit kan als een opportuniteitskost worden aanzien.  Bij het instellen van nieuwe rechtsregels dient de regelgever deze opportuniteitskosten in kaart te brengen.

Wetten en zwarte zwanen : de toekomst is fundamenteel onzeker!

8. ONZEKERHEID – Een rechtsregel heeft uitwerking naar de toekomst toe.  De regelgever zal hierbij een inschatting moeten maken van de toekomst.  Evenwel is de toekomst fundamenteel onzeker waarbij net het onverwachtse kan gebeuren.  Hoe hard de regelgever ook probeert, het is voor hem onmogelijk om met zekerheid na te gaan hoe de samenleving er vanaf morgen zal uitzien.  De kennis van de regelgever is per definitie feilbaar.  Hij kan nooit met een volledige precisie de impact van een rechtsregel inschatten.  Hij kan daarbij niet de impact nagaan van wat hij niet verwacht.  Die feilbaarheid van kennis leidt tot twee gevolgen.  De regelgever kan  de mens of maatschappij niet behoeden voor toekomstig onheil, noch kan hij uitsluiten dat de rechtsregel onbedoelde en negatieve neveneffecten zal hebben.

BLACK SWANS – Nassim Nicolas Taleb stelt uitdagend dat de geschiedenis wordt gevormd door onverwachte gebeurtenissen die een grote impact hebben, de zogenaamde ‘Black Swans’.  De impact van een ‘Black Swan’ zal zo groot zijn, net omdat dit onverwacht is.  De kans op een dergelijke ‘Black Swan’ stijgt naarmate de complexiteit en bijgevolg ook de onderlinge afhankelijkheid en onvoorspelbaarheid toeneemt.  De wetgever kan bij het opstellen van wetten de negatieve ‘Black Swan’ niet vermijden.  De regelgever zal bij het uitvaardigen van regelgeving een inschatting moeten maken van de risico’s die hij met de rechtsregel wil aanpakken.  Zelfs indien de regelgever een juiste inschatting heeft gemaakt van het risico op het moment dat de rechtsregel wordt aangenomen, wat geen gemakkelijke taak is, evolueren risico’s dusdanig waardoor regelgeving niet langer adequaat is.  De naleving van regulering kan dan een schijn van zekerheid creëren, maar het is evenwel niet omdat een product, een bedrijf, een bank aan de verplichtingen opgelegd door regelgeving voldoet, dat deze niet zonder risico’s zullen zijn.

Hoewel de noodzaak om de gevolgen van nieuwe wetgeving zo zorgvuldig mogelijk in kaart te brengen, als een paal boven water staat, kan de regelgever de toekomstige feiten zelden voor zijn.   Het noodlottige is dat de regelgevers en beleidsmakers, hoe hard zij ook proberen, bij het maken van hun plannen steeds achter de feiten dienen aan te lopen.  Dit kan worden geïllustreerd aan de hand van de volgende twee voorbeelden:

  • De financiële crisis sloeg in 2008 zo hard toe, niet wegens een gebrek aan regelgeving of toezichthoudende instanties, maar omdat het risico in de loop van de jaren veranderde en vergrootte door de toenemende complexiteit van de producten en de toenemende onderlinge samenhang van de banken wereldwijd zonder dat dit werd begrepen.  Het systeemrisico werd daarbij ten zeerste onderschat.   De toen geldende regels waren wegens deze veranderende risico’s niet langer adequaat om een crisis van dergelijke omvang te vermijden.  De financiële crisis was onder meer het gevolg van de op in elkaar inwerkende ongewenste neveneffecten van effectisering (securitization) en de lage rente die als oplossingen werden beschouwd voor eerdere financiële crisissen.  Van defensieve goede huisvaderaandelen werden financiële aandelen in geen tijd bestempeld als zeer gevaarlijke en speculatieve beleggingen.

Tijdens de Europese top van Lissabon op 23 en 24 maart 2000 hebben de staatshoofden en regeringsleiders besloten om vóór 2010 van de Europese economie de meest concurrerende kenniseconomie van de wereld te maken die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang.  Niets blijkt minder waar te zullen zijn met heden ten dage een werkloosheid in Zuid-Europese landen die hoge toppen scheert.

9. NEVENEFFECTEN – Door de toenemende internationalisering en globalisering van de maatschappij en het economisch leven, wat een toename van complexiteit, onderlinge afhankelijkheid en onvoorspelbaarheid inhoudt, wordt het zicht op de gevolgen van regelgeving steeds troebeler.  W. Van Trommel stelt hieromtrent het volgende : “Zorgen over de houdbaarheid van de verzorgingsstaat bestaan al sinds de jaren zeventig, maar daar is een nieuwe zorg bijgekomen. In een open economie, die wereldwijd wordt gekenmerkt door steeds hogere handelingssnelheid, flexibiliteit en outsourcing van arbeid, lijkt het niet langer mogelijk om burgers in nationaal verband bestaanszekerheid te garanderen, zonder dat dit ernstige bijwerkingen heeft”.  Maatregelen houdende ontslagbescherming kunnen leiden tot een verlaging van het risico op ontslag van de reeds tewerkgestelde werknemer, maar leiden meestal tot een verschuiving van het risico naar de werkzoekende.  De sterkere ontslagbescherming kan er toe leiden dat bedrijven minder geneigd zullen zijn om mensen aan te werven en dat een investeringproject in een ander land wordt opgestart waardoor de zoektocht van de werkzoekende wordt bemoeilijkt.  Voor de regelgever is het vinden van een delicaat evenwicht geen sinecure.

 

Het tragische van wetten is dat deze uiteindelijk onmachtig zijn om negatieve zwarte zwanen te vermijden en zij tot ongewenste effecten aanleiding kunnen geven.  De regelgever zal de feiten dienen achterna te hollen.  De regelgever dient bewust te zijn van het onvolledig karakter van de informatie waarover hij beschikt en van het risico op ongewenste neveneffecten.  In die zin zou men verwachten dat de regelgever zijn bevoegdheid met mate, bedachtzaamheid en terughoudendheid zou uitoefenen.  Evenwel is de regelgever blind voor zijn eigen onmacht.  Er is zelfs sprake van wat men ‘de hybris van de wet’ kan noemen, dit is de hoogmoedige overtuiging dat een rechtsregel elk maatschappelijk probleem kan oplossen en de tussenkomst van de rechtsregel zal leiden tot een welhaast utopische werkelijkheid.

 

The only way to go is up!

10. INLEIDING – Het lijkt onomkeerbaar en onvermijdelijk : Het aantal rechtsregels neemt niet af, maar neemt stelselmatig toe.  Meer dan vroeger vertaalt de toegenomen maatschappelijke complexiteit zich in een wildgroei van rechtsregels.

11. GROEI COMPLEXITEIT – De achterliggende redenen voor de toenemende complexiteit zijn niet eenvoudig te achterhalen.  De historicus Joseph A. Tainter die de val van complexe samenlevingen heeft onderzocht in een poging hieromtrent een theorie te ontwikkelen, wijst erop dat de groei van maatschappelijke complexiteit dient om de maatschappelijke onrust weg te nemen of om een opportuniteit te benuttigen.  De regelgever voelt zich gedwongen om steeds nieuwe initiatieven te nemen om hiertegen hoofd te bieden.  Recente voorbeelden hiervan zijn de regelgevende initiatieven om de financiële, economische en milieucrises en de terreurdreiging tegen te gaan.  Het proces van complexiteit heeft de neiging om te versnellen.

12. EXPONENTIËLE GROEI – Waar er een groei van complexiteit gebeurt, zal dit meestal exponentieel zijn.  Zo leidt complexiteit op zich tot nog meer complexiteit.  Er zullen steeds nieuwe initiatieven moeten worden genomen om het gezag te legitimeren (a), waarbij de hedendaagse regelgever steeds meer zijn legitimiteit uit de preventiegedachte haalt (b).  Bijkomende regelgevende tussenkomsten zijn vereist omdat de rechtsonderhorige in reactie op wetgeving zijn gedrag zal wijzigen om aan de opgelegde last te ontsnappen (c).  De toegenomen complexiteit vergroot de kans op problemen, onzekerheid (d) en ongewenste neveneffecten (e).

(a) LEGITIMITEIT – Wie het gezag heeft, moet zijn legitimiteit steeds opnieuw aantonen en dient hiervoor nieuwe initiatieven te nemen.  Daarbij wordt de bestaande regeling als de minimumgrens aanzien.  Niets doen en alles bij het oude laten is daarbij geen optie.  Dit geldt des te sterker heden ten dage in een democratie waarbij het indienen van voorstellen en ontwerpen op de voet wordt gevolgd door de media en waarbij het gezag geen vanzelfsprekendheid meer is en steeds opnieuw moet worden verdiend via het realiseren van aansprekende, tastbare prestaties.

Volgens M. Van Eeten rust er in de politiek een taboe op onmacht en fatalisme omdat dit o.m. wordt geassocieerd met onverschilligheid en passiviteit.  Niets doen is nimmer een optie.  Als er zich een probleem aandient, moet dit worden opgelost.  De vragen of er een reële en effectieve oplossing mogelijk is, wat de juiste oplossing is en of de remedie niet erger is dan de kwaal, worden naar het tweede plan verwezen.  De wil om elk probleem aan te pakken, staat voorop.  Dit engagement van goede bedoelingen is onlosmakelijk verbonden met de interventiestaat, die onder het mom van leedbestrijding en preventie steeds verder binnendringt in het leven van de rechtsonderhorige.  Het dwangmatig ontkennen van de eigen onmacht leidt tot een grote bemoeizucht waarbij de totalitaire verleiding om de hoek loert waarbij het politieke de private en publieke ruimte inneemt.

(b) PREVENTIE – Preventie is een concept dat in wetgevende en bestuurlijke kringen steeds meer opgeld maakt.  De wetgever doet steeds meer aan risicomanagement.  Daarbij schuwt men niet de politieke beïnvloeding van levenskeuzen en levensstijlen.  De regelgever wil zijn zeg in de beslissingen die een burger, bedrijf of vereniging nemen.  Met risicopreventie kan een vrijwel onbegrensd terrein van beleidsinterventie worden ontsloten.  Hierbij wordt vrijheid ingeruild voor veiligheid of iets anders.  De regelgever neemt hierbij de taak op om de burgers te behoeden voor allerlei risico’s waaraan zij zijn blootgesteld.  Dit is een radicalisering van het maakbaarheidsdenken die de moderne staat in de greep heeft gekregen.

Evenwel is het taxeren van risico’s met het oog op preventie niet zonder risico.  Heeft men het risico wel juist ingeschat?; Heeft men wel de juiste maatregel hiertegen genomen?; En leidt de maatregel niet tot het ontstaan van nieuwe risico’s? (de onbedoelde neveneffecten).  Deze antwoorden zijn belangrijk, maar moeilijk te achterhalen.  Duidelijkheid omtrent de effecten van de regelgeving wordt pas verkregen na de inwerkingtreding van de rechtsregel.  Indien de rechtsregels ongewenste effecten hebben, worden deze door nieuwe regelgevende initiatieven opgelapt.

(c) REACTIE – Door de regelgeving zal het gedrag van de rechtsonderhorige wijzigen.  De rechtsonderhorige zal pogen om, binnen of buiten de grenzen van de wet, de last opgelegd door de rechtsregel te ontlopen.  Deze problemen vereisen dan ook steeds weer nieuwe tussenkomsten door de regelgever en verklaren de toenemende regeldichtheid, en de toenemende vluchtigheid van het recht.  Dit proces heeft de neiging te versnellen.  Men ziet hiervan courante voorbeelden in het fiscaal recht.  Een belastingwet zal aanleiding geven tot het opzetten van legale constructies om belastingen te vermijden waardoor de wetgever een nieuwe wet stemt om dergelijke constructies onmogelijk te maken, waarna verfijndere constructies ontstaan om te ontsnappen aan de gevolgen van de nieuwe belastingswet.

(d)  PROBLEMEN – Hoe complexer de regelgeving, hoe groter de kans wordt op problemen en onzekerheid waardoor nieuwe tussenkomsten van de regelgever vereist zijn.  Er kan wederom een voorbeeld in het fiscaal recht worden gevonden.  Om de naleving van de fiscale wet te verzekeren, worden tegenwoordig (in België) niet alleen strafsancties maar ook administratieve sancties aangewend waarbij er verschillende instanties, met name de fiscale administratie als het Openbaar Ministerie zich bezig houden met de vervolging.  Dit geeft dan weer aanleiding tot problemen omdat gelet op het non bis in idem-beginsel, dezelfde persoon niet tweemaal voor dezelfde feiten kan worden gestraft.  Hierdoor ontstaan er problemen bij de vervolging van een fiscale zondaar.  Wetgevend ingrijpen was nodig om deze onduidelijkheid op te lossen.

(e) NEVENEFFECTEN – Hoe complexer de regelgeving, hoe minder bevattelijk het wordt, en hoe groter de kans dat er zich onbedoelde en ongewenste neveneffecten zullen voordoen, zeker in een context van een snel evoluerende samenleving.  Zoals reeds eerder werd gesteld, leidt steeds complexer worden regelgeving vaak tot ongewenste effecten die ongedaan dienen te worden gemaakt door nieuwe regelgevende initiatieven.  Indien blijkt dat de wet niet het gewenste effect heeft, worden de rechtsregels bijgeschaafd en gerepareerd.

12. KENMERKEN – Kenmerken van een complexe samenleving zijn de toegenomen specialisatie (a), controle (b) en kosten (c).  Dit vindt ook zijn weerslag in het recht.

(a)  SPECIALISATIE – Door de talrijke rechtsregels is het vandaag de dag zelfs voor een jurist onmogelijk om alle rechtsregels te kennen.  Het recht wordt steeds verder onderverdeeld in verschillende disciplines en wordt steeds meer voer voor specialisten.  Het recht wordt esoterisch!

(b) CONTROLE – De drang naar controle blijkt reeds uit de explosief toegenomen aantal bijzondere strafwetten zoals hiervoor reeds werd aangehaald, maar beperkt zich niet tot het strafrecht.  De regelgever heeft de neiging om steeds meer op een preventieve manier te werk te gaan.  Binnen het strafrecht is er eveneens een verruiming van de gronden van strafbaarstelling.  Niet alleen het ongewenste gedrag wordt strafbaar gesteld, steeds vaker worden gedragingen die op zich niet schadelijk zijn, maar vaak, zij het niet altijd met het ongewenste gedrag samengaan, strafbaar gesteld.  Illustratief voor deze tendens is het verbod op betaling in contanten.  Steeds meer landen in Europa willen de betaling in contanten aan banden te leggen omdat dit de neiging tot frauduleus gedrag zou verminderen.  Betalingen via overschrijving zijn immers in tegenstelling tot cashbetalingen traceerbaar.

(c) KOSTEN – Om de groei in complexiteit te handhaven, dienen er hogere taksen te worden geheven.  Dit is ook een belangrijke reden waarom belastingsvoeten zelden dalen, maar stijgen.  In dit licht is het belangrijk op te merken dat gelet op de financieel-economische crisis en ontsporende begrotingen de strijd tegen de fiscale fraude verder wordt opgevoerd.

Piekregulering en de kost van complexiteit

25. LASTEN – Een dergelijke complexiteit gaat met een enorme last gepaard.

(a) MINDER VRIJHEID – De overheid pleegt voor een belangrijk deel via regelgeving te sturen.  Een dergelijke sturing maakt per definitie een inbreuk op de vrijheid van personen en instellingen om hun leven of hun bedrijfsvoering zo in te richten als het hunzelf goeddunkt.  Het doen en laten van de burger, vereniging, bedrijf of bestuur wordt in toenemende en op steeds meer gedetailleerde wijze ingeperkt.    De rechtsonderhorige dient te voldoen aan een veelheid van verboden en geboden waarvan de niet-naleving op een brede wijze wordt gesanctioneerd.  Zoals eerder werd aangehaald is er een spectaculaire toename van straf- en administratieve sancties.  Ook gebruikt de wetgever steeds vaker de fiscaliteit om het gedrag van zijn burgers te sturen, als een middel om te stimuleren of te ontraden.  De fiscale wetgever heft een zwaardere belasting op de producten, activiteiten of handelingen die hij wil ontmoedigen.

(b) MINDER GELIJKHEID – Door de stortvloed van regels creëert men een ongelijkheid tussen zij die juridische kennis, tijd en middelen hebben om de regelgeving van naaldje tot draadje uit te pluizen en anderen die niet de juridische kennis, tijd en middelen hebben.  Gelet op adagium “Nemo ius ignorage censetur” (iedereen wordt geacht de wet te kennen) kan men deze schending van het gelijkheidsbeginsel evenwel niet voor de rechter inroepen.  Hoewel er geen sprake is van juridische willekeur, wordt de situatie toch als feitelijk willekeurig aangevoeld.  Ook wordt een feitelijke ongelijkheid gecreëerd tussen zij die aan de toepassing van de wetgeving kunnen ontsnappen en zij die er niet aan kunnen ontsnappen.  Een voorbeeld hiervan is de fiscale positie van kmo’s in vergelijking met multinationale bedrijven, die door hun internationale positie gemakkelijker de fiscale dans in een welbepaald land kunnen ontspringen.  Dit zorgt voor een ongelijke concurrentiepositie tussen deze twee types van bedrijven.

(c) MINDER RECHTSZEKERHEID – Door de stortvloed aan regels met een toenemende opsplitsing van het recht in vele subdomeinen, wordt het recht esoterisch.  Maar zelf voor specialisten wordt het steeds problematischer om na te gaan hoe het recht op een welbepaald geval dient te worden toegepast.  Zo worden regelmatig beslissingen van besturen die over een uitgebreide en bekwame juridische dienst beschikken, door de Raad van State vernietigd wegens het op een niet correcte wijze in acht nemen van de toepasselijke regelgeving.  De rechtszekerheid is evenmin gebaat bij de vluchtigheid van de rechtsregel.  Het stijgend aantal wijzigingen van de rechtsregels tast de voorspellende waarde van de rechtsregel aan.  Het recht is bijziend, men weet immers niet langer hoe het recht er binnen enkele jaren zal uitzien.  Een langetermijnplanning komt op die manier ernstig in het gedrang.  Men weet immers niet welke gedragingen in de toekomst wel of niet toelaatbaar zullen zijn.  Dit versterkt dan ook het gevoel van willekeur.

(d) DUUR – De complexiteit van het recht is kostelijk en dit op verschillende niveaus.  De naleving van de wettelijke verplichtingen zal een geldelijke investering vereisen.  Het toezicht op de naleving van het toenemend aantal verplichtingen leidt tot een toenemende bureaucratisering en tot een uitbreiding van het sanctioneringsapparaat.  Eveneens stijgt de noodzaak van de rechtsonderhorige, vooraleer een welbepaalde beslissing te nemen, om gespecialiseerd juridisch advies in te winnen.  De complexiteit van het recht zal tevens tot meer discussies aanleiding geven en bijgevolg tot een toenemend aantal rechtszaken.  De middelen die hiervoor worden aangewend, kunnen niet voor andere middelen worden aangewend.  Een toenemende complexiteit zal dan ook leiden tot een toenemende opportuniteitskost.

(e) IMMOBILISME – De complexiteit van het recht zal steeds vaker tot immobilisme aanleiding geven.  De wet kan dermate veel verplichtingen verbinden aan een welbepaalde beslissing of handeling, dat de rechtsonderhorige zich hiervan zal onthouden.  Zo zal een bestuur minder geneigd zijn om noodzakelijke infrastructuurwerken uit te voeren omdat de toepasselijke regelgeving vol valkuilen zit.  Door de toename van rechtsregels die steeds gedetailleerder worden opgesteld, maken de menselijke relaties steeds verder het voorwerp uit van juridisering waardoor minder plaats is voor spontane menselijke interactie.  Door de vluchtigheid van het recht wordt het daarenboven moeilijker om de rechtsgevolgen van de eigen handelingen in te schatten.  De onzekerheid over de toekomst bemoeilijkt lange termijnplanning.  Zo maakt een onstabiel fiscaal en sociaal klimaat het moeilijker om na te gaan of een investeringsproject wel of niet rendabel zal zijn.

(f) KANS OP ONGEWENSTE GEVOLGEN STIJGT – Zoals eerder werd gesteld, is de toekomst fundamenteel onzeker waardoor de regelgever steeds achter de feiten zal dienen aan te lopen.  Na het uitvaardigen van regelgeving evolueren risico’s waardoor de taxatie van risico’s in de rechtsregel snel achterhaald wordt.  Dit houdt in dat regelgeving niet in staat zal zijn om alle toekomstige onheil te voorkomen, zelfs indien de regelgeving zo preventief mogelijk wil werken.  Meer zelfs, hoe complexer de samenleving en het recht worden, hoe groter de kans dat de regelgeving zelf aanleiding geeft tot onbedoelde en ongewenste neveneffecten.

(g) MINDER VERTROUWEN IN DE WET – Al het voorgaande leidt ertoe dat de burger steeds minder vertrouwen zal hebben in de wet.  Door de complexiteit van het recht, de talrijke wijzigingen, vindt de rechtsonderhorige steeds minder houvast in de rechtsregel.  Hij verliest het vertrouwen in de wet, deze is niet langer op maat van de burger gemaakt.  Het is voor talloze burgers minder duidelijk waarom aan hen een welbepaalde verplichting wordt opgelegd.  Ze zien de noodzaak ervan niet in.  Door het opleggen van talrijke en steeds verdergaande gedragsvoorschriften, lijkt de regelgever vandaag een steeds dieper wantrouwen te koesteren ten aanzien van de burger.  Het doembeeld van de Nanny State duikt daarbij steeds meer op.  Hoe minder de rechtsonderhorige vertrouwen heeft in een rechtsregel, hoe minder hij uit eigen beweging zal geneigd zijn om zijn gedrag hierop af te stellen.  De nood om strenger te bestraffen neemt dan ook toe.

26. GRENS – Waar de grens precies ligt van regelgeving, is niet precies aan te geven.  Deze bijdrage wil vooral aantonen dat in beginsel bij toenemende complexiteit de lasten meer dan evenredig stijgen.  Hoe meer rechtsregels erbij komen, hoe dichter we bij die grens komen.

Conclusie

27. Elke samenleving heeft aan behoefte aan algemene en abstracte regels.  Deze behoefte wordt uitgedrukt in adagium ‘ubi societas, ibi ius’.  Deze bijdrage vormt geen pleidooi voor deregulering, maar is een pleidooi voor een gematigd en doordacht gebruik van rechtsregels.  Op kop dient het besef te staan dat rechtsregels onmogelijk alle risico’s kunnen neutraliseren, maar wel integendeel andere risico’s kunnen doen ontstaan.  De regelgever dient bij het aannemen van rechtsregels zo goed als mogelijk alle gevolgen in kaart te brengen waaronder de lasten die de nieuwe rechtsregel vergezellen.  Deze lasten stijgen met de toenemende complexiteit van het recht meer dan evenredig.  Kwalitatieve regelgeving vereist een holistische benadering van het recht.  Over de noodzaak van een bijkomende rechtsregel kan maar worden geoordeeld, in het licht van het geheel van rechtsregels die de rechtsonderhorige dient na te leven.