voedselvoorziening

Komt er een nieuwe hongerwinter? Gelukkig lijkt die kans klein - Nederland is meer dan zelfvoorzienend in voedsel. Bron: ANEFO, onbekende fotograaf

Kan covid-19 onze voedselketen verstoren?

Nu in Nederland en de rest van Europa de epidemie aan het afnemen is, zien we steeds duidelijker de gevolgen van deze crisis. Een ervan is dat duidelijk is geworden, hoe fragiel ons handelsnetwerk is. Komt de voedselvoorziening in gevaar?

Aan het begin van de crisis waren er angst voor tekorten. Zo was er na paniekzaaierij op social media een massale run op wc-papier, waardoor supermarkten kampten met lege schappen. In de magazijnen van fabrikanten en groothandelaren lag ruim voldoende wc-papier.
Dit gold niet alleen voor wc-papier. Onze supply chain is voor alsnog intact gebleven. Er waren genoeg voorraden, supermarkten werden ’s nachts bevoorraad en de slechtbetaalde vakkenvullers en cassières werden essentiele beroepsbeoefenaars.
Tekorten zijn voorkomen, behalve in de zorg. Het geeft het gevoel dat de crisis overwonnen is. Maar is dit gevoel terecht?

Kans op voedseltekorten
Nederland is nog een van de rijkste landen ter wereld. Dat betekent, dat uitgaven aan voedsel slechts een beperkt percentage van ons maandelijke budget innemen. Zo geven mensen op bijstandsniveau gemiddeld rond de tweehonderd euro per persoon per maand aan voedsel uit [1]. Dat komt neer op twintig procent van het inkomen op bijstandsniveau van alleenstaanden. De vaste lasten zijn echter hoog in Nederland. Dat betekent, dat een grote stijging van de kosten van voedsel voor de allerlaagste inkomens grote problemen gaat opleveren. In armere landen is dit probleem nog veel groter. Schrijver dezes is aan het begin van de coronacrisis in Libanon geweest. Libanon is een klein, dichtbevolkt land (zeven miljoen mensen op een oppervlakte van een kwart van Nederland). Zo zat Libanon al behoorlijk in de problemen voordat de coronacrisis uitbrak. Economisch wanbeheer, het instorten van toerisme en het opdrogen van de geldstroom uit Syrië bracht het land al op de rand van de afgrond. De coronacrisis leverde de genadeslag. Er is nu (mei 2020)  sprake van acute hongersnood in dit ooit welvarende land[2].

Komt er een nieuwe hongerwinter? Gelukkig lijkt die kans klein - Nederland is meer dan zelfvoorzienend in voedsel. Bron: ANEFO, onbekende fotograaf
Komt er een nieuwe hongerwinter? Gelukkig lijkt die kans klein – Nederland is meer dan zelfvoorzienend in voedsel. Bron: ANEFO, onbekende fotograaf

Er zijn nu rijen van uren[2] voor de voedselbank. Geweld voor voedsel is niet uitgesloten. Voedselrellen werken erg destabiliserend. De Arabische Lente begon met voedselrellen.
Vooralsnog blijft het rustig. Velen accepteren de lockdown en mensen willen niet nog meer chaos. Toch wordt de onvrede groter, wat zich vertaalt in demonstraties om de lockdown te beëindigen

Geen directe reden tot zorg in Nederland. Althans op papier
Nederland is vruchtbaarder en iets minder dicht bevolkt dan Libanon. Als Nederlanders over zouden stappen  op een vleesarm dieet, is Nederland in staat om veel meer dan de tegenwoordige bevolking te voeden volgens het Landbouw Economisch Instituut[3], in een onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse regering. Met de huidige veeteelt is de voedselbalans negatief. Om de enorme hoeveelheden varkens, kippen en rundvee van voer te voorzien is een veelvoud van de landbouwoppervlakte in Nederland nodig. De export zal stil komen te liggen onder dit rampscenario, waardoor deze bedrijfstakken drastisch in zullen krimpen. Ook dreigen op de langere duur kunstmesttekorten. Stikstof kunnen we lokaal uit de lucht sourcen, magnesium uit zeewater en kalium uit Franse kalimijnen, maar fosfaten komen uit Marokko. Tenzij er echt vervelende omstandigheden uitbreken, zoals een burgeroorlog, een extreme zonnevlam of extreme weersomstandigheden is de voedselvoorziening in Nederland voor langere tijd safe. Zeker als er zeewierfarms in de Noordzee worden aangelegd.

Maar wat als de Nederlandse overheid ook hier het af laat weten?
De afhandeling van de coronacrisis liet blunder na blunder zien. Voor een groot deel ligt dit aan de erg bureaucratische organisatie van de Nederlandse gezondheidszorg. Nederland heeft ervaring met de hongerwinter van 1944-1945 en is daarom veel beter voorbereid op hongersnood dan op een epidemie. Boeren zijn veel zelfstandiger en minder gebonden aan protocollen dan zorgprofessionals. Ook is het ministerie van landbouw kleiner en veel minder bureaucratisch dan VGZ. Wel moeten ze zich aan steeds verder doorwoekerende milieuwetgeving, zoals de stikstofnorm, houden.

Robuustheid inbouwen
Ons land is klein en goed georganiseerd, maar bij een echte systeemcrisis is het niet uitgesloten dat het interlokale distributienetwerk gaat falen. In dat geval is een lokaal back-upplan levensreddend. Volkstuinen, lokale telers en voedselverwerkers kunnen in dat geval voor voedselzekerheid zorgen. De Nederlandse tuinbouw draait voor een groot deel op buitenlandse uitzendkrachten. Waarom hier geen Nederlandse werklozen en arbeidsongeschikten aan het werk zetten? Dit zou ons land ook minder vatbaar maken voor systeemcrises en landbouwvakkennis verspreiden onder een groter deel van de bevolking.

Bronnen
1. NIBUD – Wat geeft u uit aan voeding? (2020)
2. NOS – Libanon – hongersnood betekent allemaal zelf groente verbouwen (2020)
3. BN de Stem – Rijen van uren voor de voedselbank (2020)
4. LEI – Nederland kan zelfvoorzienend worden met voedsel (2013)

Zo kan een verticale boerderij er uitzien.

De verticale boerderij

Tegen 2050 zal ruim 80% van de bevolking in stedelijke gebieden wonen.
Conservatieve schattingen stellen, dat de mensheid zal groeien met ruim 3 miljard.
Om deze mensen te voeden, is de verticale boerderij een uitstekende optie.

De hoogte in

Ruim 40% van de landbouwgrond in de wereld is ernstig aangetast. Het ergste is de situatie in Centraal-Amerika. Daar is 75% van het land aangetast is. Maar niet alleen daar. Ook in Azië is 11% van de oppervlakte nu ongeschikt voor landbouw. Dit is te wijten aan mismanagement en korte-termijn denken van kapitalisten.

Zo kan een verticale boerderij er uitzien.
Zo kan een verticale boerderij er uitzien. – Wikimedia Commons door Chris Jacobs, http://www.chrisjacobs.com

Hoe kunnen we voor de toekomstige wereldbevolking toch voldoende voedsel creëren? Dat kan, door de hoogte in te gaan. Verlaten waren-
huizen, flats en andere gebouwen zijn ideaal voor de groene revolutie, zoals dat heet. Ze worden gevuld met rekken van groenten en fruit. Eén voorbeeld hiervan is de Green Spirit Farms in Michigan, USA. Als deze operationeel is, dan zullen op een vloeroppervlakte van 3,25 hectare ruim 17 miljoen planten worden verbouwd.

Voor- en nadelen van de verticale boerderij

De voordelen zijn legio.
-De gewassen worden dicht bij de mensen verbouwd zodat vervoer en de daarmee gepaarde uitstoot van CO2 verminderd wordt.
-Zuinige bodemvrije hydrocultuursystemen voeden en verlichten ze d.m.v. LED’s die het zonlicht nabootsen.
-Verbouwen kan het hele jaar door, stormschade is een non-issue.
-Luchtontvochtigers zorgen voor het recyclen van water en voorkomen bladschimmel.

Wel een nadeel is dat de LEDs van tegenwoordig slechts een efficiëntie hebben van 28%. Indien de boer kiest voor een opzet met alleen kunstlicht, kunnen de stroomkosten nog aardig oplopen. Dit drijft de kostprijs van de groenten op. Philips Nederland heeft echter al LEDs met 68% efficiëntie in ontwikkeling. Dit zal een aanzienlijke besparing opleveren.

Boeren op afstand

Met besturingssoftware kunnen rekken met planten zodanig gedraaid, dat iedere plant dezelfde hoeveelheid licht en water krijgt. Het hele systeem kan vanaf een afstand gevolgd op een smartphone of tablet.
Met een app ontwikkeld door Daniel Kluko van Green Spirit Farms kan de boer zelfs de hoeveelheid voedingsstoffen en pH aanpassen. In de toekomst zullen boeren dan ook met gemak meerdere boerderijen in de gaten kunnen houden.

Bronnen:
Vertical farms sprouting all over the world, New Scientist
www.verticalfarm.com

Video: Monsanto, multinational met twee gezichten

In het kader van de Monsanto Video Revolt die plaatsvond op 24 juli 2013 maakte we Are Change Rotterdam deze mini-docu. Eerder dit jaar, op 25 mei, versloeg We Are Change Rotterdam de March Against Monsanto bij Monsanto in Bergschenhoek, eerder wel bekend als De Ruiter zaden.

Wereldwijd demonstreerden toen zo’n twee miljoen burgers tegen deze multinational. De March heeft het onderwerp Monsanto iets meer onder de aandacht gebracht van het grote publiek maar volgens sommigen nog niet genoeg. Wat het in elk geval wel heeft gedaan: het heeft critici van Monsanto dichter bij elkaar gebracht.

Een aantal mensen kreeg het idee om het internet een overload aan Monsanto te geven, zodat niemand het voor velen onzichtbare probleem Monsanto meer zou kunnen missen.

Monsanto presenteert zichzelf juist als een bedrijf dat toegewijd is aan duurzame landbouw. Volgens Monsanto helpen de door de omstreden multinational ontwikkelde zaden en pesticiden om oogsten te vergroten terwijl het watergebruik en andere inputs dalen. Zoals in dit door Monsanto geproduceerde filmpje, gericht op boeren.

Volgens Monsanto is de door het bedrijf gehanteerde strategie van genetische manipulatie en grootschalige inzet van pesticiden de enige manier om de wereld te voeden.

Planten- en zadenbank van en voor alle Nederlanders

Omdat er op het internet momenteel een boel wordt gesproken over een Europese wet die de zadenhandel wil reguleren hier een herpublicatie van een artikel wat uitlegt hoe we met elkaar een prima peer to peer zaden en plantennetwerk op kunnen zetten. Het origineel van dit artikel verscheen op 7 september 2011.

Het in stand houden van een grote diversiteit gezonde, zelf reproducerende voedselgewassen ligt aan de basis van een veilige en diverse voedselvoorziening in Nederland. Daarom hebben Permacultuur Nederland en Spullen Delen de handen ineengeslagen om een planten- en zadenbank voor Nederland op te zetten waarin individuele tuinders de hoofdrol spelen. Het gaat in deze database om zaden, knollen en ander plantmateriaal van eetbare gewassen waar iedereen aan mee kan doen. Door slim gebruik te maken van de voordelen die het internet in deze tijd biedt worden mensen in staat gesteld om hun eigen planten en zaden gemakkelijk te delen. Wat vooral handig is, is de zoekfunctie op de site die mensen laat zoeken op afstand rond hun eigen woonplaats. Zo kun je als je op zoek bent naar een rode-bessenstruik of een bieslookplant eerst kijken of iemand in een straal van 1, 5 of 10 kilometer rond je woonplaats dit beschikbaar heeft.

Een grote diversiteit van eetbare voedselgewassen is van primair levensbelang voor elke bevolking.

Waarom dit initiatief?
Momenteel ligt bijna alle diversiteit van zaden en planten bij professionele kwekers van zaden en planten die dit voor de commercie doen. Als dit bedrijven zijn met hart voor de zaak en als zij dit op een ecologisch verantwoorde wijze doen dan is daar niets mis mee.
Echter helaas zijn er ook megabedrijven in deze industrie actief waarbij winst het enige doel lijkt te zijn. Deze bedrijven proberen de biodiversiteit van het leven zo veel mogelijk te monopoliseren en hiermee mensen afhankelijk van ze maken. Als dit eenmaal is gelukt is er een boel geld te verdienen door deze bedrijven. Hoewel dit als bedrijfsmodel prima werkt is het letterlijk levensgevaarlijk voor de bevolking. De algemene diversiteit in eetbare gewassen is de afgelopen decennia schrikbarend teruggelopen en deze grote bedrijven die vaak beursgenoteerd zijn en over veel lobbykracht beschikken weten zich in telkens meer onderzoeksinstituten en overheden in te kopen en zo hun eigen agenda erdoorheen te drukken. Wellicht het bekendste voorbeeld hiervan is Monsanto. Monsanto koopt wereldwijd zaadleverenciers op, halen de vaak grote diversiteit van zaden die deze zaadleveranciers leverden uit de handel en bieden vervolgens alleen hun eigen zaden nog op de markt aan. Dit zijn vaak zaden waar planten uitgroeien met onvruchtbare zaden zodat er het jaar daarna weer bij hun moet worden gekocht. Deze zaden zijn bijna altijd genetisch gemanipuleerd en zijn vaak bestand tegen bepaalde herbiciden die Monsanto ook verkoopt. Monsanto zorgt er zo voor dat boeren heel sterk al dan niet volledig afhankelijk van hun worden. Helaas heeft Monsanto ook in Nederland voeten aan de grond weten te krijgen onder meer door zichzelf in te kopen in de Universiteit van Wageningen. Via deze route hebben ze de Nederlandse overheid weten om te praten en is de Nederlandse overheid nu één van de partijen die (Monsanto`s) GMO gewassen promoot in Europa.
Een weldenkend mens zal wellicht denken dat dit zo absurd is dat dit een grap is. Helaas is niets minder waar. Op het internet is een overvloed aan informatie te vinden over de schadelijke werkwijze van Monsanto. Een goede begindocumentaire gemaakt door een Franse onderzoeksjournaliste is: The World According to Monsanto.

Maar deze bedreiging van onze biodiversiteit door dit soort megalomane bedrijven die aan niets anders denken dan winst ten koste van alles, is niet de enige reden tot dit initiatief. Inplaats van jezelf afhankelijk te maken van externe grote commerciële bedrijven, (om)koopbare onderzoeksinstellingen en ondoorzichte politieke processen kun je met dit initiatief zelf verantwoordelijkheid nemen en meehelpen om een grote diversiteit van eetbare gewassen veilig te stellen voor Nederland.

Niets is zo gezond als een grote diversiteit, onbespoten en met liefde gegroeide, groentes, fruit en kruiden.

Een aantal positieve redenen om dit systeem op te zetten zijn:
-) Individuele tuinders groeien vaak hun eigen groentes en kruiden vanuit hun passie en/of hobby. Zij spenderen veel tijd met hun gewassen en hebben hart voor de zaak. Hierdoor weten zij verreweg het meeste van de zaden en planten die ze zelf groeien. Zij weten wat de beste groeiomstandigheden zijn voor de planten en welke gebieden juist heel geschikt zijn en welke juist minder om de planten te gaan groeien.
-) Er zijn van oudsher verschillende bekende lokale variëteiten van gewassen ontstaan die bij commerciële  zadenhandelaars zeer moeilijk of niet te krijgen zijn, maar nog springlevend zijn bij de volkstuinder in de regio.
-) Volks- en hobbytuinders oogsten vaak al jaren hun eigen zaden uit de mooiste en best groeiende planten in hun tuin. Hierdoor krijg je varieteiten die speciaal zijn aangepast aan de regio. Veel betere zaden kun je eigenlijk niet krijgen. Ook krijg je hierdoor juist weer meer genetische diversiteit in de algemene soort. Als veel tuinders bijvoorbeeld zelf hun bonenzaden kweken dan heb je overal in de regio`s net wat andere bonenzaden en allemaal zijn ze zo goed mogelijk aangepast aan de eigen regio. Zo kunnen we de biodiversiteit juist weer uitbreiden.
-) Zaden en planten ruilen van persoon tot persoon zorgt voor sociale verbindingen (in de regio). In onze maatschappij is dat altijd mooi meegenomen.  Daarnaast kun je zo direct van de kweker van de zaden wat tips meekrijgen en wordt er naast zaden ook belangrijke informatie over het telen van eetbare gewassen uitgewisseld.

Kortom het zijn juist de gewone tuinders die het uit plezier en hobby doen die het meeste verstand van zaken hebben en het meeste hart voor de zaak hebben. Door deze mensen te verbinden met elkaar en ze daarnaast te verbinden met welwillende mensen die graag gebruik maken van, en open staan voor hun kennis en planten, bouw je een sterk en solide netwerk wat de biodiversiteit en voedselveiligheid in Nederland sterk kan vergroten. Meedoen is dus niet alleen zeer nuttig, het kan ook bijzonder leerzaam en gezellig zijn.

Hoe en waar kan ik meedoen?
Ga naar www.spullendelen.nl, hier kun je je registreren en beginnen, deel de zaden, knollen en ander plantmateriaal van eetbare planten die je over hebt. Het is het meest praktisch om deze in de categorie “zaden, stekjes, planten, kruiden” aan te bieden. Ook kun je zelf zaden en planten krijgen van mensen die deze aanbieden. Ga naar “spullen” en bekijk daar vervolgens de categorie “zaai- & pootgoed“, hier kun je een uitgebreid aanbod van planten en zaden vinden. Bedenk dat het niet uitmaakt of een plant die jij overhebt al een paar keer wordt aangeboden, voeg de plant juist wel toe, zo kan het aanbod namelijk zo lokaal mogelijk zo groot mogelijk worden. Inmiddels zijn er al een flink aantal deelnemers en is er al een redelijke diversiteit aan planten beschikbaar. Echter het basisprincipe blijft dat hoe meer mensen meedoen en hoe meer planten er worden aangeboden hoe beter en bruikbaarder het systeem wordt.

Ga naar www.spullendelen.nl om mee te doen!

Daarnaast kun je helpen door dit initiatief bekend te maken; denk aan familie, buren, tuinclubs, volkstuinverenigingen, lokale, regionale en nationale media, politieke partijen, etc. Kortom iedereen die belang zou kunnen hebben bij dit initiatief. Hoe meer mensen in de eigen buurt meedoen hoe veiliger en beter je eigen situatie op dit punt wordt. Als er vele mensen in je buurt zijn die veel bruikbare planten en zaden aanbieden waar je over kunt beschikken dan is dat een van de meest waardevolle levensverzekeringen die je kunt hebben. Alle aandacht voor dit initiatief is zeer welkom en zo kunnen we met elkaar ervoor zorgen dat er niemand in Nederland bang hoeft te zijn om zonder gezonde eetbare planten te komen zitten. Dat resulteert in een plezierige en fijnere toekomst voor iedereen!
(Dit artikel is vrij over te nemen op andere websites en te gebruiken in gedrukte media. Neem voor verdere informatie contact op met Douwe Beerda via info@permacultuurnederland.org)

 

Aanverwante artikelen en informatie:
-) Netwerk Eetbaar Nederland van start
-) Website Natuurbericht.nl
-) In het licht van voortbestaan
-) Permacultuur, een introductie
-) Eetbare dorpen en steden
-) Eetbare stad, groei de revolutie
-) Overzicht van de vele voordelen van gemeenschapstuinen
-) Gemeenschapstuinen voor heel Nederland
-) Praktische tuin inspiratie
-) Dirt! The Movie: het belang van gezonde gronden 
-) Raamtuinieren
-) De gemakkelijke moestuin
-) De kruidenspiraal
-) De eetbare bostuin 
-) De buurtmoestuin
-) Een boerderij voor de toekomst
-) Introduction to permaculture design met Geoff Lawton
-) Permacultuur met Sepp Holzer
-) Permaculture, The Global Gardener met Bill Mollison
-) Eetbare groene woestijnen met Permacultuur
-) Groen Goud – VPRO Tegenlicht over permacultuur
-) Rondleiding Permaculture Research Insitute
-) Permacultuur, voorbeelden en inspiratie
-) Permacultuur in Nederland en omgeving
-) Web of Life, Diversiteit is van levensbelang
-) Overzicht eerdere permacultuur artikelen visionair
-) Eetbare planten en paddenstoelen database
-) Ruil je eigen eetbare planten bij elkaar
-) Engelse Plants for a Future database
-) Practical Plant wiki

-) Universiteit Wageningen, loopjongen van de agro industrie – Deel I- Monsanto
-) Tros Radar – Pesticide en Bijensterfte
-) Universiteit Wageningen, loopjongen van de agro industrie – Deel II-A – Bijensterfte
-) Universiteit Wageningen, loopjongen van de agro industrie – Deel II-B – Bijensterfte
-) Ook waterbeestjes slachtoffer van bijendodende pesticide
-) Universiteit Wageningen, loopjongen van de agro industrie – Deel III – Zuivelindustrie

Vrij downloadbare documenten:
-) Permacultuur, ontwerpen met de natuur (pdf)

‘Zwarte magie’ verdubbelt oogst in Afrika

Wageningse onderzoekers toonden aan dat met een inoculatie met Rhizobium-bacteriën de opbrengst van peulvruchten, één van de belangrijkste groep voedingsgewassen, verdubbelt. Hiermee wordt een humanitaire ramp in onder meer Afrika voorkomen.

Pinda's zijn peulvruchten en halen hun eigen stikstof uit de lucht. Door te enten met Rhizobium verdubbelt de oogst of meer.
Pinda's zijn peulvruchten en halen hun eigen stikstof uit de lucht. Door te enten met Rhizobium verdubbelt de oogst of meer. Bron: Wikimedia Commons

Stikstof, van levensbelang
Er zijn zes belangrijke elementen die in grote hoeveelheden in levende organismen voorkomen. Dit zijn zuurstof, waterstof, koolstof, stikstof, fosfor en zwavel. Stikstof is onmisbaar voor onder meer eiwitten. Zonder stikstof is daarom geen plantengroei mogelijk.
Bijna tachtig procent van onze atmosfeer bestaat uit stikstof, maar deze is in die vorm niet door planten opneembaar. Stikstofgas (N2) bestaan namelijk uit twee stikstofatomen die met een zeer sterke drievoudige chemische verbinding verbonden zijn. Alleen bepaalde bacteriën, zoals Rhizobium soorten, zijn in staat deze verbinding te breken en de stikstof om te zetten in voor planten opneembare ammonium (NH4+). Het enige alternatief is kunstmest. In een energievretend proeces worden dan luchtstikstof en waterstof samengevoegd tot ammoniak, wat in water opgelost ammonium wordt. Er is maar één plantengeslacht dat zelf stikstof uit de lucht kan  halen: de vlinderbloemigen, waartoe alle peulvruchten behoren. Deze vormen wortelknolletjes, waarin Rhizobium-bacteriën stikstof omzetten in ammonium. In ruil levert de plant suikers.

‘Zwarte magie’
Het N2Africa project, onder meer gesteund door de liefdadigheidsinstellingen van Bill Gates en Warren Buffett, probeert de meest geschikte Rhizobium soort te matchen met de juiste peulvrucht. Hoogleraar Plantaardige Productiesystemen Ken Giller ontwikkelde een inoculant, bestaande uit met Rhizobium geënte fijngemalen turf, waarmee zaden van peulvruchten worden behandeld. Dit met opmerkelijke resultaten. Vooral wanneer dit wordt gecombineerd met extra fosfaatmest, verdubbelt tot verdrievoudigt de oogst. Reden voor de boeren om het juju, zwarte magie, te noemen. De werkelijke reden is prozaïscher. De turfmolm beschermt de Rhizobium-bacteriën tegen droogte, zodat ze zodra de zaden uitlopen in de wortels de wortelknobbeltjes kunnen koloniseren en hiermee hun nuttige werk kunnen doen. In marginale gebieden in Afrika betekent dit uiteraard het verschil tussen leven en dood. Niet alleen de peulvruchtenoogst wordt groter, ook die van het volggewas. Immers: de wortels van de peulvruchten verteren, waardoor veel stikstof vrijkomt.

Betere voedingstoestand
In het overbevolkte, woestijnachtige Noord-Nigeria, waar onder invloed van de islam vrouwen weinig te vertellen hebben en veel kinderen krijgen, zijn 23% van de kinderen en 15% van de vrouwen ondervoed. Door de introductie van nieuwe, olierijke pindarassen kunnen de vrouwen meer olie winnen en verkopen. De perskoek, een soort vetarme pindakaas, wordt als snack gefrituurd en levert zo eiwitrijke voeding vol mineralen. Dit stelt de onvermijdelijke bevolkingscatastrofe in het gebied in ieder geval nog even uit. In Rwanda, een klein dichtbevolkt land, moeten vaak meer dan tien personen van een stukje land van tweeduizend vierkante meter leven. Alleen met extreem intensieve teelt lukt dat.

Inheemse sojarassen die in de overige landen waar het project loopt worden veredeld, vervangen steeds meer de soja-import van Monsanto-soja uit de VS en Brazilië, waardoor voor de lokale veeteelt geen import meer nodig is. Kortom: het project boekt veel successen. Toch zijn er nog dringende kwesties, zoals het weer in orde brengen van door erosie verwoest land en voorkomen dat de bodem achteruit gaat.

Bron:
Wageningen World (1/2012)

De drijvende tuin in actie

Drijvende tuin voorkomt hongersnood

Bangladesh wordt elk jaar geteisterd door overstromingen die een groot deel van het laaggelegen land onder water zetten en voor hongersnood zorgen. Eindelijk is er nu een oplossing.

De drijvende tuin in actie
De drijvende tuin in actie

Een natuurramp als land
Het Zuid-Aziatische land Bangladesh ligt net als Nederland in een rivierdelta. De rivieren die in de delta uitkomen, de Ganges en de Brahmaputra, zijn regenrivieren, waardoor ze tijdens de moesson zwaar overstromen. Geregeld staat bijna de helft van het land onder water. Ook is Bangladesh zeer dicht bevolkt, 160 miljoen mensen op een oppervlakte van 2,5 maal Nederland, wat het probleem nog erger maakt.

Waterhyacint bijna meest gevreesde onkruid ter wereld
Bangladesh kent een subtropisch klimaat,waardoor het hele jaar landbouw mogelijk is. Dat wil zeggen: als het land niet onder water staat. Weliswaar zijn er speciale rijstsoorten die met het water meegroeien en tot twee meter lang kunnen  worden,maar erg veel brengen die niet op, omdat de plant heel veel energie in de stengel moet investeren. In een dergelijke omgeving doet waterhyacint het erg goed. Dit wateronkruid behoort tot de top tien meest gevreesde onkruiden ter wereld. De waterhyacint blijft drijven door luchtblazen. De waterplant vormt dichte matten die rivieren en waterwegen verstikken en is in Bangladesh alomtegenwoordig.

Zo wordt de drijvende tuin opgebouwd. Op een laag waterhyacinten komt een bamboeconstructie, waarop een tweede laag waterhyacinten komt met hierop aarde en koemest.
Zo wordt de drijvende tuin opgebouwd. Op een laag waterhyacinten komt een bamboeconstructie, waarop een tweede laag waterhyacinten komt met hierop aarde en koemest.

Dubbele mat van waterhyacinten vormt drijvende tuin
Agronomen hebben nu een speciale drijvende tuin ontwikkeld die de plattelandsbevolking in Bangladesh in staat stelt de moesson te overleven. Deze tuin is met lokale materialen te bouwen. De onderste laag bestaat uit waterhyacinten, gevolgd door een bamboe skelet waaroverheen de tweede laag waterhyacinten wordt geplaatst. Bovenop deze laag komt een laag teelaarde, waarop subtropische en tropische groenten zoals okra en  kangkong kunnen worden gekweekt. Zie diagram.

Na afloop van de moesson kan de drijvende tuin als bemesting dienen voor de dan weer drooggevallen groentetuin op het land. Het volgende jaar moet er weer een nieuwe drijvende tuin gebouwd worden.

Met één drijvende tuin van acht bij één meter kan een familie honderden kilo’s groenten per jaar produceren. Het verschil tussen leven en dood. Zelfs in een op het eerste gezicht totaal hopeloze situatie als die in Bangladesh is het mogelijk met enige inventiviteit om toch een beter bestaan op te bouwen.

Bij permacultuur worden alle ecologische niches op een stuk land opgevuld. Daardoor kunnen vaak hoge oogsten gehaald worden.

Hoeveel grond heb je nodig om zelfvoorzienend te zijn?

Hoeveel grond heb je nodig om zelfvoorzienend te zijn? Hoeveel vierkante meter land heb je per persoon nodig om qua voedsel helemaal zelfvoorzienend te worden? Opvallend weinig, zo blijkt.

Zelf in je eigen groenten en fruit voorzien: 35-40 m2

hoeveel grond heb je nodig om zelfvoorzienend te zijn
Bij permacultuur worden alle ecologische niches op een stuk land opgevuld. Daardoor kunnen vaak hoge oogsten gehaald worden. CC-BY-SA 2.0, la Ferme de Sourrou

Het makkelijkst is om qua groenten en fruit zelfvoorzienend te worden. Groenten en fruit bestaan voornamelijk uit water, waardoor je al snel hoge opbrengsten per vierkante meter haalt. Nadeel van zelfvoorzienendheid is dat je altijd de groenten van het seizoen moet eten. Dus geen tomaten in de winter  – tenzij je een kas hebt.

Als we het advies van het Voedingscentrum volgen, moet elk mens zo’n 400 gram groenten en fruit per dag eten.
Dat komt neer op rond de 150 kg per persoon per jaar. De meeste groentes hebben opbrengsten die variëren van een tot vier kilo per vierkante meter[1]. Als twee keer per jaar groente wordt geteeld en uit wordt gegaan van  gemiddeld twee kilo opbrengst per vierkante meter zit je dus op 35-40 vierkante meter per persoon.

De opbrengst kan zelfs nog verder omhoog als je kiest voor productieve groentensoorten (winterpeen levert meer dan 10 kg per vierkante meter op) en intensieve teelt, dus het land het hele jaar door bedekt houden.
Houd bij de planning ook rekening met de winter, dus leg een kas aan en/of zorg dat je groenten als sluitkool of winterpeen kweekt. Zuurkool kan je ook zelf maken uit witte of rode kool en blijft zeer lang goed. Dus de hoeveel heid grond die je nodig om zelfvoorzienend te zijn in groente en fruit is maar klein.

Brood, aardappelen en peulvruchten: 250 vierkante meter

De Nederlandse landbouw behoort tot de productiefste ter wereld. Een hectare aardappels levert in goede jaren meer dan zestig ton op. Dat is genoeg om zo’n 750 mensen van aardappels te voorzien, dus ongeveer 15 vierkante meter per persoon (iets ruimer genomen). Een hectare tarwe levert minder op omdat meer dan de helft van de biomassa in het stro zit en tarwe natuurlijk droog is – aardappels bestaan voor driekwart uit water. Driekwart van het gewicht van de aardappelplant bestaat uit aardappelknollen.

Wintertarwe, dat is tarwe die in de herfst gezaaid wordt om de planten zo een voorsprong te geven in de lente, brengt rond de negen ton per hectare op. Voldoende voor 110 mensen, dus (weer met overmaat) rond de honderd vierkante meter per persoon. Het loont dus de moeite voor een deel over te schakelen op aardappels.

De aminozuren in granen en peulvruchten zijn complementair – als beide in een verhouding 3:1 worden gegeten krijg je in principe alle aminozuren in de juiste verhouding binnen. Omdat peulvruchten per vierkante meter  minder opbrengen dan granen – denk aan drie ons vergeleken met bijna een kilo – is het areaal dat nodig is vergelijkbaar. Gunstig is dat peulvruchten veel stikstof in de bodem achterlaten, waardoor de granen beter gaan groeien. Peulvruchten, aardappelen en granen kunnen dus in rotatie. Met slim en intensief roteren verklein je zo hoeveel grond je nodig hebt om zelfvoorzienend te zijn.

Ook hier geldt dat het groeiseizoen flink verlengd kan worden door te werken met kassen. Zo kunnen ook tropische gewassen als zoete aardappel en kousenband worden gekweekt. Het is dus mogelijk geheel zelfvoorzienend in voedsel te worden met een tuintje van ongeveer 300 vierkante meter. Wel heb je uiteraard kunstmest of een andere bron van meststoffen nodig. Echte ecofreaks composteren dus hun eigen excrementen. Wie vals wil spelen kan beter een grote zak fosfaatkunstmest en kalirijke meststof in zijn schuurtje zetten. Voor weinig geld kan je zo jaren verder.

Oliehoudende zaden: 30 vierkante meter

Een kleine hoeveelheid meervoudig onverzadigde vetzuren is absoluut van levensbelang. Het Voedingscentrum beveelt 15 gram meervoudig onverzadigde vetten per dag aan. Per jaar wordt dat ongeveer 6 liter (5 kg) olie. Een gezond oliehoudende gewas, dat het in Nederland ook goed doet, is koolzaad, dat per vierkante meter een halve kilo oliezaad (200 gram olie) produceert. De perskoek is eetbaar of te gebruiken als veevoer. Nog gezondere alternatieven, maar met een iets lagere opbrengst per vierkante meter zijn lijnzaad en raapzaad (niet in Nederland verkrijgbaar). Ook zonnebloemen kunnen.

Vlees, melk en andere dierlijke producten: verdrievoudiging grond die je nodig hebt om zelfvoorzienend te zijn

Om alle vlees te kweken dat de gemiddelde Nederlander eet, zo’n 86,6 kilo per jaar, is dit kleine tuintje van 350 vierkante meter lang niet genoeg. Als we er van uitgaan dat al dit vlees varkensvlees is (voederconversie: 5), dan is om deze varkens te kweken rond de 500 kilo graan en andere gewassen per jaar nodig. Hiervoor moet het tuintje in afmeting verdrievoudigen. Een slimmer alternatief is daarom kippen te houden. Die leggen ook geregeld eieren. Per persoon is één a twee kippen voldoende. Deze kunnen met etensrestjes en de koolzaadkoek gevoerd worden en voor de rest loslopen.

Een andere interessante aanvulling is een visvijver. Wat je absoluut wilt voorkomen is watergebrek in je tuintje, want dit vertaalt zich direct in een lagere oogst. In het waterreservoir kunnen weinig eisende vissen zoals zoetwaterkarpers of Afrikaanse meervallen (verwarmd water) gehouden worden. Graskarpers of tilapia’s kunnen worden gevoerd met eendenkroos, dat erg goed groeit op overbemest water. Ik heb ooit onderzoek gedaan naar een systeem waarbij eendenkroos als waterreiniging werd gebruikt.

Hoeveel grond heb je nodig om zelfvoorzienend te zijn?

Bij een vegetarisch dieet dat net voldoende is om in leven te blijven, is is er in Nederland rond de 350 vierkante meter grond nodig om zelfvoorzienend te zijn. Hier is niet de oppervlakte van je huis meegerekend. Hierbij gaan we er van uit dat je je gewassen even goed verzorgt als een moderne boer. In de praktijk haal je dat niet vanzelfsprekend.

Lees ook:
Permacultuur: de toekomst van de landbouw?

Bronnen
1. Fijne groententeelt – Vlaamse deelregering

Ammoniak, NH3, ruikt weliswaar niet erg lekker, maar heeft een aantl interessante eigenschappen om als autobrandstof te kunnen worden gebruikt.

Rijden op ammoniak als alternatief voor benzine

Ammoniak is vooral bekend als het kwalijk riekende goedje dat in water is opgelost in ammonia. Uit onderzoek blijkt nu dat het vrij eenvoudig is te gebruiken als autobrandstof. Bij verbranding komt in theorie alleen stikstofgas en water vrij, dus niet de door klimaatactivisten zo gevreesde CO2. Hoe kansrijk is ammoniak als autobrandstof?

Ammoniak als brandstof
Ammoniak, NH3, ruikt weliswaar niet erg lekker, maar heeft een aantal interessante eigenschappen om als autobrandstof te kunnen worden gebruikt.

Wat is ammoniak?
Ammoniak, NH3, bestaat uit een stikstofatoom (N) waaraan drie waterstofatomen (H) zijn verbonden. Ammoniak bestaat uit twee veel voorkomende atoomsoorten: onze atmosfeer bestaat voor viervijfde uit stikstofgas en waterstof zit onder andere in water. Het molecuul heeft een positieve lading aan de kant waar de drie H-atomen zitten en een negatieve lading waar het N-atoom zit. De positieve en negatieve ladingen trekken elkaar aan. Net als water, H2O, heeft ammoniak daarom een voor zo’n klein en licht molecuul hoog kookpunt: 33 graden onder nul. Daarom is het gas makkelijk onder hoge druk als vloeistof op te slaan.

Als ammoniak verbrandt, gaat dat volgens de chemische reactie 4 NH3 + 3 O2 ->2N2 + 6 H2O. Hierbij komt per kilo ammonia 22 megajoule vrij, dat is ongeveer de helft van de meer dan 44 MJ die bij benzineverbranding vrijkomt. Ammonia is dichter dan benzine, dus de energie per liter verschilt minder: 20 MJ versus 31 MJ. Dit is te vergelijken met ethanol (alcohol). Met een iets grotere tank zou je dus ook met ammonia grote afstanden kunnen afleggen.

Nadeel is wel de penetrante geur en overlast voor de omgeving. Juist om die reden worden er aan varkenshouderijen zware eisen aan de maximale ammoniakuitstoot gesteld. Bij zeer hoge concentraties is het gas dodelijk. De veiligheidslimieten voor ammoniak zijn met 50 ppm vergelijkbaar met die voor benzine. Ammoniak is echter niet kankerverwekkend: ons lichaam maakt de stof zelf aan, als afbraakproduct van eiwitten.

Ammoniak ideale vervanger voor benzine?
Volgens John Fleming van SilverEagles Energy in de Texaanse universiteitsstad Lubbock is om deze redenen: schone verbranding, redelijk hoge energiedichtheid en makkelijk als vloeistof op te slaan, ammoniak de logische keus.  De infrastructuur voor benzinetransport hoeft voor ammoniak niet omgebouwd te worden. Fleming en Tim Maxwell van de Texaanse technische universiteit in dezelfde plaats ontwikkelen een systeem dat gebruikt kan worden om ammoniak in vulstations te produceren. Dit gebeurt in twee stappen: in de eerste stap wordt water met elektriciteit gesplitst in waterstof en zuurstof, in de tweede stap wordt er ammoniak van de waterstof gemaakt door stikstof uit de lucht bij te voegen. Dit proces, het Haber-Bosch procédé, is de manier waarop ammoniak voor kunstmest wordt gemaakt en is verantwoordelijk voor 0,75% tot 1% van het totale energieverbruik in de wereld. Hun reactor is veel kleiner en kan ammonia vrij goedkoop maken.

Hun systeem heeft wel wat weg van een motor. In de eerste stap worden waterstof en stikstof snel in een zuiger samengeperst, waardoor de temperatuur oploopt tot vierhonderd graden. Dit hete mengsel wordt in de volgende kamer gelaten met roest als katalysator waardoor de stikstof en waterstof sneller met elkaar reageren tot ammonia. In een derde kamer decomprimeert het mengsel tot kamertemperstuur  en drijft zo de zuiger aan waarmee het gas in de eerste stap wordt samengeperst. Dit bespaart de nodige energie. Uiteindelijk wordt het hele gasmengsel gekoeld tot -75 graden, waardoor de ammonia condenseert en kan worden geoogst.  De onderzoekers claimen dat deze stap voor omgerekend iets meer dan $ 0,20 (15 eurocent) per liter kan plaatsvinden.

Het hele systeem past in een zeecontainer en kan zo naar tankstations worden gereden. Hun installatie kan tussen de 4000 en 40 000 liter vloeibare ammonia per dag produceren. Dat is voldoende voor 100 tot 1000 tankbeurten per dag.

De visie van SilverEagle voor de stikstof-waterstofeconomie. Hun plan: de VS helemaal onafhankelijk maken van buitenlandse energieleveranciers. Klik voor een vergroting.
De visie van SilverEagle voor de stikstof-waterstofeconomie. Hun plan: de VS helemaal onafhankelijk maken van buitenlandse energieleveranciers. Klik voor een vergroting.

Hoe kom je aan de waterstof?
Hete hangijzer is uiteraard de waterstof. Weliswaar komt een beetje energie vrij bij de reactie van waterstof en stikstof tot ammoniak, maar die waterstof moet met heel veel energie gemaakt worden.  Fleming en Maxwell beweren ook dit ‘probleempje’  opgelost te hebben. Standaard elektrolyseapparatuur bestaat uit meer dan honderd twee-voltelementen achter elkaar, m.a.w. in serie. Flemings toestel verlaagt het voltage met een transformator van de Amerikaanse netspanning van 240 volt naar 1,75 volt. Hierdoor volstaan slechts acht cellen, wat uiteraard veel goedkoper is om te fabriceren en te onderhouden. Volgens Fleming kan hij voor $2,80 (plm. 2 euro) per kilo waterstof produceren. Dit is de helft van de normale kosten van elektrolyse.

Bijmengen van ammoniak in benzine kan nu al
De auto’s van nu kunnen al op een mengsel waarin 10% ammonia bij is gemengd rijden volgens Fleming. Flexibele-brandstof voertuigen, die rijden op een mengsel van benzine en ethanol, kunnen zelfs op 85% ammonia rijden. Zulke auto’s hebben geavanceerde elektronica aan boord die aan de hand van metingen aan de brandstof, het gedrag van de motor (ontstekingstijden, hoeveelheid brandstofinspuiting) e.d. aanpassen. Herprogrammeren van deze software is in principe voldoende. Ook moet het voertuig een speciale tank krijgen om de ammonia onder druk in op te kunnen slaan.   Op dit moment werkt het team aan een 100% op ammonia rijdende motor. Deze wekt elektriciteit op uit de beweging van de zuigers, waarmee weer elektromotoren die de wielen aandrijven, worden aangedreven.

Compacte kunstmestfabriek en energieopslag voor ontwikkelingslanden
Of het apparaat een succes gaat worden is onbekend. Wij zien in ieder geval alvast één toepassing: als compacte kunstmestfabriek voor ontwikkelingslanden. In Nepal heb je bergdalen die alleen met een dagenlange voettocht te bereiken zijn. Dit zijn ook gebieden waar veel honger is. Een dergelijke fabriek, aangedreven op zonne-energie of waterkracht, zou wel eens heel wat mensenlevens kunnen redden. Ook is de ammonia uiteraard een bruikbaar opslagmiddel van energie. Daarmee kan je een generator aandrijven in de avonduren.
Misschien een wat nederige toepassing vergeleken met de verstrekkende plannen van de oprichters[2], maar het zou heel interessant kunnen zijn.

Bronnen
Portable ammonia factories could fuel car – New Scientist (2011)
Production of Carbon Free Liquid Fuel and Fertilizer (bedrijfswebsite)

In de prehistorie kostte alleen al het malen van graan tot een kilo meel vele uren. En dat elke dag.

Zelfvoorziening leidt tot armoede – nog wel

Veel mensen dromen er van: een simpel leven waarin je helemaal alleen voor jezelf zorgt. Maar is dat wel zo’n goed idee als veel mensen denken?

Isolement betekent armoedig bestaan
Er zijn nog een handjevol volken, die geen contact met de buitenwereld hebben en helemaal zelfvoorzienend leven. Op de Nicobaren (een eilandengroep ten oosten van India), het Amazone regenwoud en Papoea Nieuw Guinea, bijvoorbeeld. Met de meeste van die volken liep het nogal akelig af. Zo raakte de techniek van de Tasmaniërs door hun isolement steeds verder in verval. Ze waren niet meer in staat van hun eiland te ontsnappen, omdat ze de kunst om zeewaardige boten te bouwen, hadden verleerd. Uiteindelijk werden ze uitgemoord door de Europeaanse kolonisten (al bestaan er nog nakomelingen van Tasmaanse vrouwen en Europese mannen).

In de prehistorie kostte alleen al het malen van graan tot een kilo meel vele uren. En dat elke dag.
In de prehistorie kostte alleen al het malen van graan tot een kilo meel vele uren. En dat elke dag. Bron/copyright: Archeon.

Kapitalisme is wereldomvattend
Vrijwel de gehele wereld maakt nu deel uit van een wijdvertakt kapitalistisch systeem. Van de grootste metropool tot het kleinste plattelandsgehucht, alle zijn ze onlosmakelijk onderdeel van een onafzienbare stroom goederen en diensten. Dit systeem kent de nodige nadelen – variërend van frauderende, graaiende bankiers tot het plunderen en verwoesten van natuurlijke hulpbronnen. Dit is de reden dat een aantal mensen zich het liefst afwenden van dit systeem en zelfvoorzienend willen worden. Hun ideaal: ‘off grid’, een klein boerderijtje, waarbij ze zelf voor hun eerste levensbehoeften, zoals voedsel, zorgen.

Zelfvoorziening betekent hard werken en een kort leven
Dit kan een tijdje goed gaan, vooral als de beplanting om de boerderij een beetje slim gekozen worden, bijvoorbeeld via het permacultuur systeem. In de praktijk betekent het echter hard werken, met soms werkdagen tot twaalf uur per dag. En dan moet je uiteraard niet ziek worden. Weliswaar voorkomt gezond leven met veel beweging een aantal ziektes, maar als ons lichaam de jaren passeert waarvoor het geëvolueerd is, gaat het onvermijdelijk aftakelen. Er is dan moderne geneeskundige zorg nodig. De diepere oorzaak is: als generalist kan je je nooit op een bepaald gedeelte specialiseren. Je werkt altijd minder snel dan iemand die zijn hele leven er op gericht is zich op een bepaalde deeltaak te specialiseren. Tot voor kort was het streven naar zelfvoorziening dus een garantie voor armoede en een ellendig bestaan.
Geloof je ons niet? Breng eens een bezoekje aan het Archeon en geniet volop van het zelfvoorzienende leven.

Zelfvoorziening in de toekomst wel mogelijk?
Dit zal in de toekomst echter veranderen. Er komt steeds meer techniek die bepaalde productiefuncties overneemt. Zo was er in de jaren negentig de DTP-revolutie, waardoor voortaan iedereen zijn eigen krantje of boekje kan drukken. Duur, inefficiënt, maar het is in principe mogelijk. Nu gaat dat verder met de 3D-printers. Andere ontwikkelingen: zelf energie opwekken met eigen zonnepanelen, biogas en warmtepompen. We kunnen steeds meer dingen zelf. Voor het eerst in de geschiedenis is het in de nabije toekomst mogelijk om als zelfvoorzienend mens een redelijk gerieflijk bestaan te leiden. In principe is straks een huis met tuin ongeveer vijfhonderd vierkante meter oppervlakte voor een gezin al ruim voldoende om op voedsel- en energiegebied volledig zelfvoorzienend te worden. Gezondheidszorg en het aanschaffen van geavanceerde techniek moet nog wel uitbesteed worden.

Zeesla is zeer productief, redelijk smakelijk en zit boordevol met voedingsstoffen. De oplossing voor het hongerprobleem?

‘Enorm zeeslaveld kan hele wereldbevolking van eiwit voorzien’

Op dit moment worden er heel veel schaarse meststoffen in zee gespoeld. Ook komt er steeds meer voedselschaarste. Ronald Osinga bedacht de oplossing. En naast de voedselvoorziening is er een ander enorm voordeel….

Aquacultuur is de toekomst
Zeventig procent van onze aardoppervlakte wordt in beslag genomen door zee. Terwijl het op land steeds voller wordt, doen we op zee nog steeds aan jagen en verzamelen. Aquacultuur, landbouw op zee, is uiteraard de oplossing. Dat dit op een elegante manier kan, toonde de Wageningse promovendus Ronald Osinga aan. Met collega Willem Brandenburg van Plant Research International, onderdeel van Wageningen University and Research Center, bedacht hij een oplossing om de verzuring van het oceaanwater aan te pakken en tegelijkertijd de steeds nijpender wereldvoedselsituatie radicaal te verbeteren.

Zijn oplossing: zeesla.Volgens hun berekening is 180 000 vierkante kilometer zeesla (dat is een tiende meer dan de oppervlakte van Suriname) voldoende om de hele wereldbevolking van eiwit te voorzien. De veeteelt kan zo enorm worden teruggebracht. Als in de hele Middellandse Zee massaal zeesla wordt geplant, wordt de verzuring van het zeewater een halt toegeroepen.

Zeesla: gezond, productief en smakelijk

Zeesla is zeer productief, redelijk smakelijk en zit boordevol met voedingsstoffen. De oplossing voor het hongerprobleem?
Zeesla is zeer productief, redelijk smakelijk en zit boordevol met voedingsstoffen. De oplossing voor het hongerprobleem?

Zeesla, door Linnaeus Ulva lactuca gedoopt, is een groenwier. De thalli, de ‘bladeren’ van de plant, lijken op die van sla. Zeesla is echter een groenwier en geen embryofyt zoals sla en alle andere landgewassen m.u.v. korstmossen. De plant groeit geheel onder water in ondiep water tot een meter of vijftien diep. De zeewiersoort groeit in gebieden waar veel nutriënten in zeewater voorkomen. De plant is rijk aan eiwit, ijzer, calcium, mangaan, kalium, kiezelzuur en vitamine A, vitamine B en vitamine C. Zeesla kent een opmerkelijke groeikracht: de plant vormt plaatselijk dikke lagen tot een meter en kan onder gunstige omstandigheden tot 45 gram koolstof per vierkante meter per dag vastleggen. Dit komt overeen met plm. 100 gram drooggewicht. M.a.w. tien vierkante meter Ulva levert de volledige calorieënbehoefte en eiwitbehoefte van een mens(2). Dit onderzoek beschrijft overigens Ulva als plaagorganisme, niet als landbouwgewas (wat een nog veel hogere opbrengst met zich mee zou brengen).  Fucus (blaaswier) soorten bijvoorbeeld produceren 120 g koolstof per vierkante meter per dag). De plant komt in bijna alle kustgebieden voor en wordt gegeten als groente, toevoeging aan voeding of als kruiderij. In Nederland kunnen productieve velden twee keer per jaar geoogst worden, in gebieden met meer zonneschijn nog vaker.

Verlaging zuurgraad van de oceaan wordt gestopt
Kooldioxide opgelost in water vormt een chemisch evenwicht met het instabiele koolzuur (H2CO3) dat snel uiteenvalt in bicarbonaat (HCO3 en waterstofionen (H+). Als gevolg daarvan verzuurt de zee (pH is de omgekeerde logaritme van de concentratie H+ ionen, tien keer minder H+ betekent dus dat de pH met één stijgt). Zeesla groeit snel en neemt de kooldioxide op. Als gevolg daarvan verdwijnt dit en hiermee ook de zure H+ ionen. Zeeslateelt kan worden gecombineerd met viskweek. Zo ontstaat een gesloten nutriëntenkringloop: de afvalstoffen van de vissen worden door zeesla opgenomen.

Proefopstelling in de Oosterschelde
In de Oosterschelde is Brandenburg nu een proef met zeegroenten gestart. Julia Wald van de Zeeboerderij gaat voor dit onderzoek wieren telen aan een soort drijvende vlotten, waar rekken en draden aan hangen (3). Wald zoekt uit welk systeem het beste resultaat oplevert voor de verschillende gewassen. Grootschalige drijvende zeewierboerderijen zouden op open zee kunnen worden ingericht. Mogelijk kan dit dan ook worden gecombineerd met veeteelt (varkens, kippen) of het opwekken van zonne-energie. Dit zou veel vervuiling schelen en ook het massale misbruik van antibiotica onnodig maken. Immers, op zee is er veel minder infectierisico.

Bron:
1. Sla telen in zee tegen de verzuring, Wageningen World (2011)
2. The Effect of Nutrient Fertilization on the Benthic Alga Ulva lactuca, Botanica Marina. Volume 15, Issue 3, Pages 151–156, ISSN (Online) 1437-4323, ISSN (Print) 0006-8055 (1972)
3. Eerste zeeboerderij in NL, NOS Headlines