Naar aanleiding van ons diepteonderzoek over het mondiale schuldencomplex kunnen we nu met wiskundige en boekhoudkundige zekerheid bevestigen dat het niet ontbreekt aan informatie of oplossingen, in het verlengde hiervan kunnen we ons de vraag stellen wat er nu dient te gebeuren met de factor ‘rente’. Om deze vraag te beantwoorden schetsen we (1) het ruimere perspectief waarna (2) middels een eenvoudige oefening rente in vraag gesteld wordt. In het kader van het continue onderzoek zien we uw reacties met bijzondere belangstelling tegemoet.
Intro (ruimer perspectief)
Inmiddels hebben we heel wat nuttige informatie en mijlpalen in kaart gebracht waarop we kunnen terugvallen, in relatie tot het schuldencomplex hebben we nu drie potentiële oplossingen (of afgeleiden hiervan). In elk van de gevallen is mondiale samenwerking een voorwaarde om enig succes te kunnen boeken en dat is in de eerste plaats een kwestie van menselijke (politieke) daadkracht, bewustwording en verantwoordelijkheidszin. Anders gezegd, het ontbreekt niet aan oplossingen of informatie, het is daarentegen afhankelijk van een politiek die haar bevolking dient of ook niet, een kwestie van ethiek en mensenrechten, net zoals evolutionaire tendensen in de richting wijzen van meer mondiale samenwerking. De verschillende opties die nu opgenomen kunnen worden in het besluitvormingsproces zijn:
- Omgekeerde logica (generatie geld uit bestaande geldhoeveelheid)
- Neutrale kapitaalsinjectie (materialisatie schuld)
- Boekhoudkundige reset (puur technische ingreep)
De laatste optie vloeit vrijwel automatisch voort uit het diepteonderzoek dat ons steeds meer inzichten opleverde, deze optie is het best aangepast aan de tand des tijds. Het doorzien van een aantal platitudes was hierbij cruciaal, deze werken quasi letterlijk als een gesloten deur om alternatieve visies toe te laten in het menselijke denken en overeenkomstig handelen. Deze optie betekent ook dat er in de toekomst geen fysiek geld meer nodig is binnen het economische circuit, dit is vooralsnog visionair maar niet irreëel als we maatschappelijke trends beschouwen. Ondanks veel turbulentie omtrent wilde speculaties die traditionele markten ernstig verstoren, biedt het mondiale kapitalisme ons tegelijkertijd een heel efficiënt monetair systeem om het herstel in te luiden. Een terugkeer naar een ver verleden (cfr goudstandaard) is derhalve niet raadzaam, integendeel.
Aandacht & zelfreflectie
Als primaire voorwaarde werd ‘ontvankelijkheid’ vooropgesteld, dit is vooral een kwestie van gerichte aandacht en zelfreflectie. Zonder de bereidheid hiertoe blijkt snel dat een aantal economische misvattingen blijven sluimeren, hierdoor wordt het integratieproces gestagneerd waardoor impasse en zelfs regressie kan vastgesteld worden (cfr ‘vast in de eigen logica’). Wanneer de bereidheid tot zelfonderzoek wel aanwezig is, ontstaat het tegengestelde effect. Wat bedoelen we? Onder het motto ‘niets nieuws onder de zon’ heeft gerichte aandacht tot gevolg dat we op het spoor komen van tal van bekrachtigende citaten en onderzoeken, dit gebeurde vrijwel automatisch naarmate het onderzoek vorderde. Het onderzoek – dat over een aantal jaren loopt – wordt nu ook bevestigd door het IMF, ter getuigenis delen we dan ook graag het Chicago Plan Revisited, hierin treft u nog veel meer informatie. Dit rapport is iets technischer maar desalniettemin bijzonder hoopgevend voor onze gezamenlijke toekomst.
Exploot
At the height of the Great Depression a number of leading U.S. economists advanced a proposal for monetary reform that became known as the Chicago Plan. It envisaged the separation of the monetary and credit functions of the banking system, by requiring 100% reserve backing for deposits. Irving Fisher (1936) claimed the following advantages for this plan: (1) Much better control of a major source of business cycle fluctuations, sudden increases and contractions of bank credit and of the supply of bank-created money. (2) Complete elimination of bank runs. (3) Dramatic reduction of the (net) public debt. (4) Dramatic reduction of private debt, as money creation no longer requires simultaneous debt creation. We study these claims by embedding a comprehensive and carefully calibrated model of the banking system in a DSGE model of the U.S. economy. We find support for all four of Fisher’s claims. Furthermore, output gains approach 10 percent, and steady state inflation can drop to zero without posing problems for the conduct of monetary policy.
Paradigma’s
Binnen deze context onderscheiden we drie verschillende perceptiesferen, ook hier zullen we merken hoe een paradigmaverschuiving zich uit in praktische zin. Naargelang het denkkader zal de overeenkomstige dialoog quasi onvergelijkbaar zijn, in sommige gevallen zelfs volledig tegengesteld waardoor vaak chaos, verwarring, onbegrip en/of meningsconflicten ontstaan. In theorie is dit uiteraard logisch, spreken over een mentaliteitsverandering zonder daadwerkelijke wijziging in het denken zou betekenen dat er niets wijzigt en dat alsof we absoluut interessant willen overkomen maar uiteindelijk toch niets willen zeggen of doen. In het kader van onze doelstelling (sustainocratie) is het in de eerste plaats cruciaal om dit alles goed te doordenken opdat gerichte bewustzijnscampagnes en transformationele acties kunnen opgezet worden. Het mag denkelijk voor zich spreken dat overheden hierin een leidende en beslissende rol spelen, in het andere geval zouden drukkingsgroepen minder sociale acties kunnen overwegen.
Wat nu met rente?
Rente, interest of intrest, is de vergoeding die iemand ontvangt voor het uitlenen van zijn of haar geld en die betaald wordt door degene die het geld leent. De rente bestaat principieel uit drie elementen, de (1) inflatievergoeding is bedoeld om de ontwaarding van het uitgeleende geld te compenseren, de (2) risicopremie is een bedrag dat ter dekking dient van het risico dat de lener het geleende geld niet kan terugbetalen (debiteurenrisico) en de (3) dienst der lening is een vergoeding voor de huur van het geld (cfr to rent). Voor de goede orde herinneren we nog even aan wat Bernard Lietaer over rente opmerkte, hij stelde dat rente ervoor zorgt dat er mensen MOETEN failliet gaan omdat het bedrag van de rente zelf niet in omloop wordt gebracht.
Praktijkvoorbeeld
In praktijk bestaan er verschillende manieren om een lening af te lossen, een voorbeeld vinden we met een eenvoudige zoekopdracht op internet. In onderstaand schema treft u hiervan 3 voorbeelden, telkens met een andere aflossingstabel. Van links naar rechts zien we (1) vast maandelijks bedrag, (2) geen kapitaalsaflossing en (3) vaste kapitaalsaflossing, dit is een kwestie van keuze die subjectief van aard is. In deze voorbeelden werd telkens 100 € geleend tegen een rente van 10% en af te lossen over een periode van 12 maanden.
Om onze oefening transparant te houden nemen we aan dat de risicopremie geen deel uitmaakt van de rente, de rente van 10% is derhalve een combinatie van de inflatievergoeding (IV) plus de dienst der lening (DDL). De twee uiterste tabellen geven ons een mix van bedragen, u kan overwegen om dit in detail na te rekenen. Het middelste blok biedt ons het meest transparante overzicht, hierin zien we mooi de 10% weerspiegeld en het kapitaal wordt pas op het einde integraal terugbetaald. Dit schema gebruiken we in de rest van deze analyse en koppelen dit aan de omgekeerde logica (optie 1), gemakshalve nemen we 5% voor elke component van de rente (IV+DDL). In onderstaande tabellen maken we een analoge berekening en splitsen de rente, links zien we inflatie en rechts deflatie (negatieve inflatie).
Deze voorstelling laat ons toe een verschillenanalyse te maken, een aantal bijzonderheden valt ons onmiddellijk op. Onder deze voorwaarden dienen we bij inflatie op een of andere manier 10 € extra te vinden in het economische circuit, bij deflatie is finaal het bedrag hetzelfde als het geleende bedrag. Door de rente te splitsen wordt duidelijker dat de inflatievergoeding (IV) en het kapitaal (K) gebundeld gezien moet worden, lonen en prijzen volgen dezelfde trend waardoor (IV+K) principieel een relatieve 0-operatie betreft. Deze vergoeding compenseert immers de levensduurte, zowel in plus als min. Op deze manier betalen we 105 € bij inflatie en 95 € bij deflatie, hierbovenop komt de dienst voor lening (DDL) die in beide gevallen hetzelfde is, zijnde 5% of 5 €. Oppervlakkig bekeken is er niet zoveel verschil, de kostprijs voor de lening is immers hetzelfde.
Bij deflatie weten we dat er spontaan geld vrijkomt in het economische circuit, dit wil zeggen dat de rente van 5% kan gecompenseerd worden en finaal de kostprijs komt te vervallen. In tegenstelling tot inflatie betekent dit een wereld van verschil, quasi letterlijk. Anders gezegd, bij inflatie (cfr Bernard Lietaer) dienen we op zoek te gaan naar extra geld met alle neveneffecten die daarbij komen kijken, bij deflatie is een dergelijke zoektocht niet nodig. In traditionele zin zal de bank op z’n minst haar kosten willen dekken, hierbovenop wil ze ook winst boeken. Als deze doelstelling van toepassing is, is het voor de bank voordeliger om de deflatie zo hoog mogelijk te maken. Immers, hoe hoger de deflatie (IV), hoe hoger de dienst der lening (DDL) kan worden zonder enige kostprijs voor de klant zelf. Ter overdenking van deze stelling treft u onder twee analoge schema’s met aangepaste waarden.
Meer dan waarschijnlijk zullen zich nu een aantal vragen stellen, net om deze reden is ontvankelijkheid, aandacht en de bereidheid tot diepgaander zelfreflectie van primordiaal belang. Naarmate dit proces aangevat wordt, wordt het ook duidelijk dat inflatie en deflatie perfecte instrumenten zijn om het (mondiale) economische herstel in te leiden, in lijn met wat ook de studie van het IMF ons wil zeggen.
Bewustwording (oproep verantwoordelijkheidszin)
We kunnen ons nu de vraag stellen wat deze schijnbaar eenvoudige oefening betekent voor onze samenleving, dit is vooral een kwestie van bewustwording. Finaal kunnen we dit betoog opdelen in twee vragen;
- Leren we van de geschiedenis?
- Herhaalt de geschiedenis zich?
Het waarom voor deze indringende vragen kan makkelijk afgeleid worden wanneer we onze geschiedenis beschouwen, dit gaat niet over enkele eeuwen geleden dan wel net voor WOII. Wat betreft het Chicago Plan zien we dat deze informatie destijds genegeerd werd waarna WOII is losgebarsten. Als we willen dat de geschiedenis zich herhaalt dan hoeven we niets te doen, als we leren van de geschiedenis dan verdient dit onze ongebreidelde aandacht, niet in het minst om ons te vrijwaren van een volgende (wereldwijde) catastrofe. Of het Chicago Plan nu wel tot een doorbraak zal leiden, is nog niet geheel duidelijk maar dat er ‘iets’ moet gebeuren mag na enkele jaren ‘economisch’ debat wel duidelijk zijn. De vraag stelt zich of we ons wel degelijk bewust zijn van de noodzaak hiertoe, het ontbreekt niet aan informatie of oplossingen, dat kunnen we met zekerheid stellen. Het correlaat met WOII moge treffend genoemd worden, ter getuigenis twee citaten.
1934
Dit is een onthutsende gedachte. We zijn compleet afhankelijk van de commerciële banken. Elke dollar die we in circulatie hebben moet geleend worden, zowel cash als krediet. Als de banken volop kunstmatig geld creëren leven we in voorspoed, zoniet dan is het bittere armoe. We zijn absoluut zonder permanent geldsysteem. Als men het complete plaatje doorziet, is de tragische absurditeit van onze hopeloze positie haast ongelooflijk, maar toch waar. Het is een hoogst belangrijk onderwerp waar intelligente mensen onderzoek naar zouden moeten doen en over na zouden moeten denken. Het is zelfs zo belangrijk dat onze huidige beschaving in elkaar kan storten, tenzij dit alom bekend raakt en begrepen wordt, en we er snel iets aan doen. (Robert H Hemphill)
2013
Volgens top researcher Gerald Celente is de wereld op weg naar een nieuwe wereldoorlog. We zitten in het midden van het grootste experiment aller tijden. Banken dwingen overheden om meer geld in het systeem te laten pompen om zo te overleven. Maar al dit uit het niets gecreëerde geld leidt uiteindelijk tot niets. De wereld verkeert momenteel in een depressie. Celente vergelijkt de huidige toestand met de depressie van de jaren ‘30, alleen merkt hij op dat de huidige geldhoeveelheid amper gedekt is door goud. Het huidige patroon is gelijkaardig als die in de aanloop naar de tweede wereldoorlog: crash – depressie – valutaoorlog – handelsoorlog – wereldoorlog. Momenteel zitten we in de late jaren ‘ 30. (Gerald Celente)
Wat gaan we nu doen?